Het immense verdriet van KVM-doelman Yannick Thoelen: ‘Lia zal altijd mijn kleine oogappel zijn’

© koen bauters
Mayke Wijnen Medewerker van Sport/Voetbalmagazine.

KVM-doelman Yannick Thoelen (29) ‘was twee uur lang papa’, vertelt hij. Een aangrijpende monoloog over het onmetelijke verdriet om het afscheid van zijn dochtertje Lia. ‘Erover praten hoort bij het helingsproces.’

Yannick Thoelen: ‘Ik ben een gevoelsmens en een open boek. Vroeger gooide ik echt álles er meteen uit, nu zal ik mij wat meer berekend uiten. Ik denk al eens na voor ik iets zeg.

‘Nog altijd kun je precies aan mij zien hoe het met me gaat. Wanneer ik vrolijk ben, en dat ben ik bijna altijd, dan zie je een vrolijke jongen. Ben ik boos, dan straal ik dat ook uit. En als ze vragen wat er scheelt, zeg ik ook meteen wat me dwarszit.

‘Als kleine jongen was ik al zo, maar ik denk dat ze thuis geen problemen hadden met mij. Ik was geen lastig type en wanneer ze me iets vroegen te doen, kwam er geen weerwoord. Ik stelde me daar ook niet veel vragen bij. Zij staan al langer in het leven, dacht ik dan, dus zij zullen het wel weten. Die realiteitszin had ik al wel.

‘Ik heb nog een zusje, Stéphanie. Zij is vijf jaar jonger dan ik en als grote broer vond ik dat zij naar mij moest luisteren. Ik merkte al snel dat zij op jonge leeftijd al veel mondiger was dan ik en dat leidde weleens tot botsingen. We hadden een typische broer-zusrelatie, een haat-liefdeverhouding, maar nu zijn we heel close.

‘We groeiden op in Tessenderlo, een dorpje vlak bij Beringen. Mijn jeugd daar was heel goed. Ik heb een normale kindertijd gehad, met heel lieve ouders en een fijne familie. Een klassiek gezin, heel hecht, zonder je daar gekke dingen bij in te beelden. Dat is iets om te koesteren, want je hoort soms de meest ingrijpende verhalen.

‘Natuurlijk zijn er weleens periodes geweest waarin het financieel wat moeilijker ging, dat we als kind iets wilden maar dat niet kregen. Achteraf besefte ik dat dat terecht was, omdat wij nooit iets tekort zijn gekomen. Er stond altijd eten op tafel, we kregen wat we nodig hadden en Sinterklaas bracht bijna alles wat we hadden gevraagd. Wij hebben niks te klagen gehad.’

Bomma en bompa

‘Ik ben heel blij dat mijn ouders zoveel liefde aan ons hebben gegeven. Toen was het allemaal zo vanzelfsprekend, maar nu denk ik vaak: wat hebben ze toch allemaal voor ons gedaan? De zorgen voor ons, de tijd die ze in ons hebben gestoken, de kilometers die zij hebben gereden. Maar niet alleen mijn papa en mijn mama, ook mijn overgrootbomma en mijn bompa hebben uren met ons doorgebracht.

‘Mijn bompa is de papa van mijn mama. Hij reed vaak met mij naar het voetbal en hij hield van het spelletje, maar kende er niet veel van. Hij deed dat eigenlijk echt voor mij. Mijn bompa was een echt boerenkind, geboren in een heel groot gezin waar ze een groot terrein hadden en de kinderen buiten leefden. Een leven dat niet te vergelijken is met dat van ons, zeker niet met hoe de kinderen nu opgroeien. Hij is zijn leven lang gewend geweest om hard te werken en als het even kon kwam hij bij ons helpen. Hij was graag bezig in de tuin, ook toen hij al oud was. Hij was en bleef een heel sterk persoon. Dan nam hij de honden mee om een stuk te gaan wandelen en mijn zus en ik gingen mee.

