Standard staat weer in het nieuw. Optimisme troef op Sclessin, waar de trainer zich gelukkig noemt met de sfeer in de groep. ‘Iedereen wil er nu echt voor gaan.’ Allez les Rouches !

In 2002 stond Standard na vijf speeldagen laatste met één op vijftien. Zo erg is het nu nog niet, maar acht verliespunten in vier wedstrijden en zes punten achterstand op Club Brugge komt wel aardig in de buurt. De eerstvolgende wedstrijden tegen RC Genk en (voor de Uefabeker) Bochum moeten het bewijs leveren dat de ultieme transferbedrijvigheid tot beterschap heeft geleid. Wij trokken met onze vragen naar Sclessin en noteerden de antwoorden.

1. Waarom miste Standard zijn competitiestart ?

“Ik had gezegd dat we klaar moesten zijn voor de eerste wedstrijd en dat is ons ook redelijk gelukt”, zegt trainer Dominique D’Onofrio. “Op het Lisp haalden we tegen het moeilijk te manipuleren Lierse toch een punt. Daarna was het echter niet goed. Twee keer thuis verloren en tussendoor winst op Cercle. Tegen Brussels begreep ik er niets van. We moesten op hetzelfde elan doorgaan als na de uitsluiting van Conceiçao in Brugge, maar ik zag een ploeg zonder bezieling en zonder spirit.”

“Na Cercle dacht ik dat we vertrokken waren”, zegt EricDeflandre. “Ik had voor die wedstrijd een kleine vergadering belegd en dacht dat iedereen de boodschap begrepen had. Voor het duel tegen Genk zal ik zeker opnieuw zo’n initiatief nemen.”

Van Sambegou Bangoura, Alexandros Kaklamanos, Roberto Bisconti, Almani Moreira (die niet in de ploeg stond tegen Brussels) en Ivica Dragutinovic werd gezegd dat ze andere oorden zouden opzoeken. Uiteindelijk vertrokken alleen Bisconti en Moreira. Nieuwe spelers kwamen in hun plaats. “Als er zoveel verandert, duurt het een tijdje eer alles klikt”, zegt de naar Nice vertrokken Bisconti. “In de spelersgroep hadden we tijdens de voorbereiding al onze twijfels omdat het aan automatismen ontbrak. Het is de schuld van de clubleiding, omdat ze van Sclessin een duiventil heeft gemaakt.”

2. Hoe moet de club nu omgaan met de spelers die zouden vertrekken, maar uiteindelijk bleven ?

Bangoura en Kaklamanos werden genoemd in allerlei ruiloperaties, maar er kwam niets van in huis. “We moeten verder met hen en hen opnieuw vertrouwen schenken”, zegt D’Onofrio. “Psychologisch staan ze alvast sterker in hun schoenen omdat ze nu weten dat ze zeker nog enkele maanden bij Standard zullen blijven.”

Algemeen directeur Pierre Fran-çois treedt zijn trainer bij : “We hebben de afgelopen week veel met de betrokken spelers gepraat. Dat was ook nodig. Ze zullen alleszins hun kans krijgen. Bangoura stond telkens in de basis.”

Er is ook nog Dragutinovic. Sinds hij niet langer de aanvoerdersband draagt, haalde hij nog niet zijn vertrouwde niveau. Een transfer naar Lazio speelde in zijn hoofd. “Hij zit al lang genoeg in het voetbal om te weten hoe het eraan toegaat”, zegt D’Onofrio. “Hij wist wat hij deed toen hij met ons een contract tekende tot in 2007. De historie met de aanvoerdersband en de geruchten rond een transfer hebben hem wat uit zijn concentratie gehaald, maar voor hij naar de interland met Servië en Montenegro vertrok, heeft hij me gezegd dat hij vanaf nu weer helemaal met zijn gedachten bij Standard zal zijn. Dat boezemt me vertrouwen in.”

3. Waarom vindt Standard het nodig nog zoveel transfers te doen als het kampioenschap al volop aan de gang is ?

Standard haalde dit seizoen vijftien spelers binnen en verkocht er twintig. Een maand geleden verklaarde sportief directeur Michel Preud’homme nochtans dat het nodig was om “voor meer stabiliteit te zorgen in de club omdat de investeerders al genoeg inspanningen hebben gedaan.” En hij zei dat er “voor elk contract gevochten moest worden.” Waar blijft er nog over van die mooie woorden ?

“Standard heeft wel degelijk een duidelijke beleidslijn,” vindt Pierre François, “maar ook al hebben we een trouwe sponsor, het gaat niet om één van de grootste banken van het land. Ons budget wordt ook niet gevoed door de Champions League. We hebben slechts de helft van de middelen waar-op de andere grote Belgische clubs kunnen terugvallen ( 12,5 miljoen euro tegenover 29 miljoen euro voor Anderlecht, nvdr). Desondanks hebben we de ambitie om de beste Belgische ploegen te beconcurreren. En daarom moeten we van juni tot augustus de markt in het oog blijven houden en gebruik maken van de contacten van Luciano D’Onofrio bij diverse grote Europese clubs en van het talent van Michel Preud’homme om toch nog een kwaliteitsvolle kern samen te stellen.”

De club wil absoluut het veel ge- hoorde verhaal weerleggen dat de transfers enkel de belangen dienen van Luciano D’Onofrio, die leefde van zijn activiteiten als makelaar. Pierre François : “Om eindelijk komaf te maken met de roddels die zeggen dat hij in de schaduw bleef om ondertussen zijn eigen belangen te dienen, heeft Luciano D’Onofrio een punt gezet achter zijn activiteiten als makelaar. Hij heeft aanvaard om vice-voorzitter te worden van de club.”

