De Frans-Togolese winger is een van de smaakmakers van Standard. ‘Deze club biedt me stabiliteit, financieel en sportief.’

Matthieu Dossevi (bijna 28) hangt een poster weer vast aan de muur van de Académie, met de titel: ‘Liège, nouvelle capitale du foot belge‘. Luik, de nieuwe hoofdstad van het Belgische voetbal. De poster dateert van 2009, maar het geeft ons meteen een goed thema om mee van wal te steken.

Sinds je komst vorige zomer heb je hier wel wat dingen zien gebeuren die niet meteen thuishoren in de hoofdstad van het Belgische voetbal…

MATTHIEU DOSSEVI: ‘Ja, maar het is duidelijk dat Standard een tot de verbeelding sprekende club blijft in België. Diegene die hier een voet binnen zet, voelt meteen dat hij een verantwoordelijkheid heeft. Het gaat verder dan louter voetbal. Je voelt dat je hier bij een instituut zit. Er is de hevigheid van de supporters, op straat kom je mensen tegen die zot zijn van Standard en op sociaalnetwerksites zit het spel meteen op de wagen.’

Wat weet je over de geschiedenis van Standard?

DOSSEVI: ‘Op die poster staat Axel Witsel. Een voorbeeld van de grote namen die hier zijn gepasseerd. Aangezien ik uit de Ligue 1 kom, denk ik natuurlijk ook aan Michy Batshuayi. Ik heb vrienden die hier gespeeld hebben: Serge Gakpé en Frédéric Bulot. Ik weet dat zij hier geen geschiedenis geschreven hebben, maar goed. Andere voetballers die ik gekend heb in Frankrijk, hebben me alleen maar goede dingen verteld over Standard. En je merkt ook dat het een kampioenschap is dat kerels klaarstoomt om op een hoger niveau te gaan spelen.’

Precies: je hebt net verlengd tot 2020, maar je bent het soort speler dat nooit zo lang bij ons zal blijven.

DOSSEVI: ‘Contracten willen niet veel meer zeggen tegenwoordig. Maar wat ik vooral wilde, was stabiliteit en het plezier terugvinden. Dat laatste was ik in de Ligue 1 wat kwijtgeraakt omdat ik er bijna uitsluitend voor het behoud voetbalde. Ik heb het teruggevonden bij Olympiacos. En nu hier. Het is belangrijk om bij een dominante club te zitten die bovenin meedoet. Standard biedt me stabiliteit, sportief en financieel. Toen er sprake van was om de optie te lichten en me een contract van lange duur te laten tekenen, heb ik bijna niet moeten nadenken.’

Wat verbaast je het meest in het Belgisch voetbal?

DOSSEVI: ‘De kwaliteit van de stadions.’

Ben je nu ironisch?

DOSSEVI: ‘Helemaal niet. Ik kom van Griekenland. Ik speelde in het beste stadion met Olympiacos, maar elders is het echt klein, dan spreek je over stadions van 5000 à 6000 plaatsen. En in Frankrijk gaat het nu beter omdat het EK eraan komt, maar ik heb bij Auxerre, Guingamp, Bastia en in het oude stadion van Lille gespeeld. Daar word je echt niet vrolijk van. Echt, op dat vlak ben ik blij verrast in België. En de velden zijn van een erg goede kwaliteit. Er hangt ook overal een redelijk sympathieke sfeer.’

BINDMIDDEL VAN DAMME

Al weken wordt overal gezegd dat Standard in de top zes zal eindigen, maar zo zeker is dat nog niet. Is men niet te ongeduldig?

DOSSEVI: ‘Het probleem is dat we van heel ver komen en dat we dat seizoensbegin als een blok aan ons been meeslepen. We hebben nu ons wagonnetje aangehaakt en we proberen niet te lossen, maar we weten dat onze foutenmarge heel klein is.’

Heeft iemand je al iets gezegd over onze play-off 2? Geen kat die ernaar kijkt. Beeld je in dat je gedurende een aantal weken wedstrijden moet spelen die alleen maar bezigheidstherapie zijn.

DOSSEVI: ‘Ze hebben mij dat verteld, ja… (lacht) Maar wij zijn profvoetballers en als we in die play-off 2 belanden, moeten we daar maar de gevolgen van dragen.’

De ploeg draaide goed in december, maar werd volledig door elkaar gegooid tijdens de mercato. Dat kan ten goede zijn, maar het kan ook alles nog om zeep helpen.

DOSSEVI: ‘Ik ben me ervan bewust dat bijna alles te herdoen is. Niet zozeer qua spelniveau, want de nieuwe spelers hebben talent en hebben snel begrepen hoe we spelen, maar qua groepscohesie. Banden, vriendschappen, die worden naast het veld gesmeed, wanneer we met de spelers uitgaan en onder elkaar de onnozelaar uithangen. Als er dan zo veel vertrekkers en nieuwkomers zijn, moet je een beetje vanaf nul beginnen. En het moet dringend gebeuren, want we zitten in een periode waar we de punten nodig hebben. Dat is allemaal moeilijker te beheersen dan het tactische aspect. En het is die cohesie die je soms matchen doet winnen in moeilijke momenten.’

