Onbekend Hannover, de stad van The Scorpions, wil zich met een tweede WK-deelname vooral in het buitenland bekendmaken. ‘Hannover kampt met een imagoprobleem.’

Weggestopt tussen bijna tweeduizend scholieren zit Hannovers WK-vertegenwoordiger Klaus Timaeus met zijn rechterhand Ralf Sonnenberg in de AWD-Halle, vlak naast het WK-stadion. De 32 scholen vertegenwoordigen er elk een WK-deelnemer en presenteren vandaag ‘hun’ land via muziek, een infostand en cultuur. Op een originele manier wilde burgemeester Herbert Schmalstieg een band creëren tussen de jeugd van Hannover en het komende WK. Schmalstieg is trouwens de enige Duitse burgemeester die al in functie was in 1974, de vorige keer dat Duitsland het WK organiseerde. Ook toen was Hannover gaststad. Ook de eindronde van het EK 1988 was er te gast.

Naar aanleiding van het WK kregen 32 scholen elk een deelnemend land toegewezen, waardoor de leerlingen de lottrekking in Leipzig met meer dan gewone aandacht volgden. Naast de culturele programma’s werken de scholen ook op het voetbalveld een heus WK af. De scholen-WK-finale wordt straks het voorprogramma van de laatste competitiematch Hannover 96-Leverkusen, op de grasmat van het WK-stadion.

Die dag hoopt Hannover stiekem af te sluiten met Europees voetbal voor de Bundesligaclub. Hannover 96 voetbalde al Europees, toen het in 1992 als tweedeklasser de beker won, maar dat telt men niet echt mee : in de eerste ronde van de Europabeker lootte het Werder Bremen, dat slechts 100 kilometer verderop ligt én te sterk was. Toch is elke inwoner van Hannover trots op de voetbalploeg, meer dan op het ijshockeyteam Hannover Scorpions, genoemd naar de plaatselijke hardrockgroep. De Scorpions haalden onlangs wel de play-offs, maar zijn niet afkomstig uit de stad. Ze belandden enkel in de immense TUI-Arena omdat hoofdsponsor TUI, die ook de voetbaltruitjes siert, ze lokte.

Het WK-stadion is de vernieuwde versie van het oorspronkelijke Niedersachsenstadion, dat in 1954 gebouwd werd met het puin van de ruïnes van de tijdens WO II vernietigde stad. Sinds 1954 al bespeelt Hannover 96 het stadion, maar pas in 1958 verhuisde het definitief naar het Niedersachsenstadion. Daarvoor voetbalde het beurtelings in het Eilenriedestadion naast het congrescentrum, niet ver van de zoo, en in de oude velodroom even verderop. Die velodroom bestaat niet meer en in het Eilenriedestadion voetballen tegenwoordig de amateurs van Hannover (vierde klasse). De verhuis naar het nieuwe stadion bracht niet meteen succes. In de Bundesliga, waar het zijn achttiende seizoen volmaakt, was Hannover een typische liftploeg. Het behoorde al niet tot de zestien clubs die aan de aftrap kwamen van de allereerste uitgave van de Bundesliga, maar promoveerde het jaar erop wel. Sindsdien zakte het vier keer uit de eerste klasse. Na de laatste degradatie in 1989 duurde het tot 2002 voor de club op het hoogste vlak terugkeerde. In 1998 nog kwijnde Hannover weg in de derde afdeling.

Beurzenstad

Op de eerste dag van de lente raakt de temperatuur nauwelijks boven het vriespunt, maar zodra ’s middags de zon schijnt, lopen Hannovers winkelwandelstraten en terrassen vol. Vanaf het Hauptbahnhof, helemaal herbouwd ter gelegenheid van Expo 2000, is het ononderbroken shoppen tot aan de Kröpkeplatz. Het centrum is nieuw. Tijdens WO II werd de historische binnenstad plat gebombardeerd. Hannover heeft net naast de rivier de Leine een Altstadt, maar die is na de oorlog steen voor steen weer helemaal opgebouwd. Daarom is het Altes Rathaus, het oude stadhuis uit de vijftiende eeuw, recenter dan het nieuwe stadhuis, gebouwd in 1913 maar tijdens de oorlog niet vernield.

