Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Het tiende gelijkspel van Anderlecht dit seizoen werd op het conto geschreven van falende spitsen. “Ik ken de kritiek”, zegt Aruna Dindane.

En dan sukkelt Dindane (21) nog met een hernia. Om de pijn te verbijten kreeg hij een inspuiting, maar het effect daarvan is uitgewerkt. “Op het einde van het kampioenschap laat ik me opereren”, zegt de speler. “Op vraag van de club stel ik het zolang uit, ik besef dat het op dit moment wat moeilijk ligt. Het gaat, ik kan ermee spelen, maar als ik spurt, voel ik irritatie. Het ergste is net na de rust, of als ik in de wedstrijd even uitblaas. Telkens als ik dan herbegin, doet het pijn.”

Eind vorig seizoen voelde hij al iets. “Maar ik dacht dat het door de vermoeidheid kwam, de opeenvolging van matchen bij de reserven, in de A-ploeg, de verplaatsingen naar Ivoorkust voor interlands. Ik dacht dat rusten zou helpen, maar al heel snel kreeg ik opnieuw last. Pas een maand geleden werd de preciese diagnose gesteld. Ik probeer nog steeds zoveel mogelijk trainingen mee te doen. Alleen als het echt niet meer gaat, stop ik.”

Volgens de dokter kunnen er twee oorzaken zijn. Een harde val, of iets te zwaar gedragen. “Van het tweede kan ik mij niks herinneren. Het eerste is goed mogelijk, ik val tijdens een wedstrijd meer dan genoeg op mijn rug.”

Zonder de hernia zouden zijn cijfers – negen goals en zeven assists – er beter uitgezien, denkt hij. “Vorig seizoen scoorde ik in 26 wedstrijden vijf keer en bracht ik acht goals aan. Het doet me plezier, dat het in mijn tweede jaar beter gaat. Dat betekent dat ik vooruitgang boek. Ik heb goede wedstrijden gespeeld, maar besef dat het soms ook slecht was. Er zit niet genoeg lijn in, misschien wel meer dan vorig seizoen, maar nog onvoldoende.”

Aruna beseft dat niet iedereen kwistig is met de lof aan zijn adres. “Ik ken de kritiek. Ik zou geen afwerker zijn, ik draag de bal te veel, ik dribbel me vast. Ik begrijp dat. Vanuit de tribune heb je een betere kijk op het spel, op het veld zie je niet alles. Allicht zit er een grond van waarheid in de kritiek, maar sommigen overdrijven. Mijn excuses voor het woord, maar in het voetbal zijn er ook cons, onnozelaars, die hun mening mogen geven. Maar het zijn de trainers die moeten zeggen wat ik moet doen, zij zaten al in het voetbal nog voor ik geboren was.”

isschien kijkt hij wel te vaak naar de bal, bedenkt hij. “Ik ben vooral gefixeerd op die vijf procent van het veld die ik bestrijk. Ik kijk naar bal en tegenstander. Walter en Alin ( Stoica, nvdr) zijn andere types, zij houden het hoofd omhoog en geven dan een bal diep. Ik ben een man van de actie. Een man dribbelen met het hoofd omhoog is heel moeilijk, zoniet onmogelijk. Ieder zijn kwaliteiten en zijn truukjes. Ik ben iemand die af en toe zal scoren, af en toe een bal aanbreng, en voor de rest mijn acties maak. Mornar en ik hebben een vergelijkbare stijl, alleen is hij nog iets krachtiger. Allebei zijn we veeleer mannen van de flank, niet van het centrum. Dat moet ik nog leren, in het centrum bewegen.”

Voor zijn manager Serge Trimpont ligt het scenario vast : het eerste jaar was dat van de aanpassing, het tweede is dat van de bevestiging, het derde jaar wordt dat van het vertrek. Volgens hem kwamen Inter Milaan en Schalke 04 al poolshoogte nemen. Aruna blijft er kalm onder : “Dat is zijn programma. Als ik wegmoet, vertrek ik, in het andere geval blijf ik. Ik spreek me daar niet over uit. Het flatteert me als ik hoor dat Schalke en Inter al kwamen kijken. Ik wil me tonen, dat is het moeilijkste.”

Dat wat zijn seizoen van de bevestiging moet worden, voor Anderlecht een uitermate moeilijke jaargang is, maakt het er voor hem niet makkelijker op. “Maar dat moeten we aanvaarden”, aldus de speler. De mensen zijn niet tevreden, dat voel je. Op dit moment gaat het weer wat beter, maar een paar weken terug was het erg. Toen hadden we de commotie rond de trainer, de discussies… Ik heb niet gestemd. Iedereen heeft gezegd wat hij ervan dacht, maar gestemd heb ik niet. Ik was er niet. Het is beter dat we daarover zwijgen. Het was vreemd, vergeet het gewoon. Voor de eerste keer stond ik in een ploeg waarin me rechtstreeks werd gevraagd wat ik van een trainer vond, en of hij niet aan de deur moest worden gezet ? Dat zijn mijn zaken niet. Hij stippelt de tactiek uit en ik moet luisteren. De rest is een zaak van het bestuur. Of ik als spits steun genoeg krijg of niet, is à la limite ook mijn zaak niet. Ik voer uit wat hij van mij vraagt en als hij tevreden is, blijf ik staan.”

Ook over zijn favoriete positie spreekt hij zich niet uit. “Overal en nergens. Waar ik de ploeg maar ten dienste kan zijn. Zolang ik maar acties mag maken, overal in de spits mag lopen. Zo heb ik het in Ivoorkust geleerd, zo leer ik het hier verder. Tactisch sta ik al veel verder dan vorig jaar. Balverlies overkomt me nog geregeld, dat besef ik. Omdat ik risico in mijn spel leg, acties probeer te maken en dan kan het mislukken. Ik krijg van de ploegmaats geregeld onder mijn voeten, daarom, maar dat accepteer ik. Het is nooit slecht bedoeld.”

at Anderlecht echt samenspel mist, wordt niet ontkend. Aruna : “De spitsen die er nu zijn, zijn mannen van de individuele actie. Vorig jaar stond er een vast elftal, dat al een tijdje samenspeelde en vorig seizoen bevestigde, met voetballers die combineerden. Dit jaar zijn er veel nieuwkomers, veel geblesseerden, ander types ook. Niet dat we nu mikken op de individuele acties, maar de huidige spelers – ik, Mornar, Gilles – zijn daar wel vaak op gericht. Door de onbeschikbaarheid van een aantal jongens gaan we de laatste weken iets meer in de richting van een vaste ploeg, maar het is nog steeds moeilijk.

“Het probleem, als je kiest voor acties, is : ze kunnen lukken, maar ook mislukken. Zekerheid heb je niet. Maar onze kern laat gewoon geen ander voetbal toe. Samenspelen lukte niet, dus kan je ook geen samenspel ontwikkelen. Jullie vragen het onmogelijke. Ondanks alles wat ons is overkomen, staan we nog in de eerste drie. Dan zeg ik : chapeau.”

door Peter T’Kint,

“Het probleem, als je kiest voor acties, is : ze kunnen lukken, maar ook mislukken.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content