Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Bij het begin van het seizoen draaide hij vlot, maar momenteel zoekt Bart Goor bij Anderlecht al een tijdje naar zijn tweede adem. In alle rust. ‘Het komt wel terug.’

Zijn foto bereikte ons via het internet. Of we de nieuwe shirtsponsor van Anderlecht al kenden ? Bij de mail zat een foto voor Bart Goor die fier reclame maakte voor Zero, een chocolademerk. Het had gekund, met een jaarlijkse consumptie van meer dan 8 kilo per persoon scoort ons land hoog in het chocoladeverbruik en dan lijkt voetbal wel een mooi medium om aan schaalvergroting te doen, maar in dit geval was het cynisme. Goor kan er wel mee lachen als we een print van de foto onder zijn neus duwen. “(Grijnst.) Ik eet graag chocolade. Absoluut.”

Ze moeten hem dus geen portretrechten betalen ? “Neen. Misschien wel iets in natura… Het is niet de enige mop die ik de laatste tijd over ons hoorde. Ken je deze : wat doen de spelers van Anderlecht als ze hun eerste goal in de Champions League maken ? Hun Playstation afzetten en gaan slapen.”

Hoe pijnlijk is dat soort humor ? “Pijnlijk ? Je moet dat allemaal relativeren. Dit was niet de makkelijkste groep. Iedereen dacht dat van de drie tegenstanders Betis te pakken kon zijn, maar net op dat moment speelden ze een schitterende wedstrijd. En als je, zoals tegen Chelsea, na acht minuten al op achterstand komt, weet je dat je tegen een defensieve ploeg die heel sterk de bal kan rondspelen, nog amper wat gaat kunnen doen. De spelintelligentie ligt hoger. Zij lijden geen balverlies op het middenveld, er zijn altijd drie, vier oplossingen. Dat ontbreekt bij ons.”

De diverse – kleine in cijfers, grote in perceptie – nederlagen werkten na op sfeer en gemoed. Ook in de competitie, waar de motor goed warm liep toen de euforie over het bereiken van de Champions League nazinderde, maar stokte toen het daar alweer misliep. Maar toen Frank Vercauteren vorige week voor de keuze werd gesteld tussen Champions League of Uefabeker, koos die, ondanks alles, toch voor het kampioenenbal. Goor : “Natuurlijk, ik ook. Het is daar dat je de eigen ploeg naar waarde kan schatten. Individueel en als club hebben we nog veel werk, dat snappen we nu. Als je Uefabeker speelt, heb je iets makkelijker tegenstanders, ga je beter spelen, misschien zelfs winnen. Maar eigenlijk weet je niet wat er misgaat.”

Veranderingen

En dat is ? Peinzend : “Te veel spelers onder hun niveau die dan eerder naar zichzelf keken en vergaten dat je het op het veld als ploeg moet doen. Daar profiteert het individu van, niet andersom. Niet kunnen scoren op het juiste moment, dat ook, want we hadden wel degelijk een paar kansjes. Anthony (Vanden Borre, nvdr) treft de paal op Chelsea, ik krijg een mooie kans tegen Liverpool, Mbo (Mpenza, nvdr) tegen Chelsea. Pressing moeten ondergaan, overal op het veld. Veel geblesseerden, wissels, zodat er geen automatismen zijn.”

De voorzitter zegt : “De groten zijn, vergeleken met een paar jaar geleden, sterker geworden en wij zijn blijven hangen.” Goor maakte deel uit van de ploeg die destijds Manchester United, Dinamo Kiev, PSV en Lazio Roma klopte. Heeft zijn voorzitter gelijk ? “Voor een stuk wel. Een ploeg als Chelsea koopt wie het wil of nodig heeft en kan daardoor een goeie voorsprong uitbouwen, als ze ook een goeie trainer hebben. Anderzijds vind ik Liverpool niet beter dan Manchester toen. Wij zijn voor een stuk blijven hangen en moeten beseffen dat we toen een superploeg hadden, met de juiste mensen op de juiste plaats. Daarvan zijn er zes vertrokken en die deden het goed in het buitenland.

“Het was een ploeg die elkaar aanvoelde en blindelings wist te vinden, maar ook een ploeg die twee jaar samen was. Die ploeg heeft ook slechte momenten gekend, tot het in elkaar klikte. Daar moet je aan bouwen. Dat gebeurt hier. Misschien zien jullie niet direct vooruitgang, maar die komt er wel. De ploeg van vorig jaar was goed en die is nog versterkt, het kan alleen maar beter. De trainer weet duidelijk wat hij van sommige jongens verlangt en moet maar evalueren of ze het kunnen brengen of niet. Er staan sowieso een paar dingen te gebeuren. Zetterberg gaat stoppen, die moet worden vervangen. Niet makkelijk, hij is altijd beschikbaar, zorgt voor de inspeelpass. Mitu heeft dezelfde kwaliteiten, speelt in dezelfde zone, is heel sterk bezig. Hij kan een plaatsvervanger zijn, alleen moet je afwachten of hij het kan brengen. Er was soms een tekort aan kopbalsterkte, daarop is al gereageerd met Frutos en Juhasz.”

