In de komende Tour de France rust alle druk op de schouders van Cadel Evans om het ontgoochelende voorjaar van Silence-Lotto te doen vergeten. De ploeg heeft de eigenzinnige Australiër weer in de armen gesloten, zo verzekert Mario Aerts.

Naar het beeld van heel zijn team is ook Mario Aerts er dit voorjaar niet in geslaagd de verwachtingen in te lossen. Anders dan zijn ploegmaats kan de immer beheerste Molen-stedenaar wel een valabel excuus voorleggen. Sinds midden februari worstelt Aerts met een virale infectie. “Er is mij verteld dat er honderden virussen bestaan, de dokters weten ook niet precies welk ik heb”, zegt Aerts. “Het mijne zou verwant zijn aan het cytomegalovirus, waarmee Justine Henin ooit kreeg af te rekenen.”

De voorbije lente maakte Aerts de moeilijkste periode uit zijn carrière door. Nooit eerder belandde hij zo lang in het sukkelstraatje als nu tijdens zijn veertiende profjaar. Zijn frustratie staat op zijn gezicht te lezen. Aerts moest eerst een kruis maken over zijn geliefde Waalse klassiekers. Dan hield een koortsaanval hem weg uit de Dauphiné Libéré, en nu ziet hij door klierkoorts ook een tiende deelname aan de Tour door de neus geboord.

Te bedenken dat je de Tour dit jaar wilde winnen.

( lacht) “Dat heb ik vorige zomer als grap verklaard. Eindelijk hadden we een oplossing gevonden voor het probleem dat ik heel veel zout verlies als ik zweet bij warm weer. Op aanraden van Peter Hespel ( inspanningsfysioloog aan de K.U.Leuven, nvdr) neem ik nu ORS, zout dat gegeven wordt aan baby’tjes met diarree. Zo houd ik beter vocht op, terwijl ik vroeger op de laatste col in een bergrit soms helemaal geparkeerd stond en fel vermagerd aan de aankomst kwam. Maar om eerlijk te zijn: sinds Cadel Evans onze ploeg kwam versterken, heb ik mijn persoonlijke ambities in de Tour opzijgeschoven.”

Overdreven verwachtingen

Welke rol had jij kunnen spelen voor Cadel Evans in de Tour?

“Cadel weet dat in een grote ronde de derde week mijn beste is. Dat is van tel, want in die laatste week moet nog veel werk verzet worden en staan er vaak nog een paar stevige bergritten op het menu. Cadel heeft me vorig jaar in de Tour gekozen als kamergenoot, hij beslist daarover in samenspraak met zijn osteopaat. Ik vermoed dat hij met mij de kamer wilde delen omdat ik rustig ben, geen luide muziek opzet zoals Vansummeren bijvoorbeeld en niet moeilijk doe over het tijdstip van slapengaan.”

Als je hem aan de praat wilde krijgen, waarover begon je dan?

“Dat vond ik moeilijk. In ieder geval niet over de rit van die dag en nog minder over die van de dag erna, want dan had hij geen oog dichtgedaan. In de Tour is hij altijd heel nerveus. Ik kon ook meteen merken als hij over een bepaald onderwerp liever niet sprak, want dan zei hij bijna niets terug. Soms gebeurde het ook dat we in groep aan tafel zaten te praten en hij wat verderop plots in het Engels begon te babbelen. Dat er dan niemand reageerde, vond hij schijnbaar niet erg. Hij gedraagt zich nogal afstandelijk, maar het Nederlands als voertaal maakt het er voor hem natuurlijk niet makkelijker op.”

Wat apprecieer jij het meest aan zijn persoon?

“Nu moet ik nadenken, zet eens je bandopnemer stop. ( lacht) Dat hij zich veel inzet voor goede doelen. Zo ligt de Tibetaanse kwestie hem nauw aan het hart. Hij zal ook nooit zomaar zijn handtekening plaatsen op shirts, want hij wil niet dat die op eBay te koop worden aangeboden. Hij vreest anders zelf geen gegadigden meer te vinden voor zijn spullen die hij verkoopt voor het goede doel.”

Heeft Evans vrienden in het peloton?

“Zelf beschouw ik hem eerder als een collega dan een vriend. Om vrienden te kunnen zijn, liggen onze interesses te ver uiteen. Ik vertel hem ook niet over mijn thuis, want dat zou hem allicht niet interesseren. Ik denk ook niet dat hij behoefte voelt aan vriendschap in de wielerwereld. Erbuiten heeft hij voldoende vrienden en bovendien, als een renner stopt, hoeveel mensen uit het peloton ziet hij daarna nog geregeld terug? Voor Evans staat de koers op één in zijn leven. Zijn wielercarrière gaat nog boven zijn familie. Soms denk ik wel eens: wanneer trek je nu eens op vakantie met je Chiara? Maar dat is zijn goed recht en het belangrijkste is dat zij daarmee kan leven.

