Sérgio Conceição vertrok bij de Rouches en Steven Defour nam zijn aanvoerdersband over. Samen met Axel Witsel en Marouane Fellaini moet hij straks de lijnen uitzetten op het Luikse middenveld.

Ongeëvenaard, dat middenveld van Standard. Axel Witsel : 18 jaar. Marouane Fellaini : 19 jaar. Steven Defour : 19 jaar. In principe moeten zij dit seizoen het kloppende hart vormen van het altijd vurige Standard. Kenners en kranten zijn het er bij de start van de nieuwe campagne over eens : Standard zal in grote mate afhangen van de prestaties van die drie jonkies. Maar kunnen zij een heel seizoen een hoog vormpeil aanhouden ? Op Sclessin hebben ze er in ieder geval vertrouwen in : Steven Defour werd na het vertrek van Sérgio Conceição zelfs aangeduid als aanvoerder van de ploeg.

En eigenlijk was dat hét gespreksonderwerp tijdens de voorbereiding van de Rouches. Defour, een jongen van negentien, aanvoerder van een woelige kleedkamer zoals die in Luik ? Moet hij weerbarstige karakters als Ali Lukunku, Milan Jovanovic en Oguchi Onyewu tot de orde roepen ? Veel vragen dwalen rond Sclessin.

“Ik zal grenzen moeten trekken”, beseft Defour. “Als iemand twee minuten te laat komt, móét ik daar iets over zeggen. Het lijkt misschien voor de buitenwereld vreemd dat ik iemand als Lukunku op de vingers zou tikken, maar binnen onze groep wordt dat volledig gerespecteerd en geaccepteerd. Er zijn al boetes uitgedeeld en die werden zonder morren betaald. De ouderen maken het mij niet extra moeilijk. Integendeel, ze geven me goede raad. Op het veld heb ik geen enkel probleem met die nieuwe verantwoordelijkheid, ik ben altijd al een speler geweest die veel aanwijzingen geeft. Alleen zal ik nu ook naast het veld mijn verantwoordelijkheid moeten opnemen. Dat is wennen, want die ervaring bezit ik niet. Maar ik krijg veel steun van de oudere spelers. Mannen zoals Onyewu, Lukunku, Dembele en De Camargo geven me tips over groepssituaties, boetesystemen en discussies. Dat hoort nu allemaal bij mijn takenpakket. Ik moet ervoor zorgen dat het groepsgevoel intact blijft.”

Zijn voorganger, maestro Conceição, deed dat met veel flegma. Breed gesticulerend, vaak ontstekend in een plotse woede. De stijl van Defour is volledig anders. “Sérgio was enorm aanwezig,” zegt Defour, “hij oefende een grote invloed op het geheel uit, riep constant op alles en iedereen. Ik ben misschien iets minder furieus dan hij, maar zal ook mijn mening laten gelden. Ik laat de spelers rustig hun ding doen, zonder volledig afwezig te blijven.”

Signalen geven

Buiten het samenhorigheidsgevoel en de groepsdiscipline bewaren, moet een aanvoerder zijn elftal ook kunnen sturen op een voetbalveld. Hij moet het verlengstuk zijn van de trainer. Conceição was dat in die mate dat hij zijn coach, Michel Preud’homme, meermaals verbeterde, tegensprak of achter diens rug een nieuwe tactiek bedisselde. “Sérgio speelde om te winnen”, zegt de nieuwe aanvoerder daarover, “en soms voelde hij het op het veld anders aan dan de trainer. Hij had geen schrik om dan met de coach in discussie te gaan.” Maar hoe zal Defour met dat facet van die band om zijn arm omgaan ? Een jonge speler is toch nog vooral bezig met zijn eigen wedstrijd en bezit zelden de reflex om het geheel te overzien. Dat besefte ook Preud’homme en hij hield Defour in de oefenwedstrijd tegen FC Metz één helft aan zijn zijde op de bank om hem op die manier de ogen van de trainer te lenen. Wat heeft de leerling van de meester onthouden ? “Ik vond dat enorm nuttig”, vertelt Defour. “Tijdens oefenmatchen kan je nog makkelijk communiceren met de trainer, maar in een vol stadion hoor je die richtlijnen minder, daarom heeft hij een verlengstuk op het veld nodig. En daarom leerde hij me zien wat er regelmatig misloopt en hoe ik dan moet reageren. Als we het moeilijk krijgen, moeten we misschien reorganiseren of meer druk zetten, dat zijn signalen die ik moet aangeven. Preud’homme zei me ook : ‘Als de aanvallers niet op hun plaats staan, zet ze dan op hun plaats !'”