Intelligentie

Een paar vaststellingen. De verdediging speelt te laag. “Bij momenten, ja, zodat de ruimtes te groot worden en het middenveld de zones niet meer kan belopen. Alles hangt aan elkaar : als je vooraan geen bal kan vasthouden, het middenveld overlopen wordt en er twee, drie spelers op je afkomen, trek je automatisch achteruit. Daar worden opmerkingen over gemaakt, ja.”

Tweede vaststelling : Anderlecht is waardeloos op stilstaande fasen, zowel aanvallend als verdedigend. “Absoluut mee eens. In sommige wedstrijden hadden we geen lengte noch kopbalsterke mensen, daarop is gereageerd met die twee transfers. We weten waar de omschakeling moet gebeuren. Ook aanvallend moet het beter, we lopen niet altijd op het juiste moment naar de juiste plaats. Met twee aan de eerste paal en niemand aan de tweede, of andersom. Dat is training, maar ook voetbalintelligentie, kijken wat de ander doet. Die ballen ook goed trappen, daar goed op reageren. Huub Stevens zei het altijd mooi : ‘Je moet niet groot zijn, maar je moet er wel voor zorgen dat je tegenstander niet bij de bal kan als jij er niet bij kan.’ Iets slimmer zijn, hinderen. Dat is training, ja, maar ook de instelling. Iets attenter zijn. In principe heeft ieder zijn man.”

Derde vaststelling : meer dan vroeger zwerft Bart Goor centraal op het middenveld als Anderlecht met drie spitsen speelt. Dat maakt zijn spel niet minder nuttig, maar wel anoniemer. “Het is anders, ja. Als er drie vooraan staan, is het soms moeilijk om te infiltreren, omdat er minder ruimte is. Dan speel ik inderdaad wat anoniemer. Met vier op het middenveld is die ruimte er wel. Maar welk systeem je ook speelt, essentieel is dat iedereen constant in beweging moet zijn en een bal moet durven vragen. Dat gebeurt hier niet genoeg, soms rekenen we te veel op de ander om bepaalde dingen te doen. Het is echt niet dat wij niet willen, we lopen soms gewoon slecht, met twee naar één man, waardoor je de ander vrijlaat. Kijken naar elkaar. Iets intelligenter, iets meer vertrouwen. Ik heb bij Feyenoord in die 4-3-3 wél aanvallend kunnen infiltreren en scoren. Het hangt van de invulling af. Daar hadden we typische buitenspelers, hier wel op rechts, maar niet op links. Serhat is een centrumspits, Mbo ook, die automatismen vinden is soms moeilijk.”

Was het niet delicaat om, op een moment dat hij zelf niet te best presteerde en op de bank zat, zijn ploegmaats op tv hard aan te pakken ? “Helemaal niet. Overroepen, een schande van de krant, dat ze schreeuwden dat Yves (Vanderhaeghe) en ik de jeugd hadden afgemaakt, terwijl het Herman Brusselmans was die vond dat het niet kon dat Anthony zijn naam in zijn haar had en oorbellen droeg bij zijn vervanging. Yves heeft Anthony nog verdedigd, dat het geen slechte jongen is, dat het alleen nonchalance van hem is. Meer niet. Ik heb niet eens gesproken over de jeugd, alleen aangehaald dat er vooraan betere automatismen moeten zijn. Vaststellingen gedaan, zoals jullie die constant doen. Wij hebben absoluut geen kritiek op de jeugd geuit, maar iedereen nam het wel over omdat het in de krant stond. Zelfs mensen die de uitzending gezien hadden. Ik mag het toch zeggen wanneer ik ontgoocheld ben ?” Kreeg hij een boete ? “Neen, ik zou ook niet weten waarom. Ik heb vaststellingen gedaan, Yves ook, maar er zijn geen ploegmaats afgebroken. Echt niet.”

Dat hij die aanvoerdersband die hij bij de wissel van Zetterberg kreeg, aan Vanden Borre gaf, was een fout, onderkent hij “Dat had ik niet mogen doen. Ik wist op dat moment niet wat gedaan en heb hem aan de speler gegeven die het dichtst bij me stond. Ik had die zelf moeten dragen of aan Tihinen geven, maar ik was toen zo ontgoocheld dat ik die zelf niet wilde.”

Het gebeurde niet vanuit de prikkelende reflex van : allez, jullie hebben de looks, de aandacht, de kleedkamer, de toekomst, het ís nu aan jullie, bewijs het maar ? “Echt waar, daar heb ik helemaal niet bij stilgestaan. Absoluut niet, want Anthony hoort die band niet te dragen. Het gebeurde onbewust.”

