Zelden had een keeper zo’n groot aandeel in een titel van paars-wit. Daniel Zitka blikt terug op het seizoen van Anderlecht.

Voor Daniel Zitka smaakte de champagne bij deze kampioenstitel een stuk beter dan bij de vorige. Het vorige seizoen was grotendeels dat van Silvio Proto. Zeven matchen slechts keepte Zitka toen : vier in het begin van het seizoen, drie op het einde, toen Proto geblesseerd uitviel. Dit jaar miste hij op de slotfase van de kampioenswedstrijd tegen Brussels na maar één speelhelft : uit bij Gent bleef hij na de rust geblesseerd in de kleedkamer. De stand was toen 1-1. Mét Zitka in doel verloor Anderlecht dit seizoen slechts één competitiematch. Zelden had een keeper zo’n groot aandeel in een titel als dit jaar. Een aantal keer hield Zitka paars-wit overeind.

Zie je, behalve je eigen situatie, nog verschillen met de titel van vorig seizoen ?

Daniel Zitka : “Dit seizoen had je veel meer punten nodig om kampioen te worden. Vorig jaar volstonden zeventig punten, nu moest je er tachtig halen.”

Wat was de rode lijn doorheen dit seizoen ?

“We wonnen matchen waarin we niet goed voetbalden, maar waarin we het haalden door de kwaliteit van onze spelers. Charleroi thuis was er daar een van : we winnen met 3-2, door de kwaliteit van Ahmed Hassan. Gent en Standard hier thuis waren ook zo.

“Ik herinner me ook veel matchen waarin de score in de slotminuten kantelde. Soms in ons nadeel, zoals op Moeskroen en Beveren, soms in ons voordeel : op Charleroi scoorden we de gelijkmaker in de 93ste minuut, op Lokeren in de laatste minuut.

“Soms redde één man ons : ik denk aan de goals van Mémé Tchité, van Nicolás Frutos, aan de klasse van Hassan. Soms lag het aan de sterke verdediging, als ik aan de laatste wedstrijden denk.”

Had je ook dit seizoen het gevoel dat jullie steeds tegen een muur moesten opboksen, of waren er ploegen die het spel meespeelden ?

“Hetzelfde als de vorige jaren : meestal was het wij tegen een muur. Vaak ben je verbaasd wanneer je de wedstrijd van onze tegenstander tegen ons met die van de week voordien vergelijkt. Dan vraag ik me wel eens af : hoe kan dat op twee weken zo verschillen ? “

Wie bekampte jullie met open vizier ?

“De top vier : Genk, Standard, Gent, Charleroi. Op verplaatsing in het begin van het seizoen ook STVV en Westerlo.”

Wat heeft je dit seizoen bij Anderlecht het meest verrast ?

“De laatste weken hadden de spelers het op training heel moeilijk om te scoren. Veel trainingspartijtjes eindigden op 0-0, ze kregen echt geen bal binnen. Een paar weken vroeg ik me af : wat zal dat zondag worden ? Het was af en toe ook bibberen tot de laatste minuut : die tweede goal kwam maar niet. Maar plots maakten we er tegen Roeselare vijf en de week daarop acht tegen Beveren. Toen was ik echt verbaasd.”

Augustus (punten : 12/12, doelsaldo : 10-5)

Jullie startten met een grotendeels vernieuwd team. Wie van de spelers die vertrokken heb je het meest gemist ?

Daniel Zitka : “In het begin van het seizoen zeker Hannu Tihinen en Michal Zewlakow achteraan. In de verdediging hadden we geen automatismen. De enige met ervaring was Olivier Deschacht. We hadden ook geen echte rechtsback. Anthony Vanden Borre is een offensieve middenvelder. Ook Pär Zetterberg misten we. Die kon matchen beslissen. Neem nu dat 0-0-gelijkspel thuis tegen Zulte Waregem. In de laatste minuut kregen we een vrije trap. Zetterberg had die omgezet.”

Jullie begonnen met twaalf op twaalf. Heeft dat je verbaasd ?

“We wisten dat we een moeilijke start tegemoet gingen, met een thuiswedstrijd tegen Club Brugge en twee moeilijke verplaatsingen naar Westerlo en STVV. In de eerste twee matchen kregen we telkens rood, op Staaien kwamen we zelfs op achterstand. Die eerste twee matchen gaven ons extra energie, dat was een mentale opsteker. Twee keer een hele tijd met tien man spelen en toch winnen, dat maakt je mentaal sterker. Die eerste twee matchen hadden heel anders kunnen aflopen. Wat we daar haalden, beschouwden we als bonuspunten.”

Toch vroegen velen zich af : wat zal dat worden, een competitiestart zonder Nicolás Frutos ?

