Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Zulte Waregem bekroonde een uitzonderlijk eerste jaar bij de elite met een historische bekerzege. De mindere vorm van de laatste weken kon het niet verdoezelen, maar de apotheose was groots.

Zulte Waregem schreef geschiedenis : nooit eerder in de annalen van de beker van België slaagde een neo-eersteklasser erin de landsbeker te winnen. Met de eindzege bekroonde de ploeg uit Waregem een uitzonderlijk seizoen : nooit in degradatiegevaar gekomen, een heenronde vol sprankelend combinatievoetbal en een bekerfinale als toetje. Voor Moeskroen betekende de verloren finale een gemiste kans om een kleurloos seizoen toch nog wat flair te geven en de in beroep verkregen licentie extra kracht bij te zetten.

Een knallende finale werd het echter niet in het voor de helft gevulde Koning Boudewijnstadion. Daarvoor was de zenuwachtigheid bij beide teams te groot. Hadden de spelers van Zulte Waregem immers geen zanglessen gekregen om uit volle borst het volkslied mee te brullen ? Het betere stembandenwerk zagen we amper, wel krampachtige gelaatstrekken en doffe blikken. Nochtans weinig reden toe. Beide ploegen kenden elkaar voldoende en traden aan in de typeopstelling. Voor Essevee betekende dat een 4-5-1 mét de in extremis opgelapte Salou Ibrahim (voorzien van indrukwekkend masker om zijn gehavende kaak te beschermen) diep in de spits. Voor Moeskroen gold, zoals steeds onder Gil Vandenbrouck, een 4-4-1-1 met in de aanval de loopgrage Adnan Custovic in steun van de net herstelde Marcin Zewlakow. Opvallend in de aanpak van Vandenbrouck was dat hij koos voor een viermansdefensie in zone, waarbij de kleine Geoffray Toyes (1,76 m) de grote Salou (1,87 m) het vaakst opving. Doorgaans kreeg Salou dit seizoen de grotere verdedigers op zich gekleefd. Een gewaagde zet dus van de Moeskroentrainer en geen onverdeeld succes. Salou kreeg, vooral in de aanvangsfase, te veel ruimte en kon daardoor meteen zijn meerwaarde voor de ploeg tonen.

In de tiende minuut is Salou net iets eerder op de bal dan Olivier Besengez en wordt onderuit geschoffeld. Uit de daaruit volgende vrije trap schildert Tim Matthijs de bal op het hoofd van aanvoerder Stefan Leleu : 1-0. Wie daarna een offensief van Moeskroen verwachtte, kwam bedrogen uit. Les Hurlus speelden, zoals al te vaak de voorbije competitie, een belabberde eerste helft. Lieten te veel ruimte tussen de linies, probeerden wel altijd van achter uit op te bouwen (we zagen bijvoorbeeld nooit een verre uittrap van doelman Patrice Luzi), maar de passing was te slordig. Zowel op het middenveld als voorin waren er ook nauwelijks aanspeelpunten. Enkel op stilliggende ballen en met flauwe afstandsschoten kon Moeskroen dreigen. Gelukkig voor de grensploeg bleek Zulte Waregem niet plotsklaps bevrijd van de mindere vorm van de laatste weken. Met als exponent de ook nu weer erg bleke Tony Sergeant, ondanks het feit dat zijn één-tweetjespartner Salou er weer bij liep. Het team kon wel weer iets beter aansluiten en combineren, maar voor veel doelgevaar zorgde dat allemaal niet. Steve Dugardein, aanvoerder van Moeskroen, zag dat ook : “Eens te meer begonnen we te laat aan onze wedstrijd. Na de rust namen we de wedstrijd over, Zulte Waregem zat er fysiek door en na de gelijkmaker gingen we uit van verlengingen. Die hadden we gewonnen, daar ben ik zeker van.”

