Een week in het spoor van RC Genk : hoe de kampioen scherp naar de wedstrijd in Lokeren toeleefde maar toch weer met zwaar verlies werd geconfronteerd.

Maandag

“Velden genoeg”, verbaast SefVergoossen zich door de catacomben van het Feniksstadion benend, “maar ík heb het in geen vijfentwintig jaar meegemaakt dat er geen stukje gras was waarop niet kon worden gelopen.” Bij thuiskomst is het contrast met het Turkse Belek, waar Genk zich in warmer omstandigheden voorbereidde op de terugronde, groot.

We drentelen door de gang als JosipSkoko na een uurtje spinning in de fitnesszaal de kleedkamer verlaat om TV Limburg te woord te staan. In Turkije herhaalde Skoko in vette letters wat hij zich bij eerdere gelegenheden ook al had laten ontvallen : dat hij liever minder defensief werk zou opknappen om meer acties en doelpunten te kunnen maken. En dat hij op een hoger niveau wil spelen omdat er in Genk geen spelers rondom hem lopen van wie hij iets leert. Niet al te diplomatisch, dat laatste. Al blijkt het hem, voortrekker als hij is, door de groep niet kwalijk te worden genomen.

Thuisblijver MoumouDagano, die een paar afspraken niet nakwam en zich liever op de geneugten des levens stortte, wordt even later in het bureau van Vergoossen verwacht. Zakdoekje in de hand, want verkouden, sloft hij ons voorbij, om een paar minuten later breed grijnzend weer buiten te stappen. Blij dat zijn straf er bij deze op zit. ” La vie est dûr, oui, trés dûr ( lacht) .

Hoe kijkt Sef Vergoossen nu met enige afstand terug op de gebeurtenissen van de afgelopen week ?

“Kom even binnen en neem een kop koffie”, wenkt hij ons, waarna hij aan de andere kant van zijn bureau vóór het tekenbord plaats neemt. “Kijk, we hadden met Moumou afgesproken dat we hier in Genk met hem zouden praten, wat nu gebeurd is, en daarmee is de zaak helemaal afgesloten. Hij weet dat hij deze week nog één keer met de reserven moet spelen, maar daarna keert hij bij de groep terug. Als praten op een gegeven moment niet meer doordringt, moet je ineens een daad stellen waarvan je weet dat die wel impact heeft op de speler in kwestie.

“Wat Skoko betreft : Josip mag best naar voren, op voorwaarde dat wij sterker zijn dan de tegenstander. ( Neemt een stift ter hand en tekent een tactische opstelling) Kijk, het probleem onder Boskamp was dat Daerden vaak voorbij de as van het veld stond en MarcHendrikx geen meter naar binnen kwam als de bal aan de andere kant was, dus verzopen ze met z’n vieren op het middenveld. Maar als de spits en de flankspeler door de tegenstander niet worden opgevreten, kan Josip rustig diep gaan, want dat betekent dat bijvoorbeeld Koen Daerden vrijkomt omdat de verdediger Josip heeft opgepikt. Dat weet hij. Maar als de ploeg minder speelt, moet hij meer naar achteren. Ik vond het een beetje vreemd dat niemand me daarop aangesproken heeft, maar we hebben heus wel al anders gespeeld, hoor. Thuis tegen Real Madrid, bijvoorbeeld, zijn we twintig minuten na de rust met Chatelle heel anders gaan voetballen. Hij is achter de spitsen gaan staan, waardoor zij met een man terug naar achteren moesten.”

“Dat we een terugval zouden kennen, dar kon je de klok op gelijkzetten, we hadden onder andere twee WK-gangers die moesten inpikken. Wesley zei : trainer ik dacht dat ik het tot aan de winterstop ging volhouden, maar het lukt me niet. Ik zei : wees maar blij Wesley, dat is ook weer een ervaring. Jammer, maar het stopt érgens.”

