Het Belgische hockey beleeft hoogdagen op internationaal niveau. En de toekomst kondigt zich veelbelovend aan, want zowel de Panthers als de Lions willen medailles oogsten op het EK, het WK in 2014 en de Spelen van Rio in 2016. De twee Brusselaars Jill en Tom Boon over hun niet aflatende passie voor het spelletje.

We hebben afgesproken met Jill en TomBoon in de gebouwen van Braxgata, het nationaal trainingscentrum. Het is echter niet eenvoudig om een gemeenschappelijk gaatje in hun agenda te vinden, want beide internationals zijn in volle voorbereiding voor het aanstaande Europese kampioenschap, dat voor de derde keer in zijn geschiedenis in ons land wordt georganiseerd (de eerste editie van het mannentoernooi vond in 1970 plaats in Brussel, net als het EK voor vrouwen in 1991). Opmerkelijk: ze zijn broer en zus en beiden dragende spelers in hun respectieve nationale teams. Bij de Boons zit het hockey in het bloed. Moeder Karin Coudron kende een mooie internationale carrière terwijl oom Marc Coudron een heuse legende is in het Belgische hockey met 356 selecties voor de Red Lions en twee Gouden Sticks. Onlangs werd hij voor de derde opeenvolgende keer verkozen tot bondsvoorzitter. De appel valt niet ver van de boom…

Wat zijn jullie eerste gemeenschappelijke hockeyherinneringen?

Jill Boon: “Dat moet zijn van in de tijd toen we naar de wedstrijden van mama gingen op zaterdag en op zondag naar die van onze oom. We brachten altijd het hele weekend rond het veld door, al van kleins af. Ik denk dat we altijd al een hockeystick vast hadden zodra we konden lopen…”

Tom Boon: “Zelfs al van bij de geboorte! Dat is een traditie in hockeyfamilies.”

Jill: “Ik herinner me een foto van Tom toen hij nog nauwelijks kon lopen. Hij was nog geen jaar oud en hij hield zich naast het veld recht met een hockeystick.”

Wil dat zeggen dat jullie er nooit over hebben nagedacht om een andere sport te beoefenen?

Tom: “Ik heb me wel even aangesloten bij een voetbalclub, hoewel ik al altijd hockey had gespeeld. Maar ik heb het maar zes maanden volgehouden. Ik moet toen vijf zijn geweest, maar ik wist toen al dat hockey mijn echte passie was. Het was wellicht mijn vader, die zelf voetballer was, die me in een andere richting wou duwen. Zonder succes.”

Toonden jullie als kleine peuters al iets van jullie talent?

Jill: “Ik weet niet of je van een natuurtalent kunt spreken. Zodra we konden lopen, brachten we ontelbare uren door op de hockeyvelden. We hadden dus ruimschoots meer oefening dan andere kinderen van onze leeftijd. Je mag niet vergeten dat ons leven zich echt op het veld afspeelde.”

Tom: “Daarnaast hadden we het geluk om altijd veel goede raad te krijgen, zowel van mama als van onze oom. Dat heeft ons zeker geholpen om ons sneller dan gemiddeld te ontwikkelen. Maar let wel: we hebben ook allebei heel hard gewerkt om dit niveau te bereiken. Er is verder geen succesformule.”

Was het voor jullie een droom om ooit voor de nationale ploeg te spelen?

Tom: “Uiteraard. Toen we onze oom in het truitje van de nationale ploeg zagen, kregen we zin om dat ook na te streven en de vreugde te ervaren de kleuren van ons land te verdedigen.”

Jill: “Persoonlijk denk ik dat we ook zin hadden om bij een team te horen waarmee je samen uitzonderlijke emoties kunt beleven.”

Grote sprong naar Nederland

We mogen dus stellen dat jullie moeder en jullie oom een belangrijke en zelfs essentiële invloed hebben gehad op jullie carrières?

Tom: “Ze zijn altijd heel correct geweest met ons. Ze gaven eerst kritiek en daarna complimenten. Dat was goed voor onze ontwikkeling. Zij hebben altijd aan onze zijde gestaan om ons te steunen en ons te helpen evolueren.”

Jill: “Het was niet altijd gemakkelijk om open te staan voor de opmerkingen en beoordelingen, maar ze hebben ons nooit gepusht naar de top. Ze hebben ons altijd de keuze gelaten om ons al dan niet te engageren voor de nationale teams. Dat is ongetwijfeld de reden waarom we vandaag op dit niveau zijn geraakt. Het ging om een persoonlijke keuze.”

Tom: “Het lijdt geen twijfel dat dat de voornaamste drijfveer is waarom we ons zo hebben ontwikkeld in het hockey. Het belangrijkste is altijd dat je het graag doet!”

Is hun advies nog steeds doorslaggevend bij jullie huidige keuzes?