Over Sérgio Conceição is veel gezegd en geschreven, maar hij zorgde er wél voor dat de jongeren in zijn schaduw rustig konden groeien. De gecontesteerde Portugees nam heel veel druk weg, een druk die nu op de schouders van vooral Defour terechtkomt. “We zullen die moeten verdelen over verscheidene mensen”, weet hij. “Ik denk dat Axel (Witsel), Marouane (Fellaini) en ik vorig seizoen bewezen dat we aardig samen kunnen spelen en dat het ons lukte dat lang vol te houden. Maar we hebben dat nog nooit een heel seizoen gedaan, dat zullen we dus moeten bekijken.”

Geraerts wordt niet gemist

Dat Defour, Witsel en Fellaini het middenveld van Standard zullen bevolken, is een uitgemaakte zaak. Rest alleen de vraag : in welk concept ? Tijdens de oefencampagne testte Preud’homme zowel een 4-4-2, het geijkte concept van vorig seizoen, als een 3-5-2 uit. Met de huidige samenstelling van de kern lijkt een 3-5-2 meer evenwicht in het elftal te garanderen. Door het vertrek van Milan Rapaic en Conceição zijn er bij Standard geen echte vleugelspelers meer, op de Portugese nieuwkomer Salim Toama (27) na. Hij is een technisch vaardige linkspoot met een haarfijne trap in de voeten, maar valt in de duels nog te licht uit. In een 3-5-2, met Frédéric Dupré en Landry Mulemo als opkomende backs, functioneert het jonge triumviraat Fellaini-Witsel-Defour het best. Dat vinden ze zelf althans. “We hebben alle drie veel kwaliteiten die vooral centraal tot hun recht komen”, klinkt het bij Defour. “Maar het zal afhangen van de noden van de match, je moet af en toe ook kunnen verrassen. De 4-4-2 zijn we natuurlijk gewoon, waarbij ik, Witsel of Jonathan Walasiak op de flank kan opereren. Witsel is een speler met veel rust aan de bal en een enorme technische bagage. In feite is hij een mengeling van Fellaini en mijzelf, een ‘box-to-boxspeler’, zoals dat zo mooi heet tegenwoordig. Hij kan pendelen tussen die twee backlijnen en heeft de techniek om het af te maken. Daarom ben ik van mening dat we Karel Geraerts niet zullen missen. Toen Geraerts vorig seizoen geblesseerd was, heeft Witsel bewezen dat hij die taak aankan.”

Al lijkt het erop dat Axel Witsel toch eerder gebruikt zal worden als controlerende middenvelder, de man van de combinaties en de relance, terwijl een oerkracht als Marouane Fellaini eerder het profiel van de box-to-boxspeler bezit. “Marouane heeft een enorme evolutie gemaakt in één jaar”, zet Defour de analyse van zijn twee trouwe luitenanten op het middenveld voort. “Hij schopte het van nobody tot international. Is enorm sterk in de duels en fysiek imposant. Hij heeft die infiltratie en kan met de kop afwerken voor doel. Een verdedigende middenvelder die veel ballen recupereert. Akkoord, hij is soms nog te impulsief en wil overal zijn, maar je mag hem dat niet afpakken. Dat is zijn jeugdigheid, na verloop van tijd zal hij inzien dat het niet altijd nodig is om overal te zijn. Maar ik zal hem daarover niet aanpakken, want het is voor een deel zijn kwaliteit. Het moet alleen iets efficiënter.”

