Paul De Grauwe is volgens Nobelprijswinnaar economie Paul Krugman een van de belangrijkste economen in de wereld. Minder bekend is dat de Leuvenaar een groot, maar ook bezorgd voetballiefhebber is.

Tijdens zijn vakantie zoeken we professor Paul De Grauwe op in zijn woning in de Leuvense rand. Het grootste deel van het jaar verblijft hij sinds enkele jaren immers in Londen, waar hij doceert aan de befaamde London School of Economics. ‘Veel Engelse collega’s zijn supporter van een club’, zegt hij. ‘Er wordt vaak over het spel gediscussieerd. Het voetbal wordt door de academici beslist niet met dedain bekeken.’

Weinig mensen zagen in u een voetbalfan?

PAUL DE GRAUWE: ‘Ik speel voetbal sinds ik kan lopen, denk ik. Ook al heb ik nooit in een echte competitie gespeeld. Met de profs en assistenten van de faculteit voetbalden we tegen caféploegen. Ik heb tot mijn veertigste elke week in een lokale competitie gespeeld.

‘Ook ging ik van klein af aan naar wedstrijden kijken. We woonden in het Brusselse en mijn vader was fan van Anderlecht. We sloegen geen thuismatch over. Ik herinner me dat ik het debuut van de jonge Paul Van Himst heb meegemaakt. Hij was pas 17. Ik zie hem nog slalommen. Mijn interesse voor het voetbal is nooit verminderd. Noch als amateurspeler noch als toeschouwer.’

Maar u hebt een tikkeltje heimwee naar Van Himst?

DE GRAUWE: ‘Heimwee naar mijn kinderjaren. Van Himst was een mooie voetballer. Zijn spel was speels en tegelijk efficiënt. Ik houd van technisch voetbal. Vandaag speelt het fysieke en tactische aspect een veel grotere rol dan toen. Vroeger was het voetbal niet beter. Wel anders. Nu kan je er wel meer van genieten. Dankzij de televisie. Al die camera’s, die analyses. Mijn vrouw wordt er zenuwachtig van.’

FENOMENALE OMMEKEER

U bent nog steeds supporter van Anderlecht?

DE GRAUWE: ‘Zeker en dat zal nooit veranderen, maar ik ga niet vaak meer naar Sporting kijken nu ik in Londen werk en er vaak verblijf. Ik ga geregeld naar matchen van Arsenal. De eerste keer wilde ik eens dat indrukwekkende Emirates Stadium zien. Ik was meteen verkocht en heb me bij de club aangesloten.’

Wat betekent dat? Bent u abonnee?

DE GRAUWE: ‘Nee, ik ga ook niet iedere keer kijken. Ik heb een soort lidkaart die je nodig hebt om een ticket te kunnen kopen.’

U moet een lidkaart kopen om een ticket te mogen aanschaffen. Dat klinkt niet goedkoop?

DE GRAUWE: ‘Zo’n lidkaart kost vijftig of zestig pond per jaar. Het precieze bedrag herinner ik me niet meer. Met zo’n kaart ben je ook niet zeker of je aan een toegangskaart geraakt, maar meestal lukt het wel. De laatste match die ik bijwoonde, betaalde ik 90 pond. Dan zit je zeker niet op de beste plaatsen, maar in het Emirates heb je nergens te klagen.’

Geraakt u ook aan een zitje voor de grote matchen?

DE GRAUWE: ‘Ik heb onder andere Manchester City in de Emirates gezien en Anderlecht in de Champions League. Het was een fenomenale match. Ik dacht aanvankelijk: arm Anderlecht. Paars-wit werd eerst compleet weggeveegd, maar plots was er die fenomenale ommekeer. Het was mooi om zien.’

SCHATRIJKE RUSSEN

Er wordt vaak geklaagd over de sfeer in de Engelse stadions. Voetbal is niet meer ’the people’s game’. Er is een theaterpubliek in de plaats gekomen.

DE GRAUWE: ‘Daarom maakten de zingende Anderlechtfans zo’n indruk. Voetbal was in Engeland vroeger van de arme sukkelaars. De upper class trok naar het cricket. De volkse sfeer is uit de stadions verdwenen. Het is niet meer zoals toen ik met mijn vader naar Anderlecht trok en iedereen afgaf op de scheidsrechter. In de Premier League is de toeschouwer een consument geworden. Hooliganisme is helemaal verdwenen. De tribunes zitten vol beschaafde dames en heren. Er zitten ook veel toeristen op de tribunes. De mensen gaan naar Londen en in hun package zit de een of andere voetbalmatch.’

Waarom viel uw keuze in Londen op Arsenal?

