Spirou Charleroi pakte zijn achtste landstitel en zijn vierde dubbel (na 1996, 1999 en 2003) in de clubgeschiedenis. Geen verrassing, ook al beleefde de kampioen binnenskamers een turbulent seizoen.

De logica bleef gerespecteerd: voor aanvang van het seizoen startte Spirou als huizenhoge favoriet om zichzelf op te volgen als beste ploeg van het land. Omdat de kampioensploeg van vorig seizoen grotendeels behouden bleef en omdat Charleroi met zijn bijna zeven miljoen euro met voorsprong over het grootste budget in onze eerste klasse beschikt. Gevolg: ruimste kern en beste spelers.

De enige club die Charleroi kon uitdagen, was het Bergen van Chris Finch. De Amerikaanse succescoach die in het verleden met Bree al bewees dat hij ook met een beperkt budget een stevig en attractief team op poten kan zetten. Het waren dan ook deze twee Henegouwse ploegen die zich geheel volgens de verwachtingen plaatsten voor de finale, gespeeld naar een best of five. De beste aanval (Bergen) tegen de beste verdediging (Charleroi). Daarbij had Charleroi thuisvoordeel, een zéér belangrijk gegeven, want het team van sterke man Eric Somme verloor in de eigen Spiroudôme dit seizoen slechts één wedstrijd, Europees tegen Bilbao. En dat bleef ook zo, Bergen werd in de finaleronde met een droge 3-0 bijeen geveegd.

“Een cruciaal moment in dit seizoen was de zege in de voorlaatste competitiewedstrijd tegen Antwerp waarmee we ons verzekerden van de eerste plaats in het klassement en het bijbehorende thuisvoordeel”, beseft ook Dario Gjergia, de Kroatische assistent van Spiroucoach Drazen Anzulovic, waarmee hij eerder bij KK Zagreb, Cibona Zagreb en Perm samenwerkte. “Een tweede cruciaal moment was de nipte zege in de eerste finalewedstrijd tegen Bergen, want als we daar verliezen krijgen we het moeilijk. Nu haalden we daar psychologisch voordeel uit.”

Kan kloppen. De eerste finalewedstrijd eindigde op een regelrechte thriller: 76-75. Bij een 74-75-stand en nog slechts luttele seconden te spelen was het echter Kelvin Torbert die zijn eigen ploeg de das omdeed. Miste twee cruciale vrijworpen en ging daarna in de fout bij een inworp die hij niet tijdig in het spel bracht. Bal voor Charleroi, waar spelverdeler Jerry Johnson zijn verantwoordelijkheid opnam en de winnende korf binnenknalde met een perfect jumpshot.

Het was tekenend voor de hele finaleseries. Bergen miste leiders die het laken naar zich toe trokken op beslissende momenten. Kelvin Torbert bijvoorbeeld: een atletische forward met intrinsiek enorme mogelijkheden, zoals hij twee seizoenen geleden bij Bree demonstreerde, maar deze play-offs geheel onzichtbaar. Ook Travis Conlan, het Amerikaanse meesterbrein van Bergen en op het veld het verlengstuk van coach Finch, bracht te weinig op de momenten dat het moest.

Kampioenenmakers

Een heel ander verhaal aan de overzijde bij Spirou Charleroi, waar het duo Jerry Johnson – Matt Walsh zijn reputatie van kampioenenmakers alle eer aandeed. Vorig seizoen was het hun toevoeging aan de kern die Charleroi uiteindelijk richting landstitel stuwde. History repeating. De flamboyante Walsh werd helemaal terecht uitgeroepen tot Most Valuable Player van de play-off. Eerder viel die eer hem ook al te beurt na de gewonnen bekerfinale tegen Luik. Geen speler in de Belgische competitie die in zo weinig speelminuten zo veel rendement haalt. Eerste wedstrijd: 23 minuten op het parket en 23 punten. Tweede wedstrijd: 21 punten, 6 rebounds en 4 assists in 24 minuten. Derde wedstrijd: 10 punten en 11 rebounds in 29 minuten. Of zoals Johan Roijakkers, assistent-trainer van Bergen toegaf: “Mannen als Matt Walsh of Jerry Johnson hebben wij niet. Zij creëren shots voor zichzelf, op cruciale momenten dan nog, dat kan je gewoon niet stoppen. Nochtans vond ik ons, zeker in de derde partij, niet de mindere.”

