Vorig jaar was hij een van de weinige lichtpuntjes bij een zwalpend Zulte Waregem: Jens Naessens (21), uit de eigen jeugd geplukt en gezegend met een neus voor goals. Dit jaar mag de lat weer wat hoger. ‘Ik weet wat ik kan, nu durf ik het ook te laten zien.’

Doemberichten in de krant, vlak voor de aanvang van de competitie jaargang 2012/13. Voor het eerst zijn er in de Jupiler Pro League meer buitenlanders dan Belgen aan de slag. Goede Belgische spelers zijn te duur, klinkt het. Een goede Belgische spits? Bijna niet te vinden en al helemaal niet te betalen. Bij Zulte Waregem loopt er dus wel zo eentje rond. Vorig seizoen in de heenronde lang op zoek naar die eerste goal, in de terugronde ontploft met zes stuks. En belangrijker, zo vertellen ze in Waregem: de kwaliteiten en de juiste mentaliteit had Jens Naessens al, nu is hij ook op en naast het veld helemaal aan het openbloeien. Een topper in wording, is de teneur.

Onder zachte druk

Het had nochtans anders kunnen lopen. Als kind weigerde hij lang een voet op het gras te zetten. “Mijn ouders vertellen dat verhaal altijd met veel plezier, zelf was ik te jong om het me te herinneren. Mijn vader was jeugdtrainer en mijn oudere broer speelde ook al voetbal, dus was het niet meer dan logisch dat ik het ook eens zou proberen. Maar ik wilde daar blijkbaar absoluut niet van weten. Na heel lang aandringen en met veel tegenzin heb ik het op een dag dan toch eens geprobeerd. Bleek dat ik aanleg had: ik maakte meteen de ene goal na de andere. Toen was ik natuurlijk wél enthousiast”, lacht hij. Als jeugdspeler zette Naessens zijn eerste stappen bij SK Deinze, vlak bij geboortedorp Grammene. Daarna ging hij voor vier jaar naar Moeskroen en zat hij twee jaar bij Club Brugge, in de lichting met onder anderen Colin Coosemans, Thibaut Van Acker en Brecht Dejaegere, toen nog keeper. Uiteindelijk werd het Zulte Waregem. Drie jaar geleden, nog onder Francky Dury, mocht hij voor het eerst meetrainen met de A-kern, twee jaar geleden kreeg hij er zijn eerste profcontract en was hij de eerste jeugdspeler in jaren die doorbrak in het eerste elftal. Vorig jaar was dan weer een hoofdstuk op zich, een verhaal van hoogtes en laagtes.

Twee gezichten

“Wat ik van vorig jaar onthoud? Dat er geen groter verschil kon zijn tussen de heen- en de terugronde”, zegt Naessens. “Onder Darije Kalezic heb ik niet veel plezier beleefd. De ploeg draaide niet en ik heb me nooit goed in mijn vel gevoeld. Persoonlijk klikte het niet en ook door zijn tactische keuzes kon ik me niet uitleven. Balbezit leek voor hem belangrijker dan kansen creëren. Door onze trage omschakeling liepen we als aanvallers altijd tegen een muur. We speelden ook mandekking en zetten hoog druk, waardoor je de hele tijd achter je man aan moest hollen en na een uur kapot zat. Als we dan al eens voor de goal kwamen, zaten we niet fris genoeg meer.”

Een lichtpunt in die periode? Een selectie voor de Belgische belofteploeg, onder toenmalige beloftecoach… Francky Dury. “Ik was er al eerder bij geweest, maar toen was ik licht geblesseerd en had ik niet veel kunnen laten zien. Nu mocht ik invallen tegen Engeland en scoorde ik meteen. Een voorzet langs de flank, ik snij naar de eerste paal en kan binnen tikken. Zo simpel kan het dus ook, dacht ik. Van dan af kreeg mijn zelfvertrouwen een boost. Ook naast het veld een heel leuke ervaring. Ik sliep op de kamer met Dimitri Daeseleire, ondertussen een goede vriend. Hij zei dat het voor zijn nachtrust een goede zaak was met mij erbij. Vroeger sliep hij bij Eden Hazard. Dan moest hij er vooral voor zorgen dat die de boel ’s nachts niet op stelten ging zetten”, lacht Naessens.

Terug in Waregem ging het van kwaad naar erger. “Ik kreeg veel minder krediet dan aangekochte spelers, terwijl ik op training op geen enkel vlak moest onderdoen. Als ik de bal verloor, werd ik uitgekafferd, andere spelers kregen een hand om de schouder en werden even apart genomen. Jong en Belg zijn is niet altijd een voordeel… Waar ik wel tevreden over ben: ik heb mijn hoofd nooit laten hangen en ben hard blijven werken op training. Ze zullen me nooit kunnen verwijten dat ik niet honderd procent voor mijn vak leef.”

Bevrijding

Eind december wordt Kalezic de laan uitgestuurd en keert verloren zoon Dury terug naar de Gaverbeek, met Franck Berrier en Mbaye Leye in zijn kielzog. Vanaf dan lukt het wel weer. Naessens scoort in de eerste match na de winterstop meteen zijn eerste van het seizoen. Twee weken later telt hij degradatieconcurrent Westerlo definitief uit met een hattrick. “De komst van Dury voelde aan als een bevrijding. Dat zijn systeem mij ligt, is uiteraard belangrijk, maar het is veel meer dan dat. Ik ben iemand die snel twijfelt aan zichzelf. Ik weet wel wat ik kan, maar het is ook een kwestie van durven. Als een coach in mij gelooft, kan ik twee keer zoveel. Vorig jaar speelde ik wat verkrampt, had ik de neiging om de bal snel weer af te geven. Dat is ook wel mijn spel, want ik ben iemand die altijd voor de ploeg speelt, maar Dury verwacht meer van me: hij wil dat ik constant dreig, dat ik altijd probeer de actie te maken. Hij speelt me ook uit op de flank, en dat ligt me wel, ook al was ik bij de jeugd altijd diepe spits.”

Flankspeler of diepe spits, Zulte Waregem was er alleszins snel bij om zijn speler voor drie jaar vast te leggen. Heeft hij geen zin om het eens elders te proberen? “Er was in maart en april heel veel interesse van Belgische en Nederlandse ploegen, maar ik heb een vertrek nooit echt overwogen. Nu vertrekken zou veel te vroeg zijn. Ik voel me hier goed en wil elke week spelen en me verder ontwikkelen.” Welke stappen hoopt Naessens dit jaar nog te zetten? “We hebben al enkele jaren een goede voorbereiding achter de rug, maar dan loopt het mis bij de seizoensstart. Dat is het enige wat ons dit jaar niet mag overkomen, ook al hebben we een heel zware aanvangsfase. Die degradatiestress wil ik niet meer meemaken. Ik hoop dat we ergens in de linkerkolom uitkomen. En voor mezelf wil ik mijn terugronde van vorig jaar bevestigen. Ik heb er toen zes gemaakt. Als ik dat tempo kan aanhouden, kom ik uit op twaalf. Dat zou al heel mooi zijn.”

DOOR JENS D’HONDT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Twaalf goals dit seizoen zou al heel mooi zijn.” Jens Naessens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content