In Afrika heb je oude, wijze mannen, die alleen in spreekwoorden praten. In Brugge heb je de Nigeriaan Joseph Akpala, die graag luistert naar wat oude, wijze mannen te zeggen hebben.

Leave bad things and talk peace.

Laat slechte zaken achter je en praat

over vrede. Joseph Akpala: “Ik denk dat dit helemaal klopt. Je mag bij de slechte dingen niet stil blijven staan. Dat helpt, ook in de sport. Wie te veel in het verleden blijft hangen, raakt … gefrustreerd, beschaamd, depressief. Als je hebt verloren en je blijft erover dubben, blijf je verliezen.

“De nacht na een wedstrijd kan ik moeilijk slapen. Zeker als we verloren. Ik ben dan kwaad, zelfs de dag erna, en dan moet ik mezelf weer bij elkaar rapen. De nacht na de match is de moeilijkste. Ik speel die vaak nog een keer in mijn hoofd. Zie flitsen, denk, daar had ik beter dit gedaan, of daar dat. Na een wedstrijd blijf ik wakker tot twee, drie uur ’s nachts. Pas dan word ik slaperig. Ik gebruik die tijd om te babbelen met mijn ouders, vrienden, andere familieleden. Die weten dat inmiddels al. Een wedstrijd van Joseph is een nacht praten. Ze volgen de wedstrijd via Livescore op het internet. Van minuut één tot minuut negentig.

“Boos kan je ook zijn op je ploegmaats. Maar dat moet je achter je kunnen laten als je van het veld stapt. Je moet dat trouwens nuanceren. Je bent niet boos op de speler, maar op de actie, of de keuze die hij maakte. Na de wedstrijd praat je daar nog even over en dan: zand erover.

“Soms hebben we een groepsanalyse van een prestatie. Maar niet na elke match. Persoonlijk heb ik liever dat die zo snel mogelijk na de wedstrijd gebeurt. Je mag zoiets niet laten aanslepen. Als je op een fout wordt gewezen, kan je daar op training aan werken. Als je wacht tot het einde van de week, riskeer je dat het de wedstrijd nadien opnieuw gebeurt, want je hebt er nog geen aandacht aan geschonken.”

Learn from history.

Leer uit de geschiedenis.

Akpala: “Ik herinner me een wedstrijd tussen Charleroi en Brussels. Ik kreeg een paar kansen en zette die niet om. Hetzelfde overkwam me bij Club tegen KV Mechelen. Op een bepaald moment hoorde ik boegeroep. Toen dacht ik terug aan dat moment bij Charleroi en zei: het is net als toen, blijf rustig Joseph, blijf werken en geloof in jezelf. Het komt wel goed. Dat gebeurde ook.

Wole Soyinka ( Nigeriaans schrijver, nvdr) had veel invloed op mij. Toen ik nog op school zat, lazen we zijn gedichten en ik heb aan de universiteit toneelstukken van hem zien opvoeren. Hij houdt je voor dat je geest breed moet blijven. Het is niet omdat ik een voetballer ben, dat ik alleen aan voetbal moet denken.

“Ben ik een voorbeeld? Ik sprak onlangs een van mijn jeugdcoaches en die zegt dat hij mij gebruikt als voorbeeld voor spelers van zeven tot dertien. Ik was altijd bereid tot trainen, zelfs als het regende. Als je prof wil zijn of worden, zijn er dingen die je moet doen. Zoals trainen, zelfs al heb je geen zin of zitten de omstandigheden tegen …

“Leert Afrika van zijn geschiedenis? Ik denk het niet. Het vorige head of state – vergelijk die job met die van president – in Nigeria deed het niet goed. Kreeg heel veel economische hulp van de Wereldbank, maar gebruikte die niet voor het welzijn van de staat. Stierf in mysterieuze omstandigheden. Mensen waren blij dat hij omkwam. Toen kwam er zogezegd democratie, maar zij die hem opvolgden, maakten dezelfde fouten. Nu gaat het stilaan de goeie weg op. Maar het blijft Afrika. Niet vergeten: onze democratieën zijn veel jonger. We moeten nog volop structuren ontwikkelen en leren het algemene belang boven het individuele te zetten.”

Great fires erupt from tiny sparks.

Grote branden beginnen met een klein vonkje. Nigeriaanse versie:

It is from a small seed that the giant Iroko tree has its beginning.

De grote Irokoboom groeit uit een klein zaadje.

Akpala: “Een Iroko is een heel grote boom, de grootste die er is. Het geloof bij ons is dat het de sterkste boom ter wereld is, het hout ervan is goed om mee te koken, of om meubels van te maken.

“De grote brand bij Club Brugge begon net voor de winterstop. Een paar nederlagen, eruit in de UEFA Cup, daar is het verval begonnen. En nu zitten we met gemiddeld één nederlaag om de drie wedstrijden. Wat het probleem juist is? Kan ik niet zeggen. Behalve dit: we hebben nooit kunnen uitvissen wat er juist fout ging. Zo begonnen we telkens de volgende wedstrijd, zonder te leren uit de fouten. En we zijn beginnen te sukkelen.”