Dinsdag

Naar de met het – vroeger aan DavidPaas toebehorende – nummer 7 spelende AlmirSuleymanovic is het dat om halfacht onze aandacht vooral uitgaat als Genk aan een oefenwedstrijd tegen FC Utrecht begint. Suleymanovic is Genks met Champions League-geld betaalde nieuwe rechtsachter. De man die, draai of keer het zoals je wil, het seizoen zal moeten gaan redden. Veel wordt hij door de Nederlanders niet aan het werk gezet, maar na een halfuur haalt hij op aangeven van Vandenbergh de achterlijn en levert nog een uitstekende voorzet af ook.

Suzuki mag negentig minuten spelen en trippelt als een ballerina heen en weer, maar dreigt eens hij aan de bal is nauwelijks. In april moet worden geëvalueerd of hij nog langer dan dit seizoen in Genk zal blijven. Met wat hij in een nochtans weinig hoogstaande wedstrijd als deze amper laat zien, kan de discussie over de sportieve argumenten kort zijn.

Even opveren kunnen we wel als SeyfoSoley in één tijd een hoge bal stillegt, de nummer 14, Kuijt, omspeelt en een lange pass geeft naar alweer Vandenbergh, die Beslija een doelpunt voor de voeten schuift. Soley, van origine verdedigende middenvelder en verguisd na zijn slappe debuut op de eerste speeldag, lijkt de vaste man centraal naast Suleymanovic te zullen worden. Hij is de laatste weken uitgegroeid tot Genks meest constante speler, zegt Vergoossen, die het zichzelf aanrekent dat hij de bij Lokeren gehaalde Gambiaan op de eerste speeldag halsoverkop al meteen liet spelen, hoewel hij ziek uit Afrika was teruggekomen. Die fout, herinneren we ons, wil hij nooit meer maken.

Onze gedachten worden in de drieënvijftigste minuut onderbroken wanneer Skoko alle tijd en ruimte krijgt om aan de rand van het strafschopgebied op doel te trappen, maar zowaar zelfs ver naast het kader mikt. Die Skoko moet toch niet te hard roepen dat hij meer zou scoren als hij hoger voetbalde. Kracht is wat de Australische Kroaat mist om, ook bij vrije trappen, op die momenten gevaarlijker te kunnen zijn. Iets waaraan Kevin Vandenbergh heeft gewerkt. Hij schiet even later jammer genoeg op de paal.

Weinig volk, zwakke wedstrijd en mottig weer, dus een beetje mistroostig stappen we achteraf de receptiezaal in, waar JosVaessen ons evenwel verblijdt door ons een stylo uit Denemarken te tonen. Een stylo uit Denemarken ? Jaja, uit Denemarken. Daar is de voorzitter namelijk vandaag nog geweest.

Vaessen : “Ik heb er met Flemming Östergaard, de voorzitter van FC Kopenhagen, onder andere gefilosofeerd over een competitie met België, Nederland, Noorwegen, Zweden, Denemarken en Schotland. FC Kopenhagen is de zesde of zevende club die ik zo bezoek. Maar we zullen nog lelijk op onze tenen moeten staan om mee te kunnen in zo’n Atlantic League, zeker als je ziet dat Kopenhagen de lonen lager liggen en het minder dan de helft van zijn inkomsten uit het voetbal haalt. De rest komt allemaal uit entertainment en evenementen. SerenaWilliams heeft er een wedstrijd gespeeld, EltonJohn heeft er opgetreden…”

Door twijfels te uiten over de strafmaat die Vergoossen Dagano oplegde, is het dat Vaessen de voorbije week weer eens de publiciteit haalde. De voorzitter die zich op de luchthaven voor het vertrek naar AS Roma omringd door een handvol journalisten, notitieblokjes in de aanslag, ook al eens had laten ontvallen : “Tussen wat die trainer van ons zegt en doet, zit soms een verschil, vind ik.” Een uitspraak die door geen van de elkaar verbaasd aankijkende journalisten werd opgepikt. Want ach, de voorzitter had wéér eens een uitschuiver gemaakt.

