Trainer Wim Vandeven verklaart waarom zijn vriendin Tia Hellebaut, de olympische kampioene hoogspringen, haar rentree maakt en waarom ze … nog beter kan worden. ‘De zwangerschap heeft meer voor- dan nadelen gehad.’

Op 5 december 2008 maakte Tia Hellebaut haar afscheid bekend. Sindsdien bracht ze Lotte ter wereld en werkte ze halftijds als accountmanager bij het sportmarketingbureau Golazo. Op 16 februari 2010 kondigde ze haar comeback aan. Haar trainer en partner Wim Vandeven weet waarom. “Ten eerste heeft ze altijd heel graag aan hoogspringen gedaan en doet ze het nog altijd heel graag. Ten tweede heeft ze weer een uitdaging. De motivatie was weg na de Olympische Spelen in Peking in 2008, waar ze olympisch kampioene geworden is. De uitdaging is simpel: is het ook in atletiek mogelijk om terug te komen op het hoogste niveau als mama? En concreter: is het nog mogelijk om over twee meter te springen? Na Peking zei Tia: en wat nu? Als je dat begint te denken, kun je beter stoppen, want ze heeft niet het talent om op haar lauweren te rusten en toch nog top drie van de wereld te zijn. Natuurlijk had ze het geluk dat ze binnen de kortste keren zwanger was, dat was de perfecte timing.”

Vanaf wanneer kan ze weer bij de top aansluiten?

Wim Vandeven: “Het gaat nu de wereld rond dat het zeker is dat Tia einde juli in Barcelona deelneemt aan het Europese kampioenschap, maar dat klopt niet helemaal. Ofwel doet ze al een min of meer ‘normale’ zomer qua wedstrijden, ofwel volgen we ons oorspronkelijke plan en werken we naar de winter van 2010-2011 toe, waarin het Europese kampioenschap indoor in Bercy gepland is. We zullen zien. In tennis kun je na zes maanden weer aan de top staan, in atletiek is dat onmogelijk. Reken op anderhalf jaar. Nu zitten we voor op het schema en we hoeven dat niet weg te steken. Ik sluit het zeker niet uit dat ze het EK gaat halen. Als ze gaat, is het doel een finaleplaats. In de winter zal ze ook zeker aan competitie doen: vijfkamp of hoogspringen.”

Hebben jullie voor de terugkeer medisch advies ingewonnen?

“We hebben er natuurlijk over gepraat met de mensen die Tia altijd al omkaderd hebben, en zij hebben allemaal te kennen gegeven dat het moet kunnen. Het lichaam reageert natuurlijk na een bevalling. Het is aan ons om de gevaren van te snel te gaan in te perken, want je weet dat als Tia haar zinnen op iets gezet heeft het niet snel genoeg kan gaan. Je moet bijvoorbeeld een periode in acht nemen dat je de lichamelijke belasting niet mag overdrijven.

“Er wordt gezegd dat je negen maanden zwanger bent en negen maanden nodig hebt om te ontzwangeren. Daar zit een grond van waarheid in. Je merkt nu dat die negen maanden voorbij zijn – Lotte is tien maanden oud. Je merkt ook dat Tia anders begint te reageren op bepaalde prikkels. De eerste weken had ze bijvoorbeeld nooit het gevoel dat ze stijf kon zijn in de spieren. Terwijl dat gevoel nu terugkomt. Allemaal hormonaal natuurlijk. Vandaar dat we zeggen niks te forceren en wel zien waar we dit jaar landen. In de beginfase moest Tia ook heel voorzichtig zijn omdat ze bevallen is met een keizersnede. De rechte buikspieroefeningen mocht ze de eerste maanden niet doen, alleen de schuine. Nu is dat ook alweer achter de rug.”

Kinderoppas

Tia is sinds februari 32. Die leeftijd vergt toch een andere aanpak?

“Vast en zeker. Maar dat was ook al een beetje in 2008. We hadden de trainingsomvang al een beetje beperkt. Het herstel is minder snel, je moet je lichaam meer tijd gunnen. Maar in het hoogspringen is Stefka Kostadinova ( de wereldrecordhoudster met 2m09, nvdr) nog wereldkampioene geworden nadat ze bevallen was. De Oekraïense Inga Babakova heeft als mama ook nog over meer dan twee meter gesprongen, en van deze generatie is het de Amerikaanse Chaunte Howard ook al gelukt.”

Vergt het moederschap een andere manier van trainen?

“De manier van werken is dezelfde gebleven. Het voordeel van de zwangerschap is dat we zelfs een aantal oefenvormen kunnen doen waar we voordien niet aan konden denken. Met name door de achillespees, die jaren gevoelig was: ze heeft tijd gehad om te rusten en dat levert nu totaal geen probleem meer op. Daardoor kan Tia een aantal sprongvormen weer doen. Ik denk echt dat er op dit ogenblik meer voordelen zijn verbonden aan de zwangerschap dan nadelen. Ook het feit dat Tia niets meer te bewijzen heeft, is een voordeel: er staan vier gouden plakken in haar kast. Maar ze heeft wel een uitdaging voor zichzelf, en ze doet het ook alleen maar voor zichzelf.