Yannick Thoelen: 'Kim heeft haar eigen leven. We zijn heel graag samen, maar we laten elkaar ook los.'
Yannick Thoelen: ‘Kim heeft haar eigen leven. We zijn heel graag samen, maar we laten elkaar ook los.’© koen bauters

‘Onze band, die was… Hoe moet ik die omschrijven? Dat gaat eigenlijk niet. Mijn bompa was er gewoon, altijd. De vanzelfsprekendheid van zijn aanwezigheid maakte dat onze band zo sterk was en achteraf besef ik wat hij voor mij betekend heeft. Hij was een fantastisch persoon. Zo puur. De liefste man die ik ooit heb gezien. Ik kon nooit boos zijn op hem. Mijn mama was dat wel eens. Dat kon ik niet verdragen en ik nam het dan voor hem op. Wanneer ze echt lang ruzie maakten, wilde ik dat het opgelost geraakte.

‘Helaas is mijn bompa er niet meer. Een jaar geleden is hij gestorven. Dat was een heel moeilijk moment, juist omdat we altijd zoveel gedeeld hadden. Ik had mijn leven graag met hem willen blijven delen.

‘Onze overgrootbomma was ook zo, dat is de bomma van mijn papa. Zij zorgde met zóveel liefde voor haar klein- en achterkleinkinderen. Ze woonde tegenover mijn lagere school en elke middag ging ik bij haar iets eten. Een boterham, een soepje. Heerlijk was dat. Je groeit op met de zekerheid dat ze er zijn, het delen van je leven gaat vanzelf en als je ouder wordt, ga je inzien wat zij daarmee betekenden. Dan is de appreciatie eens zo groot. Je voelt: die mensen zouden álles voor ons gedaan hebben.’

Open vizier

‘Mijn papa is heftruckchauffeur en magazijnier. Een paar jaar geleden is hij een studie in vastgoed gaan doen. Daar doet hij nu niks mee, maar hij wilde dat doen voor als hij ooit een andere baan zou ambiëren. Hij heeft ook zijn diploma als makelaar in het voetbal gehaald. Een jaar later schaften ze de regeling dat je die papieren nodig hebt af, maar hij was er trots op dat hij die had behaald. En terecht. Hij heeft er hard voor moeten studeren. Nu werkt hij samen met mijn manager.

‘Mijn papa is niet bang voor veranderingen en hij heeft mij daarmee doen inzien dat je je niet moet vasthouden aan een zogenaamde zekerheid. Heel veel mensen pinnen zich vast op iets: ‘Ik ga dit doen en dat blijf ik doen voor de rest van mijn leven.’ Mijn vader heeft een open vizier en verschillende interesses.

‘Mijn mama werkt in de opvangzorg in bejaardenhuizen en toen ik nog klein was in een opvangcentrum voor kinderen na school. Vaak ging ik met haar mee en speelde ik met de kinderen samen. Met enkelen nam ik daarna de bus naar het voetbal. Dat waren mooie tijden, onbezorgd ook. Het is allemaal redelijk vanzelf gegaan. In een kleedkamer komen allerlei verschillende levens samen en dat vind ik fascinerend. Bij sommige verhalen denk ik: wow, heftig! Ik vind het fijn om te zien dat er nu iets moois is weggelegd voor die mensen. Voor hetzelfde geld loopt het helemaal in het honderd.’

Iets groters

‘De basis die ik uit mijn opvoeding heb meegenomen is heel klassiek, maar voor mij van wezenlijk belang: als je iets wilt bereiken in het leven, moet je er hard voor werken. Mijn ouders zijn beiden heel harde werkers en die werkethiek heb ik overgenomen.

‘Ze hebben me nooit in een richting gepusht, dat ik iets móést doen of iets móést worden. Het was snel duidelijk dat ik een sportieve jongen ben en dat ik met school niet zoveel had. Dat zagen zij ook in en ik heb me vrij kunnen ontwikkelen, in een richting die ik zelf koos.

‘Ook in onze religie waren we vrij. Mijn mama heeft wel iets met het geloof en ikzelf ook. Ik geloof in iets groters. Bij Gent zat ik in de kleedkamer naast Nana Asare, een Afrikaanse jongen, en die mensen hebben vaak een fellere geloofsovertuiging dan wij. Op een dag pakte ik zijn bijbel en ik begon te lezen. Een week later gaf hij mij er eentje. ‘Zo heb je een bijbel voor jezelf’, zei hij.

