‘Het publiek temmen in je hoofd’

© belgaimage

Een keeper uit de eigen jeugd die kon standhouden op Sclessin brengt ons twintig jaar terug in de tijd, naar Gilbert Bodart, de oom van huidig jeugdexponent Arnaud Bodart. Vijf oudgedienden van Standard geven raad.

EIJI KAWASHIMA

2012-2015

88 matchen

36 jaar

RC Straatsburg

‘Een van hen worden’

‘Bij Standard spelen is niet eenvoudig, maar het is ook een kans. Ik trainde nog met Arnaud en als ik hem vandaag één raad kan geven, dan is het dat hij moet genieten van elke match in dit truitje. Toen ik arriveerde vanuit Lierse, was ik bijzonder enthousiast, maar ik besefte ook dat doelman bij Standard zijn een van de moeilijkste jobs van het land was ( lacht). De druk is groot, zoiets kan vóór of tegen je werken. Elke speler op Sclessin weet: als je twee of drie matchen niet goed presteert, kan je worden uitgefloten. Als doelman heb je de tribune in je rug, en als zij beginnen te fluiten, gevolgd door de rest van het stadion, is het niet eenvoudig om vertrouwen te houden. Het is op die momenten dat je begrijpt dat je een sterk karakter nodig hebt om het te maken als keeper bij Standard. De Luikenaars houden van hun lokale spelers, ze willen zich kunnen identificeren met hun ploeg. Ik wist dat ik me als buitenlander dubbel zou moeten plooien om één van hen te worden. Toch houden de Standardsupporters van mooi voetbal en goede keepers, waar ze ook vandaan komen.

Als je als keeper een flater begaat, hakken ze je kop eraf. Zeker op Sclessin.’ DIMITRI HABRAN

‘In mijn begindagen was Sinan Bolat nog bij de club, en als ik een doelpunt tegen pakte, begon heel het stadion zijn naam te scanderen. Dat was hard. Mijn tweede seizoen was het meest geslaagde. Ik redde een penalty tegen Mechelen ( 2-0-overwinning in maart 2014, nvdr), wat ons op koers zette voor de titel. Uiteindelijk strandden we op de tweede plaats, maar de sfeer was fantastisch. Ik beleefde dat seizoen de beste momenten uit mijn carrière. Daarna werd mijn situatie een beetje ingewikkeld. Toen ik uit de Wereldbeker kwam, wilde de club mijn contract verlengen, maar na vijf jaar België snakte ik naar een nieuwe uitdaging in het buitenland. Het hielp ook niet dat ik op de bank terecht kwam ( ten voordele van Yohann Thuram, nvdr). Toch koester ik mijn passage in Luik.’

Arnaud Bodart, jeugdspeler van Standard die Sclessin haalde.
Arnaud Bodart, jeugdspeler van Standard die Sclessin haalde.© belgaimage

GUILLAUME HUBERT

2013-2017

36 matchen

25 jaar

Cercle Brugge

‘Karakter hebben’

‘Ik debuteerde bij de profs op een moment dat de club zich in een catastrofale situatie bevond: Standard stond laatste en we speelden uit tegen Charleroi ( 2-3 overwinning, in oktober 2015, nvdr) Als ex-Carolo was dat voor mij een speciale match. Daarna versloegen we in eigen huis Anderlecht. Als je op Sclessin in het doel staat, voel je altijd iets achter je rommelen, maar dát was toen de complete waanzin. Ik hield wel van die druk en speelde voortdurend, tot Victor Valdès arriveerde. De club kreeg en greep de kans om hem te laten tekenen, maar hij heeft niet echt gepresteerd en ik werd de pas afgesneden. Daarna kwam Jean-François Gillet en werd het lastig voor mij. Af en toe speelde ik nog wel een match, vaak in bijzondere omstandigheden. Terwijl een keeper matchritme nodig heeft om vertrouwen op te bouwen. Als men mij een volledig seizoen had laten spelen, had mijn carrière in Luik er misschien anders uitgezien. Nu wist ik dat ik bij de minste fout op de bank vloog.

‘Ik hoop dat het voor Arnaud anders loopt. Hij heeft het geluk dat de supporters altijd wat verdraagzamer zijn voor iemand uit de eigen jeugd. Ik heb de indruk dat hij gelanceerd is, met Jean-François Gillet achter hem. Tegen Moeskroen was er een klein misverstand ( owngoal van Laifis, nvdr) maar dat maakt deel uit van zijn leerproces. Arnaud is een topkerel. Zijn voetenspel is goed, wat tegenwoordig erg belangrijk is. Alleen zijn lengte is misschien een nadeel, voor de rest is hij erg compleet. Je moet echt karakter hebben om een blijver te worden op Sclessin, en ik denk dat Arnaud de kwaliteiten heeft om het te doen.’

EIJI KAWASHIMA
EIJI KAWASHIMA© belgaimage

DIMITRI HABRAN

1992-1994; 1998-2002; 2003-2004

6 matchen

44 jaar

Stade Disonais

‘Jezelf blijven’

‘Er is één beeld dat de mensen zich van mij herinneren: mijn kamikaze-uitval op Aruna Dindane ( 1-1 op Sclessin, in april 2004, nvdr). Walter Baseggio stuurde hem een hoge bal, en ik haalde hem van zijn hoofd. Ik deed niets verkeerd, maar kwam uit op Dindane, zoals het moet. Ik heb maar zes matchen voor Standard gespeeld, maar nooit verloren ( vier gelijke spelen, twee winstmatchen, nvdr).

