Het perfect afgestemde raderwerk van Beerschot

© belgaimage

Wat maakt Beerschot de strafste promovendus in de naoorlogse geschiedenis van ons Belgische eersteklassevoetbal?

9 op 9, met zeges tegen Oostende, Zulte Waregem en nu ook de scalp van landskampioen Club Brugge. Het is van SK Lierse in 1927 geleden dat een promovendus nog zo uit de startblokken schoot. Helemaal verrassend is dat echter niet. De voorbije seizoenen bewezen al dat de promovendus uit 1B zelden moeilijkheden kent om zich aan te passen aan het niveau in de Jupiler Pro League. KV Mechelen startte vorig jaar met een 7 op 9 (dat een 10 op 12 werd) en in 2018 maakte Cercle Brugge zijn herintrede in de JPL met 5 op 9 (dat 8 op 12 werd). Het bewijst in de eerste plaats wat voor een competitieve plek die 1B is, waar ploegen vier keer tegen elkaar uitkomen en dus veel afhangt van details en karakter. Bovendien zijn de budgetten van die clubs – dankzij buitenlandse investeerders – fel gestegen en kunnen ze teren op een positieve flow.

Veel verdienste voor de huidige hoogconjunctuur valt toe te schrijven aan Hernán Losada.

Neemt niet weg dat veel verdienste voor de huidige hoogconjunctuur van Beerschot valt toe te schrijven aan T1 Hernán Losada. Sinds hij in oktober vorig jaar overnam van Stijn Vreven voetbalt Beerschot élke wedstrijd met het mes tussen de tanden. Van zijn laatste tien wedstrijden als coach won hij er trouwens negen. De metamorfose van Losada – als voetballer eerder een prima donna – valt voor een stuk toe te schrijven aan de ervaringen die de Argentijn opdeed in de laatste jaren van zijn spelerscarrière, toen hij met Beerschot in de lagere reeksen (tot eerste amateur toe) diende te gaan voetballen op Ciney of Walhain. Daar leerde hij de knop omdraaien. Willen winnen, altijd en overal. Die winnaarsmentaliteit wist hij op korte termijn over te planten op zijn spelersgroep. De kameraderie doet denken aan die van provinciale ploegen, valt te horen in de kleedkamer. Met plezier worden elkaars steken opgeraapt.

Daarbovenop komen een stevige defensieve organisatie, fysieke paraatheid en oog voor stilstaande fases, niet toevallig de stokpaardjes van Marc Brys, de trainer met wie Losada in totaal vier jaar samenwerkte. Ook Marc Noë, een andere clublegende bij Beerschot, was een inspiratiebron. Hij begeleidde Losada bij zijn eerste stappen als coach van de beloften op het Kiel.

De voormalige Argentijnse spelmaker wees zelf ook al op de complementaire samenstelling van zijn technische staf: jonge, gedreven mensen als Will Still, performance coach Pieter Jacobs en hijzelf, aangevuld met de ervaring van hulptrainer Frank Dauwen en keeperstrainer Patrick Nys. Vooral het aandeel van T2 Still, uitstekend in het tactisch ontleden van een tegenstander, en Jacobs, die als conditietrainer al werkte onder Marcelo Bielsa bij Marseille en toppers als Lassana Diarra en Michy Batshuayi individueel begeleidde, valt niet te onderschatten.

Om te scoren wordt in de richting van drie spelers gekeken: het complementaire spitsenduo NoubissiTissoudali, en foerier Raphael Holzhauser. Onder hun drietjes verdelen ze zowat alle doelpunten. De Amsterdammer Tissoudali koppelt techniek aan werklust en goeie looplijnen. Noubissi, een Kameroense beer, kijkt evenmin op een inspanning en hervond de voorbije maanden zijn goede vorm na een lange revalidatieperiode in 2019. Hij was ook al een cruciale factor in de succesvolle eindsprint vorig seizoen.

Achter hen functioneert Holzhauser, vorige zomer transfervrij overgekomen van Grasshopper Club Zürich, als een soort quarterback in het American Football: dikwijls laat hij zich uitzakken om dan met zijn linkervoet een dieptepass te versturen naar de twee aanvallers, die de diepte zoeken zodra Rapha de bal ontvangt.

Het raderwerk is ondertussen perfect afgestemd. Naar de filosofie die de club zich eigen maakte: tene quod bene. Behoudt wat goed is. Met Jan Van Winckel als sportieve supervisor, die een scherp oog heeft voor polyvalente, mentaal en fysieke sterke spelersprofielen, zoals hij dat ook etaleert bij Sheffield United en Al-Hilal, de twee andere clubs waar de Saoedische prins Abdullah Bin Mosaad in investeerde. In die zin wordt voor Losada de grootste uitdaging om te gaan met de ambitieuze inkomende transfers die recent gerealiseerd werden. Aanvallers Blessing Eleke en Musashi Suzuki kostten elk anderhalf miljoen euro en komen niet om op de bank te zitten. Anderzijds is Losada niet geneigd de spelers die hem succes opleverden snel te laten vallen. Het wordt een nieuw leerproces in zijn nog prille carrière als hoofdcoach.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content