Joseph Allijns is voorzitter van KV Kortrijk (1A) en Maarten Allijns jeugdvoorzitter van Cercle Brugge (1B). Een gesprek over het prof- én amateurvoetbal. De vader: ‘Je kunt toch geen Jupiler Pro League organiseren met alleen maar West-Vlaamse ploegen?’ De zoon: ‘En waarom niet?’
De plaats van afspraak is het Omer Dewittestadion van de West-Vlaamse eersteprovincialer WS Lauwe, daar waar de roots van Joseph en Maarten Allijns liggen. Beiden zijn zowel speler als bestuurder geweest van de club. Die wedijverde ooit, in de jaren zestig, als vooraanstaande derdeklasser met Kortrijk, Roeselare en Moeskroen voor de status van grootste regioploeg en trok in die tijd af en toe zes- à achtduizend toeschouwers. Toen White Star vier jaar geleden was weggezakt tot in derde provinciale, er een faillissement en de opslorping door dorpsrivaal RC Lauwe dreigde, waren het vader en zoon Allijns die het initiatief namen om de Wietstar te redden. Supporter zijn ze namelijk altijd gebleven, en zullen ze altijd blijven.
JOSEPH: ‘Profvoetbal is keiharde business. Maar het échte hart van het voetbal ligt in de kleine clubs, bij de mensen die gratis werken om kinderen te kunnen laten voetballen. Helaas is dat vrijwilligerswerk aan het wegebben en vechten die kleine clubs nu voor hun bestaan. Omdat ze op zondagnamiddag geen volk meer lokken omdat er dan profvoetbal op tv is. Profclubs kunnen de wensen van de rechtenhouders, dat er op vrijdag, zaterdag en zondag rechtstreeks voetbal wordt uitgezonden, natuurlijk niet negeren.
‘Dat belet echter niet dat we de noden van de amateurclubs moeten durven te erkennen en bekijken hoe we hen kunnen ondersteunen. Dat kan financieel, met een deel van de tv-rechten, maar ook door op sportief vlak nauw samen te werken. Profteams moeten voortrekkers zijn van het amateurvoetbal en hen erbij betrekken.’
MAARTEN: ‘Het moeilijkste voor provinciale clubs is: voldoende geld en vrijwilligers vinden.’
JOSEPH: ‘Vier jaar geleden waren hier in de Wietstar nog slechts 37 jeugdspelers, nu zijn het er weer 170. ‘
MAARTEN: ‘Met ouders en grootouders erbij zit je snel aan duizend man.’
JOSEPH: ‘Dat is de sociale impact van het amateurvoetbal. Dit gaat om sport, maar het gaat ook om jongens van straat houden en behoeden voor druggebruik en andere toestanden. Wat voor voetbal geldt, geldt voor elke ploegsport: het helpt de mens in zijn ontwikkeling.’
Investeringen
Behalve supporter van WS Lauwe zijn beiden nu ook bestuurder van een profclub. Joseph Allijns is voorzitter van KV Kortrijk (1A), Maarten is jeugdvoorzitter van Cercle Brugge (1B). Twee West-Vlaamse profclubs in buitenlandse handen: de eerste in die van de Maleisische miljardair Vincent Tan, de tweede in die van de Franse topclub AS Monaco.
JOSEPH: ‘Ik denk dat de competitiehervorming noodzakelijk was: enerzijds de scheiding tussen prof- en amateurvoetbal en anderzijds de vermindering van het aantal profclubs in het betaald voetbal van 34 tot 24. Maarten zal ongetwijfeld beamen dat het niveau van de acht clubs in 1B flink is gestegen in vergelijking met dat van de vroegere tweede klasse.’
Maarten: ‘Ja, en het zal nog stijgen, als je ziet welke versterkingen onder meer wij en OHL binnenhaalden. Het gevolg natuurlijk van de komst van buitenlandse investeerders, en dat is dan weer het gevolg van het feit dat het in 1B heel moeilijk overleven is. Om de toekomst van Cercle in het profvoetbal te garanderen was het echt noodzakelijk dat we ons openstelden voor investeerders. Monaco bezit nu veertig procent van de aandelen en zestig procent stemrecht.’
JOSEPH: ‘Bij de meeste clubs in 1B kwam de buitenlandse investeerder er inderdaad uit financiële noodzaak. Dat is het verschil met KV Kortrijk: twee jaar geleden kocht een buitenlander de aandelen van een privépersoon, maar wij zijn zelf de club blijven managen zoals voorheen. Er is nog altijd geen financiële injectie gekomen – de centen gingen naar de verkoper van de aandelen. Dat was, tot nu toe, ook niet nodig. Dat blijkt uit onze jaarrekeningen: die sloten we telkens met winst af. Wat niet wegneemt dat ik hoop dat onze eigenaar investeert in de uitbouw van de club. We zullen zien hoever we op deze manier kunnen reiken. Want we willen zeker niet weer terechtkomen in het vaarwater waarin we vorig seizoen in de terugronde zijn beland.
