Dévy Rigaux, de teammanager van Club Brugge, zag dat José Izquierdo (23) een van de uitblinkers was tijdens de play-offs. In zijn tweede seizoen bij Club Brugge ontplofte de Colombiaan en verrijkte hij zijn spel. Een monoloog.

‘José kwam in de zomer van 2014. Sportief gezien heeft Felipe (Gedoz, die op hetzelfde moment kwam, nvdr) zich sneller aangepast, maar als je het over het hele seizoen bekijkt, heeft José enorm veel gescoord (15 goals, nvdr) en qua aanpassing buiten het voetbal is hij veel sneller gegaan dan Felipe. Zijn Engels was ook beter, hij was zelfstandiger, zocht meer zijn eigen weg en gaf ook sneller signalen aan de anderen – Timmy, Ruud, … – dat hij bereikbaar was.

‘Nu, in zijn leven zijn veel hoogtes en laagtes geweest. Op een bepaald moment wilde hij stoppen met voetballen en in belangrijke matchen in Colombia liet hij wel eens grote kansen liggen. Dat was ook zo in zijn eerste seizoen hier. Toen we dachten: vandaag kan hij belangrijk zijn, was hij niet op de afspraak. Voor de vuist: op Anderlecht en op Gent, waar hij gekwetst raakte. Daar begon hij plots, nog op het veld, te wenen. Ook daaraan zie je dat het geen speelvogel is, maar dat hij wel degelijk het belang van die wedstrijd besefte. Voor de grote wedstrijden gedroeg hij zich ook anders, vond ik. Misschien wat zenuwachtiger. Qua statistieken had hij een ongelooflijk jaar, maar hij was nog niet helemaal aangepast. Niet qua lichaam, vandaar de pubalgie die hem nu in de eerste ronde achtervolgde, maar ook niet tactisch. Nog nooit in zijn leven had hij drie wedstrijden per week gespeeld. Dat speelde hem vorig seizoen parten.’

EEN TEKENING MAKEN

‘Cruciaal voor mij was de winterstage dit seizoen, waar hij, na de fantastische goal op Kortrijk, met een goed gevoel aankwam. Fris, scherp en fit. Daar is keihard getraind, maar ook heel veel tactisch. Zijn schoten werden meer gekadreerd. Hij mikte voordien altijd naar de winkelhaak, en dan kan een bal afzwaaien. Als je mikt op het ruimer kader, op doel, verbreedt je gezichtsveld. Daar had onze psycholoog Rudy Heylen een aandeel in. Rudy liet hem een tekening van een actie maken, dat memoriseren, maar ook die tekening in zijn locker ophangen. José zei ook dat zijn gezichtsveld versmalde als hij naar binnen kwam, waarna hij zich vastliep. Toen hebben we gezegd dat hij per wedstrijd minstens drie keer buitenom moest gaan. We hebben dat ingeoefend op training, Philippe Clement hield dan bij hoe vaak hij buitenom ging. Dat was werken aan assists, met links, achteruit leggen… Daar heeft hij veel vooruitgang in geboekt. José stond er voor open, dat is ook belangrijk. Want iemand een tekening laten maken, dat is niet evident. Colombianen, hebben we gemerkt, zijn mensen die zich inschikkelijk en leergierig opstellen.

‘Wat mij opviel bij de twee Colombianen, ook bij Carlos Bacca, is dat ze in hun zelfverzekerdheid zijn blijven groeien, zonder arrogant te zijn. Ik denk nu dat José zijn kantelpunt heeft genomen. Hij stond er in de grote wedstrijden, daar heeft hij stappen gezet. De belevenis van toppers, de persaandacht, de play-offs, … Hij kan daar nu allemaal beter mee om.’

DOOR PETER T’KINT – FOTO BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content