In het gezellige Alkmaar komen Rode Duivel Stein Huysegems en zijn vriendin Nathalie tot rust. Al hebben ze niet met alle buren een even goed contact.

S tein Huysegems : “Ik kan me geen leven zonder voetbal voorstellen. Al sinds mijn zevende gaat daar mijn concentratie naartoe. Ik mag van geluk spreken dat ik van een hobby mijn beroep kon maken. Eerst was er ook nog motorcross, maar de passie sloeg al snel over naar voetbal. Op school volgde ik een metaalopleiding, maar over een diploma beschik ik niet. Anders werkte ik misschien nu in een fabriek of in den bouw, zoals mijn vader. Toen ik van Lierse een profcontract kreeg aangeboden op mijn zeventiende, opteerde ik voor deeltijds onderwijs. Daardoor werkte ik enkele halve dagen in het bouwbedrijf van Gaston Vets. Ik speel toch liever voetbal, al heb ik bijzonder veel respect voor die mensen, zoals mijn pa, die in de meest uiteenlopende weersomstandigheden telkens met de glimlach naar hun werk trekken. Chris Janssens van Westerlo kan er blijkbaar ook goed over meepraten, want hij was nog dakwerker. Hij verklaarde al meermaals dat profvoetballers niet moeten klagen. Ik ga daar volledig mee akkoord. Wij hebben absoluut geen zwaar leven, integendeel.

“Het is mijn bedoeling om via het voetbal voldoende geld te verzamelen om daarna een rustig en goed leven te leiden. Op dit moment sta ik niet te springen om later trainer te worden, al kan die visie natuurlijk nog altijd veranderen in de loop der jaren. Ik denk eerder aan het openen van een sport-winkel, zodanig dat de band met het voetbal en andere sporten blijft bestaan. Maar het heeft weinig zin om nu al ver vooruit te blikken. Ik ben nog maar 22, sta eigenlijk nog maar aan het begin van mijn loopbaan.

“Vooraleer we verhuisden, woonden Nathalie en ik al een jaar samen op een appartement. Dat was een goede ervaring en een perfecte basis om samen naar het buitenland te trekken. Het takenpakket was toen al goed verdeeld. Tachtig tot negentig procent van het huishouden is in handen van Na-thalie. Ik draag mijn steentje bij door de tafel te dekken en af te ruimen, soms eens te stofzuigen.

“Alkmaar was voor ons beiden een onbekende bestemming. Nu weten we ondertussen dat het de derde mooiste winkelstad van Nederland is, dat je er gezellig kan wandelen tussen de kanaaltjes en er een toffe sfeer hangt. In het begin verbleven we ongeveer twee en een halve maand op hotel. Een zware beproeving, zeker met een hond en een kat erbij. Het was echt behelpen. Eerst kregen we een appartement ter beschikking, maar dat bleek al verkocht. Op den duur kenden we in het hotel het volledige menu uit het hoofd ( grijnst). Het was bijna dagelijks dezelfde kost die we voorgeschoteld kregen. Allemaal gezonde voeding, dat wel, maar na verloop van tijd toch een beetje te veel voorspelbaar. Het kwam mijn oren uit. We snakten echt naar iets anders.”

Nathalie beaamt : “Er was ook geen minibar, waardoor we geen drank koel konden houden. Tot elf uur ’s avonds konden we nog iets drinken in de bar beneden. Maar als je ’s nachts wakker werd en dorst had, moesten we naar een tankstation rijden om iets te halen. Dat gebeurde toch meermaals.”

Stein : “Nu wonen we in ons eigen huis, dat we uiteindelijk kochten. Het was meteen beschikbaar en eigendom van Joost Volmer, die effe naar Engeland trok en nu voor FC Den Bosch voetbalt. Wij schrokken van de hoge prijzen. Voor een vrijstaand huis betaal je al snel een miljoen euro. Die zijn hier in de buurt dan ook heel schaars. In eerste instantie wilden we graag huren, maar het kwam goedkoper uit om deze woning te kopen en een hypotheek af te lossen. Ik heb er ook geen probleem mee dat in onze wijk alle huizen sterk op elkaar gelijken.”

Nathalie : “In het begin was het wel wat raar. Een kleine tuin, die we niet echt onderhouden, plus de buren die heel dichtbij wonen. De relatie met hen is niet altijd optimaal. De buren die rechts van ons wonen, klaagden continu over onze hond, terwijl ze zelf ook zo’n groot beest hebben. Zo stond de buurvrouw een keer ’s avonds in haar pyjama voor de deur. Ze kon zogezegd niet slapen door dat ‘rotbeest’ van ons, terwijl ze niet wist dat onze hond naar een speciaal pension was. Het zijn fanatieke Ajax-fans. Dat zal er wel iets mee te maken hebben, zeker ?”

Stein : “Die man kwam ook al dreigend naar me toe. Met die mensen hebben we dus geen goede ervaringen. Gelukkig is niet iedereen hier zo. Onze andere buren zijn heel vriendelijk, zijn altijd bereid om, waar nodig, te helpen. Nederlanders zijn toch iets spontaner en directer.”