“Hij is maniakaal met zijn vak bezig. Ik vermoed dat hij al drie dagen op voorhand weet dat hij wit vlees wil eten voor een bepaalde etappe. Hij heeft zijn planning en wijkt daar niet van af. In de Tour, als hij nerveus is, kan het nooit vlug genoeg vooruitgaan. Elke minuut telt dan. Hij wil al zijn eten in zijn bord zodra hij nog maar half neerzit. Cadel komt uit het mountainbiken, waar hij nagenoeg een eenmansploeg vormde. Hij was het gewoon dat iedereen in de ploeg alles deed voor hem. Dat wil hij nu nog.”

Zo maakt een renner zich toch niet geliefd binnen een ploeg?

“Ik verdenk hem ervan dat hij soms speciale eisen stelt om na te gaan hoever de ploeg met hem wil meegaan. Als iedereen pasta eet, vraagt hij bijvoorbeeld rijst. Ook het materiaal moet naar zijn zin zijn. Afgelopen winter was hij in eerste instantie helemaal niet enthousiast over onze nieuwe fietsenconstructeur. Ons team schakelde over van Ridley naar Canyon. Cadel vond overal problemen in. Alle technische details zijn uiteindelijk opgelost en intussen heeft hij zeker geen klagen meer over de fiets. Zo is hij nu eenmaal. Hij vindt het nodig om zich af en toe te laten gelden. Dat zal wel eigen zijn aan kopmannen, zeker? Tchmil was vroeger ook zo.

“Cadel legt niet alleen voor zichzelf de lat heel hoog, maar voor iedereen in de ploeg. In die zin is hij consequent, maar het probleem is dat hij voor iedereen de lat net iets té hoog legt. Voor ons als ploegmaats is het bijzonder moeilijk om zijn overdreven verwachtingen in te lossen.”

Ervaring in de Tour

Zijn eerste luitenanten (Popovych, Cioni, Horner) konden zich de voorbije jaren in de Tour in elk geval nooit optrekken aan zijn prestaties.

“Een sluitende verklaring heb ik niet, maar feit is dat Evans niet de charismatische kopman is zoals Armstrong. De Amerikaan tilt zijn mannen wel naar een hoger niveau, ook al omdat zij altijd wisten met Lance een grote kans op de eindzege te maken. Cadel slaagt daar niet in, hij durft ook zelf geen beslissingen te nemen. De tactiek wordt uitgestippeld door de sportdirecteurs in de volgwagen. Evans zal er ook niet vlug voor uitkomen dat hij een mindere dag heeft. Al zijn bij hem slechte dagen natuurlijk schaars.”

Het moest wel dat er vroeg of laat woorden zouden vallen.

“Zo is het inderdaad ook gelopen. Vorig najaar hebben sommige renners in onze ploeg verklaard dat ze nooit nog voor Evans zouden werken. Hij vond na een bepaalde wedstrijd dat we hem onvoldoende hadden geholpen, terwijl wij wel vonden dat we ons best hadden gedaan. Hij stond er toen even alleen voor in de ploeg.

“Ja, het was dankbaarder werken voor iemand als Robbie McEwen. Als hij won, zei hij ‘jongens, fantastisch gewerkt’, zelfs al dachten wij er soms anders over. Hij herhaalde dat in de pers en noemde ons dan ook nog met naam en toenaam. Je zou voor minder de dag erna een tandje bijsteken. Op die manier werken is veel aangenamer dan dat je via de pers van je kopman moet horen dat de ploeg nogal zwak was. Dat hoeft hij in de media niet te zeggen, zelfs al is het de waarheid.”

Zal Evans wel een ploeg achter zich hebben in de komende Tour?

“Wees gerust, alles werd intussen uitgepraat. Ik vind het goed dat beide partijen hun zegje hebben kunnen doen. Waarschijnlijk had iedereen wel een beetje gelijk. Daarna hebben we allemaal de knop omgedraaid. Iedereen doet nu zeker zijn werk voor hem. Ik heb dit voorjaar kunnen zien dat er niets van de spanningen is blijven hangen.

“Het is ook niet abnormaal dat er eens strubbelingen zijn tussen mensen die meer dan honderd dagen in een jaar samen op pad zijn. Het is al niet evident om met je vrouw samen te leven en die kies je dan nog zelf. Dus met ploegmaats is het zeker niet makkelijk. Daarbij komt dat we allemaal nog vermoeid waren van de Tour. Ik denk dat in ieder team wel eens zulke spanningen ontstaan.

