Neotweedeklasser Dender stond heel het seizoen aan de leiding en promoveert voor het eerst in zijn bestaan naar de eerste klasse. Is de club daar rijp voor ? ‘Wij hebben een van de beste scoutingapparaten van België.’ Trouwlustige koppels kunnen hun huwelijksdag voortaan maar beter wat nauwkeuriger kiezen.

Af en toen schrijven ploegen geschiedenis. Union deed dat in dea jaren dertig door in de eerste klasse zestig wedstrijden na elkaar ongeslagen te blijven. Anderlecht in de jaren zeventig, door als eerste Belgische club een Europabeker te winnen. En Dender in 2007 door in een minimumtijd door te stoten van de derde naar de eerste klasse. Aan de leiding vanaf de eerste speeldag en vorig weekend kampioen : een club uit Denderleeuw, een slaapgemeente uit de Denderstreek, in de eerste klasse, het gevolg van veel vakmanschap en meesterschap.

Het succes is het werk van het triumviraat dat de club leidt. Algemeen voorzitter Patrick De Doncker runt een firma van bouwmaterialen en kwam naar Denderleeuw toen zijn ploeg Hekelgem door de buren werd opgeslorpt. Zijn partner André VanRoy, voorzitter van de raad van bestuur, heeft in Denderleeuw een bekend containerbedrijf en is al een heel leven betrokken bij de club. En manager PatrickAsselman, een naamgenoot van de assistent van de trainer die nog voor Standard voetbalde, is het commerciële brein.

Wat is de basis van het succes ?

Patrick De Doncker : “Ik denk dat we daarvoor drie jaar terug in de tijd moeten gaan. Toen hielden we een grote schoonmaak, ook in de spelerskern. Stelselmatig brachten we daarna een goed scoutingapparaat en een spelerskern bij elkaar. Het eerste seizoen haalden we de eindronde in de derde klasse, het tweede werden we kampioen in derde en nu dus kampioen in tweede.”

De vorige keer bleef het avontuur steken in de tweede klasse. Waarom slaagde de equipe er dit keer wél in om een stap hogerop te zetten ?

De Doncker : “De club was er destijds niet klaar voor. We hadden toen een stadion in de buurt van de Dender, uitbreiden kon niet. Elders bouwen heeft de club veel energie gekost. Wie investeert in bakstenen, heeft minder over voor de ploeg. Drie jaar na elkaar verminderden we het spelersbudget met twintig tot dertig procent. Het resultaat daarvan was dat je inboette aan kwaliteit, wat uiteindelijk tot een degradatie leidde.

Patrick Asselman : “De gemeente kende ons een eenmalige subsidie toe van ongeveer een half miljoen euro, maar het hele complex kostte twee miljoen euro en is verder door de leden van het bestuur gefinancierd.”

André Van Roy : “Nu zijn we zo goed als schuldenvrij, op een bouwlening na. Die is volgend seizoen ook achter de rug.”

De Doncker : “Kortom, het komt ons goed uit dat we net nu de stap naar de eerste klasse kunnen zetten.”

Nieuwe verbouwingen

Is het draagvlak voor een eersteklasser wel groot genoeg in Denderleeuw, waar Anderlecht en Club Brugge al supporters ronselen en Gent en Aalst dichtbij zijn ? En waar bovendien amper industrie is. Denderleeuw is nu eenmaal gericht op Brussel en zijn ministeries.

Asselman : “We halen nu een gemiddelde van zo’n tweeduizend mensen, een zevenhonderdtal abonnementen en seathouders.”

Van Roy : “Dat lijkt niet veel, maar met die cijfers hebben we ons negen jaar staande kunnen houden in de tweede klasse en geregeld de eindronde kunnen spelen.”

De Doncker : “Ik merk wel dat je het van je eigen supporters moet hebben. Neem Antwerp en KV Mechelen weg uit de tweede klasse en het aantal bezoekende fans is heel laag. Dan gaat het echt over veertig, vijftig mensen.”

Asselman : “Dat zal ook in eerste zo zijn. Ik heb de statistieken van Roeselare gekregen en die zijn duidelijk. Ik denk dat wij van geluk mogen spreken dat we centraal in België zijn gelegen.”

De Doncker : “We rekenen ook op supporters die interesse krijgen als we in eerste spelen.”

Wat is de sterkte van het elftal ?

De Doncker : “De coherentie binnen de groep. We hebben geen vedetten, maar jongens die nog willen vechten voor elkaar en die samen plezier maken. Ik kan er ongelooflijk van genieten dat ze na de training nog samen naar een wedstrijd van de Champions League kijken. En daarnaast beschikken we over een uitstekend trainersduo dat de spelers kan motiveren.”

Van Roy : “Onze heenronde was super, uitzonderlijk in het Belgische voetbal.”

Asselman : “Vanaf speeldag één staan we op kop. We kochten gericht en van geen enkele speler kunnen we zeggen : hij valt niet mee. Het is een ploeg met veel kwaliteiten. Superieur technisch vernuft en een hoge balcirculatie. Dat wil de trainer ook, snel spel. En werken, dat is onze grote kracht. Al vijf keer maakten we in de laatste vijf minuten cruciale goals, dat is een teken dat de wil er is en dat je fysiek ook sterk staat.”

De Doncker : “We haalden vorig jaar bewust de betere spelers uit de derde klasse. Niet hogerop, want dan betaal je veel meer. Nu zullen we dat ook proberen.”