“Daar was ik niet bang van. Offensief hadden we zo veel weelde. In de oefenmatchen was Tchité nog niet zo sterk. Daar viel hij nog niet op. De competitiestart heeft hem gelanceerd.”

Veel mensen waren aangenaam verrast door Mémé Tchité, die bij Anderlecht heel anders voetbalde dan met Standard. Hebben jullie hem sterker gemaakt of heeft hij jullie sterker gemaakt ?

“Beide. Door zijn doelpunten heeft hij ons geholpen, wij hebben hem ook veel gegeven opdat hij zijn kwaliteiten optimaal zou kunnen tonen. Vorig seizoen had hij een moeilijke terugronde, net zoals heel Standard.”

Op de derde speeldag al spelen jullie tegen Club Brugge, voor het seizoen aangeduid als jullie voornaamste titelconcurrent.

“Ik dacht vooraf ook dat zij onze grootste concurrent zouden worden, maar eigenlijk is dat nergens op gebaseerd, want in de voorbereiding weet je niet hoe sterk je tegenstanders zijn.”

Dacht je na die 1-0-zege nog steeds dat zij jullie grootste concurrent zouden worden, of vielen ze tegen ?

“Nee, wij wonnen die match maar zij waren ook goed, ze misten twee grote kansen, via Kevin Roelandts en Bosko Balaban. Ik had die dag behoorlijk wat werk. Als je tegen Club wint, krijg je altijd een mentale opkikker. Dat is nog iets anders dan winnen tegen Germinal Beerschot of Westerlo. Zo’n zege in een topper maakt je als ploeg sterker.”

Jij speelde ook een sterk seizoensbegin.

“Ja. ‘Als jij de nul houdt en wij maken één goal, dan winnen we’, zei men me voor de aftrap van het seizoen. Elke keer als ik de nul houd, ben ik gelukkig.”

Weet je dan voor de vuist weg te zeggen hoe vaak je dit seizoen gelukkig bent geweest ?

“Dertien keer ?”

Zestien keer : één wedstrijd op twee.

“Ook na de 2-2 op Club Brugge was ik gelukkig, ondanks de twee tegengoals. We schieten twee keer tussen de palen, twee goals. Ik had ook redelijk veel werk, dat had anders kunnen aflopen.”

September (punten : 5/12, doelsaldo : 5-6)

September was naar Anderlechtnormen matig tot slecht, met de 1-4-thuisnederlaag tegen Genk als dieptepunt.

“Het begon al met de opdoffer op Moekroen, waar we in de slotminuut de zege uit handen gaven. Toen begon voor ons de periode met de Champions Leaguematchen. Dat betekent : minder rust, veel reizen. Dat heeft gevolgen voor de competitiematchen. Van Lokeren wonnen we nog, op Charleroi moesten we tachtig minuten verdedigen. Uiteindelijk mochten we daar nog blij zijn met de late gelijkmaker.”

Kwam die nederlaag tegen Genk zwaar aan ?

“Normaal moet die match op 1-2 eindigen. Die laatste twee tegengoals tel ik niet mee : we gooiden alles in de aanval om alsnog gelijk te maken, de verdedigende taken werden niet meer uitgevoerd, waardoor we in de slotfase op twee counters liepen.”

Als je zegt dat het 1-2 had moeten zijn, geef je wel toe dat de nederlaag niet onverdiend was.

“Genk toonde in die match dat we rekening moesten houden met hen in de titelstrijd, niet alleen met Club Brugge en Standard.”

Wat vond je het verschil tussen Anderlecht en Genk ? Wat maakt Genk zo sterk ?

“De sfeer in de groep is bij hen meer ontspannen, losser. Zij stonden niet zo onder druk als wij, dan voetbal je makkelijker. Maar ik blijf erbij dat de betere spelerskwaliteit bij ons zit.”

Oktober (punten : 6/6, doelsaldo : 6-0)

Lucas Biglia was voor velen dé revelatie van de heenronde.

“Blijkbaar had hij geen aanpassingsperiode nodig. De aanwezigheid van drie andere Argentijnen heeft hem veel geholpen. Is hij hier alleen, is het op zijn leeftijd misschien anders. Frutos heeft hem goed geïntegreerd, wat hij ook met Nicolás Pareja deed. Ik zie dat er echt vriendschap is tussen die drie jongens. Zij gaan samen na de training nog iets eten, trekken altijd samen op. Die leven als één grote familie. Dat maakt hen ook sterker op het veld.”

November (punten : 7/12, doelsaldo : 6-4)

Op Standard, dat zich herpakte na een mislukte start, spelen jullie 0-0. Was dat een kantelmoment ?

“Wij gingen naar daar om te winnen, maar na de match waren we tevreden met een punt. Ik was ook blij met de nul op het bord.”

De week voordien verliest Anderlecht op Gent, jij blijft na de rust in de kleedkamer.

