Het systeem Charleroi

© koen bauters

De seizoenen vliegen voorbij, de topspelers trekken een voor een weg, maar Charleroi blijft jaar na jaar in het kielzog van de topploegen dankzij spotgoedkope deals. Het is het verhaal van een bestuur dat flair combineert met een gezonde overdosis aan ambitie.

Kaveh Rezaei rekent telkens op dezelfde manier af. Of het nu om een rebound gaat na een schot van Ali Gholizadeh of een pass van Mamadou Fall. Het tarief voor zijn ploegmaats blijft onveranderd.

Tegen Waasland-Beveren liet Rezaei twee keer de netten trillen van een twijfelende Lucas Pirard. En met zeven doelpunten in vijf duels is de van Club Brugge gehuurde Iraanse goalgetter een van de boegbeelden van een vlot draaiend Charleroi dat werd aangekondigd als een kandidaat voor de middenmoot. Halfweg de competitie flirt Charleroi nochtans geregeld met de ploeg die derde staat.

Voor hij in de zomer van 2018 naar Brugge verhuisde, was Rezaei een eerste keer ontploft bij Charleroi. Het relaas van een ambitieuze Iraniër die zijn vorstelijke contract in Teheran niet wilde verlengen om zijn kans te wagen in het Westen leek verdacht veel op een sprookje uit Duizend-en-een-nacht. De transfer hield weinig risico’s in en dat had Mehdi Bayat ertoe aangezet om het oordeel te volgen van zijn vader Nader Bayat, een grote fan van Manchester United die veel verstand heeft van het Iraanse voetbal. ‘Mijn vader heeft er echt op aangedrongen om een paar scouts naar Iran te sturen om Kaveh live aan het werk te zien. Ik moet hem daarvoor bedanken’, vertelt de gedelegeerd bestuurder van Charleroi. De media genieten van dat soort verhalen, maar op zich is het gewoon de manier van werken op Mambourg. Omdat die werkwijze in het verleden doeltreffend is geweest, zijn er niet meteen plannen om een specialist te halen die het kostuum van sportief directeur mag aantrekken. ‘Ik cumuleer binnen de club mijn werk als manager met andere zaken en het lijkt te functioneren’, vertelde Mehdi Bayat tijdens een presentatie over de ambities van de club de komende vijf jaar. ‘Zolang het werkt, heeft het geen zin om alles overboord te gooien.’

Franse spelers uit de lagere afdelingen die tot 2013 onder de radar bleven, overspoelen België en Charleroi moet zijn bijna-monopolie op de Franse markt afgeven.

BIJNA-MONOPOLIE

Vanaf zijn eerste mercato als patron van Charleroi past Mehdi Bayat dezelfde formules toe als zijn broer Mogi enkele jaren eerder. Het concept is simpel: inzetten op de talenten die in overvloed aanwezig zijn in Frankrijk. De spelers spreken niet alleen Frans, ze zijn vooral op zoek naar een podium met meer media-exposure dan de lagere reeksen in eigen land. Spelers van het kaliber Fabien Camus, Michaël Ciani, Cyril Théréau en Jérémy Perbet hebben hun nut bewezen, maar om de stabiliteit van de kleedkamer te verzekeren wil Mehdi Bayat ook jongens aantrekken die hun werkgever gedurende enkele jaren loyaal zouden blijven. Wanneer hij in de winter van 2013 David Pollet bij Lens weghaalt, stelt hij de aanvaller niet toevallig voor als een jonge Belgische speler die zich op middellange termijn wil engageren in het project van de club. Om Lens te overtuigen om Pollet gratis te laten gaan, belooft Mehdi Bayat hen een percentage van dertig procent op een toekomstige transfer. En wie neemt de leiding tijdens de onderhandelingen? Mogi Bayat, de makelaar van Pollet.