Waarom blijft een weldenkend man als Jos Vaessen, die men gezien zijn staat van dienst in het bedrijfsleven bezwaarlijk naïef kan noemen of een gebrek aan gezond verstand kan verwijten, zich zo opstellen ?

Vaessen : “Het ligt niet in mijn aard om niet te antwoorden als mensen mij iets vragen. Onlangs zit ik in de auto te knoeien in het verkeer in Antwerpen als ik gebeld word voor een interview. Zie ik achteraf dat ik tegen Nilis word uitgespeeld ! Ik sta te weinig stil bij het belang van voetbal in de maatschappij en het belang van Genk in het voetbal. Ik wéét het wel, maar… Ach, ik ben toch niet van plan om mijn mond te houden. Zo zit ik niet in mekaar. ( Lachje.) Canal+ wou een interview, maar ik zei : pak die of die maar. Dat vonden ze niet goed. Dus ik ga het toch doen; ik vind hún alternatief namelijk nóg slechter ( lacht). Kijk, in het bedrijfsleven was het anders, daar kwam ik nauwelijks in de pers. Ik zei meestal : als ik iets te melden heb, bel ik jullie zelf wel. En zo schoof ik het iedere keer een jaar voor me uit. Maar dat is allemaal niet belangrijk. De wedstrijd van zondag, dát is belangrijk”, besluit Vaessen plots energiek opverend.

Onze aantekeningen, gebiedt de voorzitter nadat we een halfuur tegenover hem, druk noterend, hebben zitten praten, moeten we scheuren omdat hij niks gezegd wil hebben.

Woensdag

Wesley Sonck wordt tweede in de Gouden Schoen. Hij voelt zich ondergewaardeerd en zal, zegt hij, in de terugronde bewijzen dat hij hem had moeten winnen.

Vrijdag

Training achter het Fenixstadion. Terwijl de rest van de selectie, hop hop, ritmisch tussen kegeltjes over stokjes en, oeps, langs paaltjes huppelt, lopen Zokora en Dagano monotone rondjes. De eerste is herstellende van een blessure, de tweede recupereert van een wedstrijd met de reserven gisteravond. Het laatste luik van zijn terugkeer bij de groep. Later zullen ze beiden bij de rest aansluiten, maar het onderlinge oefenpartijtje waaraan de selectie inmiddels is begonnen, komt nog even te vroeg.

“Hou ‘em vóór je ! Hou ‘em vóór je !” Te laat. Skoko is na een solo Almir Suleymanovic voorbij en scoort. Waarna de Bosnische rechtsachter er door Vergoossen nog eens op gewezen wordt hoe je een opkomende speler onder controle houdt.

“We hebben bij de scouting eerst gekeken naar zijn kwaliteiten in balbezit. Want hoe vaak speelt er op zo’n verdediger in België een echte buitenspeler waarop je constant moet verdedigen ?”, verklaart JosDaerden als hij na de training met AkramRoumani bij de diëtist is langs geweest. “We hebben moeten vaststellen dat onze backs heel vaak als eerste initiatief moeten nemen omdat de tegenstander vaak redeneert : Thijs, Skoko, de twee spitsen en de twee flanken schermen we af, de rest mag aan de bal komen. En dan kregen we vooral aan de rechterkant heel vaak problemen. Maar het is goed om weten dat hij vroeger ook al centraal in de verdediging heeft gespeeld. Hij is snel, heeft een goeie voorzet én hij kan gevarieerd voetballen. Dat laatste vooral was ons opgevallen. Hij kan zowel de diepe spits inspelen, naar de middenvelder passen of de korte combinatie zoeken.”

