Het leerproces van Philippe Clement

Vier uur lang onderhandelde Philippe Clement vorige week woensdag met Vincent Mannaert over een mogelijke overgang naar Club Brugge. Precies om 16.40 uur verliet hij het kasteel van Bart Verhaeghe in Strombeek-Bever. De foto van Clement die in zijn wagen de afrit van de imposante locatie afreed, stond in de kranten. Als een item met een grote nieuwswaarde.

Zo is Philippe Clement in korte tijd uitgegroeid tot een stuk openbaar bezit. Zijn werk zal volgend seizoen bij Club Brugge nog meer worden gevolgd en uitvergroot. Heel anders dan bij KRC Genk waar Clement zich in de relatieve luwte verder kon ontwikkelen, tot de ploeg in play-off 1 uiteindelijk helemaal op titelkoers kwam. Maar zelfs dan hield hij de druk af. Ook dat wordt anders bij Club Brugge. Met minder dan een titel zal niemand daar tevreden zijn.

Philippe Clement lijkt te rustig en te intelligent om zich op stang te laten jagen. Hij is perfect in balans met zichzelf. Een eerzuchtige trainer, als het ware gemaakt om te winnen. Wat dat betreft past zijn ambitie uiteraard bij die van Club Brugge. Clement belandt in een wereld die hij goed kent. Het komt er voor hem op aan met een immens verwachtingspatroon om te gaan, als hoofd van een technische staf die op papier de beste lijkt van heel België. Dat wordt een nieuwe fase in zijn leerproces.

Maar ook Clement zal afhankelijk zijn van de kwaliteit van de spelersgroep. Te veel wisselvalligheid kenmerkte het voorbije seizoen het spel. Heel anders dan bij KRC Genk. Die constante lijn ook bij blauw-zwart in de ploeg brengen, moet zijn eerste uitdaging zijn. Dat dit moeilijk is, ervaarde Clement al in zijn periode als assistent van Michel Preud’homme. Maar hij heeft zijn manier van werken en omgaan met de spelers. Club Brugge zal onder hem hoe dan ook een andere ziel krijgen.

Dat KRC Genk er ondanks de wenkende financiële inkomsten niet in slaagde om Philippe Clement aan boord te houden, toont nog maar eens hoe de machtsverhoudingen in het Belgisch voetbal liggen. Traditie gooi je niet zomaar overboord. KAA Gent ondervond het toen het in 2015 kampioen werd. Het bleek al snel een illusie te denken dat het epicentrum van ons voetbal zich naar daar zou verleggen.

KRC Genk zit nog te veel vast in het provincialisme. De club leeft in Limburg. Daar is niets mis mee. Toch wil blauw-wit van deze titel gebruikmaken om meer nationale uitstraling te krijgen. Dan moet je erin slagen het succes te consolideren en te bestendigen. Dat wordt moeilijk ondanks het voetbalverstand dat daar heerst. Sleutelspelers gaan weg en er is vooral de komst van een nieuwe trainer die in het DNA van de club moet passen. De twee kandidaten die worden geciteerd hebben totaal andere profielen. Felice Mazzu heet een coach te zijn die uitgaat van behoudend voetbal, Bernd Storck is zijn antipode: een offensieve trainer, een voetballeraar die spelers maakt en tijdens de trainingen demonstreert hoe het volgens hem moet. Maar percepties zijn er om gebroken te worden.

Philippe Clement
Philippe Clement© BELGAIMAGE

Al die trainerswissels zullen volgend seizoen voor een apart piment zorgen. Vincent Kompany lijkt een wonderman, er komt geen einde aan het gejubel rond zijn komst. Zwaar wordt het voor Kompany in ieder geval om de functie van trainer-speler te combineren. Wanneer gaat hij, blessuregevoelig als hij is, de nodige rust vinden? Maar dat zijn aanwezigheid de competitie zal verrijken, daar kan geen discussie over bestaan.

Tien van de zestien clubs uit 1A werken straks in vergelijking met één jaar geleden met een andere trainer. In de veronderstelling dan nog dat Felice Mazzu in Charleroi blijft, Lázsló Bölöni doorgaat bij Antwerp en Marc Brys niet vertrekt bij STVV. Een koers van stabiliteit en continuïteit wordt er in het huidige landschap niet echt meer gevaren.

@JacquesSys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content