Vier dagen voor de bekerfinale sprak Sport/Voetbal Magazine met de sterke man van Beveren, Jean-Marc Guillou. ‘Ik wil mijn plan laten slagen, me niet bekommeren om waar Beveren over 25 jaar staat.’

Hoe Afrikaans kan een man worden. Als vorige week dinsdag de trainersstaf van SK Beveren rond één uur op de Freethiel binnenvalt, lachen ze onze ongerustheid over het uitblijven van hun baas Jean-Marc Guillou weg. “Hoe laat hadden jullie afspraak ? Om twaalf uur ? Dan moet je niet panikeren. Hij komt nog wel.” Guillou is telefonisch nergens bereikbaar, maar heeft de voorbije drie jaar in het Waasland een stevige reputatie van laatkomer opgebouwd. Een half uur later meldt hij zich. ” Bonjour, messieurs.”

Drie jaar draait inmiddels le projet, zoals hij zijn investering in Beveren noemt, we zijn voorbij halfweg het contract van vijf jaar dat hij met geel-blauw afsloot. Een periode waarin hij de forse tegenwind omboog tot een briesje uit veranderlijke richtingen. De ene keer voor – Beveren oogstte de voorbije twee jaar geregeld lof voor sprankelend voetbal – de andere keer tegen – zoals toen Yaya Touré vriendelijk naar het verre Oekraïne werd geleid en het predikaat ‘mensenhandelaar’ weer werd opgediept. Zelfs tot in Donetsk achtervolgde de Vlaamse overheid hem, volgens zijn assistent Régis Laguesse. Windstil werd het nooit rond Guillou, die overtuigd van zijn eigen visie en gelijk koppig op koers bleef. Guillou : “Ik ben niet alwetend. Het weer zal ik nooit voorspellen, want daar ken ik niks van, maar over voetbal heb ik mijn ideeën, ja. Wat wilt u weten ?”

Hoe tevreden bent u over dit seizoen ?

Jean-Marc Guillou : “Ik heb gemengde gevoelens. De start was niet goed, maar dat had zijn redenen. Yaya was geblesseerd, Arsène Né eveneens, Arthur Boka startte met een schorsing van drie wedstrijden : ons effectief was niet compleet. Naar gewoonte zou ik zeggen. Venance Zézéto vertrok naar Gent, we konden niet direct de Afrikanen overbrengen die we wilden… Nadien hebben we dat kunnen herstellen. Het tweede deel van de heenronde was heel goed, met aantrekkelijk voetbal en voldoende resultaten om ons in staat te stellen de meest volwassene van onze spelers te transfereren.”

Omdat ze einde contract waren en dus nu gratis zouden vertrekken.

“We hadden een optie, maar het zou veel energie gekost hebben om die contractverlengingen rond te krijgen. De transfers waren goed voor de spelers, goed voor ons project en noodzakelijk voor het voortbestaan van de club. Bovendien zijn ze niet gebeurd zonder toestemming van de spelers. Uiteraard had ook ik liever dat we ze Monaco of PSG als alternatief konden aanbieden, of Ar- senal, maar als er in Engeland een beperkende maatregel is dat je 75 procent van de wedstrijden met de nationale ploeg moet hebben gespeeld voor je in aanmerking komt voor een werkvergunning, dan kan ik dat niet veranderen. In het andere geval zat Yaya bij Arsenal. Nu vertrok hij naar Oekraïne. Gelukkig is Arsène hem gevolgd, zodat ze ginder tenminste met twee zijn. Dat Gilles Yapi Yapo in Nantes slaagt, motiveert geweldig. Hij kan nog beter, ik vind dat hij slecht wordt gebruikt, te hoog. Het is een speler die een beetje kracht mist in de duels. Nantes blijft een club die het dichtst aansluit bij de filosofie van de Académie.”

Zijn ze daarom nu ook geïnteresseerd in Boka, uw linksachter ?

