Ellen De Wolf
Ellen De Wolf Moderedactrice Knack Weekend

De kleren maken de man. En in dit geval ook de voetballer. Iedere week bespreken we het voetbaltruitje van een eersteklasser. Want het shirt van een club vertelt meer dan wie dat seizoen de belangrijkste geldschieters zijn.

Laten we de vraag een keer omdraaien: wat vertellen de geldschieters op het shirt over een club? STVV, dat zijn clubkleuren geel-blauw dankt aan thuisstad Sint-Truiden, ligt recht in het hart van de Haspengouwse fruitteelt. En daar was lange tijd ook op het shirt van de Truienaars niet naast te kijken: onvergetelijk is de aardbei op het shirt tijdens het seizoen 1994/95. Maar dé Limburgse trots blijft de appel, die twee seizoenen op het shirt van STVV stond te blozen. In 1996 werd de Jonagold vervangen door het logo van de fruitveiling, om spreekkoren als ‘wij maken appelmoes van STVV’ te vermijden. Succes was er ook voor Pol ‘Kogelke’ Appeltantswhat’s in a name? – die in 1946 geschiedenis schreef als de eerste Limburger die debuteerde bij de Rode Duivels. Tijdens het seizoen 1938/39 maakte hij maar liefst 50 van de 93 doelpunten, wat hem voorgoed een plaats in de annalen van STVV oplevert.

Twee jaar later brak de Tweede Wereldoorlog uit. Het seizoen werd voortgezet, op enkele pauzes na, maar van een echte competitie was geen sprake. Ook STVV deelde in de oorlogsellende: op 26 augustus 1944 vernielden luchtbombardementen alle accommodatie op Stayen. Vier jaar later promoveerde STVV naar eerste klasse en onderging ook het stadion een ware metamorfose: een nieuwe overdekte tribune met 600 zitplaatsen, extra standplaatsen en niet veel later ook stortbaden in de kleedkamers. Een ongeziene luxe voor spelers en supporters, want vooral in de beginjaren worstelde de Limburgse club meer met het veld dan met het voetbal. De eerste wedstrijden van STVV vonden plaats op het veld van de tweede Lansiers aan de Tongersesteenweg. De spelers moesten voor iedere wedstrijd zelf de doelpalen in de grond steken, de netten hijsen en de kalklijnen trekken.

Een jaar later verhuisde de club naar de Montenakenweg. Om het nieuwe terrein in te huldigen werd tweedeklasser Cercle Tongeren uitgenodigd. Zonder veel belangstelling trouwens, slechts negen betalende supporters, inkom 1,5 frank, passeerden het loket. In 1927, drie jaar na de oprichting van de club, vestigden ze zich definitief op de terreinen van de suikerfabriek in Staden, Stayen in het Truiens. En ” Stayen, da’s nen echten terreng veuj de footbal!”, aldus Raymond Goethals.

ELLEN DE WOLF

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content