Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Vriendschap in het voetbal : zó trek je er een streep onder, zó denk je ze ooit weer te kunnen uitgommen. Voor Kris Buvens en Peter Delorge was Thomas Caers een vriend, nu even niet meer, maar straks weer wel. ‘Waarom zou dat niet kunnen ?’

Je hoort het verschil. Je zíét het ook. Peter Delorge heeft zich verzoend met de verzakelijkte relatie met zijn vroegere ploegmaat en vriend, nu trainer Thomas Caers. Als het moet, praat hij nog steeds enthousiast vijf kwartier in een uur. Kris Buvens, ook 26 en net als Delorge al heel zijn professionele voetballeven in Sint-Truiden, zit onrustiger op zijn stoel. “Ik blijf het moeilijk hebben,” zegt hij, “ik speel nog altijd niet op mijn geliefkoosde positie.”

Beiden begonnen als basisspelers aan het kampioenschap, zij het niet waar ze dat het liefst doen : Delorge als rechtsachter, Buvens als rechtsbuiten. Na twee speeldagen stond Sint-Truiden zonder punten. Caers greep in, daarbij een handje geholpen door het lot : door zijn uitsluiting in Bergen was Delorge geschorst. Buvens werd gepasseerd en de ploeg herpakte zich tegen Brussels (2-2). Het duurde tot de zevende speeldag voor beide spelers, na drie keer bankzitten, weer samen in de basis stonden : Delorge eindelijk centraal voor de verdediging, maar Buvens nog altijd op de flank. Weliswaar in een 4-4-2, maar nog niet centraal in steun van de spits(en). Ondanks de nederlaag in Moeskroen (1-0) was Caers zo tevreden over de prestatie dat hij zijn elftal handhaafde tegen Lokeren. Ditmaal wón STVV (1-0).

Buvens : “Ik houd van duidelijkheid en die was er tijdens de voorbereiding. Uit individuele gesprekken bleek dat 95 procent van de spelers zich het best voelde in een 4-4-2. Dat is nadien overboord gegooid. Dat vind ik nog altijd raar. Ik speelde een van mijn beste voorbereidingen ooit en kreeg zelfs een financieel voorstel van een buitenlandse club. Maar Peter Van Houdt babbelde zo op mij in en ik had zelf zo’n goed gevoel dat ik er niet moeilijk over deed. Drie weken later zat ik op de bank ! Toen dacht ik : ben ik niet te braaf geweest omdat ik hier al zolang voetbal ? Ik denk dat zowel Peter als ik nood hebben aan misschien iets nieuws.”

Geen barbecue meer

Thomas Caers : “Buvens en Delorge waren meer dan collega’s : het waren vrienden. Zij kwamen samen met hun vrouwen geregeld barbecueën bij mij thuis. Vriendschappelijk en extravert als hij is, zei Peter me direct : ‘Hé, ik ga toch nog mogen komen barbecueën ?’ Hij zei ook altijd ‘Thomas’ tegen mij. Toen heb ik hem gezegd : ‘Peter, nu moeten we even eerlijk zijn : het is gedaan met onze vriendschap en het barbecueën.’ Straf, hé, hoe iets theoretisch als een titel, waardoor ik leider word en hij onderdaan, een vriendschap helemaal doet wegvallen ? Het is een moeilijke situatie, maar ik ben daar heel zakelijk in : het kan niet anders. Anders zijn er 22 anderen die mijn hoofd erafhakken. Zelfs als ik Peter en Kris naast de ploeg zet, want de dag dat ik ze er weer bij neem, is de eerste reactie van de gast die ernaast valt : die hebben zich in de ploeg gepraat. Dat kan ik niet maken.”

Delorge : “Ik heb met spelers gesproken die hier vorig jaar nog waren. Je hoorde dat zij dachten : ‘Nu zullen Delorge, Buvens en Hayen wel altijd spelen.’ Ik denk dat hij redelijk snel die geruchten de kop heeft willen indrukken. Ik snap dat heel goed.”

Buvens : “Toen hij trainer werd, konden we geen vrienden meer zijn. Stel : je zit in de kleedkamer en spelers horen dat sommigen bij de trainer thuis zijn geweest. Dat kan niet.”

Delorge : “We hebben hem alleen een beetje geplaagd, in de zin van : ‘Als we ons redden, dan hangt er toch wel een barbecue aan vast, hé ?’ Om te lachen. Hij zei dat zoiets niet meer kon, maar dat wisten wij goed genoeg. Als een trainer niet zegt : ‘ Schluss, gedaan met de vriendschap’, dan is hij verkeerd bezig. Ik had het er dus echt niet moeilijk mee dat hij mij op de bank zette, wel dat ik er geen woordje uitleg bij kreeg. Dat hebben we ondertussen uitgepraat.”

