Na jaren van sportieve rampspoed jaagt het succes van de jonge Rode Duivels op het EK voor beloften in Nederland eindelijk nog eens een verfrissende wind doorheen het Belgische voetbal. Vooraf ontstond de vrees dat het verwachtingspatroon te groot was voor deze wel heel erg snel opgehemelde ploeg, maar nu blijkt dat er in dit team veel potentieel schuilt.

De jeugd is het goud van de toekomst. Het valt daarom te hopen dat dit succes inspirerend werkt en clubs verder verplicht hun filosofie om te gooien. De jeugdwerking werd in dit land jaren verwaarloosd. De opleiding stokte op een gegeven moment en het talent groeide niet door omdat clubs zich liever op de buitenlandse rommelmarkt begaven in plaats van in het eigen reservoir te vissen. Slechts moeizaam kwam het de laatste jaren tot een kentering. Dat uitgerekend Standard, een verzamelplaats van buitenlandse voetballers van diverse pluimage, dit seizoen Marouane Fellaini (18) en Axel Witsel (18) liet doorstromen en Steven Defour (19) van RC Genk overnam, is veelbetekenend voor een gewijzigde aanpak. Al valt er wat dat betreft nog altijd een lange weg te gaan. Vaak bepaalt een som van toevalligheden of een talent doorbreekt. Logan Bailly (21) bijvoorbeeld, over wie er bij RC Genk heel veel twijfels bestonden. Of in mindere mate Sebastien Pocognoli (19), die na het vertrek van de IJslander Indridi Sigurdsson voor de positie van linksachter in het begin van het seizoen in de balans lag met Gonzague Vandooren.

België zit geprangd tussen Frankrijk en Nederland, twee landen met wellicht de beste jeugdopleidingen ter wereld. Het is altijd vreemd geweest dat er hier helemaal niets werd geleerd uit wat er in de buurlanden gebeurde. In plaats van het eigen patrimonium te beschermen voerde dit land een veel te liberaal buitenlandersbeleid en vonden makelaars een makkelijk afzetgebied voor hun voetballers.

Dat de beste jongeren intussen in het buitenland succesvol aan hun ontwikkeling mochten werken, was een bizarre contradictie. Vooral de Belgen die in Nederland aan de slag gingen, leken in een andere wereld terecht te komen. Ze praten unaniem over veel betere trainingen en vooral een aanvallende voetbalcultuur die hen de mogelijkheden gaf zich ongeremd en onbevangen te ontplooien. Het is geen toeval dat net de Belgen die in Nederland voetballen, het geraamte vormen van de beloften. Samen met Kevin Mirallas, de complexloos voetballende spits van Rijsel, die ook alleen maar lyrisch wordt als hij over de trainingsmethodiek bij zijn club praat. Hij kan in de toekomst een doortastend duo vormen met Moussa Dembele, één van de weinige aanvallers die ook al in België op prille leeftijd werd opgesteld voor hij naar Nederland trok : Marc Brys liet Dembele al op zijn zestiende debuteren. Maar weinigen in dit land verstonden de kunst om talent op het juiste moment te brengen en vervolgens te begeleiden. Dat blijft nog altijd een probleem.

Of de huidige Nieuwe Generatie straks echt het Belgische voetbal uit een dal sleurt, zal moeten blijken. Dit succes mag niet te snel leiden tot euforie. Niettemin is het de verdienste van beloftetrainer Jean-François de Sart dat hij dit team tot een geheel kon samensmelten. De ex-verdediger komt wat kleurloos over, is geen man van diepgaande bespiegelingen maar heet een uitstekende motivator te zijn. In de voorbereiding op het EK liet hij de ploeg in een 4-3-3 spelen, maar door blessures greep de Sart tijdens het toernooi terug naar een systeem met één spits.

Hoewel ook deze ploeg terugvalt op collectiviteit, zijn er duidelijk aanvallende klemtonen. Wat dat betreft huldigt Jean-François de Sart duidelijk andere principes dan René Vandereycken : inschuivende backs, opbouw van achteruit, middenvelders inspelen en via creativiteit en acties een opening forceren. En met veel lef, niet toevallig in de ploeg gebracht door de Nederlandse Belgen. Die filosofie moet verder gekoesterd worden.

Dit land heeft dringend nood aan een eenvormige, moderne voetbalgedachte. Het zou zonde zijn dit aanstormend talent op te sluiten in een tactische dwangbuis. S

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content