‘Als blijkt dat er nog meer versterking nodig is, dan zullen we die binnenhalen. Desnoods met risico’s. Je kunt niet straffeloos je goeie spelers verkopen en kwantiteit in de plaats binnenhalen. Jarenlang rekruteerde ons scoutingsteam goedkope jonge spelers die we met een meerwaarde konden verkopen, maar de laatste twee seizoenen haalden we daar nog maar weinig rendement uit. Zo kunnen we ons geen derde jaar meer permitteren. Daarom kozen we nu in eerste instantie voor mannen met ervaring in eerste. Op de laatste raad van bestuur werd ook gezegd: ‘We moeten ons scoutingsteam dynamiseren en voor een stuk heroriënteren.”
MAARTEN: ‘Vroeger, toen Jean-MarcDe Gryse er nog was, kende hij elke nieuwe speler privé, wist hij hoe die in elkaar zat, et cetera. Nu worden er in Kortrijk meer spelers binnengehaald via makelaars, stel ik vast.’
JOSEPH: ‘Dat beseffen we, en dat is niet de beste evolutie. Met Karim Belhocine als sportief manager zal het scoutingsteam beter opgevolgd worden.’
Schaalvergroting
Ivan De Witte, AA Gentvoorzitter en ex-profligavoorzitter, noemde al die buitenlandse overnames onlangs in Sport/Voetbalmagazine een slechte zaak voor het Belgische voetbal. Omdat, zei hij, sommige van die investeerders die aangekochte clubs niet als hoofd- of einddoelstelling zien, maar als doorgeefluik of platform voor spelers en misschien ook voor financiële transacties. Volgens hem escapades van clubs met onvoldoende draagvlak om op profniveau te kunnen blijven bestaan.’
MAARTEN: ‘Bij ons is dat toch anders. Cercle is een vereniging met een grote achterban die echt leeft. De komst van AS Monaco is vooral een sportief project. Met Antonio Cordón van Villarreal trokken zij een sportief directeur aan met een uitgebreid netwerk in Zuid-Amerika. Het overtal aan jonge niet-EU-talenten die ze daar ontdekken, willen ze hier laten rijpen. We krijgen spelers op huurbasis, maar ook spelers die bij ons een meerjarig contract tekenen om ze later naar Monaco te laten doorstromen of om ze te verkopen.
‘De bedoeling is dat onze A-kern samengesteld wordt uit veertig procent spelers van Monaco, veertig procent ervaren Belgen en twintig procent eigen jeugd. Zo gaven we onlangs nog vijf van onze beloften een contract. Behalve goeie spelers kregen we van Monaco ook onder meer de knowhow van François Vitali, de ex-sportief directeur van Rijsel, ter beschikking. Zij geven het project vier à vijf jaar om te slagen en willen dit seizoen absoluut promoveren.’
JOSEPH: ‘We proberen ons land op economisch vlak zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor buitenlandse investeerders, veel Belgische bedrijven draaien al op buitenlandse centen: moeten we ze dan weghouden uit het voetbal? Door de globalisering leven ook in het buitenland al veel ploegen bij gratie van een buitenlandse investering, dat is nu eenmaal de tendens.
‘Maar ik begrijp Ivan De Witte. Hij heeft ook recht van spreken, want hij leverde het bewijs dat je als hardwerkende en visionaire Vlaming een club met immense schulden tot in de Champions League kunt brengen. Met steun van de stad uiteraard, en van VDK, zette hij een geloofwaardig project neer en zijn er veel binnenlandse investeerders gevolgd. Maar dat is blijkbaar niet vanzelfsprekend. Toen KV Kortrijk te koop stond voor twee miljoen euro, was er in de regio niemand bereid om dat bedrag neer te tellen.’
MAARTEN: ‘Ik denk dat je als bestuur een doordachte keuze moet maken: welke buitenlandse investeerder laat je toe? Bij Cercle kregen we ook mannen over de vloer die spelers wilden laten overkomen, omdat als die hier tien minuten meedoen ze in hun land veel meer waard zijn. Maar dan weet je al: dat is niet wat we willen.’
JOSEPH: ‘Ik betreur dat er toen in de regio niemand geïnteresseerd was, al geloven we dat we met Vincent Tan en Ken Choo evengoed onze projecten zullen kunnen realiseren: sportief onze rug rechten en een nieuw stadion bouwen. We werken hard om de club levendig te houden, namen goeie initiatieven, met onder meer de aanwerving van extra administratief personeel. Ik denk dat we nu competitiever zijn.’
