Knack Randstad Roeselare kroonde zich voor de zesde keer tot landskampioen. Coach Dominique Baeyens beoordeelde op onze vraag het seizoen van zijn spelers.

Spelverdelers

Frank Depestele. “Toen we vorig seizoen vernamen dat Frank naar België wilde terugkeren, hebben we geen seconde getwijfeld om die buitenkans te grijpen. Ten opzichte van de voorbije seizoenen vormde hij op een sleutelpositie een belangrijke meerwaarde. Door de blessuregolf van de laatste weken, waardoor de receptie aan stabiliteit verloor, kon Frank zijn surplus aan kwaliteiten niet in optimale omstandigheden tonen, maar zelfs in die moeilijke situatie slaagde hij erin zijn aanvallers erg goed aan te spelen. Dankzij zijn ervaring in het buitenland is hij nog beter, nog regelmatiger geworden dan voordien. Zijn uitverkiezing tot Volleybalspeler van het Jaar is dan ook niet meer dan logisch. Als gevolg van zijn positie is hij uiteraard de draaischijf, maar hij is ook de natuurlijke motor van de ploeg. Hij brengt zijn enorme gedrevenheid over op de andere spelers.”

Joost Borremans. “Vorig seizoen heeft Joost heel veel speelkansen gekregen, op een bepaald moment zelfs evenveel als Guilherme. Dit seizoen was dat heel wat minder, maar dat hebben we vooraf met hem besproken. Hij wist dat we een spelverdeler hadden aangetrokken die een trapje hoger stond dan hij, meer dan één trapje. Hij heeft zich daarnaar geschikt en – wat ik super vind – op training heeft hij áltijd het beste van zichzelf gegeven. Joost is een jongen met veel positieve energie en op dat vlak speelde hij een belangrijke rol voor de ploeg. We nemen nu afscheid van elkaar ( Borremans speelt volgend seizoen bij Puurs, nvdr) en dat is een beslissing waar beide partijen zich in kunnen vinden. Joost vond de tijd rijp om basisspeler te worden en de sportieve cel vond het uiteindelijk ook beter om, trouw aan onze filosofie, jong en Belgisch ( Stijn D’Hulst, nvdr) aan te werven.”

Hoofdaanvallers

Iván Contreras. “Ik hoorde en las dat we Iván Contreras hebben gehaald om hem met Frank Depestele te herenigen, maar nostalgie heeft er helemaal niets mee te maken. We hebben bij enkele andere spelers achter het net gevist en pas toen kwam Iván in beeld nadat hij ons zelf contacteerde om terug te komen. Bij de contractbesprekingen stelden we duidelijk dat de twee opposites evenveel kansen zouden krijgen. Je kunt daar akkoord mee gaan – wat Iván ook deed – maar als het moment daar is, is het al wat moeilijker om dat te accepteren. Toen de cruciale wedstrijden eraan kwamen, heb ik gekozen voor wie ik op dat ogenblik de beste vond. Iván heeft uiteindelijk aan het langste eind getrokken omwille van zijn ervaring en vooral omwille van zijn stabiliteit. Wij hebben de intentie om ook volgend seizoen met hem verder te gaan, maar over het financiële aspect is het water nog tamelijk diep.”

Hendrik Tuerlinckx. “Hendrik kan flitsender en spectaculairder uit de hoek komen dan Iván, explosiever zelfs, maar hij kent meer ups en downs. Door omstandigheden speelde hij in de beslissende fase van de play-off als receptiehoekspeler. Hij heeft dat meer dan behoorlijk gedaan, maar dat is niet zijn plaats. Zijn potentieel als hoofdaanvaller is veel groter. Je mag er nog heel veel aan werken, maar zijn receptie zal altijd een zwak punt blijven. Met Hendrik zijn we volgend seizoen verzekerd van een heel goede opposite, maar hij zal niet de enige zijn. Als Iván vertrekt, halen we zeker weer een tweede concurrentiële opposite, wat niet wegneemt dat wij erin geloven dat Hendrik als hoofdaanvaller kan doorgroeien naar een heel hoog niveau.”