Naast de Kreuzkirche, de oudste kerk, voetballen meisjes op de Ballhofplatz. In de zeventiende eeuw werd het Ballhof (tegenwoordig een theater) gebouwd om aan sport te doen. In die tijd kende Hannover zijn grootste bloei. Door een gunstige trouwpolitiek waren de koningen van Hannover tussen 1714 tot 1837 ook de koningen van Engeland.

Sport of toerisme zijn niet de troeven waarmee de stad zich profileert. De Hannover Messe is dat wel. Trots meldt de promotiebrochure dat vijf van de tien grootste jaarbeurzen ter wereld in Hannover plaatsvinden. Het paradepaardje is de CeBIT, ’s werelds grootste beurs voor communicatie en telecommunicatie die half maart nog vierhonderdduizend bezoekers lokte. De stad is het dus wel gewend om af en toe overrompeld te worden door buitenlanders.

Met het WK wil Hannover een nieuw visitekaartje afgeven, legt pr-verantwoordelijke Klaus Timaeus uit, een levend reclamebord voor zijn stad. “Wij zijn niet het nummer één, maar we zijn wel overal bij. Expo 2000 was gisteren, het was tijd voor iets nieuws. Uit de ervaring met Expo 2000 leerden we dat we kunnen organiseren, maar ook dat we de bevolking moeten voorbereiden op zo’n evenement. Dat gebeurde voor Expo te weinig. Voor het WK bouwen we alles zachtjes op. Zo is er die scholencompetitie, komen er culturele activiteiten, met een groot feest op 7 juni. Dan treden de Scorpions op. Om voetbalkoorts te krijgen moet je de temperatuur opdrijven. Dat kan alleen door iedereen bij het WK te betrekken.”

Met geld gooit Timaeus niet. “Hannover is geen rijke stad. Ik heb voor dit WK een promotiebudget van 1 miljoen euro. Ter vergelijking : Berlijn heeft er 40, Hamburg 30, Stuttgart 8 miljoen. Men zegt dat wij een mix hebben van zuinigheid en intelligentie. Ik noem het : intelligentie ( lacht).

“Ons voordeel is dat we geen geld moesten uittrekken om de infrastructuur aan te passen, op de vernieuwing van het stadion na. In de aanloop van Expo 2000 werden nieuwe toegangswegen aangelegd, massale parkings voorzien, werd het treinstation vernieuwd en de hotelcapaciteit zo opgetrokken dat die zelfs tijdens de Expo nooit helemaal benut werd.”

Hannovers troef voor WK-bezoekers zijn de ‘korte lijnen’. “Hannover is de enige WK-stad waar alle activiteiten plaatsvinden binnen wandelafstand in het centrum zelf. Van het station naar het stadion wandel je in 25 minuten langs autovrije wegen. Onderweg kom je langs het Global Village. Op de Waterlooplatz vindt de public viewing plaats. Daar bouwen we een stadion met twintigduizend plaatsen.”

Gereserveerd

De zeventiende verdieping van het Congreshotel biedt een perfect uitzicht over de stad. Het congrescentrum ligt aan de rand van het Eilenriede, het immense bos- en parkgebied dat als een groene long tegen de oostkant van het stadscentrum aangeschurkt ligt. Aan de overkant van het hotel ligt het stemmige, verouderde Eilenriedestadion. Van hier is het vijf minuten wandelen naar de Duitse hoofdzetel van het Belgische Solvay, met twaalfhonderd werknemers een van de grote werkgevers in de stad, samen met Volkswagen, Continental Banden en het hoofdkwartier van reisorganisator TUI. Antwerpenaar Werner Van den Eynde, vicevoorzitter van de medische afdeling, woont al vier jaar in de stad en kent het verschil in mentaliteit tussen Antwerpen en Hannover. “De mensen zijn hier meer gereseveerd, het duurt lang eer je die barrière doorbreekt.” Bij zijn aankomst kreeg hij de tip om de buren uit te nodigen voor het eten van wafels en het drinken van Belgisch bier. “Dat was een goeie zet. Een Duitser wacht af, zal zelf nooit de eerste stap zetten.”

