Hans Leenders klom uit de anonimiteit naar een basisstek bij RC Genk. “Als de verdediging stond aan te modderen, dan zouden we nooit zo hoog staan.”

“Ze probeerden ons achteraan vast te zetten, waardoor we in het begin te veel met de lange bal uitpakten. Daarna ging het beter, maar je ziet dat wij het moeten hebben van het collectief. Gelukkig kon Bernd ( Thijs, nvdr) nog eens laten zien dat hij een schitterende traptechniek bezit”, zegt Hans Leenders (21). Als Genk de resterende wedstrijd niet allevier verliest, is het zeker van Europees voetbal. Leenders : “Je weet maar nooit, maar het zou niet meer mogen mislopen.”

Hans Leenders verwierf begin dit seizoen een basisplaats in de Genkse verdediging en gaf die niet meer uit handen. Zijn debuut maakte hij in april vorig jaar in Harelbeke, nadat Pierre Denier hem enkele weken daarvoor uit de beloftenkern plukte. “We hadden niks meer te winnen of te verliezen. Zeker toen we ook in de beker werden uitgeschakeld. Dus kregen de jongeren wat kansen,” weet de jonge verdediger.

Leenders is wel geen Genks jeugdproduct. Op zijn elfde verhuisde hij van zijn eerste club Diepenbeek naar Club Luik. “Het jaar voordien zetten twee spelers van mijn club dezelfde stap. Blijkbaar zaten er opnieuw scouts in de tribune. Ik trainde ginder een paar keer mee, wat me zeer goed beviel.” Hij tekende slechts voor een jaar, omdat hij niet wist of hij het niveau aankon. En of hij in zijn nieuwe omgeving, waar Frans de voertaal is, kon aarden. Maar een jaar later verlengde hij zijn contract.

Eén keer haalde hij de eerste ploeg van RTFC Luik, op zijn zeventiende als verdedigende middenvelder. “Maar toen werd de financiële situatie in Luik té penibel en Genk had al enkele keren gevraagd of ik wou komen. De keuze was niet eenvoudig, omdat ik mij toch goed voelde in Luik. Samen met mijn ouders besloten we toch voor zekerheid en dus voor Genk te kiezen.” Daar schoolde Jos Heyligen hem om tot verdediger. “In de verdediging kom ik beter tot mijn recht, omdat ik toch niet die creativiteit heb van een Bernd Thijs of Josip Skoko.”

egin dit seizoen opteerde trainer Sef Vergoossen voor Juha Reini, Fins international, naast de onbetwistbare Didier Zokora. En dan stond Wilfried Delbroek, jarenlang vaste waarde van de Genkse fusieclub, nog klaar. Leenders : “Ik maakte me op het begin van het seizoen geen illusies. Ik speelde gewoon met de reserven en ik wist dat ik moest wachten op schorsingen en blessures. Toen vielen Delbroek en Reini geblesseerd uit en kreeg ik mijn kans centraal rechts. Ik heb ze met beide handen gegrepen. Hoewel Delbroek en Reini allebei opnieuw fit zijn, houdt de trainer vast aan de ploeg.

“Ik ben me er wel van bewust dat ik na enkele mindere wedstrijden mijn plaats kan kwijtraken. Ik ga er nooit vanuit dat ik ga starten. Doe ik dat wel, dan train ik misschien minder hard en dat wil ik vermijden. De wedstrijden die ik speelde, kunnen ze mij alleszins niet meer afpakken, die ervaring evenmin. Spitsen à la Rune Lange zijn leep door je met een duwtje uit evenwicht te brengen. Ik betrap me er soms op dat ik het nu zelf ook doe. Het is niet omdat je een kop kleiner bent, dat je geen kopduel kan winnen ( lacht).”

In Genk vallen vooral de spitsen en het middenveld op. De verdediging zou de zwakke schakel vormen. Leenders laat het niet aan zijn hart komen. ” Wesley Sonck en Moumou Dagano hebben zeker hun verdienste. Maar als de verdediging stond aan te modderen, dan zouden we nooit zo hoog staan. Ik verdraag kritiek, maar er wordt soms toch overdreven.”