The lead cow gets whipped the most.

De leidende koe krijgt de meeste stokslagen. Akpala: ” Jacky krijgt de schuld van alles zeker? ( lacht) Als alles goed gaat, zijn het de spelers én de coach die profiteren. Maar als het niet goed gaat … In Nigeria zei een trainer me ooit: voor het bij de spelers komt, is het al afgekoeld. Maar bij mij is het nog brandend heet. Dat principe geldt overal. Het is de manager van een bedrijf die verantwoordelijk wordt gesteld voor verliezen, niet de arbeiders.

“Ik heb nog nooit een team geleid. Maar als ik in die situatie zou belanden, zou ik het wel kunnen, denk ik. Ik ben in de kleedkamer nu zoals elke andere speler. Ik zeg wat ik nodig vind, als iets niet gaat. Aanvoerders kunnen meer zeggen, vanuit hun ervaring, maar daar voel ik me nog te jong voor. Ik weet dat er jongeren zijn die daar niet naar kijken, maar ik geloof niet in het plaatsen van jezelf binnen een groep. Als ik dingen zie die niet juist zijn, zal ik het zeggen. Maar ik ga me niet opdringen. Anderzijds, ik zal ook geen dingen pikken die niet correct zijn.”

If you rattle a snakepit, you should be prepared to be bitten by it.

Als je de rust in de slangenkuil verstoort, riskeer je een beet. Akpala: “Haha. Of course! Als kind was ik bang van slangen. Nu niet meer. Slangen vind je vooral in de bush en daar kom ik niet meer. En anders dood ik ze.

“Figuurlijk. Ik zal nooit de man zijn om de knuppel te gooien. Voor mij is een kleedkamer een familie. En wat in de familie gebeurt, moet binnen de familie blijven. Dat leerde mijn vader me. Ik geloof niet in alles naar buiten gooien. Zeker niet in de media, maar zelfs niet binnen de rest van de club. Laat me het met een beeld zeggen: wij zijn een kamp, de tegenstander is een ander kamp. Als een kamp een probleem heeft, en iedereen weet dat, gaat de tegenstander daarop inspelen. Als je het allemaal niet goed in de hand houdt, kan het snel een slangenkuil worden. Geloof me, er bestaan slechte kleedkamers!”

A deaf ear is followed by death, an ear that listens is followed by a blessing.

Wie dooft blijft voor goeie raad, gaat eraan kapot; wie luistert, profiteert.

Akpala: “Ja!!! Je moet luisteren naar anderen. Jij bekijkt alles vanuit jouw perspectief, maar anderen hebben een genuan-ceerde kijk. Onlangs nog, in de wedstrijd tegen Germinal Beerschot, had ik het na de match over één bepaalde fase met Nabil. Ik kreeg een bal en schoot in één tijd. Weg kans. Nabil vroeg: waarom controleerde je die niet eerst? Ik dacht dat de verdediger er dan mee weg zou zijn. Achteraf zag ik de beelden op de bus. De fase zat in de samenvatting en ik vroeg Nabil: denk je nog steeds dat ik die bal moest controleren? Dan moest die controle echt wel honderd procent geslaagd zijn. Heel clean. Maar misschien had hij gelijk, het had anders gekund.

“In Charleroi vertelde Dante Brogno mij altijd dat hij nooit werkte. Hij was er om te scoren. Dat kan best, maar het is mijn stijl niet. Anderzijds: misschien was de boodschap ook wel dat je niet met lopen, maar met concentratie het verschil kunt maken.”

Suffering is prior to attaining success.

Lijden gaat aan succes vooraf.

Akpala: “Trainen is voor mij niet afzien, al stellen sommigen het wel zo voor. Je hebt pijn, dat klopt. Pijn waarvan je op een bepaald moment denkt: nu kan ik niet meer verder. Maar dan doen ze er nog een beetje bij. Wij hebben altijd wel ergens pijn. Kleine pijntjes. Ik herinner me een periode in Nigeria, toen ik mijn enkel ferm had verzwikt. Zo lang de kinesist kon intapen, bleef ik spelen. ( lacht) In de Pepsi Academy waar ik werd opgeleid, zegden ze: als je geen pijn voelt, ben je niks aan het leren.

“Als je er hard voor gewerkt hebt, apprecieer je ook meer. Mijn broer kwam hier en die was verrast dat er overal licht brandde. In Nigeria is er soms licht, soms niet. Voor kinderen die hier opgroeiden, klinkt dat stom, maar als je dertig bent en nog nooit uit Nigeria geweest bent, is dat verrassend. 24 uur licht, 7 dagen op 7 elektriciteit, voor mijn broer was dat geweldig.”

