De kleren maken de man. En in dit geval ook de voetballer.
Iedere week bespreken we het voetbaltruitje van een eersteklasser.
Want het shirt van een club vertelt meer dan wie dat seizoen de belangrijkste geldschieters zijn. Racing Genk ontstond op 1 juli 1988 uit de fusie van FC Winterslag en Thor Waterschei. Genk nam het stamnummer van Winterslag over, maar niet de clubkleuren zwart en rood. Winterslag, bijgenaamd de Vieze Mannen, speelde tijdens de Tweede Wereldoorlog voor het eerst in de nationale bevorderingsreeksen, toen derde klasse. De club uit de Genkse Noordlaan kende in 1982 zijn hoogtepunt in de UEFA Cup. Winterslag schakelde daarin het Noorse Bryne FK en het grote Arsenal uit, alvorens het zelf werd gewipt door Dundee United uit Schotland. Thor (Tot Herstel Onzer Rechten) Waterschei, in geel en zwart, werd in 1919 opgericht als aanklacht tegen de Franstalige overheersing van het Genkse mijnbestuur. Die politieke slogan werd later, op vraag van de voetbalbond, veranderd naar ‘Tot Heil Onzer Ribbenkast’.
Bij de oprichting van de fusieclub Racing Genk koos men veiligheidshalve voor de kleuren blauw en wit om de kerk, maar vooral de lokale voetbalsupporter, in het midden te houden. Het idee is eenvoudig: blauw met kleine, witte accenten voor thuismaten en een overwegend witte tenue voor de wedstrijden op verplaatsing. Interessanter is de derde kleur die de club af en toe bovenhaalt bij oefenwedstrijden of in het geval de tegenspeler dezelfde clubkleuren heeft. Dit jaar koos men voor een outfit in fluoriderend geel. Handig tijdens donkere wintermaanden of als de stadionverlichting het begeeft.
Twee seizoenen geleden speelden de Limburgers zelfs enkele oefenwedstrijden in het roze, naar het voorbeeld van hun doelman Logan Bailly, die een heel seizoen lang met een roze trui tussen de palen stond. En een roze trui is voor voetballers wat rood is voor een stier. “Ik hoop dat Bailly zijn roze shirt aantrekt, dan is hij een gemakkelijk mikpunt voor mijn spitsen”, zei Clubtrainer Jacky Mathijssen voor de wedstrijd Club Brugge – Genk. Club verloor in eigen huis met zware 2-6-cijfers en toen Bailly na de wedstrijd zijn trui ging aanbieden aan Mathijssen lachte die, nou ja, ‘groen’.
Het best verkopende truitje is nog steeds dat van de Japanner Takayuki Suzuki, die in 2002 één seizoen voor Genk speelde. Het eenvoudige, blauwe shirt met rugnummer dertig was een hype bij de Genksupporters én de fans van Suzuki in Japan.
ELLEN DE WOLF