GUILLAUME HUBERT
GUILLAUME HUBERT© belgaimage

‘Net zoals bij Arnaud was het Michel Preud’homme die me in het bad gooide. We ontvingen Aalst ( 2-0-overwinning, in december 2001, nvdr) en eigenlijk was Khalid Fouhami titularis. Alleen was hij twee uur te laat omdat hij iemand moest afhalen op de luchthaven. Ik wist van niets, en ineens zag ik mijn naam op het blad staan. Preud’homme maakte er niet veel woorden aan vuil, hij zei enkel dat ik het eenvoudig moest houden en mijn eigen match moest spelen.

‘Van druk heb ik niet veel last, maar bij doelmannen zijn de verwachtingen altijd hooggespannen. Als je een flater begaat, hakken ze je kop eraf. Zeker op Sclessin. Ik heb gevochten voor mijn plaats, maar nooit echt de kans gekregen. De concurrentie was natuurlijk ook niet min: Carini, Runje… Vandaag krijgt Bodart de kans om te tonen wat hij waard is en daar kan hij maar beter van profiteren, want men geeft de jongeren niet genoeg vertrouwen. Het belangrijkste is dat hij met zijn hart speelt en zichzelf blijft.’

DIMITRI HABRAN
DIMITRI HABRAN© belgaimage

BOGDAN STELEA

1993-1994 3 matchen 51 jaar analist voor de Roemeense tv

‘De druk weerstaan’

‘Ik speelde maar drie maanden bij Standard. Eind 1993 raakte Gilbert Bodart geblesseerd, de club zocht een vervanger die meteen kon inspringen. Ik kwam vanuit Mallorca, in de Spaanse tweede klasse, waar ik niet al te veel aan de bak kwam. Ik wilde graag spelen omdat ik met Roemenië naar het WK in Amerika wilde. Uiteindelijk stond ik maar enkele matchen onder de lat bij Standard, waaronder de Beker van België ( met 3-0 verloren tegen Anderlecht, begin 2004, nvdr).

‘Gilbert kwam al snel terug uit blessure. Dat was een héél, héél goede keeper, die bovendien opgeleid was in de club, dus was het normaal dat hij de voorkeur kreeg. De mensen hielden van hem omdat ze zichzelf in hem herkenden, maar ook omdat hij de lat heel hoog legde. Ik wilde met hem concurreren, maar ik was jong – 26 jaar – ik sprak de taal niet en ik moest absoluut op het veld staan om me goed te voelen. Daardoor voelde ik veel druk, wat me natuurlijk parten speelde. Toch heb ik goede herinneringen aan de kleedkamer, zoals Marc Wilmots die altijd grappen uithaalde.

René Vandereycken ( destijds coach, nvdr.) wilde graag dat ik bleef. Hij heeft me zeer correct behandeld en ik schoot ook goed op met Roger Henrotay ( de algemeen directeur, nvdr), maar ik wilde echt spelen. De Wereldbeker was mijn droom, dat begrepen ze wel. In februari 1994 vertrok ik naar Rapid Boekarest. Ik werd er titularis en dwong een plaats af op het WK in Amerika, waar we in de kwartfinale uitgeschakeld werden door Zweden. Misschien was mijn passage bij Standard nodig om tot daar te geraken.’

BOGDAN STELEA
BOGDAN STELEA© belgaimage

KRISTOF VAN HOUT

2009-2011 11 matchen 32 jaar Westerlo

‘Leven met de hartstocht’

‘Ik was twintig toen ik op Sclessin arriveerde. Op het hoogste niveau had ik weinig ervaring: ik speelde slechts enkele matchen bij Kortrijk en had geen grote naam als keeper. Wel hadden we het jaar voordien Standard uit de Beker gekegeld in de penalty’s, dankzij mij. Dat was voor mij de eerste kennismaking met de profs. Normaal gezien konden we die match nooit winnen: het was Kortrijk tegen landskampioen Standard. Daarna ging ik naar Standard. Ik was erg nerveus, alles ging heel snel. In mijn eerste match ( 1-1 tegen Zulte-Waregem, in oktober 2009, nvdr) lokte ik een penalty uit… ( blaast). Ik kon niet anders dan de doorgebroken man stoppen. Het stadion stond in vuur en vlam. Ik voelde dat ik het vertrouwen van de supporters had gewonnen, dat ze achter me stonden. Dat was een machtig gevoel. Standard heeft waarschijnlijk het beste publiek van België, maar je moet leren leven met die hartstocht. Je moet dat kunnen temmen, anders hou je je hoofd niet boven water.

‘In mijn twee jaar bij Standard heb ik niet veel gespeeld, maar het waren zonder twijfel de mooiste momenten uit mijn carrière. Keeper zijn bij Standard, Anderlecht of Brugge is moeilijk. De druk is er altijd, je moet altijd winnen. Bij Westerlo ben je op voorhand al in het voordeel omdat je veel ballen krijgt. Bij Standard krijg je er veel minder, dus je mag niet mislukken. Daardoor ligt het voor de club gevoelig om een jonge keeper op te stellen.

‘De supporters kunnen helpen, door vertrouwen te geven aan iemand als Bodart. Nu voel je dat ze achter hem staan. Ze moeten accepteren dat hij fouten kan maken en dat hij daar beter zal uitkomen. Ik kan hem alleen maar aanraden om het hoofd koel te houden. In het kader van een cursus voor keepertrainer woonde ik een training bij van Jan Van Steenberghe ( keepertrainer bij Standard, nvdr). Daar zag ik de kwaliteiten van Arnaud: ik ben ervan overtuigd dat hij zal uitgroeien tot een uitstekend keeper. Het wordt een blijver.’

KRISTOF VAN HOUT
KRISTOF VAN HOUT© belgaimage
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content