“Ze kan alles nog beter relativeren dan voorheen. En ze heeft altijd heel graag getraind. Nu geniet ze er bij wijze van spreken nog veel meer van omdat ze een uur of twee uur alleen voor zichzelf heeft en eens niet met onze dochter Lotte bezig is. Tia beseft nog meer dan vroeger hoe zalig het leven als atleet wel is. Sinds 1 april hebben we nu ook een voltijdse kinderoppas in dienst genomen, de vriendin van mijn atleet Hans Van Alphen. Het enige nadeel is dat je van veel verder opnieuw moet beginnen: Tia is een vol jaar uit roulatie geweest. Maar als ik zie hoe snel bepaalde kwaliteiten terugkomen, dan hoop ik dat dat nadeel maar beperkt was.”

Kan ze op bepaalde onderdelen nog beter worden?

“Ik denk het wel. Ze is nu aan het proberen om haar kracht en snelheid weer bij te werken. Ik zie niet in waarom iemand die op haar 30e in alles wat ze ooit gedaan heeft op haar beste niveau was, plotseling op haar 32e versleten zou zijn en niet meer zou kunnen verbeteren. Het voordeel voor Tia is ook dat ze een laatbloeier is: ze is heel laat intensief beginnen te trainen. Wat dat betreft heeft ze nog maar een beperkt aantal trainingsjaren achter de kiezen. Dat zou anders zijn als ze pakweg al op haar vijftiende zeer zwaar aan het trainen was gegaan.

“We gaan zeker proberen om zowel technisch als qua snelheid en kracht nog te verbeteren. Je merkt dat haar schouder zoals bij veel hoogspringers nog te snel naar de lat gaat, dat de stijgfase langer zou kunnen duren, dat de zwaaiknie nog langer kan stijgen. Ook de boogvorming boven de lat kan nog iets uitgesprokener worden, al is dat met haar manier van techniek niet echt het allerbelangrijkste: Tia’s sprongcurve is nu eenmaal vlakker omdat ze van verder afduwt en meer snelheid heeft. Terwijl als je een heel steile curve hebt, zoals Vlasic het doet, je natuurlijk veel meer moet plooien boven de lat.”

Vlasic

Hoe heb je het hoogspringen zien ontwikkelen na Tia’s afscheid?

“Deze winter vond ik het een beetje minder. Er zijn vijf meisjes over twee meter gesprongen, maar er zijn er drie bij die het maar één keer gedaan hebben. En dan nog op een verende vloer, een ondergrond die je op kampioenschappen nooit aantreft. Blanka Vlasic en Ariane Friedrich steken er nog altijd boven uit: Vlasic nog iets meer dan Friedrich, maar ook Blanka vond ik deze winter niet echt imponerend ( Vlasic sprong zes keer over 2m, waarvan één keer over 2m06, nvdr). En in Doha, waar ze haar wereldtitel indoor verlengd heeft, heeft ze een foutloos parcours afgelegd tot twee meter, maar het was niet echt indrukwekkend. Daarna miste ze drie keer op 2m05. Die pogingen vond ik zeer zwak. Een goede Friedrich of een goeie Hellebaut bijvoorbeeld had Blanka daar geklopt. Ben ik zeker van.”

Wat vond je van het wereldkampioenschap in de openlucht in Berlijn?

“Een beetje hetzelfde. Vlasic won met 2m04, wat goed is natuurlijk. Maar ze miste haar eerste poging op 2m04. Net als Friedrich, die over 2m02 ging. Ik had vooraf gezegd dat 2m04 het kantelpunt zou worden: wie daar het eerst over gaat, wint. Want als ze het moeten doen onder druk, hebben ze problemen. Terwijl op zich Blanka natuurlijk de beste is van deze generatie, daaraan mag je niet twijfelen. Maar ze is wel degelijk te kloppen. En dat is dan ook weer een motivatiefactor voor Tia. Niet dat ze tégen Blanka springt: Tia probeert zelf zo hoog mogelijk te springen.”

Je ziet geen nieuwkomers en van de top twee val je niet achterover. Stagneert het?

“Je mag toch niet vergeten dat de kampioenschappen waarin Vlasic en Hellebaut duelleerden stuk voor stuk zeer hoogstaande wedstrijden waren. Ik herinner me dat Vlasic ondanks een sprong over 2m01 niet eens op het podium stond in Göteborg 2006 toen Tia won, tijdens een Europees kampioenschap dan nog, niet eens een wereldkampioenschap. Het was de eerste keer in de geschiedenis dat je met 2m01 geen medaille haalde. En het was de eerste keer dat je met 2m05 een wedstrijd niet won. In Peking ging zowel Tia als Vlasic over 2m05, maar Tia won omdat zij het al bij haar eerste poging deed, en Vlasic pas bij de tweede. Ik ben er trouwens zeker van dat Tia tijdens die olympische finale over 2m07 had kunnen gaan, als dat nodig geweest was. Dat was de beste wedstrijd aller tijden. Er is dus wel degelijk een geweldig sterke lichting aan het werk, al is er geen verbetering ten opzichte van twee of drie jaar geleden.”

door frank van de winkel

In tennis kun je na zes maanden weer aan de top staan, in atletiek is dat onmogelijk.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content