“Evans is niet de meest dankbare kopman voor wie ik al gewerkt heb. Hij kan wat dat betreft niet tippen aan McEwen of Vinokourov. Maar hij heeft wel bijgeleerd. Als er vroeger nog geen ‘ thank you‘ af kon, dan durft hij nu al eens de bus binnen te stappen om een schouderklopje te komen geven.”

Heeft hij ook sportief nog groeimarge, laatbloeier die hij is?

“Zijn fysieke mogelijkheden blijven volgens mij dezelfde. Alleen op het gebied van ervaring in de Tour zet hij nog stappen vooruit. Vorig jaar heeft hij weer bijgeleerd. Hij zal nu wel doorhebben dat hij rustiger moet zijn en niet te veel energie mag verspillen. Vorig jaar was hij ook te vroeg in vorm. In juni, in de Dauphiné Libéré, was hij al meer dan goed genoeg. Tijdens de laatste Tourweek, als hij in de kamer kwam, zag hij eruit als een wrak. Dat zei hij zelf ook. Twee jaar geleden vond ik hem frisser.

“Hij zegt dat hij deze winter minder getraind heeft. Details over zijn trainingen zal hij echter niet vlug lossen. Nee, ook niet aan zijn ploegmaats. Hij geeft zijn geheimen niet graag prijs. In het voorjaar was hij in ieder geval in een mindere conditie dan vorig jaar. Dus zou hij wel eens perfect getimed kunnen hebben. Volgens Jurgen Van den Broeck reed Cadel eind mei tijdens de veertiendaagse stage in de Sierra Nevada al ongelooflijk hard.”

Op het podium

Welke rol moet Van den Broeck volgens jou in de Tour krijgen? Sinds zijn zevende plaats in de Giro vorig jaar is hij Belgiës rondehoop.

“Het is pas zijn Tourdebuut. Als hij voor eigen rekening rijdt en hij wordt twintigste, dan zal het publiek kritisch opwerpen: de Giro is toch de Tour niet. Hij kan dus maar beter zijn werk doen voor Cadel en daar zijn voldoening uit halen. In diens schaduw kan Jurgen zijn mogelijkheden aftasten. Het is beter dat de pers niet te veel van hem verwacht. Hij beseft zelf dat het moeilijk wordt om zijn resultaat in de Giro van vorig jaar te bevestigen. Maar ik zie hem op termijn beter voor de dag komen op de Franse cols dan in het Italiaanse gebergte, omdat die doorgaans minder steil en regelmatiger zijn.”

Spreekt het parcours van de Tour dit jaar in het voor- of nadeel van Evans?

“Het wordt een editie voor explosieve renners. De bergritten zijn niet zo superlastig, met meestal maar één of twee bergen. Er zal in gestrekte draf naar toe gereden worden en dan zal de wedstrijd ontploffen. Evans zelf denkt dat hoe meer bergen een rit telt, hoe beter hij wordt naarmate de wedstrijd vordert. Zelf zou hij de bergritten van dit jaar dus anders hebben getekend.

“Persoonlijk heb ik altijd al een andere mening gehad. Het explosieve werk ligt hem volgens mij ook, dat bewijst hij jaar na jaar op de Muur van Hoei in de Waalse Pijl. Misschien had hij het op het parcours van dit jaar in de vorige Tour wél gered, toen hij zo op zijn tandvlees zat. Cadel heeft eigenlijk niet de lichaamsbouw van de typische ronderenner. Hij is redelijk geblokt, gespierd. Mocht hij zijn ellebogen durven zetten, dan zou hij wellicht zelfs een goede sprinter kunnen zijn.”

Het gevoel overheerst dat Evans vorig jaar de kans van zijn leven heeft gemist.

“Twee jaar geleden was hij er ook al dichtbij. Toen scheelde het na drie weken amper 23 seconden met Contador. Hij had die Tour ook kunnen winnen. Maar het wordt er niet makkelijker op dit jaar, dat klopt. Integendeel, als je ziet wie er allemaal aan de start zal verschijnen. Contador is topfavoriet. Als Evans in Parijs op het podium staat, zal de ploeg al heel tevreden mogen zijn.

“Het had voor Cadel misschien al de voorbije twee jaar moeten gebeuren, al heeft hij zeker nog niets van zijn gedrevenheid of zelfvertrouwen verloren. Contador kan ook een inzinking krijgen. Als Cadel weer zijn tijdrit op niveau kan brengen en erin slaagt om te pieken naar de laatste Tourweek, dan kan alles.”

door benedict vanclooster – beelden: tim de waele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content