Tijdens de daaropvolgende mercato leidt Mogi opnieuw de transferoperaties. In een van zijn Franse filialen vindt hij Damien Marcq, Neeskens Kebano en Steeven Willems en met de medewerking van hun respectievelijke zaakwaarnemers laat hij hen de grens oversteken. Het idee om Willems in de B-ploeg van Lille op te sporen, werd opgepikt bij Zulte Waregem. De West-Vlamingen moesten de titel aan Anderlecht laten door een vrijschop van Lucas Biglia, maar ze hebben in hun rangen een zekere Junior Malanda lopen die ook in het reservoir van Lille werd gevonden. De logica is onweerlegbaar evident: in een uitgestrekt gebied als dat van Frankrijk lopen de talenten elkaar voor de voeten en daardoor ligt de gemiddelde vraagprijs veel lager dan in België. Het gevolg laat zich raden. Franse spelers uit de lagere afdelingen die tot dan onder de radar bleven, overspoelen België en Charleroi moet zijn bijna-monopolie op de Franse markt afgeven. Voor de bestuurslui van Charleroi is dat een eerste aanmaning om andere bronnen aan te boren. Charleroi richt zich dan maar op de Belgacom League, de wachtkamer van de Jupiler League die de topploegen helemaal links laten liggen. Bij Roeselare stuit Charleroi op Sébastien Dewaest, al drie seizoenen een onbetwistbare titularis. Een jaar later is Dewaest een van de mannen die samen met Mazzu de club naar Europa stuwt.

Dankzij de verkooptechnieken van Mogi Bayat, die betrokken is bij de meeste uitgaande transfers, en de gave van Mazzu om zijn sleutelspelers in de schijnwerpers te zetten, barst de schatkist bijna uit zijn voegen. Een jaar na het vertrek van David Pollet, Onur Kaya en Danijel Milicevic, drie spelers die deel uitmaakten van het zogenaamde 3-6-9-project, is het de beurt aan het duo Dewaest-Kebano om richting Genk te vertrekken en de financiën van Charleroi definitief groen in te kleuren. Mehdi Bayat is spaarzaam met zijn nieuwe kapitalen – hij is niet het type dat gekke transferbedragen uitgeeft – en verkiest om met het geld de salarissen van zijn topspelers en coach gradueel op te trekken. Kwestie van hen langer aan de club te binden.

SLUWE MERCATO’S

Het keerpunt volgt medio 2017. ‘Het wordt ingewikkeld. Niemand wil ons nog gratis een speler afstaan. We moeten het slim spelen’, was de teneur in de clubburelen aan de Boulevard Zoé Drion. Dankzij de contacten van David Lasaracina, een makelaar die zijn gewoontes heeft op Mambourg, krijgt Charleroi Núrio Fortuna in het vizier die in Cyprus speelt. De linksachter wordt uiteindelijk weggekocht voor 500.000 euro, de duurste transfer in de eerste jaren van het tijdperk Mehdi Bayat. In de aanloop naar een historisch seizoen – Mazzu en co eindigen derde in de reguliere competitie maar stuiken in elkaar in de eindspurt – haalt Charleroi op een lepe manier potentiële toppers binnen. Het maakt gebruik van zijn goede contacten met Herman Van Holsbeeck om Dodi Lukebakio – ongewenst bij René Weiler – te huren. Rezaei strijkt rechtstreeks vanuit Iran neer in België, maar past zich razendsnel aan de spelpatronen van Mazzu aan. De vervanger van Marcq, die voor een fortuin werd verkocht aan Gent, wordt gevonden bij Sochaux. De gelukkige heet Marco Ilaimaharitra, een Fransman met roots in Madagaskar, en een voormalig Frans jeugdinternational die in de portefeuille zit van Samir Khiat, makelaar van onder anderen Arsenalspits Nicolas Pepe. Bij Sochaux was Ilaimaharitra einde contract en dus moest Charleroi zich enkel kwijten van een opleidingsvergoeding van ongeveer 300.000 euro voor een speler die vandaag twintig keer meer waard is.