Receptiehoekspelers

Matthijs Verhanneman. “Hoewel hij receptioneel nog een grote groeimarge heeft, is Matthijs allicht de speler die de grootste stap voorwaarts gezet heeft. Bij de start van de play-off kwam hij zichzelf een beetje tegen, waarschijnlijk omdat hij door de blessurelast meer verantwoordelijkheid kreeg in receptie, maar hij herpakte zich uitste-kend in de finale. Hij kende ook een periode waarin hij ronduit indrukwekkend volleybalde, in die mate zelfs dat Trentino, misschien wel de beste volleybalclub ter wereld, hem een concreet voorstel deed. Ik heb toch wel wat overredingskracht moeten gebruiken om hem te doen beloven dat hij zijn contract, dat nog een jaar loopt, uitdoet. Toen hij de tijd nam om over het Italiaanse bod na te denken, heb ik daar enkele nachten van wakker gelegen. ( lachje) Ondanks zijn jonge leeftijd was hij immers in heel veel wedstrijden een van de sterkhouders. Matthijs is de coming man van het Belgische volleybal.”

Danilo Alves Dos Santos. “We hadden verscheidene mogelijkheden voor zijn positie en ik moet eerlijk toegeven dat ik de andere leden van de sportieve cel moest overtuigen om voor Danilo te kiezen. ‘Hij is toch wat klein’, was een veel gehoorde opmerking, maar Danilo heeft mij van bij het begin bekoord. Voor mij was hij dé openbaring van de eerste ronde. In receptie en in verdediging maakte hij de ploeg een stuk sterker. Akkoord, blokkerend mist hij lengte, maar twee, drie sublieme verdedigingen per set staan gelijk met een blok. Danilo valt bovendien qua mentaliteit bijzonder goed mee, hij ligt heel goed in de groep. Na zijn blessure is hij niet meer op zijn oorspronkelijke niveau teruggekeerd. Of hij volgend seizoen nog in Roeselare speelt? Dat lijkt bijna vanzelfsprekend, maar er is een medisch probleem aan beide knieën waarover ik eerst duidelijkheid wil.”

Mark Dodds. “Mark Dodds is hier geblesseerd toegekomen en heeft zo goed als niet getraind of gespeeld. Van het moment dat hij weer kon stappen, kwam hij wel telkens naar de trainingen om positief mee te werken en te stimuleren. Op zijn ingesteldheid is met andere woorden niets aan te merken, maar dat alleen is onvoldoende om hem langer aan ons te binden.”

Brecht Dewyspelaere. “Brecht is een product van onze jeugdwerking, die als humaniorastudent de mogelijkheid kreeg om bij een topploeg mee te trainen. Dat was een heel mooi experiment als stimulans voor onze eigen jeugdspelers. Hij maakte veel progressie, maar om in wedstrijden aan de bak te komen woog hij te licht – dat was vooraf al duidelijk. Voor volgend seizoen hebben we met Sam De Roo een erg talentvolle jonge receptieaanvaller binnengehaald van wie we op termijn wel een en ander verwachten.”

Middenmannen

Dragan Radovic. “Dragan heeft een mooi seizoen gespeeld, veel beter dan het vorige. De samenwerking tussen hem en spelverdeler Guilherme verliep toen behoorlijk stroef, met Frank draaide het dit seizoen vlotter. Blokkeren is niet zijn sterkste punt, maar aanvallend en serverend is hij top. Een ander positief punt is dat hij, wanneer anderen de kalmte verloren, vaak wel de rust bewaarde. Wij horen en lezen ook dat Maaseik meer dan gewone interesse heeft voor Dragan, maar officieel weten wij op dit moment ( zondagavond, nvdr) nog nergens van. Als het zo is dat hij al een akkoord had met Maaseik voor de finale, dan heeft hij zich in elk geval professioneel gedragen, want in de finale volleybalde hij schitterend. Aangezien onze twee andere middenmannen nog vastliggen, was er hoe dan ook geen reden om ons snel ongerust te maken.”

