Neo-ereklasser Schuvoc Halen wil zich settelen op het hoogste niveau. ‘Wij gaan geen ploeg in eredivisie sturen die daar één jaar blijft om dan opnieuw naar beneden te tuimelen.’

Op 5 oktober in Lennik zal Schuvoc Halen debuteren in de ereklasse. Zonder één enkele profspeler, maar wel met een gezonde sportieve ambitie. Daar laten voorzitter Danny Jamers en trainer René Vanoppen geen twijfel over bestaan.

Het huidige Schuvoc Halen sproot voort uit de fusie van drie clubs die alle drie eind jaren ’60 ontstonden. Drie jaar geleden bundelden eerste divisionist KSK Herk-de-Stad en Schuvoc Schulen de krachten tot Schuvoc Herk-de-Stad. Afgelopen zomer fuseerde Schuvoc Herk-de-Stad met Halvoc Halen tot Schuvoc Halen. “KSK was de ploeg die op het hoogste niveau speelde. Op het hoogste niveau in heel de provincie Limburg trouwens”, verrast Jamers. “Want we speelden op de eerste verdieping van het college in Herk-de-Stad ( lacht). Maar dat wil niets zeggen, hoor, want de knowhow en de kwaliteit die erbij kwam vanwege Schulen en Halen, heeft ervoor gezorgd dat wij volgend seizoen in de eredivisie kunnen debuteren.”

“Om zover te geraken”, pikt Vanoppen in, “was een fusie echt wel noodzakelijk, zowel financieel als qua structuur. De zaal waarin we vorig seizoen volleybalden, bijvoorbeeld, voldeed niet aan de normen om in de ereklasse aan de slag te gaan. De sporthal in Halen biedt ons heel wat meer mogelijkheden.” In Schulen speelde Schuvoc vorig seizoen voor 300 à 400 mensen. “Maar dat was dan ook de maximum capaciteit.”, neemt Jamers weer het woord. “En daarmee schrik je soms neutrale volleyballiefhebbers af. Hier in Halen hebben we alleen al aan zitplaatsen een capaciteit van 900 mensen.”

De ambitie van Schuvoc vorig seizoen was op zijn minst de topdrie halen, zegt Vanoppen. “We merkten snel dat we op meer mochten hopen omdat we over een erg sterke ploeg beschikten. Dat blijkt wel uit het feit dat we op een heel seizoen slechts drie wedstrijden verloren. De twee 3-0-overwinningen tegen Breendonk voor het algemene kampioenschap in eerste nationale, bewezen nogmaals onze sterkte.” Vanuit het bestuur kreeg de trainer ook signalen dat Schuvoc klaar was voor ereklasse. Jamers : “De structuur stond er – het bestuur telt zowat 40 leden, die zich allemaal gedreven voor de club inzetten.”

Ook in het financiële plaatje paste een overgang naar de topklasse. “Financieel zijn wij het komende seizoen zeker geen hoogvlieger”, weet de voorzitter, “maar toch de goeie middenmoot. Wij kunnen wat budgettering betreft op onze twee oren slapen. We trokken het budget op tot zo’n 8 miljoen. Oude Belgische frank, wel te verstaan, 8 miljoen euro is voor over vijf jaar ( lacht). We hebben weliswaar nog geen naamsponsor, maar naast de hoofdsponsors Belfort en de plano, kunnen we rekenen op een heleboel kleinere geldschieters, die ook een duit in het zakje doen.”

Twee seizoenen geleden stak een andere Limburgse club, Eisden, ook even zijn neus aan het venster in de ereklasse. Al snel bleek dat dat te hoog gegrepen was. Halen is Eisden niet, meent Jamers. “Wij gaan geen ploeg in eredivisie sturen die daar één jaar blijft om dan opnieuw naar beneden te tuimelen. De mogelijkheid om ons te settelen op het hoogste niveau bestaat.”

“Ik vergelijk een volleybalclub vaak met een boom”, filosofeert Vanoppen. “Als een boom goeie wortels heeft, dan kan die een prachtige kruin krijgen, zonder wortels valt hij om. Ook een volleybalvereniging moet een stevige basis hebben. Ik heb al bij verschillende clubs gewerkt, waardoor ik kan vergelijken. Ik moet zeggen dat er hier qua structuur en qua jeugdwerking stevige fundamenten gelegd werden.”