Het duurt niet lang voor de motor van de nieuwe rekruten, die uit zijn op eerherstel en geprikkeld worden door hun prestatiegerichte premies, op volle toeren draaien. Of een speler in het huishouden van Charleroi past, maakt Mehdi Bayat op in een reeks diepgaande gesprekken. ‘Hij heeft al enkele spelers geweigerd omdat de feeling niet goed zat. De vonk sloeg niet over’, zegt een werknemer. Het is een manier om de kans op miscasts te verminderen. De Griekse vedette Sotiris Ninis is een van de weinige spelers die er niet in slaagde om zich te integreren in de Henegouwse kleedkamer omdat hij zijn naam van rijzende ster van het Europese voetbal maar niet kon loslaten. Iets waar Cristian Benavente minder last van had. Nochtans werd hij bij zijn aankomst bestempeld als de Kebano van Real wegens zijn verleden bij La Casa Blanca. De Peruviaan werd ook gratis aan huis geleverd na een slechte ervaring in de Engelse tweede klasse.

Transfervrije spelers worden hoe dan ook nauwlettend in de gaten gehouden door het bestuur. Soms worden potentiële versterkingen zelfs aangemoedigd om zich te ontdoen van hun contract. ‘De club verzocht mij om mijn overeenkomst in Turkije te verbreken’, vertelde de Franse doelman Rémy Riou toen hij aan de Belgische pers werd voorgesteld.

DAGDROMEN OVER HEIN

Een jaar na de zeer winstgevende financiële transactie van Lukebakio besteedt Mehdi Bayat de invulling van het offensieve compartiment van de ploeg opnieuw uit aan makelaar Didier Frenay. Perbet, Gholizadeh, Massimo Bruno en Adama Niane hebben veel geld gekost en dan moet de transfer van Victor Osimhen er nog bij komen. De Nigeriaan kon niet overtuigen tijdens zijn proefperiodes bij Club Brugge en Zulte Waregem, maar bij Charleroi groeit hij snel uit tot een regelrechte sensatie. De prestaties van de van Wolfsburg gehuurde spits staan in fel contrast met de middelmatige verrichtingen van Bruno en Niane, die veruit de grootste ontgoocheling is van het seizoen. De Malinees was ooit topschutter in de Franse Ligue 2 en deed het niet onaardig in de Ligue 1, maar net als Ninis had hij moeite om zich de waarden en normen van de club eigen te maken.

Ondanks een knappe remonte begin januari die Charleroi positieve vooruitzichten geeft op een nieuwe kwalificatie voor play-off 1 schiet het management zich in de eigen voet door Benavente te verkopen aan Pyramids FC. Met het oog op de toekomst kan Charleroi de miljoenen uit Egypte niet weigeren. De bedrijfsleider in Mehdi Bayat maakt een nuchtere analyse van de zaak en komt tot de vaststelling dat de verkoop van Benavente financieel interessanter is dan deelname aan play-off 1. Bovendien maakt de ploeg meer kans om via play-off 2 een Europees ticket te reserveren. De sportieve missie strandt op de Bosuil na een vroegtijdige uitsluiting van Gjoko Zajkov, maar op financieel vlak boert de club goed. De transfer van Ryota Morioka en het lichten van de optie van Osimhen kosten de club vijf miljoen euro, maar in de tabel met inkomsten mag Charleroi voor het eerst in zijn geschiedenis een bedrag van meer dan tien miljoen euro inschrijven voor de verkoop van een speler. Charleroi bereikt een mijlpaal en slaat twee vliegen in een klap. Het verkoopt een topper rechtstreeks door aan een buitenlandse club zonder te moeten passeren langs een Belgische topclub, een strategie die niet lukte met Clinton Mata, en het geeft meer dan een miljoen euro uit voor een spelbepalende speler uit de Belgische competitie.

