Standard heeft een nieuw blik jong talent open- getrokken en daar zitten waardevolle spelers in. Wat kunnen Batshuayi, Ezekiel en co de Rouches bijbrengen?

Na de lichting met Axel Witsel en Marouane Fellaini presenteert Standard opnieuw een sterke lichting jongeren in het eerste elftal. Net als de vorige keer is dat opnieuw een mix van spelers die in Luik opgroeiden, en aangespoelden die elders afgeschreven of doorgestuurd werden maar op Sclessin gekoesterd worden. Die aanpak loont, zoals in het verleden het geval was met Fellaini en Dieumerci Mbokani.

Peter Balette heeft de jonge talenten van vandaag als assistent van achtereenvolgens José Riga en Ron Jans zien arriveren in de kern: eerst was er Michy Batshuayi, eind vorig seizoen lieten Imoh Ezekiel en Paul-José Mpoku zich opmerken, en dit jaar debuteerden Dino Arslanagic, Ibrahima Cissé en Luis Phellype. Balette was vaak hun klankbord en hun tweede vader: de man die hen streng toespreekt als ze een fout maken, maar die ook emotioneel reageert wanneer een van ‘zijn jongens’ iets moois doet. Zoals toen Batshuayi scoorde op Genk, de plek waar hij vorig jaar rood kreeg wegens natrappen. “Ik heb geen voorkeur voor een van de zes, maar met Michy heb ik veel gepraat”, zegt Balette daarover.

Dé man van het moment is spits Imoh Ezekiel, in januari 2011 doorgestuurd bij Club Brugge waar hij een paar weken testte met de beloften. “Zelden heb ik iemand zich zo snel zien ontwikkelen”, zegt Balette. “Ik zie hem vorig seizoen nog de kleedkamer binnen-stappen, klein en frêle. Hij kwam net over van de jeugdploegen, waar hij vaak scoorde, maar José Riga bekeek hem en vroeg: ‘Kom jij voor de jeugd of de eerste ploeg?’ Maar op training maakte hij meteen indruk door zijn snelheid en zijn inzet. Hij gaf zich helemaal en was van niemand bang in de duels. We hebben hem moeten uitleggen dat een training geen oorlog was. Dag na dag begon iedereen te beseffen dat we met Ezekiel een goudklompje in handen hadden. Hij beschikt over een goeie sprongkracht, zet druk op de verdedigers. Hij scoort gemakkelijk maar moet zijn snelheid nog beter leren gebruiken om in de rug van de verdediging te duiken. Het is zo’n beweeglijk spelertje. Op technisch vlak moet hij nog wat schaven. Ook tactisch heeft hij nog veel te leren. Zo werken we aan zijn traptechniek. Vergeet niet dat hij in Nigeria maar in tweede klasse voetbalde. Toch heeft hij al grote stappen gezet, omdat hij hard werkt en leergierig is. Het is een jongen met een grote toekomst, op voorwaarde dat hij zijn tijd neemt. Na dit seizoen al een transfer nastreven zou hem niet vooruit helpen. Imoh moet hier gewoon nog twee of drie jaar blijven. Dan is hij klaar voor een stap hogerop.” Als dat al lukt, want vandaag volgen Lille, Saint-Etienne, Genoa, Fiorentina en Tottenham al nauwlettend de jonge spits.

Rastalent

Sinds de komst van Mircea Rednic heeft Michy Batshuayi een basisplaats in de 4-4-2 waarmee de Roemeense coach bij voorkeur uitpakt. “Michy is een rastalent”, zegt Ba- lette. Hij ontdekt de wereld van de volwassenen, waar voetbal niet alleen een passie is, maar ook een beroep. De postformatie is altijd een moeilijke fase, en in zijn geval mag ik wel zeggen dat hij een beetje kwajongen is gebleven. Maar het is een intelligente speler, hij heeft het begrepen. Je moet echt niet zoeken naar zijn talent, het springt in het oog: zijn technisch vermogen, een goed kopspel, knappe dribbels, trap op doel. Zijn terugkeer doet me veel plezier, Standard is altijd in hem blijven geloven. Dat hij een terugval kende, vind ik normaal. Hij moet niets willen forceren en nog aan zijn afwerking werken. Ik vind hem en Imoh erg complementair. Of er iemand voorin moet bijkomen? Een ervaren spits als Igor De Camargo kan altijd een interessant gegeven zijn voor jongens van negentien. Jonge voetballers, allemaal goed en wel, maar je hebt in een team een goeie mix tussen jong en ervaring nodig.”

Koude

Paul-José Mpoku is wél al helemaal volwassen, en niet alleen omdat hij al getrouwd is, vindt Balette: “Hij is volwassen geworden in Engeland. Het liefst voetbalt hij in een centrale rol, maar daar is de concurrentie groot. Door de blessure van Sébastien Pocognoli is Jelle Van Damme een rij achteruit geschoven en heeft Mpoku de vrijgekomen plaats links op het middenveld goed ingenomen. Hij bezit een goeie traptechniek maar moet zich nog toeleggen op vrije trappen.”

Ook Dino Arslanagic, Ibrahima Cissé en Luis Phellype verzamelden al speelminuten met het eerste elftal. “Dino heeft een goeie indruk gemaakt met zijn gestalte, zijn elegantie en zijn mooie voetbalstijl”, is het oordeel van Balette. “Hij zit goed in zijn vel, is altijd rustig en beleefd, heel discreet. Dat zijn kwaliteiten, maar het houdt ook een gevaar in. In eerste klasse moet een verdediger het niet altijd mooi willen oplossen, maar zich soms stevig doorzetten in duels, zoals Kanu dat doet. Hij moet eens goed kijken naar hoe Ciman en Van Damme dat aanpakken, maar hij komt er wel. Cissé heeft een enorme vooruitgang gemaakt, stelden we al vast bij het begin van de trainingen dit seizoen. Hij is polyvalent en explosief, kan aantreden als verdedigende middenvelder of als back. Phellype moet als Braziliaan nog wennen aan de koude, Europa en eerste klasse, maar het is een welopgevoede en leergierige jongen, een typisch Braziliaanse spits, sterk met de bal aan de voet.” ?

DOOR PIERRE BILIC – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Batshuayi is een rastalent.” Peter Balette

“Na dit seizoen al een transfer najagen zou Ezekiel niet vooruit helpen.” Peter Balette

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content