Stilaan herwint RC Genk zijn geblesseerden. Zo ook Orlando Engelaar. ‘De kritiek op de ploeg was een extra motivatie om weer fit te worden.’

Orlando Engelaar : “Ik voel me weer langzaam de oude worden. Eind vorig seizoen voelde ik dat er wat fout zat in mijn knie. Begin dit seizoen zijn er daarom zwevende stukjes uit weggehaald. De eerste week na mijn operatie in het begin van dit seizoen mocht ik niks doen, maar daarna kon ik weer rustig beginnen op te bouwen. Het duurde niet zo lang, maar revalideren blijft het vervelendste wat er is voor een voetballer. De prestaties van de ploeg en de kritiek deden mij ook pijn. Dat was een extra motivatie om weer fit te worden. De eerste wedstrijd, op Brussels uit, verloren we en dat was klote, maar ik vond mezelf goed staan. Alleen de twee wedstrijden daarna waren duidelijk iets minder : ik voelde die eerste wedstrijd. Maar vanaf vorige week ben ik wel weer bij.

“Broos wou mij een van de leidinggevende figuren zien worden. Op zich ligt me dat wel. Ik kan dat niet verkrijgen door heel veel te praten of te schreeuwen, dat word je automatisch door heel veel aan de bal te zijn en er goeie dingen mee te doen. Ik moet gewoon zorgen dat ik dwingend speel en dat ze altijd het gevoel krijgen dat ze de bal aan mij kwijt kunnen. Ik krijg wel het gevoel dat ze het lekker vinden dat ze een bal aan mij kwijt kunnen, aan iemand die de bal kan vasthouden, want daar waren er de afgelopen weken te weinig van.”

Nederlandse trainer

“René Vandereycken is echt een heel goeie trainer, maar soms voelde ik me beperkt in onze manier van spelen. Ik kom gewoon beter uit de verf in een wat aanvallend ingestelde ploeg. Heel vaak had ik het gevoel dat ik veel beter kon. Broos vind ik ook een goeie trainer. Een beetje een typisch Nederlandse trainer. Dat hoorde ik al van bij het begin aan de termen die hij gebruikt – pressing spelen, druk zetten, kantelen, dat zijn dingen die ik vorig jaar heel weinig heb gehoord – en aan de manier waarop hij wil voetballen. Heel erg vanuit je eigen kracht, heel veel trainen op balbezit en positiespel. Voor mij als Nederlander is dit gewoon. We trainen bijvoorbeeld op schuiven als groep zodat er niet te veel ruimte tussen de linies zit en kantelen van links naar rechts. Soms zat er tachtig meter tussen de spits en de laatste man of stond de rechtsbuiten of rechtsback nog aan de rechterkant als de bal links was, in plaats van de man los te laten en naar binnen te komen. Dat heeft niks met vertrouwen te maken, maar met het feit dat daar vorig jaar veel minder op getraind is. De trainer vroeg het ook minder. Toen voetbalde ik bijna op dezelfde manier als nu. Ik kreeg geen andere opdrachten mee, neen. Alleen als team voetballen we heel anders. Deze trainer wil iets meer vooruitgeschoven en iets minder achter de bal voetballen.

“Dat Broos niet veel vertelt aan spelers, zeg je ? Dat ervaar ik ook wel, ja. Daar heb ik geen problemen mee. Elke trainer heeft zijn eigen persoonlijkheid, maar ik kan me best voorstellen dat er spelers zijn die dat meer nodig hebben. Misschien gaat hij er wel van uit dat iedereen het snapt. Er is een groot verschil tussen weten hoe het moet en het ook kunnen uitvoeren, natuurlijk. Ik denk niet dat er jongens waren die niet begrepen wat ie wilde, alleen als je gewend bent op een heel andere manier te voetballen, is het logisch dat je het niet gelijk goed kan doen. Dat is gewoon een erfenis van vorige seizoenen en van andere trainers, zeg maar. Het heeft gewoon tijd nodig. Misschien ook wel meer coaching voor sommigen, ja. Maar dat is aan de trainer om daar achter te komen en dan meer te coachen. Maar ik denk dat je de laatste weken wel met vlagen kan zien waar we mee bezig zijn en wat hij wil. Voor sommigen heeft dat te veel tijd gekost en had het sneller moeten gaan, maar uiteindelijk komen we er wel.”

Willen voetballen

“Spelen met Oliseh en Wamfor is lekker. Dat geeft je het gevoel dat je je aanvallend kan uitleven omdat zij verdedigend heel sterk zijn. Sunday heeft ook tijd nodig gehad. Hij is een heel grote speler, heel grote carrière heeft hij achter de rug. Alleen : zo zie je maar dat het ook een mens is en geen robot die even naar Genk komt en zorgt dat alles weer in orde is. Hij heeft het gewoon ook moeilijk gehad en dat is logisch. Maar van de andere kant merk je dat hij heel veel ervaring heeft en slim is. Na de wedstrijd in Lierse had ik het er met hem ook nog over. Daar kon ik écht zien dat het gewoon een goeie speler is. Bepaalde situaties lost hij op zo’n manier op, terwijl ik weet dat andere spelers daar balverlies zouden lijden. Met name als hij van achteren uit wordt ingespeeld, met zijn rug naar het veld toe, zeg maar, en met iemand in z’n rug. Dan draait hij op een manier open of juist niet. Een moeilijke bal die eigenlijk niet ingespeeld mag worden, lost hij dan toch op.

“Vorig jaar was Steven (Defour, nvdr) pas 16 en toen vond ik hem op training al geregeld de beste. Dus dat hij nu doorbreekt verbaast mij niks. Ik denk zelfs dat hij vorig jaar al meer had moeten kunnen spelen. Ik vond het soms jammer dat hij op de bank zat. Maar ik begrijp het wel. Ik denk dat we hebben laten zien dat we samen op het middenveld kunnen. Tenminste, je moet dan wel dwingend spelen, zorgen dat wij meer aan de bal zijn dan de tegenstander en het spel bepalen. Anders moet je verdedigend een sterker middenveld hebben, want ik ben verdedigend niet sterk en Dufie is dat ook niet.

“Toen we het balletje rond tikten op Lierse hoorde je een gegeven moment het publiek daaraan meegaan. Wij hebben veel voetballers die wíllen voetballen. Het enige wat ontbrak om dat te kunnen doen, was vertrouwen. Tegen Lierse hebben we dat daardoor getankt. In de kleedkamer hebben we het er nadien nog wel even over gehad (grijnst). Maar we hadden wel een klotegevoel door die tegengoal én omdat we in de tweede helft te weinig hebben gedaan met de mogelijkheden en de kansen die we kregen. We kregen heel veel kansen om tot kansen te komen en dat hebben we nagelaten. Zo’n wedstrijd moet je met 3, 4 of 5-0 kunnen winnen. Dat had toch met concentratie te maken en de wíl om een tegenstander af te maken. We dachten te veel dat het wel goed was zo. Zelf wou ik wel, maar ik voerde het niet goed uit. Ik had een goal of een assist meer mogen hebben.

“Wat we in het begin van het seizoen lieten zien was dramatisch, maar hoe je het ook draait of keert : we hebben een goede groep. Mensen beginnen nu weer fit te raken, dus ik denk dat we straks weer gewoon beter zijn dan de meeste ploegen uit eerste klasse. Dat komt wel goed.”l

RAOUL DE GROOTE

‘IK VOEL DAT ZE HET LEKKER VINDEN DAT ZE DE BAL AAN MIJ KWIJT KUNNEN.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content