Fysiek ten onder

Na de pauze kwam inderdaad een heel ander Moeskroen uit de kleedkamers. Duels werden steeds vaker gewonnen en wie duels wint, komt het vaakst aan de bal, dat is een basisprincipe in het voetbal. Belangrijk was de dubbele wissel die Vandenbrouck doorvoerde op het uur. Besengez, die met geel geboekt stond, en Jean-Philippe Charlet naar de bank, Kevin Hatchi en Patrick Dimbala op het veld. Dimbala moest voor meer offensieve impulsen zorgen op de linkerflank, waardoor Jean-Felix Dorothée van die positie doorschoof naar de rechtsachter van Charlet. Twee minuten later leverde dat meteen op. Dorothée, voetballend veel gedrevener en accurater dan Charlet, rukt op rechts mee op en speelt in op Custovic, die kaatst met Zewlakow. Een eerste schot wordt afgeweerd door Zultedoelman Pieter Merlier, maar in de rebound lepelt Zewlakow de bal op het hoofd van Custovic : 1-1, de bordjes weer gelijk. Van dan af aan domineerde Moeskroen de partij. Zulte Waregem zakte fysiek helemaal weg en verloor de slag op het middenveld. Niet verwonderlijk als je bedenkt dat de ploeg van Francky Dury bestaat uit semiprofs en dat langs de andere kant Moeskroen gecoacht wordt door een man die al twintig jaar als conditietrainer zijn strepen verdiende. Zulte Waregem kwam dan ook nog eens goed weg toen natrappen van Tjörven De Brul ongestraft bleef en scheidsrechter Paul Allaerts een kwartier voor tijd een strafschopfout op Custovic door de vingers zag. “Ongehoord, al heel de wedstrijd floot die man tegen ons”, brieste Gil Vandenbrouck na de wedstrijd. De pil werd nog moeilijker om door te slikken toen een minuut in de toegevoegde tijd Stijn Meert makkelijk over het been ging van Dorothée. Vrije trap op de rand van de zestien. Meert beschrijft de cruciale fase : “Er werd aan mijn truitje getrokken en ik kon niet meer aan de bal, dus liet ik me vallen. Tja, dat is voetbal. Moeskroen heeft ook enkele vrije trappen op de rand van de zestien gehad, hoor. Ik stond met Matthijs voor die bal. We keken naar de trainer en die gaf aan dat we rustig moesten blijven. In principe gingen we de bal strak voor doel brengen, maar Matthijs zag de hoek open en krulde hem prachtig binnen. Iedereen dankt hem op de blote knieën, want verlengingen zagen we echt niet zitten.”

Voor Matthijs, die slechts als vervanger voor de geschorste Nathan D’Haemers mocht opdraven in de basis, werd de bekerfinale geschreven als een droomscenario. Eerst een assist op de openingsgoal, daarna nog een goede kans alleen voor de doelman, om ten slotte in de toegevoegde tijd de winnende treffer in de kruising te trappen. “Ik had er de dag voor de finale op geoefend hier in het stadion. De eerste twee vlogen in de tribune, de derde poging zat er lekker in. Daar ben ik gestopt”, glundert de matchwinnaar. “Ik zag de hoek open liggen en ik zeg tegen Meert : ‘Ik ga trappen, jong.’ Ik dacht even dat Luzi hem nog zou pakken, maar hij zat er lekker in.”

In het verliezende kamp werd er vooral met een beschuldigende vinger richting scheidsrechter gewezen. Maar ook de weinig doortastende reflex van doelman Luzi zorgde voor wenkbrauwgefrons. “Luzi kon niet wegsteken dat hij al twee weken niet meer gespeeld had”, verklaart hulptrainer Claude Verspaille. “Zijn vervanger, Christophe Martin, deed het goed de voorbije weken, dus het was een gok van onze trainer om toch Luzi weer in de basis te zetten. Maar je zag op de hoge ballen dat hij er niet helemaal stond. En ook bij die vrije schop van Matthijs ging hij niet vrijuit. Jammer.”

Europa in

De jongens van Zulte Waregem zal het worst wezen, zij mogen volgend seizoen Europa in. Maar of de club daar klaar voor is ? De Trainer van het Jaar weet het antwoord. “Neen, wij zijn niet klaar voor Europees voetbal,” beweert Dury, “maar we trekken onze lessen uit dit seizoen. De laatste weken waren moeilijk, de spelers waren op en ik eiste te veel van hen. Maar ik heb er helemaal geen moeite mee om toe te geven dat de groep zijn gelijk bewees in de finale. Al moeten we eerlijk zijn : het was geen goede wedstrijd. Ach, genoeg gepraat, we hebben potverdorie de beker gewonnen !” En zo vertrok een feestende spelersbus omstreeks middernacht naar het marktplein van Waregem. Essevee, olé, olé.

MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content