‘Ik heb hem nog en soms lees ik daar in. Ik haal daar wel wat uit, kleine dingen. Het geloof inspireert me. Als het minder gaat met het voetbal voel ik: ik heb nu een andere drijfveer, die is zo groot, die kun je niet uitputten. Het geloof is een basis voor mij. Een troost ergens ook wel. Zeker nu. Nu mijn vriendin en ik afscheid moesten nemen van onze lieve Lia.

‘Mijn vriendin vertelde laatst dat een lotgenote met wie zij veel contact heeft, naar een vrouw was geweest die praat met overledenen. Zonder dat zij iets wist over de situatie, zei die vrouw: ‘Jullie zoontje Marcel is niet alleen, maar met een meisje dat even oud is. Haar is naam is Lia of Lea, zoiets… Ze hebben elkaar gevonden en blijven altijd samen.’ Ik denk dat dat inderdaad zo is. Dat Lia daar nu is, in een andere wereld, met andere kindjes. In de sterrenhemel van Boven De Wolken ( een vzw die overleden kindjes fotografeert en hun namen op hun website in een sterrenhemel opneemt, nvdr) staan Marcel en Lia toevallig ook nog eens naast elkaar.’

Yannick Thoelen: 'Ik weet niet of ik bang ben voor een volgende zwangerschap? Ik denk het wel. Maar mijn vriendin zegt dat we gewoon enorm veel pech hebben gehad.'
Yannick Thoelen: ‘Ik weet niet of ik bang ben voor een volgende zwangerschap? Ik denk het wel. Maar mijn vriendin zegt dat we gewoon enorm veel pech hebben gehad.’© koen bauters

Zwanger

‘Ik ben nu drie jaar samen met Kim. Ik leerde haar kennen via gemeenschappelijke vrienden en er was meteen een klik. Ze past zo goed bij mij omdat ze onafhankelijk is. Ze wil zich niet vastpinnen aan mij, maar heeft haar eigen leven. We zijn heel graag samen, maar we laten elkaar ook los.

‘Kim en ik wilden altijd graag kindjes en veel sneller dan verwacht, maar meer dan welkom, raakte mijn vriendin zwanger. Doordat we papa en mama werden, verhuisden we naar een andere plek in Gent, met een kinderkamer. We wisten dat ons kindje een meisje was en we bestelden spulletjes voor haar komst. Alles ging geweldig. De echo’s waren goed en de gynaecoloog gaf ons altijd een perfect rapport mee naar huis. Tot ik terugkwam van de stage met Gent in januari.

‘We landden met het team in Oostende en ik zette mijn telefoon aan. Ik had zes gemiste oproepen: Kim. Ze lag op de spoedafdeling van het ziekenhuis met steken in haar buik. Ik ben direct naar haar toe gereden en de dokters stelden ons gerust: het zou niets ernstigs zijn, hooguit een kleine ontsteking.

‘De dag erna waren we in Voorburg, in Nederland, bij de ouders van mijn papa. Kim had opnieuw een heel harde buik en steken. Ze voelde: er klopt iets niet. Ik begon de tijd tussen de steken te timen en die kwamen om de twee à drie minuten. Ik dacht: dat zijn weeën, we moeten naar huis.

‘Op de terugweg belden we naar spoed en we reden direct door naar de kliniek. Daar constateerde de arts dat Kim al een ontsluiting had van drie centimeter. Op 24 weken, dat was te vroeg. Veel te vroeg. De dokter gaf een lange uitleg, maar ik weet niet meer wat er is gezegd. Het was gewoon zwart. De grond zakte weg onder onze voeten…’

Lia

‘Die kleine ontsteking, waar achteraf gezien veel te weinig aandacht aan is besteed, is – denk ik – het probleem geworden. Zodra de baarmoeder voelt dat er iets niet goed is, wil die ervoor zorgen dat dat eruit gaat. Zo kwam de bevalling vroegtijdig op gang.

‘Kim kreeg antibiotica om de infectie te doen zakken en de dag erna was er plots niet veel aan de hand. De weeën waren precies gestopt, de behandeling leek te helpen. Ondertussen hadden de dokters ook verteld over de risico’s en de kansen dat ons kindje het zou overleven mocht de bevalling zich doorzetten. Ze zeiden: ‘Vanaf 28 weken zijn de longen en hersenen normaal gesproken volledig gevormd en neemt de kans op mentale of fysieke beperkingen enorm af of is die kans er zelfs helemaal niet meer. Dan kunnen we echt iets doen, dan kan het kindje overleven en gezond zijn. Vóór die weken, kunnen we beter zeggen hoe het zit: dan doen we dat niet.’ Die strijd, de gevolgen van zo’n vroege geboorte… Dat zou Lia ook niet verdienen.

