Meer is niet nodig voor een heerlijke namiddag: je zet Van het Groenewoud (voetballiefhebber, Bourgogne) en Boskamp (voetbaldier, plat water) aan een rijkelijk gevulde tafel en je wordt meegenomen op een zwoele chachacha door voetballand: RWDM en Cercle, Happel en Mourinho, Advocaat en Leekens en veel meer.

R aymond zijn eerste club is nog steeds Ajax en Jan blijft een Feyenoorder, maar RWDM werd hun tweede grote liefde. Daar leerde de jongen van Schaarbeek Johannes Boskamp kennen, “het hart en de motor van de ploeg”. En toen moest hij zowaar, voor Humo, zijn held interviewen.

Raymond: “Zenuwachtig! Hij zei: kom maar mee naar het spelershome. Daar zat toen één speler die wel heel smachtend opkeek naar mijn persoontje, de toen nog zeer jonge Franky Van der Elst. Maar Jan kende mij toen ook al een beetje.”

Jan: “Ik ging wel eens kijken naar de Playboys, het ploegje met ook JohanVerminnen, en naar de Centimeters, het orkestje van Raymond. Ik heb hem toen een keer gevraagd om op te treden op een paastoernooitje van RWDM.”

Daar werden nogal hechte vriendschapsbanden gesmeed. Het resulteerde in 1981 in een liedje van Raymond, ‘Het verschil met mijn vriend Jan’. Dat ging zo:

Het verschil met mijn vriend Jan

Is dat ik ’t niet laten kan

‘k Heb geen meter discipline

‘k Hou te veel van de madams

Nee, ik ben niet trots, mevrouw

Ik ben geen echte held

Maar aan de andere kant:

Hoe zit het met Jan?

Dat heeft hij mij nog nooit verteld

Dat was nogal een tijd! Maar het was RWDM, hun clubje. Niet FC Brussels.

Raymond: “Die internationale naam, wat een kronkel van de voorzitter! Daarvoor moet je wel eerst de pannen van het dak spelen, niet?”

Jan bleef gewoon voetbaldier, Raymond werd de peetvader van de Vlaamse rock. Ze zijn vrienden gebleven. Of er veel verschil bleef met zijn vriend Jan?

Raymond: “Een orkest en zijn technici, dat is net als een voetbalploeg. Degenen die je niet ziet, dragen het. Ik zou het niet kunnen, de stoom zou uit mijn oren komen. Ik ben de spits, ik moet het afmaken, hé.”

Jan, 61 geworden, heeft al kaartjes besteld voor een optreden van Raymond, die zijn 60e verjaardag met een uitgebreide tournee aan het vieren is. Samen met Robert L’Ecluse, vriend gebleven uit de tijd van RWDM, jawel. Raymond vindt dat raar: “Ik ga ervan uit dat Jans hele leven in dienst staat van het voetbal. Dat hij thuis de tv opzet voor een match of vier en niet een cd oplegt …”

Jan: “Hé, ik heb nog wel een pak van je platen staan. Vooral Vlaanderen boven vind ik héél leuk, met een diepere betekenis zelfs.”

Maar we zijn hier om lekker over voetbal te ouwehoeren. De een als romantische liefhebber, de ander als gelouterde ex-speler, ex-trainer en analist, nog steeds even gek van het spelletje. Raymond aanhoort met verbazing hoe Jan het vliegtuig nam naar Buenos Aires, alleen maar voor de derby River Plate – Boca Juniors.

Jan: “Ja, zo achterlijk ben ik dan weer, Raymond. Maar jij … jij werkt nu harder dan vroeger, niet?”

Raymond: “Dat heeft ook veel te maken met mijn verantwoordelijkheid voor de werkzekerheid van de anderen. En op het podium staan is ook mijn manier om anderen iets te kunnen geven.”

Jan: “Je straalt ook nog zo veel plezier uit, Raymond!”

De liefde voor muziek

En wat ik daar zag, heeft mij blij gemaakt, ole ola

Wat ik daar zag, heeft mij diep geraakt, ole ola

Het aperitief is ingeschonken, nu komt een grote voetbal op tafel.

Raymond: “De schoonheid en romantiek van het spel, dat is die geur van het gras en het getik van de noppen op de tegels. Als ik langs de autostrade rij en ik zie ergens twee ploegen sjotten, dan zou ik de volgende afrit willen nemen om te gaan kijken.”

Jan: “Ik ga vaak kijken naar de veldjes aan het Atomium, waar kinderen vaak sjotten. Meestal allochtoontjes, die van ons komen niet meer buiten. Het is toch zo’n verschrikkelijk mooie sport.”