Wat je de voorbije seizoenen ook heel goed merkte in het spel van Standard was dat er met Conceição in de ploeg veel meer over de grond werd gespeeld. Was de Portugese leider er niet bij, dan hervielen de Rouches nogal snel in het gebruik van lange ballen. “Ik denk dat de jongeren ondertussen toonden dat ze een wedstrijd in handen kunnen nemen”, zegt Defour. “De ploegmaats weten dat Axel en ik technisch sterk zijn en graag die bal in de voeten krijgen, terwijl Marouane als buffer voor de verdediging enorm veel loopwerk kan verrichten.”

‘Zoveel verandert er niet’

En hoe zien de twee sidekicks van Defour hun toekomst op dat jonge middenveld tegemoet ? Axel Witsel brak vorig seizoen als laatste van de drie door. “Vorig seizoen speelde ik vooral op de rechterflank,” recapituleert Witsel zijn eerste pasjes op het hoogste niveau. “Zelf voel ik me centraal op het middenveld beter, maar als de trainer me weer op de flanken posteert : geen probleem. Liever op links dan op rechts, zo kan ik met mijn rechtervoet naar binnen snijden.”

En in welk systeem ? “Dat doet er eigenlijk niet toe. Ik kan ook de vroegere positie van Geraerts innemen, meer dan die van Conceição eigenlijk. Daar zie ik Walasiak zijn kans grijpen. Nu Conceição en Rapaic vertrokken zijn, zullen wij hun takenpakket over de hele groep moeten spreiden. Conceição was een sterke persoonlijkheid, hij zette je op scherp. Rapaic was eerder belangrijk op stilstaande fasen, maar was daarbuiten heel stil en hield zich op de achtergrond. Ik ben ervan overtuigd dat wij met ons jonge middenveld mooie dingen zullen tonen. Sommigen denken dat we minder sterk zijn dan vorig seizoen, ik geloof dat niet. Enkel op rechts verliezen we kwaliteit. Geraerts en Rapaic speelden eind vorig seizoen ook al niet meer mee en toen draaide de ploeg toch ook ? !”

Zijn maatje Fellaini treedt hem volmondig bij : “Ja, we verloren een hoop ervaring, maar uiteindelijk verandert er niet zo veel op het middenveld. Enkel Conceição verdween. Er blijft voldoende kwaliteit over. Mij maakte het ook niet uit met wie ik op het middenveld sta. Dembele is meer controlerend dan Witsel, die iets offensiever denkt. Maar tegen Brussels vorig seizoen speelden we met Witsel als controlerende middenvelder en ik mocht mee ten aanval trekken. Dat werkte prima en we wonnen de partij. Anderzijds besef ik dat ik minder impulsief moet zijn. Conceição speelde een pak economischer dan ik, maar ja, als jonge gast moet je jezelf tonen, hein.”

En hoe gaan zij nu om met hun nieuwe aanvoerder ? Defour is een jongen van dezelfde generatie, one of the boys. Of was ? “Ik beschouw Steven niet als onze chef,” zegt Fellaini, “maar op het veld aanvaard je zijn aanwijzingen. Net zoals wanneer Axel mij tot de orde roept. Weet je wat het verschil is ? Vorig seizoen liepen er hier drie individualiteiten rond, nu moet iedereen elkaar corrigeren.”

Ook Axel Witsel ziet geen enkel probleem in de jeugdigheid van zijn aanvoerder. Integendeel. “Ik denk dat Defour zich dit seizoen tijdens de match veel vrijer zal voelen in het hoofd. Door het vertrek van Conceição krijgt hij meer vrijheid …” Hij besluit met een knipoog : “Je zal wel zien.” Met het zelfvertrouwen van het jonge middenveld van Standard zit het alvast snor.

Door Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content