MAARTEN: ‘Het is ook niet omdat je kapitaalkrachtig bent dat je een goed beleid voert en goeie spelers haalt.’
JOSEPH: ‘De acht ploegen in 1B willen naar 1A, dat wordt een harde strijd, maar als de kwaliteit daar stijgt, dan is dat toch in het belang van het voetbal? Al besef ik ook wel: in de toekomst moeten we naar een andere competitieformule evolueren. Zelf ben ik zeker geen voorstander van twee reeksen van twaalf ploegen. Daarvoor zijn de geesten ook nog niet rijp. Dat zou betekenen dat als KV Mechelen of KV Kortrijk als dertiende eindigt, het niet meer tegen de topploegen zou spelen! Dat is niet haalbaar. Twee gelijke reeksen van twaalf met een eindronde tussen de eerste vier van elke reeks bijvoorbeeld, dat valt misschien nog te bediscussiëren.’
MAARTEN: ‘Dan moet je de topclubs scheiden, verdelen over de twee reeksen. Volgens mij is dat het ook niet.’
JOSEPH: ‘Wat ik mij ook afvraag: met bij wijze van spreken om de twee weken Super Sunday – de topclubs tegen elkaar -, is dat niet te veel van het goede? Ik vrees van wel.’
MAARTEN: ‘Je kunt ook zodanig hervormen en vervormen dat je niets natuurlijks meer overhoudt.’
JOSEPH: ‘Ik stel vast dat de modale supporter het liefst een rechttoe-rechtaan-competitie wil. Dan komen de topclubs elkaar, zoals vroeger, weer slechts tweemaal per jaar meer tegen, thuis en uit.’
MAARTEN: ‘Het beste is volgens mij één reeks van twintig ploegen. Maar hoe je dat gaat doen, weet ik niet. In elk geval ben ik tegen fusies. Hoeveel geslaagde grote fusies zijn er behalve Genk?’
JOSEPH: ‘Je mag het in het profvoetbal evenmin uitsluiten. Ik bedoel: mocht er een project van schaalvergroting komen waarbij je de toekomst van de club garandeert en een vaste subtopper kunt worden, dan zou het toch dwaas zijn om dat te negeren? Nu is dat niet aan de orde, maar wat brengt de toekomst? Dat weten we niet. Maar we moeten wel durven te beseffen dat we in deze regio al met Moeskroen, Kortrijk, Waregem, Roeselare en nu ook nog met het ambitieuze Mandel United zitten. Je kunt toch geen Jupiler Pro League organiseren met alleen maar West-Vlaamse ploegen?’
MAARTEN: ‘En waarom niet?’
Goed voetbal
Tenslotte komt nu al een vierde van alle profclubs in dit land uit West-Vlaanderen, was de helft van de play-off 1-ploegen afkomstig uit de kustprovincie en de bekerfinale een West-Vlaams onderonsje.
JOSEPH: ‘Laat ons realistisch zijn. Schaalvergroting is ook een manier om het aantal profclubs te verminderen en naar een efficiëntere competitieformat te evolueren. Elke ploeg wil zo hoog mogelijk eindigen, maar je kunt op een bepaald moment op basis van gezond verstand en financiële overwegingen ook kiezen om in de eerste amateurliga te gaan spelen, in plaats van elke maand te moeten kijken waar het geld om de spelers te betalen vandaan zal komen. Dat deden clubs als Geel bij de eerste rationalisatie.’
MAARTEN: ‘Wil je als club vooruit, dan is er hoe dan ook een kapitaalinjectie nodig. Op een bepaald moment moet je de beslissing nemen: mikken we hoger en gaan we op zoek naar kapitaal of blijven we voortdoen zoals we bezig zijn en doen we het wat rustiger? Sportief is 1B zeker een verrijking. Het is eerste klasse, de kwaliteit gaat omhoog en dat voel je ook wel tijdens onderhandelingen: het maakt ons project makkelijker te verkopen aan bijvoorbeeld Gianni Bruno.
‘Vorig seizoen was de competitie in 1B al boeiend en ik denk dat het nu nog boeiender gaat worden. Na de miserie van de voorbije jaren verlangen de supporters van Cercle ook om eens goed voetbal te zien. Want, wie er ook eigenaar is, het belangrijkste is nog altijd dat wat er op het veld te zien is. Dat de mensen tevreden naar huis kunnen gaan en zeggen: we beleefden een mooie avond, we zagen goed voetbal, we dronken een pintje en aten een frietje. Dat is wat het volk wil.’
DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – FOTO’S BELGAIMAGE – KURT DESPLENTER
‘Na de miserie van de voorbije jaren verlangen de supporters van Cercle om eens goed voetbal te zien.’ – Maarten Allijns
‘Profteams moeten voortrekkers zijn van het amateurvoetbal en hen erbij betrekken.’ – Joseph Allijns