Met de Turkse stage inmiddels ver in de gedachten leeft Genk dan ook scherp naar de wedstrijd van zondag toe, zoveel is duidelijk. Veel is er daarom KRC ook aan gelegen de terugronde beter te openen dan de competitie, toen de ploeg zich nooit aan de schaduw van de 2-3-nederlaag tegen Lokeren leek te kunnen onttrekken.

Jos Daerden : “In de nabespreking van de laatste wedstrijd op Gent hebben we duidelijk aangegeven dat na de winterstop dingen anders zouden verlopen. Ook naar onszelf toe moeten we als technische staf kritisch blijven. Waar zijn we zelf tekort geschoten ? Wat hadden we anders moeten doen ? Toen hebben we gezegd : door omstandigheden, de drukte, zijn een aantal zaken misschien verwaterd in de discipline, in de omgang met spelers, minder tijd kunnen maken, ofschoon, laat dat duidelijk zijn, de discipline er altijd geweest is. Het was gewoon een kwestie van even de afspraken die we samen maakten op te frissen. We moeten bijvoorbeeld ’s morgens iets sneller terug onder de jongens. Rond negen uur, moeten we tien, vijftien minuten bij hen zijn, een kop koffie daar drinken, de krant lezen, terwijl we nu bezig waren met het medisch bulletin, bespreking van dit of dat. We gaan onszelf als staf dus ook een aantal dingen opleggen.

“Op training hebben we twee accenten gelegd : bij balbezit de ruimte groter maken voor onszelf én gevarieerder gaan voetballen. Dat kan door bijvoorbeeld een spits wat verder te laten uitzakken, de vleugelmiddenvelders wat meer op hun bewegingsvrijheid te wijzen, ze móeten naar binnen nu, de middenvelders Josip en Bernd moeten regelmatig meer in de ondersteuning zitten, van achteren uit kan er misschien meer ingeschoven worden en moeten andere mensen kantelen. Kwestie van gevarieerd spelen bij balbezit en bij balverlies vanuit onze veldbezetting blijven voetballen en de ruimtes wat kleiner maken.”

Zondag

Lokeren-Genk. Belangrijke wedstrijd dus. Maar Genk verloor met 4-1 waarbij de kampioen het vooral in de verdediging liet afweten.

Jos Daerden : “Dat is de machteloosheid die je als trainer hebt. Als je de doelpunten bekijkt zie je regelmatig puur individuele fouten. Het leek mij te makkelijk te gaan. De kwaliteit is er, maar het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Bij één goal hoorden we bijvoorbeeld Zokora tot op de bank roepen dat hij de bal zou nemen, maar Roumani sprong hem overhoop. Wat kan je daar dan nog tegen beginnen ? Maar hoe zwaar de cijfers ook zijn, ik denk dat we genoeg positiefs terug gezien hebben waarop we hebben geoefend. Zoals snedigheid op de flanken en gevarieerd voetbal in de eerste helft en spitsen die goed uitzakten, waardoor wij even moeilijk te verdedigen waren. Na de 2-1 wilden we Josip dichter achter de spitsen schuiven, waardoor Lokeren een man meer achterin moest houden. Daar hadden we op geoefend, net zoals met een systeem waarbij we Seyfo naar het middenveld schuiven en met drie acheraan blijven. Of Wamfor inbrengen en Zokora naar rechts schuiven, wat we in Lokeren deden. Alleen leverden we vlak daarvoor zomaar de bal in, waarna de 3-1 onmiddellijk volgde. Lokeren heeft nooit twijfel of druk gevoeld van ons. Ik denk dat we zullen moten leren leven met onze verdedigende fouten, hoe zwaar dat ook is.”

Het stopt érgens.

door Raoul De Groote

door Raoul De Groote

‘Als praten niet meer helpt moet je een daad stellen.’ (Sef Vergoossen)

‘We zullen moeten leren leven met onze verdedigende fouten.’ (Jos Daerden)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content