Buvens : “Wij hebben zóveel voor de club gedaan. Als ze je dan op de bank zetten, heb ik daar geen probleem mee. Alleen : kom even iets zeggen. Vorig jaar zei hij direct dat hij van duidelijkheid houdt, maar ik herinner me een wedstrijd dat we de opstelling pas ’s zaterdags om tien over zes wisten. Nicky ( Hayen, nvdr) en ik bleken ineens op de bank te zitten. Toen had ik iets van : wees rechtuit. Dit jaar is het gelukkig wel zo.”

Delorge : “Iedereen dacht dat het met Thomas als trainer voor ons gemakkelijker zou worden, maar ik wist van de eerste dag : het wordt twee keer zo hard. Omdat hij ons zo goed kent : hij weet perfect hoe wij denken, hoe wij in elkaar steken, wat onze kwaliteiten zijn. Ik verwachtte me eraan dat hij strenger zou zijn. Dat bleek ook : hij was niet bang om maatregelen te nemen tegen ons. Als prof moet je je daarbij neerleggen.”

Not done als kapitein

Thomas Caers : “Als ik Kris, Peter, Nicky en Egon (Wisniowski, nvdr) zie, zie ik nog altijd mijn ploegmaats. Zij waren ook absoluut voorstander dat ik trainer werd. Wat het extra pijnlijk maakt, is dat uitgerekend zij Sint-Truiden de laatste jaren telkens uit de modder hebben getrokken. Ik heb zelf ook bewust naar hen teruggegrepen vorig seizoen en gezegd : jullie zullen het moeten doen. “

Delorge : “De club vroeg ons : heb je liever iemand naar wie je opkijkt, iemand met veel ervaring, of iemand als Thomas Caers ?”

Buvens : “Ons antwoord was : iemand die de club en de spelers kent. Toen Herman Vermeulen trainer was, is hij vaak naar onze wedstrijden komen kijken. Hij was de logische keuze. Wij stonden daar achter. Ik weet ook niet of de club alternatieven had.”

Delorge : “Op dat moment realiseerden we ons nog niet dat dit het einde van de vriendschap zou betekenen. Dat werd redelijk snel duidelijk op het veld.”

Buvens : “Hij nam me apart en zei dat we voortaan een speler-trainerrelatie hadden, niet langer een vriend-vriendrelatie. Dat is hard, maar het voetbal ís een harde wereld.”

Delorge : “Daarmee was voor de hele groep direct duidelijk dat hij zich neutraal opstelde. Zelfs al zou hij me nog op een barbecue hebben uitgenodigd, ik zou er niet op zijn ingegaan. Dat kun je gewoon niet maken, ik als kapitein zeker niet.”

Buvens : “Stel dat hij ons uit de ploeg zet en daarna toch nog uitnodigt voor een barbecue. Dan hadden wij misschien ook gezegd : pff, wat hebben we daar nog te zoeken ?”

Spanning in de lucht

Thomas Caers : “Ze hebben het er moeilijk mee, denk ik. Als ik Peter uit de ploeg zet en zijn vrouw is daar ongelukkig om, dan kan ik dat begrijpen. Zij spreekt geen woord meer tegen mij. Ik laat het niet zien, maar het raakt mij wel. Maar ik weet dat als mijn verhaal ooit ophoudt bij STVV en ik uit het voetbal stap, zij weer zullen komen barbecueën. Straf, hé ?”

Buvens : “Ik ben ervan overtuigd dat het weer zoals vroeger wordt. Als we niet meer allebei in Sint-Truiden zitten, waarom zou dat dan niet meer kunnen ?”

Delorge : “Als hij ons nog vraagt, hé ( lacht). Er is één absolute voorwaarde : dat hij helemaal los staat van de club, dus ook geen technisch directeur is. Of dat wij hier niet meer voetballen. Ik vind dat wij die knop redelijk snel hebben kunnen omdraaien. Langer dan een dag of twee heb ik er niet mee gezeten. Ook al zijn er een paar probleempjes geweest, je kunt zoiets niet je hele leven blijven meedragen. Op zeker moment moet je kunnen zeggen : voetbal is voetbal, en daarnaast heb je een vriendenkring.”

Buvens : “Als Thomas’ vrouw goed overeenkomt met onze vrouwen, moeten wij dan nooit meer met elkaar afspreken omdat hij óns ooit op de bank heeft gezet ? Pas op, tegen GBA moesten wij met de invallers spelen. Onze vrouwen zaten daar en Thomas en de hulptrainer kwamen voorbij. Toen hing er toch spanning in de lucht. Maar Peters vriendin is nog een stuk fanatieker bij het voetbal betrokken dan de mijne.”

Delorge : “Het is mijn job. Ik vind het geweldig dat ze mij steunt, maar soms moet ze het ook wat relativeren. Dat heb ik haar gezegd. Ze heeft het moeilijk met Thomas, maar niet met zijn vrouw. Die kan er toch niets aan doen als ik op de bank zit ?”