Halen telt momenteel 250 spelende leden in 16 ploegen, zowel mannen- als vrouwenteams. “Wat erop wijst dat we ook voor de jeugd goed zitten”, aldus de trainer. “Je hebt Maaseik aan de andere kant van de provincie, Hasselt dat nu wel gestegen naar eerste nationale, maar verder niet veel. Averbode is nog het dichtste in de buurt, maar in de regio Zuid-West-Limburg plukken ondervinden we weinig concurrentie van Everbeur, dat toch vooral in Brabant rekruteert.

En de eerste ploeg is bovendien sportief gewapend voor een langer verblijf in ’s lands hoogste volleybalklasse. Daar is Vanoppen van overtuigd. “Wij ambiëren voor dit seizoen de middenmoot. Wat is de middenmoot ? Met de versterkingen die we binnenhaalden, moeten we de play-offs kunnen bereiken.” Topacht dus, en waarom dan niet meteen mikken op een plaatsje in de topzes en een tweede ronde tegen de kleppers ? “Het kan, waarom niet ?”, vervolgt de trainer. “Antwerpen is verzwakt, Averbode volgens mij ook. We hebben ten andere het geluk dat we in de eerste competitiefase thuis tegen zowel Averbode, Antwerpen als Torhout mogen aantreden.”

De ploeg die de niet geringe ambities zal moeten waarmaken, is gebaseerd op de kampioenenploeg van vorig seizoen. Vanoppen : ” Jan De Rijck, vorig seizoen kapitein, wordt assistent-trainer. Het klikte tussen ons. We behielden verder nog zeven spelers van vorig seizoen. Middenman Dave Joyce, libero Daan Palmers, hoofdaanvaller Gert Palmers, spelverdeler Bart Stulens en hoekaanvallers Thijs Swinnen, Davy Vaes en Frank Verbeek. Het merendeel van die jongens volleybalde al in de eredivisie. Dat vormt toch een pluspunt. Ook de jongens die erbij kwamen, kennen het klappen van de zweep.

“Aanvankelijk hadden we het moeilijk om de transfers, de Belgische transfers, te realiseren die we wilden. Je komt pas uit eerste nationale en dan merk je toch dat de spelers de markt wat aftasten en zich vaak de vraag stellen : wat stelt Schuvoc Halen voor ? We zagen ons op dat moment een beetje tegen wil en dank genoodzaakt om de buitenlandse markt af te tasten. We volgden de Spring Cup in Tsjechië. We lieten een aantal Tsjechen en een Roemeen naar hier komen om te testen. Die jongens voldeden in zekere zin wel, maar boden niet meer dan wat er op de Belgische markt voorhanden is. We kregen bovendien te maken met het wereldje van de buitenlandse managers, die proberen te profiteren waar ze kunnen.”

Uiteindelijk is de trainer erg tevreden met wat erbij gekomen is. ” Christophe Achten is een waardige back-up voor Stulens aan de pass en net als middenman Wim Van Hout deed hij toch al ervaring op in de ereklasse. Met Joan Nuyts startten we de onderhandelingen erg vroeg, maar toen Antwerpen op de proppen kwam, een ploeg die Europees speelt, haalden we bakzeil. Dankzij de problemen die er in Antwerpen rezen, konden we hem alsnog inlijven. We zochten verder nog een receptie-aanvaller met voldoende power en die vonden we in Sankt Vith met Mihajlo Milutinovic, een speler ook die al jaren in België speelt en dit jaar overigens volleybalbelg wordt..

En dan is er naast Joan Nuyts, nog die andere speler van Amber Antwerpen, Christof Van Goethem. Een transfer die nog altijd niet honderd procent rond is, zegt voorzitter Jamers. “Christof is zowat de laatste strohalm waar Antwerpen zich aan wil vastklampen. Volgens de clubleiding vroeg hij zijn vrijheid niet tijdig aan. Christof, die wat langer verlof had genomen, zal maandag ( afgelopen maandag, nvdr) gewoon bij ons de trainingen hervatten. Hij wil desnoods via een kortgeding zijn vrijheid bekomen, maar wij hopen dat het zover niet hoeft te komen, dat het gezond verstand mag zegevieren.”

door Roel Van den broeck

‘De topzes halen, het kan. Waarom niet ?’ (René Vanoppen)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content