Afgelopen zomer ging Charleroi opnieuw shoppen in Frankrijk. Modou Diagne, einde contract, werd opgevist bij Nancy. En met de krachtige aanvaller Frank Tsadjout, die van AC Milan gehuurd wordt, hoopte Charleroi de nieuwe Osimhen gevonden te hebben, maar die heeft voorlopig alle moeite om uit te blinken bij de U21. Naast de Franse markt verkenden de scouts van de Henegouwers deze keer ook nieuwe en voor hen onbekende contreien. En dat resulteerde in de aanwerving van Shamar Nicholson, actief bij Domzale in Slovenië. Het is de enige manier voor Charleroi om de zware concurrentie op zijn traditionele jachtterreinen te counteren.

Mehdi Bayat beweert tijdens zijn zoektocht naar een coach dat hij met Karim Belhocine een kandidaat-trainer op het oog had die helemaal beantwoordt aan het DNA van de club. Op Mambourg werd er even gedagdroomd over Hein Vanhaezebrouck, maar de trainers die de gedelegeerd bestuurder van Charleroi contacteerde hadden meestal een ding met elkaar gemeen: het waren mannen die snakten naar een eerste job als hoofdcoach in de Belgische eerste klasse. Een familiaal kader en een zekere zin van stabiliteit die de integratie en de prestatie van spelers bevordert, is wellicht de beste samenvatting om het systeem Charleroi te ontrafelen.

Het systeem Charleroi
© koen bauters

De jacht naar Belgen is geopend

In een land waar een Jordi Vanlerberghe enkele miljoenen moest kosten na slechts een geslaagd seizoen bij KV Mechelen is Charleroi verplicht om kunstgrepen uit te voeren om zijn contingent aan Belgen te kunnen vergroten. Aangezien het opleidingscentrum vijf jaar geleden van nul werd opgestart en de productie nog niet op punt staat, moesten de bestuurders van Charleroi inventief te werk gaan om hun trainers te bevoorraden met minimaal zes in België opgeleide spelers.

De terugkeer van Massimo Bruno naar het oude nest, waarvan de transfer gefaciliteerd werd door zijn makelaar van het eerste uur Mogi Bayat, was geen verrassing. Maar Charleroi heeft met de jaren een zekere flair ontwikkeld in zijn zoektocht naar goedkope Belgische deals. Maxime Busi is zo’n geval. Busi is een kennis van assistent Samba Diarra – ze werkten samen bij de jeugd van STVV – en werd initieel gehaald om de leemte op de rechterflank bij de U21 te op vullen. De Luikenaar profiteerde van de inzinkingen van de ouder wordende Stergos Marinos om zich vorig seizoen in de gunst van Felice Mazzu te spelen.

Dorian Dessoleil werd bij Charleroi gevormd en in eerste klasse gelanceerd door Yannick Ferrera, maar moest langs de achterdeur vertrekken nadat gesprekken over een contractverlenging op niets uitdraaiden. Na een ommetje in tweede klasse bij STVV en Virton, en een tip van Virtontrainer Frank Defays, groeide Dessoleil uiteindelijk uit tot een vaste waarde in eerste klasse.

De komst van Gaëtan Hendrickx, die transfervrij overkwam van STVV, was een pure gok. Onder de orders van Mazzu groeide de frêle middenvelder uit tot een gerespecteerde kilometervreter die bij elke tred aantoont dat hij wel degelijk zijn plaats verdient bij de elite. Vorig seizoen werd ten slotte ook David Henen, einde contract bij Everton, naar het zwarte land gelokt.

Charleroi heeft de voorbije jaren bewezen dat er slechts een vleugje vindingrijkheid en lef nodig zijn om een doorsnee Belgische voetballer om te vormen tot een subtopper in de Jupiler League. De Zebra’s zullen hun succesvolle recept blijven gebruiken zolang ze niet in staat zijn om via hun jeugdopleiding in hun eigen basisbehoeften te voorzien.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content