“Ja. Je hangt in het moderne voetbal ook een beetje af van relaties. We hadden hier een speler, Eric Decroix, die uit hun school komt en min of meer als spion werkte. Hij signaleerde dat hier talent rondliep. Boka was vorig seizoen wel sterker bezig dan nu. Beetje last van het scheenbeen, beetje op zoek naar zichzelf. Elke jongere heeft dat na een goed begin : iets te veel willen forceren, zich iets te sterk voelen.”

Na de winterstop viel de ploeg niet onverwacht terug.

“In nagenoeg alle wedstrijden lieten we twee gezichten zien. Eén goeie helft, gebaseerd op vertrouwen en durf met uitstekend voetbal, en daarna een terugval, met veel slecht spel. Onze terugronde was ontgoochelend. Het vertrek van die drie zou een argument kunnen zijn, maar in mijn ogen is dat verkeerd. Dit was niet normaal, want we hebben voldoende goeie spelers. We zijn ingeslapen. Ik heb de indruk dat de kwalificatie voor de bekerfinale voor veel mensen voldoende was en dat we ons hoofd te rusten hebben gelegd op dit bedje van euforie. Er is onvoldoende goed gewerkt, onvoldoende ambitieus.”

De spelers staakten even voor hogere premies. Viseert u ook de trainer ?

“Iedereen, mezelf incluis. Ik ben als patron de eerste schuldige. Daarom ben ik sinds anderhalve week wat dichter bij de trainers gaan staan. Men zegt nu wel dat iedereen voor de finale wakker zal zijn, maar ik geloof niet in dat soort bruuske ommekeer. Als je in de competitie geen degelijk niveau haalt, krijg je ook dan problemen.”

Kan Beveren de finale van Club Brugge winnen ?

“Misschien. Op voorwaarde dat het zijn spel speelt en met durf voetbalt. Niet als het zijn zwakke punten uit. Die zijn ? Vallen in een soort gemakzucht, zich druk beginnen maken en uit luiheid of angst geen risico in het spel meer durven leggen. Ballen naar voren sturen, zonder veel gevoel of aandacht. Als we de finesses van ons spel uit het oog verliezen en op kracht proberen te voetballen, ploegen imiteren die minder technische mogelijkheden hebben, verliezen we. We kunnen het niet, gaan kaarten pakken, worden nog zenuwachtiger… Gebeurt dat omdat we te weinig fysiek hebben ? Ik denk het eerlijk gezegd niet. Brugge heeft kracht en zit in vorm, het is een goeie ploeg. Geen Real, ook geen ploeg van goed Champions-Leagueniveau, maar een ploeg die anderen pijn kan doen. Een ploeg die het meer heeft van zijn fysieke kracht, al voeg ik er onmiddellijk aan toe dat ze kunnen voetballen, stuk voor stuk. Ons voordeel is dat we technisch toch iets sterker zijn. Verliezen kunnen we en voor mijn part mag dat zelfs met 4-0, als we maar goed hebben gespeeld. Cijfers weerspiegelen immers niet altijd het verschil tussen twee ploegen. Maar het halen van de finale op zich mag geen beloning zijn. Net zoals het halen van Europees voetbal dat is. Dat zijn maar etappes, op weg naar…”

Welke balans maakt u op na drie jaar Beveren ?

“Ik ben relatief tevreden. Als ik positief blijf, zeg ik dat we ons na een moeilijke start behoorlijk hebben herpakt. Het belangrijkste is dat het project blijkt te werken en dat we het gaande kunnen houden. Ik hoop dat er straks opnieuw een paar jongens zullen vertrekken. Waarom ? Omdat het voor hen een geluk is en voor ons een noodzaak. Die jongens willen we vervangen door twee, drie anderen en dan hoop ik dat we eindelijk eens zullen kunnen starten met een complete groep.”

De kern zal vrijwel uitsluitend Ivoriaans getint zijn.

“( Zucht.) Dat is zo. Ik hou niet van die kwalificatie ‘Ivoriaans’, noem het ‘Academisch’, een voortzetting van mijn opleiding. Ivoriaans is slechts een detail, ik heb mijn opleidingsinstituut destijds in dat land gevestigd, maar het had gerust elders kunnen zijn. Niet hun afkomst maakt van die spelers goeie voetballers, maar hun opleiding.”