Jill: “Natuurlijk. We hebben allebei nog maar net voor een ingrijpende koersverandering in onze carrière gekozen door naar Nederland te gaan. Het was belangrijk om ergens anders aan de slag te gaan en eindelijk in de beste competitie ter wereld te kunnen spelen. Maar hun advies was nooit uitgesproken voor of tegen de kwestie. Ze hebben ons vooral raad gegeven en vervolgens onze keuze gesteund. Dat geeft ons extra stabiliteit en daardoor hebben we nog meer zin om de uitdaging aan te gaan.”

Wat heeft de doorslag gegeven in jullie beslissing om naar Nederland te gaan?

Tom: “Het speelde al enkele jaren in mijn hoofd. Ik wilde vertrekken. Let op: het is niet omdat ik de Belgische competitie te zwak vind. Ik wilde die ervaring opdoen en ik denk dat dit het ideale moment in mijn ontwikkeling is, ook om vooruitgang te blijven boeken. Bovendien moet je weten dat een overgang naar Bloemendaal zoiets is als een transfer naar Barcelona in het voetbal. Het is een droom die werkelijkheid wordt.”

Jill: “Ik was ook al sinds een paar jaar de stap aan het overwegen, maar het was nooit het goede moment, hoofdzakelijk door het drukke programma met de nationale ploeg. Maar nu heb ik de kans gegrepen die me werd geboden. Ik moet nog meer in een aanvallende rol kunnen spelen, want dat wordt ook bij de Red Panthers van mij verwacht. Ik wil gewoon elk weekend op internationaal niveau spelen met Oranje Zwart. Dat kan mijn prestaties alleen maar ten goede komen met het oog op de volgende uitdagingen op het WK en de OS in Rio. Gezien mijn carrière ook geen tien jaar meer zal duren, was dit een prachtige kans voor de toekomst.”

Dat betekent dus dat jullie allebei nog een belangrijke progressiemarge hebben?

Tom: “Ik mag het hopen, want ik ben nog maar 23.” (lacht)

Jill: “En ik ben oud of wat? Mag ik je eraan herinneren dat ik nog maar 26 ben.” (lachen allebei)

Tom: “We moeten nog veel leren. Elk jaar boeken we nog progressie, maar het moeilijkste zijn natuurlijk die laatste procentjes die je nog kunt verbeteren. Je moet je helemaal op je spel focussen om dat te bereiken.”

In de schaduw van de Red Lions

Tom, wat vind jij van het internationale vrouwenhockey?

Tom: “Ik moet toegeven dat het me tot enkele jaren geleden pijn aan de ogen deed om naar een vrouwenwedstrijd te kijken. Maar er is veel veranderd. Het is veel fysieker, technischer en sneller geworden. Ze volgen echt in het voetspoor van het mannenhockey en de wedstrijden zijn veel intenser geworden.”

Waar zal het verhaal eindigen voor onze Panthers?

Tom: “Ze moeten zich zeker geen limiet stellen. Dat zou jammer zijn. Hoe dan ook steekt Nederland er nog altijd boven uit – zelfs al heeft België hen in juli een historische nederlaag aangesmeerd – maar hun voorsprong slinkt zienderogen in vergelijking met de andere landen in de top tien van de wereld. De andere teams trappelen een beetje ter plaatse terwijl de Red Panthers vooruitgang blijven boeken.”

Jill: “Deze groep heeft enorm veel talent en we zijn overgeschakeld op de hoogste versnelling. De hele kern brandt van ambitie. Dat hebben we goed kunnen zien tijdens de laatste oefenwedstrijden tegen Nederland of Duitsland. We zijn in staat hen te verslaan tijdens een toernooi, maar we weten ook dat dat niet elke week zal gebeuren. We werken echter heel hard om er te staan op het Europees kampioenschap. We hebben nog een belangrijke progressiemarge.”

Is het soms niet frustrerend om in de schaduw van de Red Lions te staan?

Jill: “Dat is altijd zo geweest, maar de mediabelangstelling zal toenemen met de resultaten. Die aandacht verdienen we. De Lions hebben de laatste twaalf maanden buitengewone prestaties neergezet en daarmee hebben ze, eindelijk, de interesse van de pers opgewekt. Dat is een normale beloning voor de talrijke jaren van hard werken…”

Binnen enkele dagen begint het EK in Braxgata. Wat zijn jullie doelstellingen voor het toernooi?

Jill: “Die zijn heel duidelijk. We willen de halve finales bereiken en dan weten we dat we nog minimaal één wedstrijd moeten winnen om een medaille te behalen. We zullen er alles aan doen om dat doel te bereiken en we rekenen daarvoor ook op de steun van het publiek. De organisatie heeft hard gewerkt om een fantastische omkadering te bieden. We willen dan ook niet teleurstellen met onze sportieve prestaties.”

Tom: “We concentreren ons om te beginnen op de eerste plaats in de poule. We hebben gewoon zin om te presteren en prijzen te pakken. We maken ons niet te veel zorgen meer om externe omstandigheden. We concentreren ons alleen op ons eigen spel!”

DOOR LAURENT TOUSSAINT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“De Red Panthers zijn in staat om tijdens een toernooi Nederland of Duitsland te verslaan.” Jill Boon

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content