Het vertrek van welke speler zou jullie weleens duur te staan kunnen komen?

DOSSEVI: ‘Ik denk dat Jelle Van Damme de moeilijkste is om te vervangen, voor alles waar hij voor stond, voor wat hij de groep bijbracht. Zonder een buitengewone speler te zijn deed hij altijd zijn job op het veld. Maar hij was daarnaast ook een bindmiddel, hij sloeg de brug tussen de generaties.’

GEEN CHAMPIONS LEAGUE

Wat roept de naam Ariël Jacobs bij jou op?

DOSSEVI: ‘Gemengde gevoelens. Hij was een heel goede trainer, ik hield van zijn manier van werken, zijn discours, zijn persoonlijkheid. Maar het is redelijk slecht afgelopen tussen ons, hij liet me op het einde niet meer veel spelen. Dat vond ik jammer. Valenciennes zat in een heel moeilijke situatie met enorm veel spelers die einde contract waren, onder wie ik. Ik denk dat hij zich een beetje te veel heeft laten leiden door wat men hem verteld heeft over mij. Men zei hem dat de toekomst van de club mij niet kon schelen, wat totaal onjuist was. Het ontgoochelde me dat ik Valenciennes moest verlaten op die valse noot. Ik heb er vier seizoenen gepeeld.’

Je bent naar Griekenland vertrokken en pakte daar de dubbel. Afgezien daarvan speelde je geen Champions League, was je relatie met coach Míchel niet goed en vond je de supporters redelijke mafketels… Was je seizoen daar nu eerder positief of eerder negatief voor jou?

DOSSEVI: ‘Eerder positief. Een heel mooie ervaring. Een verademing na mijn laatste seizoen bij Valenciennes. Ik heb er zuurstof gehapt. Het feit dat ik aan iets anders kon denken, dat ik weer het plezier vond op het terrein, weer leerde winnen, de gelegenheid kreeg om me uit te leven zonder de druk van de degradatie en dat er veel toeschouwers afkwamen op onze thuismatchen, dat deed allemaal deugd.’

Toch stelde je het gedrag van de supporters openlijk aan de kaak.

DOSSEVI: ‘Die van Olympiacos, dat ging nog. Ze legden een grote druk op je, maar het was een positieve druk – terwijl bij Valenciennes de druk van het publiek negatief was op het einde. Neen, het enige grote minpunt voor mij in Griekenland was mijn relatie met Míchel en het feit dat hij me niet op de spelerslijst voor de Champions League zette.’

Had men je dat niet gezegd toen je tekende?

DOSSEVI: ‘Absoluut niet. De Champions League, dat was voor mij argument nummer een om naar Griekenland te gaan. Niemand gaat daarnaartoe om competitiewedstrijden te spelen, laat dat duidelijk zijn. Ik heb getekend omdat ik het shirt van een grote club kon dragen en om Europese matchen te spelen. Ik viel uit de lucht toen ik de lijst zag die aan de UEFA was overgemaakt. Ik ben uitleg moeten gaan vragen bij Míchel. Hij sprak me over een tactische keuze, het was een beetje flou.’

Hoe heb je die Champions Leagueavonden beleefd?

DOSSEVI: ‘Dat was moeilijk, zeker als je Juventus en Atlético Madrid loot. Het hardste was nog de avond voor de match. Dan hield de coach zich bezig met de Champions Leaguespelers en moest ik aan de kant trainen. Ik zag mijn ploegmaats die grote wedstrijd voorbereiden in hun UEFA-hesjes, het stadion werd klaargemaakt, publiciteitsborden werden geplaatst, de camera’s… Ik voelde dat iedereen meeging in de flow. Maar ik niet… Ik was erbij op die matchen en wanneer de hymne weerklonk, was ik gedegouteerd. Daarna probeerde ik me wel in de sfeer onder te dompelen en ging het beter.’

Toen je Olympiacos verliet vorige zomer, had je toen geen zin om er ooit terug te keren om de puntjes op de i te zetten?

DOSSEVI: ‘In het begin van het seizoen was ik slechts uitgeleend aan Standard, maar ik zag geen toekomst meer in Griekenland. Het is een kwestie van trots. Ik had er een meer dan goed seizoen op zitten. Naast de CL-matchen en de wedstrijden die ik miste door een blessure, had ik bijna alles gespeeld. Ik had mijn aandeel in de titel en ik stond op het veld in de bekerfinale. Ik speelde ook in de Europa League, waarin we terechtkwamen na een derde plaats in de CL-poule. Míchel is vertrokken en de nieuwe coach maakte me duidelijk dat ik waarschijnlijk niet veel meer in de ploeg zou staan. Toen dacht ik dat het beter was om de bladzijde om te slaan. Men duwde me ook naar de uitgang, dat is een wet van het voetbal, uiteindelijk zijn we slechts producten.’

DOOR PIERRE DANVOYE – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ik zag geen toekomst meer in Griekenland. Een kwestie van trots.’ – MATTHIEU DOSSEVI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content