Van Roy : “Niet oud, maar wel ervaren, mensen die nog hongerig zijn.”

Asselman : “We zullen proberen deze groep bij elkaar te houden, die jongens zullen hun kans krijgen in eerste nationale. Aangevuld met ervaring in de as, in elke linie moet er zeker iemand bij. Oude jonge wolven noemen wij dat. Ik denk dat we een van de beste scoutingapparaten in België hebben.”

De Doncker : “Er gaat geen week voorbij waarin we geen tien wedstrijden zien. We kennen alle spelers vanaf zeventien jaar van eerste, tweede, derde en vierde A en B, zelfs van een paar ploegen uit vierde C. Dit is echt het goeie moment om te promoveren. Zowel voor de club als voor de gemeente, die positief staat tegenover dit gebeuren. In de vorige legislatuur zou het niet gelukt zijn, vrees ik, daarom viel het ook net goed dat er verkiezingen waren. Niet dat het vorige college niet voetbalminded was, neen, ze kwamen elke week kijken, maar dit college heeft de mogelijkheden. We beschikken nu over zestienhonderd zitplaatsen, in principe moeten dat er in eerste vijfduizend zijn. Er moet ook verlichting komen. Je moet niet direct met alles klaar zijn bij de start van de nieuwe competitie, maar je moet wel aantonen dat je bezig bent.”

Hij ontvouwt de verbouwingsplannen : “In principe komt er in fasen in de lengte van het veld en achter het doel een grote tribune. We zullen eerst aan de kant van de huidige staantribune de twee lege ruimtes opvullen. Fase drie is het verbouwen van de tribune achter de goal en fase vier de verbouwing van het centrale gedeelte, waar nu de kleedkamers zijn.”

Van Roy : “In oktober moeten de eerste verbouwingen klaar zijn.”

Wie betaalt dat ?

De Doncker : “Net als de vorige keer wordt dat een samenwerking tussen gemeente en club. Samen gaat het toch snel om drie miljoen euro.”

Van Roy : “Ik denk dat we in de eerste klasse makkelijker leefbaar zullen zijn dan in andere reeksen. Sponsoring, bedrijven, publiek, restaurant, tv-rechten, …”

Asselman : “We spiegelen ons wat aan Roeselare.”

De Doncker : “Eerste klasse opent nationaal veel deuren. Tot dusver hebben we vooral regionale sponsors. Financieel zijn we niet bang. Ons budget is ongeveer 1,2 miljoen euro. In eerste moet dat verdrievoudigd worden, maar we denken dat het zal kunnen.”

Wordt Dender een profclub ?

De Doncker : “Neen. We zullen met namiddagtrainingen werken, om spelers zeker het eerste jaar nog de kans te geven halftijds te werken. Nu trainen we om halfzeven ’s avonds, vier keer per week. In eerste moet je meer trainen, misschien zelfs twee keer per dag, en daarom proberen we vroeger te trainen. In overleg met de spelers, want een paar jongens zitten in het onderwijs en daar kan je niet zo gemakkelijk met uren schuiven. De trainer schakelt in principe wel over voltijds trainerschap.”

Geen Spaanse enclave

Blauw en zwart zijn als vanouds de dominante kleuren van FC Denderleeuw, ook al voegden de diverse fusies – na Hekelgem ook nog met buurgemeente Denderhoutem – nog wat rood toe. Maar op het voetbaltechnische vlak keken ze in Denderleeuw toch meer naar Brussel dan naar Brugge. Zal Dender samenwerken met Anderlecht ?

De Doncker : “Naar aanleiding van de bekerwedstrijd spraken we daar even over en is ons in geval van promotie steun beloofd. Intussen liggen de kaarten een klein beetje anders, in die zin dat we nu een samenwerking hebben met Murcia. Op het sportieve en financiële vlak deden we daar een goeie zaak.”

Asselman : “Het is geen samenwerking zoals die tussen Antwerp en Manchester United. Wij huren spelers een heel seizoen, tenzij ze hier niet kunnen aarden. We gaan ook zelf naar ginder om te zien wie we kunnen gebruiken. Maximaal drie, misschien zelfs maar één.”

De Doncker : “De winst voor hen is dat zij spelers die net niet genoeg zijn voor hen, hier kunnen stallen met het oog op doorverkoop. Wat Antwerp voorhad, dat er met Nieuwjaar spelers werden teruggeroepen, kan ons nooit gebeuren. Dat staat op papier. We weten alleen niet hoe die jongens zich hier sportief gaan integreren. Maar het is niet de bedoeling om hier een invasie van Spanjaarden te creëren. De taal in de kleedkamer moet Nederlands blijven. We weten dat de eerste klasse professioneel is, maar wij willen toch dat groepsgevoel trachten te behouden. Al beseffen we dat er ook voor spelers wat zal veranderen. Nu is het voor hen een hobby, straks wordt het werk.”

Ook voor de supporters wordt het wennen, want Dender is een ploeg die traditioneel zijn thuiswedstrijden op zondag- namiddag speelde. In de eerste klasse kan dat niet meer.

De Doncker : “Weet u waarom ? Een van onze grootste sponsors is ons restaurant, waarin veel feesten worden gegeven. Communiefeesten, familiefeesten, trouwfeesten. Die zullen nu dus zeventien zaterdagen verliezen. Bij deze vraag ik dus trouwers om hun datums anders te kiezen ( lacht).”

door peter t’kint & Frédéric Vanheule

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content