‘Die avond begon mijn vriendin opnieuw pijn te krijgen. Erger dan ooit. Om middernacht kreeg ze eindelijk iets tegen de pijn en twee uur later kwamen de artsen binnen om ons te vertellen dat de infectie te hard was gestegen, de bevalling moest in gang worden gezet. Op dat moment hebben ze haar vliezen gebroken.

‘Dan weet je dat de situatie onomkeerbaar is. Dat we papa en mama worden en dat we ons meisje niet lang zullen houden. Op 15 januari, om zeven uur ’s morgens, is ze geboren: Lia.

‘Ik zag haar en begon te wenen van geluk. Ik was zo blij dat ze er was. Ik pakte haar vast en ze voelde meteen vertrouwd. Ze was er net en ze hoorde gelijk bij ons. Dat is zo iets bijzonders. Niet te omschrijven…

‘Ze was een echt mensje, met alles erop en eraan. Alleen was ze wat kleiner en lichter dan andere kindjes: 32 centimeter groot en 780 gram zwaar. In het begin had ze nog die reflexen, haar handjes, haar voetjes. Prachtig om te zien. En haar hartje klopte heel snel. Omdat haar longen nog niet honderd procent ontwikkeld waren, kon ze niet goed ademen. Op een gegeven moment begon ze te ademen als een visje. Dat was zó mooi om te zien. Dat leven…

‘Je weet dat het moment komt en ik probeerde alles in me op te nemen en te genieten van de tijd die we hadden. Dat hebben we ook gedaan. In die twee uur genoten we van élk moment dat we nog met haar hadden, samen. We hebben haar vastgehouden, haar gewassen, haar kleertjes aangedaan…’ ( stilte)

Thuiskomen

”s Morgens en ’s avonds hebben we Lia nog bij ons gehad, toen was ze al overleden. Die avond kwam een fotograaf van Boven De Wolken foto’s nemen van haar en van ons samen. Dat zijn onze meest waardevolle en mooiste herinneringen. De dagen daarna genoten we van haar en probeerden afscheid te nemen. Als dat ooit mogelijk is…

‘We wisten dat Lia er niet meer was en we waren verdrietig, maar ik zat ook in een waas. Ik besefte nog niet honderd procent dat we… dat we haar kwijt waren.

‘En toen kwamen we thuis… Vanaf het moment dat je binnenkomt, krijg je die slag. Want er is niks. Dat was heel hard. Ik kan me herinneren dat ik dacht: shit, we hebben niks. We hadden haar, we hebben haar gevoeld, geroken, maar het huis was leeg.

‘Mijn vriendin wilde dat ik zo snel mogelijk naar het voetbal ging om mijn gedachten te verzetten, maar ik kan me van de eerste twee weken niets meer herinneren. Ik weet dat er mensen naar me zijn toegekomen, dat ze dingen hebben gezegd, maar ik kan me niet herinneren wat en ook niet wat we op de training hebben gedaan. Fysiek was ik daar, maar met mijn gedachten was ik elders.

‘Achteraf was ik die twee weken beter bij mijn vriendin gebleven. Onze ouders waren er ook. Dat was een ongelooflijke steun. Ik heb toen ook te horen gekregen dat mijn mama hetzelfde heeft meegemaakt. Dat hoorde ik toen pas, na 28 jaar. Dat er na mij nog een jongetje is gekomen, dat ik een broertje had.

‘Voor mijn moeder was de geboorte en het afscheid van Lia als een déjà vu. We hebben daarover gebabbeld en daardoor zijn mijn mama en ik nóg veel meer met elkaar verbonden. We delen iets wat zo diep gaat.

‘Met mijn papa heb ik er niet over gepraat. Hij is een gesloten type en ik heb hem nog maar twee keer zien wenen. De eerste keer was bij de begrafenis van zijn grootmoeder, die 93 jaar is geworden, de tweede keer toen Lia gestorven is. Dat waren de enige twee momenten in 29 jaar. Daar is niks mis mee, want mijn ouders zijn er ook doorgekomen, zonder ooit te hebben gepraat over wat ze samen hebben doorgemaakt.