Met Philippe Léonard keert weer een oud-speler terug op het nest. André Cruz, Régis Genaux, Emile Mpenza en Vedran Runje, om er maar enkelen te noemen, deden hem dat voor. “Soms”, verdedigt trainer D’Onofrio die politiek, “haalt de club spelers terug die zich na een mindere periode weer in de kijker kunnen spelen, zoals het geval was met Emile Mpenza. Hij speelde een sterk seizoen op Sclessin en vertrok naar Hambrug. Met het geld dat die overgang opleverde, kon de club de inspanningen compenseren die waren gedaan om zijn loon te betalen. Michel Preud’homme legde een maand geleden nog uit dat Standard aan de operatie met Mpenza niets had verdiend, maar dat het ook niets had gekost om gedurende een jaar gebruik te maken van de diensten van een bijzonder talentrijke spits. Dat neemt niet weg dat de mensen door al die transfers soms door de bomen het bos niet meer zien.”

“We moeten inderdaad proberen om op een andere manier dan via transfers in augustus kwaliteit te halen tegen een betaalbare prijs”, geeft Pierre François toe. “Een doorgedreven jeugdbeleid zou een zeer goed alternatief kunnen zijn. Er wordt te gemakkelijk uit het oog verloren dat in onze jeugdploegen wel degelijk talentvolle spelers zitten. Trouwens, jongens als Laurent Gomez, Maxime Baijot, Gilles Colin en Mémé Tchité maken deel uit van de kern. Maar we moeten daar nog verder in gaan. In 2005 wordt gestart met de bouw van het nieuwe op-leidingscentrum in Bois Saint-Jean. Als dat klaar is, beschikken we over een werkinstrument dat uniek is in België.”

4. Had Standard zoveel spelers mogen laten gaan ?

Pierre François : “We hebben woord gehouden tegenover spelers als Emile Mpenza, die vorig seizoen hun plicht vervuld hebben. We hadden goed geanticipeerd op het vertrek van Moreira en Onder Turaci door Wamberto en De-flandre binnen te halen. Turaci hadden we wel graag gehouden, maar hij had al meerdere seizoenen zijn opdracht bij Standard goed vervuld. Hij brandde van verlangen om naar Fenerbahçe te gaan. We wilden hem het leven niet zuur maken door hem tot elke prijs te houden.”

Dominique D’Onofrio : “Vergeet ook niet dat heel wat spelers einde con- tract waren. En we wisten dat het onmogelijk zou zijn om jongens als Fabian Carini, Lalo Sorondo of Emile Mpenza nog langer te houden.”

Het afscheid van Roberto Bisconti verliep dan weer niet echt vreedzaam. “Die bladzijde is omgedraaid”, wil Pierre François er geen woorden meer aan vuil maken. “Hij had bij Standard een veel beter contract dan bij de clubs waar hij voordien aan de slag was. Meer zelfs, hij verdiende hier dit seizoen nog meer dan vorig seizoen. We hebben hem alle mogelijke kansen gegeven en hij is er zelfs international door geworden. Toch kan hij het niet nalaten na te trappen. Ik vind dat erg spijtig, maar ik wil hem toch het beste wensen bij Nice.”

Bisconti zelf ziet het duidelijk anders. Zelfs op de site van zijn nieuwe club verklaart hij dat hij eigenlijk niet weg wilde uit Luik. “Ik wilde niet el-ders zoeken wat ik ook bij Standard kon krijgen. Ik moet de club bedanken voor het vertrouwen, maar na mijn sterke seizoen had ik toch op een gebaar van de clubleiding gehoopt. In plaats daarvan zette men mij alsnog in de etalage. Nu, ik verdien in Zuid-Frankrijk een pak meer en uiteraard ben ik daar blij mee. Ik vroeg niet dat Standard me hetzelfde zou betalen. De club zou dat trouwens niet gekund hebben. Maar ik had wel op wat meer respect gerekend.”

5. Betekent het begin van het nieuwe schooljaar de échte start voor Standard ?

Natuurlijk namen de Rouches een zeer slechte start, maar, zegt Pierre François, “er zijn nog dertig speeldagen”. Ook de trainer is blij dat het eindelijk september is. D’Onofrio : “Sinds enkele dagen ben ik gelukkig met de sfeer in de groep. Van de ene op de andere dag is die helemaal omgeslagen. Iedereen wil er nu echt voor gaan. Het afgelopen vrije weekend kwam precies op het juiste ogenblik. Combinatie- voetbal en een andere instelling moeten voor speelplezier en enthousiasme zorgen. De individuele kwaliteiten van de spelers komen dan vanzelf naar boven.”

Philippe Léonard : “Ik merk dat er met veel plezier wordt getraind. Alle spelers beseffen heel goed dat er gewerkt moet worden. De ploeg zal nu zeker tot eind december niet meer veranderen. We hebben dus vier maanden om het tij te keren en zoveel mogelijk punten te pakken.”

Sommige nieuwelingen zullen nog niet dadelijk inzetbaar zijn. Léonard bijvoorbeeld schat dat hij drie weken nodig heeft om weer op niveau te komen. “Ik moet gewoon keihard werken. De trainer heeft me duidelijk gemaakt dat ik pas zal spelen als ik er klaar voor ben.” De vraag is of de fanatieke aanhang met de belangrijke duels tegen Genk en Bochum in het verschiet nog zoveel geduld kan opbrengen.

door Stéphane Vande Velde

‘Van de ene op de andere dag is de sfeer omgeslagen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content