When God cooks, you don’t see smoke. Appreciate God’s power.

Als God kookt, zie je geen rook. Apprecieer zijn kracht.

Akpala: “In Afrika en wellicht ook in Zuid-Amerika appreciëren we God veel meer dan hier. Als ik vandaag down ben, of ik kom uit een arme familie, geloof ik dat er een betere dag komt, of een dag waarin mijn familie tot de rijken behoort. God staat aan onze kant. Sommigen vinden dat we egocentrisch zijn door dat te zeggen, maar als je dingen doet die juist zijn, gaat God je op een of andere manier helpen. De kansen en krachten van mensen zijn beperkt. We hebben de interventie van God nodig.

“Elke dag voor ik naar bed ga, bid ik. Ik dank God dat ik de dag ben doorgekomen. Er is heel veel verkeer dat mijn pad kruist, ik zeg niet dat al die chauffeurs niet kunnen rijden, maar er is niemand op mij gereden. Dat alleen al is het waard om God te bedanken. Voor ik een dag begin, dank ik hem ook. Slaap lijkt voor mij op dood, ik weet niet wat er gebeurt. Wakker worden is God danken dat je nog in leven bent. Voor mij is God geen abstract idee, of een gevoel, een levenshouding, voor mij is God echt.

“In mijn ogen is het ook allemaal in evenwicht. God gaf Nigeria olie en jullie zijn die komen halen. Het economische onevenwicht moet je niet bij God leggen, wij zijn ermee akkoord gegaan dat jullie die olie kwamen halen. Mensen zijn ook niet altijd eerlijk, sommigen willen meer winst maken uit een transactie dan anderen. Mensen proberen ook munt te slaan uit het feit dat ze deel uitmaken van een groep die in God gelooft. Ze gebruiken godsdienst om een invloed op anderen te krijgen. In veel delen van de wereld luisteren mensen naar je, als je over God praat. Laat het woord ‘bommen’ vallen en ze doen dat niet. Maar het is niet omdat ik een christen ben en me daarvoor engageer, dat ik me moet laten gaan in terrorisme en andere uitwassen.”

Religieus imperialisme …

Akpala: “Yeah, dat bedoel ik. Iedereen heeft het recht te geloven in wat hij wil. Als jij het niet ziet zoals ik, is er geen probleem, zolang je mij maar respecteert.”

Sticks in a bundle are unbreakable.

Een bundel stokken is niet te breken.

Akpala: ” United we stand, divided we fall. Of zoals ze bij ons zeggen: met één strootje veeg je geen kamer proper. Wel met een hele bezem.

“Teambuilding is belangrijk. Vorig seizoen zijn we met Charleroi naar een plek in de Ardennen geweest, niet zo ver van Luik, een plek met bergen en grotten. De naam ontsnapt me. We werden verdeeld in kleine groepjes en we moesten het tegen mekaar opnemen. Heel gek, maar er ontstond die middag wel een groepsgevoel en een relatie tussen spelers. Als iemand zich vervolgens niet professioneel gedraagt, kan je die makkelijker terechtwijzen. Omdat het je vriend is.

“Teamspirit hangt wel af van resultaten. Toen we dit seizoen met Club opeenvolgende wedstrijden wonnen, was de kleedkamer heel tof, met veel sfeer. Ging je naar het bos om te lopen, vond iedereen het fun. Maar je moet eens na een nederlaag horen waarover in datzelfde bos niet allemaal werd geklaagd. ‘Wéér lopen, dat moet toch niet.’ Ik heb dat al vaak geconstateerd.”

What an old man sees while lying down, a young man can never see even when he climbs up in a tree.

Een oude man die ligt, ziet meer dan een jongen in een boom.

Akpala, die dit laatste spreekwoord zelf koos: “Dat is er nog eentje dat ik ken uit Nigeria. Toen ik nog op de middelbare school zat, zei de leraar altijd: jullie weten niet wat het leven inhoudt. Jullie ouders geven je geld en je geeft er niks om. Als het op is, bedel je om nieuw. Helemaal juist.

“Op school droegen we vroeger een uniform. Op de eerste schooldag droeg ik eens een gloednieuw exemplaar. Maar ik wou spelen. Uiteraard wilde ik die kleren niet vuil maken, dus trok ik ze uit. Na het spelen was het uniform verdwenen. Ik dacht dat mijn ouders woest zouden zijn en kon geen enkele manier bedenken om hen dit te vertellen. Dus bleef ik op school. Uiteindelijk kwam mijn vader me halen, verwittigd door mijn vrienden. En hij kocht nieuwe kleren voor me.

“Als kind heb je de neiging niet naar je ouders te luisteren, als die wat zeggen. Tot je in de problemen komt … Pas dan snap je dat ze dingen zeggen vanuit hun ervaring. Een kind groeit in het leven, een oude man weet hoe het in mekaar zit.” S

door peter t’kint – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content