Raymond: “Ik reed een keer in Jakarta in de regen door de armste streek waar ik ooit kwam en ik zag daar acht gastjes in een modderpoel voetballen met zo’n bal gemaakt van vodden waar een touw rond gespannen is. Hetzelfde als toen ik acht jaar was, alleen speelden wij met een rubberen bal. Die puurheid, dat is de essentie! Mijn vader zei toen wel: voetbal, da’s allemaal commerce … Maar ik verstond op dat moment toch dat woord niet … ( lacht) En nu draai ik mij om als ze tijdens een match op televisie de camera richten op de bestuursloges. Zo’n Rus die alles opkoopt, die zegt: ik wil de grootste hebben … Dat vind ik een rotsfeer. En dan hoop ik, kinderachtig misschien, dat Chelsea nooit een hoofdprijs wint. Al zullen het elders ook wel geen heiligen zijn, zeker? En wat voetballers en trainers verdienen, dat is toch een beetje, ja … ziekelijk.”

Hoe zit het met Jan?

Dat heeft hij mij nog nooit verteld

Jan: “Toen ik als trainer naar het Midden-Oosten trok, was het heus niet om met een emmertje en een schopje in de woestijn te spelen, begrijp je? Je kunt het de spelers en trainers zelf niet kwalijk nemen dat ze zo veel geld verdienen. De clubleiders geven hen dat, hé, al kunnen ze het niet betalen. Maar 150.000 euro per week zoals in Engeland wordt betaald, dat is niet normaal, neen.”

Dan focust Raymond liever op het spelletje. Op de eerste twintig minuten van Arsenal-Barcelona bijvoorbeeld.

Raymond: “Niks dan verrukking! Dan weet ik weer hoe magisch dat spelletje is. Daarom ook moet ik geen analyses hebben achteraf. Iedereen heeft zijn mening, het zijn allemaal waarheden. Het mooiste wat ik ooit zag qua analyse was een reportage over de Duitser Schwarzenbeck, finalist op het WK’74. Hij zei: de enigen die weten wat aan de hand is, zijn diegenen die in de kleedkamer zitten. Ik kan mij daar helemaal in vinden. Ik weet niet wat spelers allemaal uitvreten. Zuipen, hoeren …? ( lacht) Dan denkt de analist: hij is niet in vorm! ( schatert)”

Jan (zelf ook analist): “Dat is waar, Raymond. Wij maken het ingewikkeld. Wat Mourinho flikte in Barcelona … ( diepe zucht) Elke voetballiefhebber wil genieten van goals, daar gaat het toch om?”

Raymond ( fijntjes): “Die goals waren al gemaakt. In de heenwedstrijd. Maar het is waar natuurlijk. Vorig jaar zei Guardiola: voetbal moet weer plezant zijn. Dat verdient een medaille.”

Jan: “Goed van Pep, maar ik beken: als ik daarmee zo’n finale kan halen, speel ik ook als Mourinho. Guardiola zei toch ook: de winnaar hep altijd gelijk.”

Raymond: “Jan, uit de grond van mijn hart: ik weet niet eens of jij een toptrainer bent. Het is niet aan mij om daarover te oordelen. Het lijkt me wel niet simpel: je moet ze vooral aan het lijntje kunnen houden, denk ik. Een groep smeden! En de wetten stellen van in het begin. Zoals in een huwelijk! ( lacht)”

Jan: “En zoals met honden. ( schatert)”

Raymond: “Ja ja! Tonen hoever ze mogen gaan!”

Jan: “Honden bakenen ook hun territorium af.”

Raymond: “Voor mij was vooral Ernst Happel een absolute toptrainer. Die had zó een uitstraling!”

Jan: “Ik zeg altijd: een trainer is maar zo goed als zijn spelersgroep.”

Raymond: ” Jan Ceulemans en ook Jan Mulder zeggen: een trainer loopt er maar wat bij.”

Jan: “Toen ik kampioen werd bij Anderlecht liepen daar wel Albert, Nilis, Degryse en Oliveira rond, hé.”

Waar ik niet tegen kan

Twee kinderen en een wijf

Joepiejee

Zolang de auto rijdt

Zolang er voetbal is

Is ’t oké

Raymond: “Ik heb een abonnement op Prime, ik zie dus vooral buitenlands voetbal. Allee, op momenten van landerigheid kijk ik dan naar Denemarken tegen Uruguay, zoals eergisteren. WK’86 in Mexico. Dan zit ik meteen te denken: dat werd toen 5-1 met een wonderschone goal van Michael Laudrup … En ja hoor, klopte helemaal! ( trots) Raymond zou het niet slecht doen in voetbalquizzen! Het voetbal is ook heel snel geëvolueerd, dat zie ik ook wel. Je moet nu buitengewoon goed kunnen passen. En goed weten wie waar staat.”

Jan: “Nu gaat alles zo veel sneller, de afstanden zijn kleiner.”

Raymond: “Ik kom niet meer zo vaak in een stadion. De laatste match was Cercle Brugge-Roeselare voor de beker. ( huivert) Toen dacht ik toch ook een beetje: laat het maar zijn … Maar ik volg het wel allemaal: eerste en tweede klasse, af en toe wat grasduinen in lagere reeksen, … En dan onze Belgen in het buitenland: Teletekst 573! Allemaal uit enthousiasme, niet als analist hé!”