Nathalie : “Als je bijvoorbeeld op straat loopt, komen ze een hand geven en zeggen ze meteen daarna hun naam. Dat gebruik hebben we ondertussen al overgenomen. Ze stellen zichzelf graag voor. Het is hier openheid troef.”

Stein : “Dat hoort bij hun cultuur. Iedereen mag binnenkijken. Dat stoort hen totaal niet. Ze schamen er zich niet voor om in hun ondergoed door huis te lopen of ’s avonds met de ramen open naar tv te kijken, terwijl er mensen passeren. Wat een ander daarvan denkt of zegt, interesseert hen niet. Wij zijn toch iets preutser, hechten veel belang aan onze privacy. Daarom kozen we ook voor gordijnen, waar we trouwens al veel commentaar op kregen.

“In Alkmaar word ik de laatste maanden ook alsmaar vaker herkend. Elke week deel ik aan mijn voordeur minstens vijf tot tien handtekeningen uit aan kinderen die spontaan aanbellen. Dat maak je in België zelden mee. Ik vind dat mooi. Het maakt ook duidelijk dat ik blijkbaar een vrij populaire speler ben en graag word gezien door de fans. Ik ben een van de weinigen die na een wedstrijd liever de kantine dan het spelershome opzoekt. Ik ben en blijf een volksjongen, meng me graag tussen de gewone mensen om eens over voetbal te praten.”

N athalie : “Ik merk dat Stein hier mondiger werd, niet meer zo verlegen is als toen we elkaar leerden kenden. Het enige verschil met vroeger is dat we nu meer op elkaar zijn aangewezen, want de afstand is veel te groot om vaak vrienden en familie op te zoeken. Van eenzaamheid heb ik geen last, want bij AZ werk ik momenteel bij de Junior Club : de Waaghalzen. In België bestaat zoiets niet echt, denk ik. Alle jongeren van zes tot veertien jaar kunnen, mits het betalen van een bijdrage, lid worden. Ze mogen soms de trainingen meemaken van de A-kern of mee het terrein oplopen bij een competitiewedstrijd. Op slechts twee jaar tijd zitten we al aan duizend leden. Niet slecht, hé. Hun enthousiasme werkt aanstekelijk : voor de aftrap zijn ze veel zenuwachtiger dan de spelers zelf.”

Stein : “Ze kijken echt op naar hun helden, dat merk je onmiddellijk. Het gaat er heel gedisciplineerd aan toe, want de kinderen krijgen vooraf duidelijke instructies. Welke speler ze mogen benaderen in de tunnel, wie ze zeker niet mogen storen in zijn concentratie. Mij mogen de kinderen altijd aanspreken. De enige vraag die ze me stellen, is hoeveel doelpunten ik ga maken. Mijn antwoord varieert wel, moet ik toegeven ( lacht).”

Nathalie : “Sinds ik geïnterviewd werd voor ons jeugdblad, word ik in het stadscentrum vaak sneller herkend dan Stein. Pas later leggen ze dan die link. Dat is dan de omgekeerde wereld, hé. Op korte tijd bouwde ik hier ook een grote vriendengroep op. De Europese verplaatsingen naar Griekenland, Polen en Oostenrijk deed ik met de supporters. Heel gezellig, altijd ambiance. Het contact tussen de spelersvrouwen is wel anders dan bij Lierse. Ik had een hechte groep verwacht, maar het is echt ieder op zich. De helft komt zelfs niet kijken, ook al door de ware baby boom die er momenteel heerst. Pas eind vorig seizoen, met de viering van Europees voetbal, zag ik voor het eerst alle partners.”

S tein : “Na het voetbal staat voor ons alles in het teken van pure ontspanning en rust, al kunnen we het gezelschap van vrienden best appreciëren. Ik zit veel op de computer, speel graag Play Station, Nathalie leest eerder boeken. We kijken geregeld ook naar een dvd. Met vrienden trokken we in Alkmaar al een keer naar de bioscoop. Het complex is bijzonder klein, stelt weinig voor in vergelijking met bijvoorbeeld Kinepolis : twee of drie zalen, maar je kan wel alle topfilms bekijken. Zo is AZ en Alkmaar : klein, maar fijn. Het enige wat ik hier mis, zijn onze heerlijke frieten, ook al eet ik dat nog zelden. Dat staat bovenaan het verlanglijstje als we naar België gaan. Hun patat smaakt me echt niet. Veel te dik.”

Nathalie : “In het centrum heb je twee zogezegd Vlaamse frituren, maar de kwaliteit komt toch niet in de buurt van wat we bij ons gewoon zijn. Ja, we mogen trots zijn op onze traditionele friet.”

door Frédéric Vanheule

‘Elke week deel ik aan mijn voordeur minstens vijf tot tien handtekeningen uit.’ (Stein)

‘Sinds ik geïnterviewd werd voor ons jeugdblad, word ik vaak sneller herkend dan Stein.’ (Nathalie)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content