Dat de achterste linie kritiek krijgt, is volgens Leenders inherent aan het spelsysteem. Genk speelt hoog, waardoor er veel ruimte achter de verdedigers ligt. Daardoor worden er veel kansen weggegeven. Vergoossen probeert zijn verdediging met training en met behulp van videobeelden bij te schaven. Leenders “Bij het begin van het seizoen had ik niet gedacht dat ik nu zover zou staan. Ik heb mijn progressie te danken aan het feit dat er zo gewezen werd op hetgeen ik fout deed.”

Op school studeerde Leenders economie-moderne talen. Daarna begon hij aan de hogeschoolstudies regentaat Frans, maar die staakte hij na een half jaar. “Mijn studies bleken niet combineerbaar met het voetbal. Ik schoof na het ontslag van Johan Boskamp door naar de A-kern, die twee keer per dag trainde. Dus was de keuze snel gemaakt. Maar ik realiseer me wel dat studies belangrijk zijn, hoewel ik het misschien niet graag deed. Toch ben ik blij dat ik voor het voetbal ging. Spijt zou ik pas krijgen als ik na jaren voor het voetbal gewerkt te hebben, de kans niet zou grijpen.”

eenders leeft als een prof. “Je bent verplicht om veel te laten voor het voetbal. Maar voor mij zijn dat geen opofferingen, want ik voetbal graag. Ik ga wel eens iets drinken met een kameraad, of een keer poolen of snookeren, maar ik lig altijd op tijd in mijn bed. Rust nemen is belangrijk, zeker in deze fase van de competitie. De dag voor een wedstrijd of training blijf ik thuis en ga ik rond half elf slapen. Mijn vrienden weten ook wat kan en niet kan. Ze begrijpen dat ook.”

Het leven van Hans Leenders draait rond voetbal. Als er drie dagen achter elkaar Europees voetbal op tv is, dan mag je er zeker van zijn dat de Genkspeler voor de tv gekluisterd zit. Ook de buitenlandse competities volgt hij, met een voorkeur voor de Premier League. Zijn favoriete club is en blijft wel Ajax Amsterdam. Als hij eens niet met voetbal bezig is, dan zit hij vaak thuis. “Ik kan er echt van genieten om gewoon niets te doen. Of om een filmpje te kijken, te surfen of op de Playstation te spelen.”

Auto’s ? “Ik ben gek op auto’s. Ik droom van een BMW, maar ik moet nog wel sparen ( lacht). Op mijn Playstation heb ik zeven of acht racespelletjes. En één voetbalspel, omdat ik me verplicht voelde.” Hij ging ook graag snowboarden en skiëen. Ging, want nu hij prof is, kan het niet meer.” Als hij in zijn Opel Astra rondrijdt, hoor je hem van ver. “Ik hou ervan om de muziek in de wagen luid te zetten. Maar dan geen house, geef mij maar R&B. Craig David of zo.”

Zoals de meeste voetballers wel ergens bijgelovig zijn, geldt dat ook voor Hans Leenders. “Op de dag van de wedstrijd parkeer ik mijn auto altijd op dezelfde plaats. En ik doe mijn sokken en schoenen altijd eerst links aan.”

Op het veld babbelt hij veel, maar naast het veld heeft Leenders geen grote mond. “Ik zal niet het hoge woord voeren, zoals Wes ( Sonck, nvdr) wel kan en doet. Als ze mijn mening vragen, zal ik die ook eerlijk geven. Ik zal nooit iets zeggen, waar ik niet volledig achtersta. Maar ik zal niet als eerste iets zeggen.”

Wesley Sonck daarentegen, de Gouden Schoen, staat tussen de lijnen geregeld tegen zijn medemaats te brullen. “Hij zegt wat fout liep en dat mag ook. Als niemand het zegt, gebeurt dat de volgende keer opnieuw. Op het terrein hoor je de trainer niet altijd, dus moet een speler de fouten corrigeren. En Vergoossen en Sonck zeggen hetzelfde, dus…”

Mocht RC Genk zijn groep bij elkaar kunnen houden, dan is Leenders ervan overtuigd dat Genk kampioen speelt. “Als het dit jaar al niet is. Het seizoen is sowieso al geslaagd, maar ik probeer nog niet te veel aan een affiche Manchester United-RC Genk te denken.”

door Kristof Aerts,

“Ik probeer nog niet te veel aan een affiche Manchester United-RC Genk te denken.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content