Tije Vlam. “Als coach kun je voor het seizoen nooit een basisploeg in je hoofd hebben, maar je kunt wel veronderstellingen maken. Ik dacht dat Tije waarschijnlijk het minst zou spelen van de drie middenmannen, maar hij heeft zodanig zijn stempel gedrukt dat ik niet meer naast hem kon kijken. Hij greep zijn kans toen zijn concurrent fysieke problemen kende en hij deed het nadien zo goed dat hij bleef staan. Zijn lengte is natuurlijk een voordeel, maar hij heeft ook verdedigende kwaliteiten. Ook zijn balbehandeling is uitstekend.”

Wouter Verhelst. “December-januari was een heel moeilijke periode voor Wouter op fysiek vlak. Sinusitis, maagproblemen: kortom, hij kwam in een sukkelstraatje terecht. Tije profileerde zich als basisspeler en Wouter zat vaker op de bank dan hem lief is, maar dat hoort nu eenmaal bij topsport. Daardoor was het voor Wouter ergens wel een frustrerend seizoens-einde, denk ik, maar hij bleef altijd positief en hard werkend op training. Hij heeft nog een contract voor volgend seizoen en daar ben ik heel blij mee. Wouter kent misschien geen spectaculaire hoogtes, maar evenmin veel laagtes. Kort samengevat is hij een stabiele factor, iemand op wie je kunt rekenen.”

Libero’s

Manu Callebert. “Manu was aan een fantastisch seizoen bezig tot hij die ernstige blessure opliep eind februari op training. Het is menselijk dat nu de vraag wordt gesteld of hij nog hetzelfde niveau zal halen van voor zijn blessure, maar zijn revalidatie verloopt alvast volgens schema. In principe kan hij bij het begin van de voorbereiding weer voluit meetrainen. Nu, die blessure was uiteraard een drama, in de eerste plaats voor hem persoonlijk, maar ook voor de hele ploeg. We waren net naar een hoog niveau toe gegroeid, veegden in die periode Maaseik met 3-0 van de kaart en dan gebeurde zoiets. Toen ik ’s avonds naar huis reed, zag ik het even somber in.”

Kristof Hoho. “Zonder de transfer van Kristof Hoho hadden wij nooit de finale gehaald, laat staan dat we kampioen waren geworden. Na het uitvallen van Dodds was er die zeg maar ‘speciale gelegenheid’ waarbij Kristof weer in beeld kwam. Specialisten beweerden met klem dat hij zonder probleem weer aan topsport kon doen. Toen ook onze medische staf op de hoogte was van zijn dossier hebben we niet getwijfeld om Kristof in te halen als vervanger van Dodds. Uiteindelijk kwam hij door de blessure van Callebert op de liberopositie terecht. Dat hij, ook toen Danilo weer speelklaar was, de voorkeur bleef krijgen, heeft te maken met leiderskwaliteiten. Danilo is intrinsiek beter in receptie, maar het kwam er niet uit omdat hij er niet in slaagde de verdediging te sturen. Kris-tof kan dat wel. Voor volgend seizoen is hij voor ons geen optie als libero, wel als receptiehoekspeler. Op training heeft hij echter soms nog wat pijn bij het aanvallen. Dat is een delicate kwestie waarover ik als leek liever niet te veel zeg. Ik weet enkel dat het niets te maken heeft met zijn hart, wel met de defibrillator die bij hem is ingeplant. Die zorgt voor wrijving met het spierweefsel dat eromheen zit en dat bezorgt Kristof pijn bij extreme bewegingen, wat een volleybalaanval toch wel is. Als we zekerheid krijgen dat die pijn van voorbijgaande aard is en dat hij weer voluit kan aanvallen, dan zijn we natuurlijk geïnteresseerd in iemand met zijn kwaliteiten.”

door roel van den broeckbeelden reporters

“Zonder de transfer van Kristof Hoho hadden wij nooit de finale gehaald.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content