De voetbaljaargang 2009/10 is intussen bijna afgelopen. Het seizoen van de play-offs, van Witsel/ Wasilewski, van de suprematie van Anderlecht, het sukkelen van Standard. En weet je wat Raymond daarvan het meest heeft onthouden?

Raymond: “Een samenkomst met de heren Boskamp en Franky Van der Elst, waarop werd gesteld dat … Jan, mag ik dat eigenlijk zeggen?”

Jan ( benieuwd): “Wat wil je dan zeggen …?”

Raymond: “… waarop werd gesteld dat trainers niets meer te zeggen hebben. Ze zijn zodanig vedetten in hun eigen koninkrijk dat je geen ploeg meer kunt maken.”

Jan: “O, dát … Mag gezegd worden. Ze kunnen hun verplichtingen tegenover hun club niet meer opbrengen. Terwijl de club altijd belangrijker is dan de spelers. Die ook niet meer tegen kritiek kunnen, niet meer mogen worden uitgedaagd.”

Raymond: “Maar we mogen niet zeggen: vroeger was het allemaal beter. Sigrid ( Spruyt, mevrouw Van het Groenewoud, nvdr) zei laatst: het was niet beter in de middeleeuwen want iedereen stonk dan.”

Ik ben God niet

Ik ben God niet

God woont aan de overkant

Ik ben God niet,

Ik heb niet zo veel verstand

van soigneren en charmeren

We gaan even voorbeschouwen, zoals dat heet in voetbaltaal. Eerst 15 mei, de bekerfinale Cercle-Gent. Raymond noemt zich niet echt een Cerclesupporter: “Ik ben eigenlijk alleen maar een beetje supporter van Ajax.” Hij was er wel bij op de laatste bekerfinale van Cercle, tegen Club in 1996, met de trein. Nu zal hij er niet bij zijn, Sigrid organiseerde een Bachreisje naar Leipzig.

Raymond: “Maar een vriendin heeft beloofd mij bij elke goal een sms te sturen. Ik vind trouwens dat Heizelstadion altijd sfeerloos, een verschrikking. Cercle daarentegen geeft mij altijd het gevoel: plezant om er te vertoeven. Met voetbal bijna op het tweede plan. ( lacht) Clubs als Westerlo en Beerschot hebben dat ook, vang ik wel eens op. Maar als je eens luistert naar de kalkmannen wordt elke club weer gezellig.”

Ook Jan gaat waarschijnlijk niet kijken op 15 mei, omdat hij dan mogelijk in het buitenland zit. Het kan wel een leuke finale worden, denken ze allebei.

Jan: “Het leeft enorm bij beide clubs. Het is weer een prijs, hé. En Cercle speelt vaak leuk voetbal. Glen heeft daar veel verdienste aan.”

Raymond: “Dat vind ik ook. En Cercle zit graag in de rol van underdog. Al heb ik sympathie voor Michel Preud’homme – hoewel ik het jammer vind dat hij zo vaak overkookt – ik supporter toch voor Cercle.”

En dan op 19 mei: onze Rode Duivels tegen Bulgarije, de blijde intrede van King Georges II. Daar valt ook nog wat over te zeggen, over dat theaterstuk.

Jan: “Zo’n heisa rond Advocaat/ Leekens! Dat duurt vier dagen en klaar … En jullie maken er zo’n heisa van!”

Raymond: “Stel je voor, zo alleen droog op Teletekst: ‘Advocaat weg bij Rode Duivels’. En een paar dagen later alleen maar: ‘Leekens traint Rode Duivels’. ( grijnst) Maar ik vind dat toch niet zo … (vindt uitzonderlijk niet het juiste woord) Die contracten zijn duidelijk niet waterdicht. Dan is het toch ook maar raar dat plots het woord ethiek er wordt bijgehaald. Contractbreuk!?”

Jan: “Dat heet voor mij ‘positieverbetering’. En daar moet dan maar een vergoeding voor betaald worden.”

Raymond: “Het gaat natuurlijk niet alleen over de trainer. Ik vind dat we een goede ploeg hebben. We zijn nu toch bezig, ik noem namen: Vertonghen, Vermaelen, Kompany. Allemaal heel goede spelers!”

Jan: “En Eden Hazard, binnen twee jaar een van de grootste talenten op deze aardkloot.”

Raymond: “Maar we missen een die het afmaakt. Een scorer.”

Jan: ” De Sutter of Lukaku.”

Waarop Jan een hele uitleg geeft over een systeem met twee controlerende middenvelders, Raymond geïnteresseerd luistert, we nog een glas drinken en in koor zingen van De Liefde voor …

door frank buyse – beelden: jelle vermeersch

“Een orkest en zijn technici, dat is net als een voetbalploeg. Degenen die je niet ziet, dragen het.” Raymond

“Ik beken: als ik daarmee zo’n finale kan halen, speel ik ook als Mourinho.” Jan

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content