Chris Finch zelf ging nog een stapje verder in de analyse van zijn team: “Te weinig jongens haalden hun topniveau. Dit team was beter in het begin van het seizoen dan nu.”

Verkeerd gepiekt heet zoiets. Het overkwam Bergen ook vorig seizoen al, toen ze een uitstekende campagne afwerkten en zelfs de finale van de FIBA Eurocup bereikten, maar uiteindelijk met lege handen achterbleven.

Charleroi daarentegen piekte perfect. Matt Walsh gaf het in een interview met dit blad vlak voor de bekerfinale in april al aan: “Het heeft geen zin om al in januari je top te bereiken. Nu voelen we dezelfde vibe als vorig seizoen, toen we de laatste maanden niets meer verloren. De concentratie en energie keren terug. Het probleem was die Eurocup, omdat het moeilijk is je aandacht te verdelen. Daarom lieten we in de weekends soms domme punten liggen. We zijn weer supergeconcentreerd.” Het missen van de Final Eight in de Europacup (EC2) wordt in Charleroi als de enige smet op deze uiterst succesvolle campagne beschouwd.

Aad de Mos achterna

Het keerpunt voor Spirou Charleroi kwam er in maart, toen het team even slabakte. Er staken geruchten op dat verschillende spelers niet meer door eenzelfde deur konden met de coach, Drazen Anzulovic. Een Kroatische brulboei die geen misstappen dult en zijn spelers bij het minste foutje naar de bank haalt om ze daar en plein public verrot te schelden. Dit seizoen zag je héél vaak spelers misnoegd het hoofd schudden na een zoveelste tirade. In maart staken de spelers daarom de koppen bijeen om te bespreken hoe het verder moest.

Gerrit Major, de Belgische spelverdeler van Charleroi, spreekt dat niet tegen: “We waren door een te vermijden nederlaag uitgeschakeld in de Eurocup, een enorme ontgoocheling. Toen vroegen we ons af: hoe moet het verder? Laten we alles op zijn beloop of concentreren we ons op de beker en de titel?

“Ik ga niet ontkennen dat er wat wrevel was, maar Anzulovic heeft in België alle prijzen gewonnen die je kan winnen. Als een coach prijzen pakt, moet je als speler je mond houden. Zo simpel is dat. We bewezen ten andere dat de mentaliteit in deze groep goed zat. In de finale vielen Jonathan Tabu en Dwayne Broyles geblesseerd af, maar andere jongens, waaronder ook ik, toonden zich klaar om hen te vervangen. We steunden elkaar.”

De aanpak van Anzulovic is er een van slaan en zalven. Een beetje à la Aad de Mos. Conflicten uitlokken en spelers tegen zich in het harnas jagen in de hoop zijn groep op die manier dichter bijeen te brengen. Een gemeenschappelijke vijand creeert immers saamhorigheid. Maar of dat blijft duren, is zeer de vraag. Het is van wat spelers níét zeggen dat je veel kan afleiden: niemand verwees na het behalen van de titel naar de verdienste van de coach. Anzulovic behaalde nochtans de triple: supercup, beker en titel. Hij en zijn assistent Dario Gjergia staan nog één jaar onder contract, maar het is een publiek geheim dat Eric Somme graag Giovanni Bozzi (ex-Charleroi en net opgestapt als sportief directeur bij Luik) ziet terugkeren als head coach. Bovendien moet Charleroi door de economische crisis volgend seizoen flink wat in zijn budget snoeien. Het is enkel wachten op het moment dat Anzulovic zelf zijn vertrek naar een andere club aankondigt. Kwestie van geen dure ontslagpremie te moeten betalen. S

door matthias stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content