Op handen gedragen

Thomas Caers : “Waarom heb ik Peter vorig jaar rechtsachter gezet ? Omdat ik Debroux, Simaeys en Peeters absoluut nodig heb op het middenveld. Peter is op en top een altruïst, die zegt : ‘Ik ben kapitein, ik doe dat voor de groep en pas daarna komt Peter Delorge.’ Debroux kan het ook, maar hij verliest er tachtig procent van zijn kwaliteiten omdat hij er niet graag speelt. Dan is mijn keuze gemaakt. Door de schorsing van Peter is Marc Hendrikx rechtsachter gaan spelen. Peter zegt zelf : ‘Wat Hendrikx daar kan, kan ik niet.’ Hij heeft aangegeven dat hij de concurrentie aangaat op het middenveld. Als daar iemand minder goed speelt of geschorst is, zal hij er zijn kans krijgen. Wat Kris betreft : hij is geen buitenspeler. Dat zegt hij zelf ook. Kris is een flyer, maar niet iemand die de bal kan bijhouden om rust te brengen in de ploeg. Daarvoor heeft Chimedza meer technische kwaliteiten. Het is een feit dat STVV al twee jaar onderin bengelt. Het moest dus absoluut zijn kwaliteit, qua voetbal en persoonlijkheid, opkrikken. Dat is gebeurd. En op basis van die kwaliteit spelen zij nu minder vaak. “

Buvens : “Het is begonnen op de eerste speeldag. De hele voorbereiding speelden we 4-4-2. Een week voor de competitiestart tegen Anderlecht stapten we ineens over naar een 4-3-3. Moest ik weer uitzakken naar de rechterflank en dat ligt me niet echt. Veel spelers vonden het een rare ingreep omdat het goed ging. Ik scoorde of gaf een assist in bijna elke wedstrijd. Peter Van Houdt noemde me de openbaring van de voorbereiding. Maar dan begin je met nul op zes en dan weet je dat de trainer voor andere spelers gaat kiezen. Daar had ik het moeilijk mee.”

Delorge : “Ik had een minder seizoen vorig jaar. Thomas schoof me naar de rechtsback. Ik had het daar niet gemakkelijk mee, maar ik deed het voor de ploeg. Zo ben ik. Mensen hebben me al vaak verweten dat ik niet wat meer aan mezelf denk. Uiteindelijk ben ik als rechtsback een beter rendement gaan halen, maar ik denk nog altijd dat ik de ploeg het meest kan bijbrengen centraal. Er is niemand op ons middenveld met de ervaring die ik heb.”

Buvens : “Na het ontslag van Marc Wilmots heb ik nog een half jaar aanvallende middenvelder gespeeld. Ik maakte zeven goals en gaf vijf assists, in een ploeg die tegen de degradatie speelde en met nog een resem kansen gemist door Benji De Ceulaer. Niet slecht dus, maar daarna heb ik zó lang moeten wachten op een nieuwe kans. Ik heb nooit echt het gevoel gehad dat ik het volste vertrouwen kreeg op mijn beste positie.”

Delorge : “De concurrentie centraal op het middenveld is moordend. Dat heeft me scherper gemaakt. Misschien had ik het gevoel dat er mij weinig kon gebeuren. Ik denk dat mijn seizoensstart nu veel beter was dan vorig jaar. Ik heb niet het gevoel dat ik beter ben dan Sander ( Debroux, nvdr), Rocky ( Peeters, nvdr) of Jeroen ( Simaeys, nvdr), maar omgekeerd heb ik ook niet het gevoel dat zíj beter zijn. Als ik vertrouwen krijg, geloof ik in mijn eigen kunnen.”

Buvens : “Vertrouwen krijgen van een trainer is nog altijd het belangrijkste. Misschien is ons probleem ook dat we hier al te lang voetballen. Wij doen alles voor de club, maar op de duur zien mensen alleen nog wat je slecht doet. Wat je goed doet, vinden ze normaal. Een nieuwe speler kan zich veel meer veroorloven. Ik heb het er met Tom Van Imschoot over gehad : die wordt in Westerlo op handen gedragen. Na een slechte match zeggen de supporters : volgende keer beter. Op een ander krijg je altijd meer krediet. En ik denk dat wij dat alle twee wel eens zouden willen. Onlangs zei ik tegen iemand in de club : een speler van buitenaf die hier dezelfde voorbereiding maakt als ik dit seizoen, die blijft tien matchen staan, of hij nu goed of slecht speelt. Die man gaf mij gelijk. Zie je wel, dacht ik toen.”

Delorge : “We hadden kunnen zeggen : foert ! Maar we zijn blijven vechten voor de ploeg. Omdat ik voel dat deze groep kan worden zoals de groep waarmee we onder Jacky Mathijssen vierde zijn geworden. Dat blijft nog altijd onze topgroep, maar ze was wel al een jaar of vier samen. Volgens mij zit het er nu opnieuw in.”

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content