Hannover is in vergelijking met andere grote steden wel een erg Duitse stad. “Heel weinig mensen praten Engels of andere talen. De bus- en taxichauffeurs krijgen nu folders met Engelse zinnetjes. Dat is geen overbodige luxe. Op tv wordt alles nagesynchroniseerd, niets wordt ondertiteld. Je komt hier nauwelijks in contact met andere talen. Als er al eens een film draait in de originele versie komt er nauwelijks iemand kijken. Er is geen behoefte aan. Er zijn in vergelijking met andere grote steden ook weinig buitenlanders. Van de driehonderd leerlingen op de internationale school heeft de helft de Duitse nationaliteit : anders krijgen ze de school niet gevuld.”

Wie niet voorbereid is, kan het moeilijk hebben met die terughoudendheid en eentaligheid. “’s Avonds na de dagtaak is het voor de Duitser Feierabend. Iedereen gaat naar huis en dan gaat de deur dicht. Zijn thuis is heilig voor de Duitser, een pintje gaan drinken na het werk doe je niet. Werk en privé houdt men strikt gescheiden. Op restaurant ga je om te eten, niet om een gezellige avond door te brengen. Gevolg ? Om zes uur zitten alle restaurants vol, om acht uur zijn ze leeg.”

Minderwaardigheidscomplex

Het Duitse karakter weerspiegelt zich ook bij Solvay : op twaalfhonderd werknemers schat Werner Van den Eynde het aantal buitenlanders op hooguit zestig, waaronder zes Belgen. “Door dat provinciale karakter is het moeilijk om expats aan te trekken die hier willen werken.” Toch voelt hij zich goed in zijn vel in de stad. “Voor wie van rust houdt, is Hannover een ideale bestemming. Je kan shoppen, er is opera en theater, Duits theater. De ontspanningsmogelijkheden zijn toegespitst op de bewoners van de stad, niet om mensen van buiten Hannover aan te trekken. Maar de levenskwaliteit is hier hoger dan in de gemiddelde grootstad. Je hebt geen files, de huurprijzen liggen flink wat lager dan in grotere steden, er is geen vandalisme.” Maar dé troef is het groene karakter. “Hier is geen lintbebouwing. Meteen buiten het centrum zit je in de volle natuur. Je neemt de fiets en na tien minuten zie je de buizerds vliegen en de herten lopen. Eilenriede is een enorm woud, een heerlijke groene long die net tegen het centrum aan ligt. In het zuiden werd tijdens de nazitijd een meer uitgegraven om de werkloosheid tegen te gaan. Vandaag is de Maschsee een enorme aantrekkingspool voor buitenactiviteiten.”

Het WK moet de stad promoten in het buitenland, maar ook in Duitsland zelf. Ook voor Duitsers zelf is Hannover geen toeristische bestemming. “De stad kampt met een imagoprobleem”, vindt Van den Eynde. “Naar Duitse normen is het met een half miljoen inwoners een provinciestad in de schaduw van Berlijn en Hamburg. Het heeft een beetje een minderwaardigheidscomplex. Hannover is het Hasselt van Duitsland. Men is hier meer naar binnen gekeerd. Er wordt soms gelachen met Niedersachsen, dé landbouwstreek van Duitsland. Men zegt wel eens dat hier meer varkens wonen dan mensen.”

Dat imago wil de stad bijsturen. De organisatie van Expo 2000 was een eerste stap. Toen gingen de deuren en ramen naar en van de wereld open. Het WK moet nog meer frisse lucht aanvoeren. Reikhalzend kijkt de bevolking naar dat WK uit. Iedereen is enthousiast. “Iedereen wil tickets, ook al wist men nog niet voor welke matchen men de aanvraag deed. De vraag is groter dan het aanbod.”

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content