‘Mijn mama is ongelooflijk sterk. Zij heeft al veel meegemaakt, haar mama verloren op heel jonge leeftijd, ze is alleen met haar broers en zussen opgegroeid en ze heeft een kindje en kleinkindje verloren. Ik denk dat ik die sterkte van haar heb, maar ook die durf om erover te praten. Dat gaat niet altijd vanzelf. Soms is het heel hard, maar ik wil sterk zijn en me dúrven te uiten. Dat helpt.

‘Mijn vriendin heeft hetzelfde, we praten veel samen. Een kind verliezen… Je kunt niet beschrijven wat dat betekent, maar we weten allebei exact van elkaar wat we voelen. En voor Kim was het afscheid van Lia nog moeilijker, omdat zij ons meisje al die maanden heeft gevoeld in haar buik. Zo’n situatie maakt relaties vaak sterker of drijft je uit elkaar en wij zijn nu nog hechter dan we al waren.’

Rouwproces

‘Wanneer mensen vroeger zeiden dat een kind krijgen het mooiste is dat er bestaat, dacht ik: het zal wel. Maar nu ik de ouderliefde heb gevoeld, besef ik hoe snel en onvoorwaardelijk je van iemand kunt houden. Dat gevoel, die oerband … dat is ongelooflijk.

‘Ik ben maar twee uur papa geweest, maar iedereen zegt me dat ik een goede papa zou zijn. Dat vind ik mooi om te horen. Ik denk dat ze dat zeggen omdat ze zien dat ik correct ben naar mensen, vriendelijk en ik probeer alles te relativeren. Ik heb een open blik en zal niet snel iemand beoordelen op wat er in het verleden is gebeurd.

‘Ik ben een ander mens nu. Ik dacht dat ik al een volwassene was, maar nu ben ik echt een man geworden. Ik heb gezien wat écht belangrijk is in het leven en irriteer me minder aan kleine dingen of zaken waar ik geen vat op heb. Vroeger kon ik me verliezen in futiliteiten, nu laat ik ze gaan.

‘Het rouwproces gaat met vallen en opstaan. Er zijn dagen, bijvoorbeeld elke vijftiende van de maand, dan voel ik me rot. Dan komt er weer een maandje bij en beeld ik me in hoe oud ze zou zijn en hoe ze er zou uitzien. Op dit moment zou Lia al een grote baby zijn geweest.

‘Thuis op de kast staat een gouden hartje met daarin haar as, ernaast de kleine urne van onze hond Luís die we vorig jaar moesten afgeven. Ik kijk elke dag naar haar. Ik voel haar nog. Dat is tegelijkertijd het moeilijkste. Op zolder liggen haar kleertjes en we hebben een doos met allerlei herinneringen. Eén keer in de paar weken maken we die doos open. Dan ruiken we aan haar kleertjes en lijkt het wel of ze bij ons is.

‘Bij een mooi liedje begin ik soms te wenen, dan laat ik gaan hoe ik me voel, maar soms zet ik ook een masker op. Dat doe ik niet graag. Het liefst babbel ik er gewoon open over. Ik wil er doorheen om zo alles te verwerken. Ik denk dat erover praten een deel is van het helingsproces.

‘In de zomer heb ik mijn vriendin ten huwelijk gevraagd, in de bergen in Spanje. Op ons terras met uitzicht op een meer en de heuvels en net na zonsondergang ben ik op mijn knieën gegaan. En ze zei ja. Kim en ik willen heel graag verder met elkaar en een gezinnetje starten.

‘Ik weet niet of ik bang ben voor een volgende zwangerschap. Ik denk het wel. We hebben er al veel over gepraat en mijn vriendin zegt dat we gewoon enorm veel pech hebben gehad. ‘Hoeveel procent kans is er om opnieuw zoveel pech te hebben?’ Ik weet het niet.

‘Het is soms heel moeilijk om in woorden te gieten wat ik voel. Ik voel zóveel tegelijkertijd. Het geluk, het verdriet, de onzekerheid… Maar ik zou dolgelukkig zijn mochten we opnieuw een kindje verwachten. Lia zal altijd mijn eerste kindje zijn. Zij is mijn kleine oogappel en dat zal ze blijven. Voor altijd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content