Tandems

Wat is het verschil met het begin van het seizoen toen het wél liep ? “Vorm, vertrouwen, goeie balaanname. Vorig jaar heb ik dat dipje ook gehad, maar toen liep het minder in het oog.”

Niet teleurgesteld door het gebrek aan evolutie in de ploeg ? “Helemaal niet, dat lossen we allemaal intern op, op training. Ik weet dat ik sterk begon en dat het nu iets minder is, maar dat komt wel terug. De schouderblessure die ik tegen Club Brugge opliep, heeft voor een stukje meegespeeld. Ik kon niet in duel zoals het moest en misschien zit het een beetje in je hoofd, maar dat is dé reden niet.”

Opeenvolging van wedstrijden, opnieuw interlands, veel gereisd. “Dat zal allemaal wel hebben meegespeeld, minder recuperatie en dergelijke. Daarom maak ik me ook geen zorgen. Ik word er nu op afgerekend en dat vind ik oké, omdat ik weet dat ik terug op dat niveau kom. Het begin was fantastisch, nu loopt het wat minder, maar de echte evaluatie kan je maar op het einde van het seizoen maken. Ik heb gespeeld wat ik wilde, Champions League, tekende voor drie jaar, er zijn amper zes maanden voorbij.” Het is niet op ? “Nee, helemaal niet.”

Er wordt meer gesproken over de tandem op rechts dan over die op links. “Natuurlijk, maar er wordt dan ook heel veel op rechts gespeeld. Wilhelmsson is top en Anthony infiltreert goed, scoorde de laatste weken zelfs. De doelman werpt ook meer uit naar rechts. De samenwerking met Olivier (Deschacht, nvdr) heeft nog wat tijd nodig. Didier (Dheedene, nvdr) vroeg destijds de ballen in de diepte en gaf dan de voorzet. Olivier is iemand die graag de individuele actie doet, graag twee baltoetsen heeft en dan inspeelt. Dat is anders en ik moet mij erop instellen. Ook dat is een verschil met de top, merk ik in de Champions League. Bij ons willen ze dat die verdedigers meevoetballen, zeker op Anderlecht. Je mag van Vincent (Kompany, nvdr) niet verwachten dat hij zich beperkt tot verdedigen. Maar het houdt wel een risico in en ik constateer dat Chelsea die nooit neemt. Als Vincent ooit bij een topclub wil spelen, zal hij zich toch moeten aanpassen, denk ik, en eerst zijn verdedigende werk doen.”

Waarbij de vraag rijst : kunnen ze wel verdedigen ? “Absoluut, zowel Vincent als Anthony, maar het zijn andere types, in die zin dat ze ook nog eens willen meevoetballen. En daardoor worden de risico’s soms iets groter.” Zijn er straks bij de inkomende transfers extra rotzakken nodig, zoals de voorzitter het stelde ? “Rotzakken met intelligentie, dat kleine foutje maken als het nodig is, geen schoppers die de ene rode kaart na de andere pakken. Dat slaat nergens op.”

Bloemkool

Is het eigenlijk nog fijn buitenkomen als ze je met moppen om de oren slaan ? “Ach, ik heb het allemaal al meegemaakt bij mijn eerste passage hier. Toen schreven ze ook dat ik geen bloemkool of geen sla – de juiste groente ben ik kwijt – uit elkaar kon trappen. Je moet alles met een korreltje zout nemen. Je speelt bij Anderlecht, als het goed gaat, is er niks aan de hand, maar als het minder loopt, willen ze allemaal die grote jongens aanpakken.”

En dan ben je snel te oud. “Leeftijd telt hier vaak mee in de beoordeling. Van iemand die achttien is en mag meespelen, moet je niet zeggen : ‘Hij is nog jong, hij moet leren.’ En van iemand die oud is moet je ook niet zeggen : ‘Hij is te oud’, na een slechte wedstrijd. Je mag zeggen dat het slecht was, maar niet altijd de leeftijd als argument aandragen. Leeftijd heeft er niets mee te maken, je bent goed of niet, punt.”

Met andere woorden : als de ervaren spelers concluderen dat het ritme te hoog ligt, heeft dat niks te maken met het feit dat ze dertigers zijn ? “Ik heb dat ook ervaren in mijn eerste Champions Leaguewedstrijd, bij Manchester United. Uitslag : 5-1. Toen lag het ritme ook te hoog en was ik vijf jaar jonger.”l

PETER T’KINT

‘IK MAG HET TOCH ZEGGEN WANNEER IK ONTGOOCHELD BEN ?’

‘ALS KOMPANY OOIT BIJ EEN TOPCLUB WIL SPELEN, ZAL HIJ TOCH EERST ZIJN VERDEDIGENDE WERK MOETEN DOEN.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content