“Niemand had verwacht dat we op Gent zouden verliezen. Daarom kwam die nederlaag hard aan. Houden we die 1-0-voorsprong tot aan de rust vast, verliezen we daar nooit. Gent presenteerde zich toen absoluut nog niet als een titelkandidaat, had zijn eerste wedstrijden allemaal verloren. Wel voelde je dat ze met D ominic Foley en Adekanmi Olufade goeie voetballers hadden, die veel steun kregen van achteruit. Ze wonnen veel belangrijke matchen met een systeem waarmee Georges Leekens bij al zijn ploegen al succes had : flanken, centers, lange ballen naar Foley, zoals hij dat bij Lokeren destijds deed met Sambegou Bangoura. Die zege tegen ons was voor hen een opsteker, die heeft hen gelanceerd.”

Was er na de nederlagen tegen Gent en Genk sprake van crisis, zoals vorig seizoen na Germinal Beerschot ?

“Crisis niet, gewoon een moeilijk moment. Na de 1-4 van Genk wees ik erop dat we drie jaar geleden ook thuis met 1-4 verloren van Standard maar wel kampioen werden.”

Na half november verloren jullie geen competitiewedstrijd meer.

“Er waren wel matchen waarin het had kunnen verkeerd gaan. Op Charleroi, Lokeren, Club Brugge stonden we héél dicht bij de nederlaag.”

December (punten : 7/9, doelsaldo : 6-2)

In december blijkt dat jullie een van de drie vooropgestelde doelen niet halen. Hoe zwaar kwam de uitschakeling in de Champions League aan ?

“Ik vond het geen slechte campagne, maar ook niet de beste. We verloren maar twee keer. Kijk maar eens waar Milan nu staat : zo zwak was die ploeg niet. De eerste wedstrijd tegen Rijsel vond ik frustrerend, omdat we tot tien minuten voor tijd voor stonden. Ook aan de thuismatch tegen Milan hield ik een slecht gevoel over, omdat we van het veld stapten met het idee dat er tegen tien man iets meer had in gezeten. We hadden tevreden moeten zijn met een punt. Tel je die drie punten – een tegen Milan, twee tegen Rijsel – erbij, overwinteren we wel Europees.”

Drie dagen na de Europese uitschakeling voetballen jullie belabberd op Brussels, maar winnen met een wereldgoal van Tchité. Was dat een kantelmoment ?

“Belangrijk is dat je de frustratie van club en supporters niet overneemt, dat je meteen een knop omdraait. Wat telde, was dat we Genk niet verder lieten uitlopen dan zes punten.”

Januari (punten : 6/6, doelsaldo : 6-1)

Na de winterstop krijgen jullie er twee nieuwe verdedigers bij, van wie er een meteen titularis werd. Had hun aanwezigheid Europees een verschil kunnen maken ?

Marcin Wasilewski was verdedigend een versterking. Na de winterstop waren er ook meer automatismen tussen Pareja, Deschacht en Roland Juhasz. Daardoor vermeden ze fouten uit de heenronde, die het gevolg waren van een gebrek aan automatismen. De heenronde was voor de nieuwe verdediging een leerproces. Als keeper merkte ik dat goed, dat ik van week tot week minder werk kreeg, dat het achterin steeds beter in elkaar zat. Na Nieuwjaar waren er matchen waarin ik weinig, zelfs geen werk kreeg, omdat het verdedigend perfect liep. Standard en Gent thuis waren zo, Zulte Waregem ook.”

Marcin Wasilewski is niet meteen de meest sierlijke voetballer, eerder het karaktertype dat je bij Club Brugge achteraan verwacht.

“Dat karakter misten we achterin. We hadden verfijnde voetballers met veel kwaliteiten, maar minder scherp in de duels. Wasilewski en Jelle Van Damme hebben dat wel. Ik zie Jelle nog altijd eerst als verdediger. Wat telt, is evenwicht. Vier Wasilewski’s achteraan is ook niet goed.”

Februari (punten : 8/12, doelsaldo : 6-4)

Op Club Brugge en Lokeren kruipen jullie twee keer door het oog van de naald.

“Naar Lokeren gingen we niet voor een gelijkspel. Lokeren was pech : die bal ging er maar niet in. Behalve de laatste.”

Na het gelijkspel op Club Brugge wordt onverwacht het contract van de trainer met een jaar verlengd. Schrokken jullie daarvan ?

“Onder de spelers was een mogelijke contractverlenging van de trainer nooit een gespreksthema. Onlangs lag dat met Glen De Boeck en Jacky Munaron wel anders. Daar werd wel over gepraat. Ik denk dat de contractverlenging van Frank Vercauteren voor meer ophef zorgde bij jullie, journalisten.”