Hoe meer Ivorianen op het veld, hoe beter de ploeg presteert, zegt u altijd. Gaat dat niet in tegen het gegeven dat elke ploeg tegenwoordig multicultureel is en multiculturalisme toch verrijkt ? Wat zou Arsenal zonder Fransen zijn ?

“In de sport put een ploeg zijn kracht niet uit diversiteit, maar uit homogeniteit, solidariteit. Dat kan je verkrijgen met mensen die een heel andere afkomst hebben. Als morgen iemand van Arsenal hier komt voetballen en hij schikt zich naar de regels, is zijn integratie geen enkel probleem. Ons voordeel is echter dat al die jongens al vier, vijf, zes jaar die opleiding kregen en deelden. Die solidariteit is er al. Als ik hier hetzelfde zou doen met Belgen, krijg je dezelfde solidariteit hoor. ( Zucht.) Maar ik ben het met u eens, in de maatschappij is diversiteit absoluut een rijkdom.”

Intussen maken veel mensen zich zorgen over de toekomst van deze club. Als u vertrekt, heeft deze ploeg geen enkele speler meer.

“De toekomst van Beveren is heel duidelijk. Als wij één les mogen geven, is die dat Beveren alleen kan overleven door een doorgedreven opleiding. De uitbouw van een professionele academie, zoals wij in Afrika. Dan heeft men over zes, zeven jaar een even sterke ploeg als deze Ivoriaanse. En zou die bovendien in makkelijker omstandigheden werken, want in perfecte osmose met de omgeving en dus op veel meer goodwill mogen hopen dan wij.”

Ik vrees dat men uw beste spelers al jong zou wegpikken.

“( Windt zich op.) Daar legt u exact de vinger op de wonde. Men zou ze wegpikken. Dus moet daar wat tegen worden gedaan, via intelligente regels moet het transferreglement voor jongeren worden herzien.”

Niet via het afschermen van de Europese markt voor niet-Europeanen ?

“Onzin ! Als men wil dat België wat gaat betekenen op het internationale vlak, moet je ervoor zorgen dat het talent hier in de beste omstandigheden kan groeien. En dat kan alleen door goeie, professionele krachten die met de beste jongeren willen werken, de garantie te geven dat ze wat terugkrijgen in ruil voor hun investering. In tijd, in geld. Het is niet door je markt af te schermen dat je betere spelers krijgt. De redenering ‘we zijn misschien niet goed, maar als we de rest buiten houden, kunnen onze jongens tenminste spelen’, noem ik een zelfmoordaanpak.”

Uw pleidooi gaat in tegen het individuele recht op vrijheid.

Mais non. Dit is geen vrijheid, maar anarchie, diefstal van arbeid, van vrucht. Een speler krijgt van mij zijn vrijheid als hij einde contract is, maar binnen zijn contract moet hij gebonden zijn. Ik heb hierover bepaalde voorstellen geformuleerd, maar als ik bel naar meneer Philips van de profliga, zegt hij me dat hij er niet in slaagt om de voorzitters rond dit thema te verzamelen. Dus concludeer ik dat het hun probleem niet is.”

U zei net dat de toekomst van Beveren via zijn jeugdopleiding gaat. En dat uw model succesvol is. Waarom bekommert u zich dan niet om de Beverse jeugd ?

“Waarom zou ik ? Er is hier een goeie opleiding. Niet professioneel misschien, maar zoals ik u net zei, is dat onmogelijk in België. En aan het onmogelijke begin ik niet.”

Ook niet als de toekomst van deze club daarvan afhangt ?