Maart (punten : 8/12, doelsaldo : 8-4)

Begin maart speelt Hassan in zijn eentje Charleroi naar huis. Bij een evaluatie van dit seizoen kan je moeilijk om hem heen. Hoe belangrijk vond jij hem dit seizoen ?

“Hassan is een klassespeler met een fantastische techniek. Als hij zijn kwaliteiten nog meer ten dienste stelt van de ploeg, zal hij nog beter zijn. Hassan won matchen voor ons, maar er waren ook wedstrijden waarin hij voor zichzelf speelde.”

Bijvoorbeeld ?

“Thuis tegen Zulte Waregem. In plaats van een pass te geven aan een beter geplaatste ploegmaat probeerde hij zelf te scoren. Hij bedoelt het wel goed, het is gewoon zijn mentaliteit. Hij wil dat alle acties bij hem beginnen en dat hij de laatste pass geeft of afwerkt. Dat maakt hem een topvoetballer, maar in het ploegbelang is het soms niet goed.”

Is het daarom dat Mbark Boussoufa, die soortgelijke kwaliteiten heeft, minder tot zijn recht kwam ?

Boussoufa is iemand die een aanpassingsperiode nodig heeft. Dit seizoen liet hij al zien dat hij het niveau van Anderlecht aankan. Zal ik eens iets voorspellen ? Schrijf maar op : volgend jaar wordt het jaar van Boussoufa. Dat geloof ik echt. Let maar op.”

In het begin van het seizoen kwijnde Hassan nog weg in zijn hoekje in de kleedkamer.

“Hij heeft het mentaal moeilijk, zo helemaal in zijn eentje, zonder zijn gezin. Als zijn vrouw en kinderen hier zouden zijn, zou hij helemaal openbloeien en nog beter voetballen. Daar kunnen wij, ploegmaats, niets aan doen, dat moet hij zelf oplossen. Het was hier helemaal nieuw en anders voor hem : plots moest hij iedereen elke dag een hand geven. Dat was hij niet gewend.”

April (12/12, doelsaldo : 8-0)

Opvallend : een maand lang incasseer je geen tegendoelpunt. Iemand zei ironisch : Standard en Gent hielden Zitka perfect uit de wedstrijd.

“Tegen Standard en Gent was het verdedigend perfect. Op Cercle zaten we meer onder druk. Tegen Lierse en Cercle had ik meer werk.”

Heeft dat enkel te maken met automatismen achterin die er in het begin niet waren ?

“Nee. Het komt ook omdat ploegen als Roeselare en Beveren mee wilden voetballen, terwijl voorheen Zulte Waregem hier voor één punt kwam. Wij hebben zo veel aanvallende kwaliteiten dat een ploeg die ons met open vizier bekampt het zitten heeft. Stilaan hadden we achterin ook de automatismen die voor de winterstop ontbraken. Alleen Deschacht en ik bleven over van de verdediging van vorig jaar. Wij waren ook de enige twee die deze competitie alles gespeeld hebben. De andere verdedigers wisselden voortdurend. Daarom duurde het zo lang eer we op mekaar ingespeeld raakten.”

Maakt het voor jou wat uit wie er voor je staat ?

“Nee, ik pas me aan de keuzes van de trainer aan.”

Men zegt : als de keeper van Anderlecht de uitblinker is, was de ploeg niet zo sterk.

“Er waren ook matchen waarin mijn ploegmaats de wedstrijd beslisten. Charleroi, thuis bijvoorbeeld. Als we vijftien keer de nul hielden, was dat niet alleen mijn verdienste, maar ook van de verdedigers die voor mij stonden.”

Mei (punten : 6/6, doelsaldo : 14-0)

Tegen Beveren slikte je na een maand nog eens een tegengoal. Hoe voelt dat, om na zo’n lange tijd nog eens de bal uit de netten te halen ?

“Ik houd liever de nul in een match waarin we maar één keer scoren dan in een wedstrijd waarin we zeven of acht doelpunten maken. Op Cercle Brugge de nul houden, was belangrijker dan tegen Beveren.”

Het was toch meer jouw kampioenschap dan vorig jaar ?

“Toen hield ik ook vijf keer de nul in zeven matchen. Vorig seizoen was ik een schakel op wie men kon rekenen als het nodig was, nu kwam ik meer in beeld, maar net als toen deed ik gewoon mijn werk.”

Was dit jouw beste seizoen ooit ?

“Ja. Met Lokeren heb ik ook eens een uitstekend jaar gehad, maar toen was er geen sprake van een prijs, waardoor dat minder opvalt. Als we nu naast de titel hadden gegrepen, had ik dit een slecht seizoen genoemd. Voor mij telt het succes van de ploeg. Liever slecht spelen en winnen dan omgekeerd. Kampioen worden is bij Anderlecht het enige wat telt.”

door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content