“Sorry. Ik ben niet verantwoordelijk voor de toekomst van het Belgische voetbal, zelfs al maakt Beveren daar onderdeel van uit. Ik wil mijn project laten slagen, me niet bekommeren om waar Beveren over 25 jaar staat. Je m’excuse voor die directheid. Ik investeer mijn tijd hier niet om van Beveren de beste Belgische club te maken. Dan ben ik een halve gare. Ik kan best ideeën hebben over hoe het zou moeten, maar waarom doet Beveren op dit moment niet aan opleiding ? Eén, misschien omdat het er geen geld voor heeft, maar twee, omwille van het systeem. Anderlecht of Brugge kunnen het proberen, omdat er in België weinig hoger bestaat, maar zelfs daar pikken ze de spelers. Daarom wil ik beginnen met structurele voorstellen. (Zucht.) Kent u iemand die in zijn vakgebied over veel kennis beschikt, maar voor nul euro wil werken ? Neen. Wel, ook ik ben geen heilige. Als u mij vraagt om hier op dat vlak te investeren, neemt u mij voor een heilige. Anderzijds : als morgen de reglementen veranderen, wil ik het graag proberen. Alleen heb ik de indruk dat ik op dat vlak tegen de wind plas.”

Wat gaat u doen als uw contract hier over twee jaar afloopt ?

“Doorgaan kan, tenzij er regels komen die me dat verbieden. Anderzijds heb ik niet het eeuwige leven en komt er misschien een moment waarop we ons wellicht moeten verplaatsen. Ik heb nog andere projecten, in Niger, in Madagaskar. Wat ik hier doe, is niet direct wat ik verkies. Dat is het oprichten van academies. Anderzijds ben je niks met het opleiden van werklozen, dus moet je zorgen dat er iets volgt. Beveren is een noodzaak. Het kan ook dat er akkoorden volgen – onder een andere vorm, met minder participatie van mijn kant – met andere clubs. Het werk dat we hier leveren, wordt erkend en stilaan beter bekend, zodat de mogelijkheden om met andere ploegen akkoorden te sluiten, vergroten.”

Is de bekerfinale ook op dat vlak van belang ?

“Neen. Er zal meer media-uitstraling zijn, maar voor mij is de competitie even belangrijk.”

Choqueerde het u dat uw ploeg daarin af en toe het noorden verloor en wild tekeerging ?

“Veel van onze kaarten vielen voor protesteren, stomme reacties, onnozelheden, en dat stoort me ja, omdat het geenszins de filosofie van de academie is. Op dat vlak vind ik voetbal een verschrikkelijk ouderwetse sport. We moeten eens over echte vernieuwing nadenken, bijvoorbeeld het toelaten van tijdelijke wissels. Voetbal is de enige sport die geen vooruitgang boekt, er is geen enkele reden om een jongen die het hoofd verliest niet even van het veld te mogen halen om af te koelen.”

Aruna zegt dat het onder ‘broeders’ altijd zo is.

Non, non, non. Ik moet altijd lachen als ik standpunten van bekende voetballers lees. Het is niet omdat ze tegen een bal kunnen trappen, dat het plots wijzen worden die over alles een gefundeerde mening hebben. Dat is het drama van de media. In Frankrijk vragen ze Michel Platini tegenwoordig om een reactie op alles. Dat doet me lachen.”

Laatste vraag : een investering in Ivoorkust lijkt me logisch, gezien de traditie van dat land. Madagaskar is dat minder. Waarom Madagaskar ?

“Omdat men ons dat vroeg en omdat men ons ervoor betaalde. Morfologisch zijn het niet de beste spelers, maar het leek me interessant om te zien hoever we kwamen in een land zonder voetbaltraditie. We zijn pas in 2001 gestart en toch zijn er op dit moment al wat jongens die zich onlangs op een internationaal toernooi in Frankrijk konden onderscheiden. Anderlecht was zevende, wij tweede met een gemengde ploeg, vier jongens uit Madagaskar en de rest uit Ivoorkust. Dat we zoiets in Madagaskar kunnen bereiken, onderstreept nog eens dat onze filosofie een goeie is.”

door Peter T’Kint

‘Ik ben niet verantwoordelijk voor de toekomst van het Belgische voetbal’

‘In de sport put een ploeg zijn kracht niet uit diversiteit, maar uit homogeniteit.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content