DE GRAUWE: ‘Ik had ook voor Chelsea kunnen kiezen. Daar spelen Belgische jongens als Thibaut Courtois en Eden Hazard. Ik heb echter iets tegen die club. Dat heeft alles te maken met Roman Abramovitsj. Die man is zoals veel van die Russen schatrijk geworden omdat ze dankzij hun connecties voor een appel en een ei publieke eigendommen in de schoot kregen geworpen. Ze hebben op geen enkele manier bijgedragen aan de welvaart van Rusland. Ik zou zeggen, integendeel. Wat publiek bezit was, hebben ze op zak gestoken. Dat was voor mij voldoende om nee te zeggen tegen Chelsea, ook al hebben The Blues geweldige spelers. Mijn keuze heeft ook te maken met Arsène Wenger.’

Hij wordt niet voor niets ‘de Professor’ genoemd.

DE GRAUWE: ‘Die man heeft stijl en dat geldt ook voor het voetbal dat hij brengt. Wenger gaat altijd voor positief, aanvallend voetbal. Desondanks lag hij dit seizoen geruime tijd onder vuur van de eigen fans. Finaal kwam echter alles goed. Arsenal won de beker en bracht vooral in de tweede helft van de competitie het beste voetbal van de Premier League.’

EXCESSIEVE SALARISSEN

Want vindt u als econoom van de salarissen van de vedetten van de Premier League?

DE GRAUWE: ‘Het zal u niet verbazen als ik zeg dat ze excessief worden betaald. Ik vind dit geen goede zaak voor het voetbal. Het heeft te maken met wat economen een markt van ‘the winner takes it all‘ noemen. Wie aan de top staat, krijgt een enorme prijs. Wie er een beetje onder zit, moet het met heel wat minder stellen. Dat creëert ongelooflijk veel frustraties.

‘Ik ben voorstander van het Amerikaanse systeem. In het American football strijken de spelers ook waanzinnige bedragen op, maar er bestaat een salary cap, een soort loonplafond, en een herverdelingsmechanisme. Op die manier maakt bijna elke club bij het begin van het seizoen een goede kans om kampioen te worden.’

Dat kan niet gezegd worden van het Europese voetbal.

DE GRAUWE: ‘Steeds dezelfde teams eindigen hier bovenin. Omdat het grote geld bij hen geconcentreerd zit. Ons voetbal verliest zijn onvoorspelbaarheid. Dat is in de Amerikaanse sport niet het geval. Daar bestaat een soort level playing field. Ook wat wij kleinere clubs noemen, maken er kans. De inkomsten worden ongeveer gelijkmatig verdeeld en de zwakste teams mogen in de aanloop naar de volgende campagne als eerste kiezen uit de jonge talenten die beschikbaar worden. Het is bijna een communistisch systeem en dat in het meest kapitalistische land van de wereld. Wij Europeanen zijn veel minder kapitalistisch, maar gebruiken een veel kapitalistischer systeem in het voetbal.’

De vrije markt werkt niet in de sport?

DE GRAUWE: ‘Ze werkt wel, maar ze leidt tot een enorme concentratie van talent en ongelijkheid van kansen. Het zal niet gemakkelijk zijn om dit te veranderen, maar Amerika zou mijn model zijn.’

In Amerika bestaat een gesloten competitie. Hier spelen clubs nationaal en Europees.

DE GRAUWE: ‘Dat klopt. Als een land het Amerikaanse systeem zou invoeren, bezorgt het de eigen clubs een handicap in de internationale competities. Financiële fair play kan dit voor een stukje opvangen. Als je dat kan opleggen, verdwijnen de grootste uitwassen. We moeten in ieder geval een oplossing zoeken, want anders gaan in alle Europese landen altijd dezelfde teams met de titel lopen. Dat is dodelijk voor de sport. Competitie is essentieel in het voetbal en die dreigt steeds meer verloren te gaan. Het wordt echter heel moeilijk om dat te veranderen. De topclubs zullen er alles doen om te voorkomen dat ze hun inkomsten moeten delen met de anderen.’

Ze blijven zich blauw betalen om topspelers aan te trekken?

DE GRAUWE: ‘Voetballers verdienen meer dan een minister. Zelfs modale jongens uit de Belgische competitie. Ik gun hen dat. Het is een riskant beroep. Je kan pech hebben en dan is alles voorbij. Maar wat de topjongens verdienen, is toch extreem. Zo’n Eden Hazard? Meer dan tien miljoen pond per jaar. Een bankier die in België een miljoen euro verdient, moet dat verdedigen. Mensen zijn daar boos om. Hazard daarentegen wordt op handen gedragen.’

Kun je grenzen stellen aan die topsalarissen?

DE GRAUWE: ‘Natuurlijk zou dat kunnen. Je zou ze kunnen belasten.’

Een voetballerstaks?

DE GRAUWE: ‘Nee, je mag niet discrimineren. Een rijkentaks. Tot begin jaren tachtig golden in Engeland en Amerika belastingtarieven voor de topinkomens van boven de 90 procent. Als voetballers toen zo veel hadden verdiend als nu zouden ze ruim 90 procent belastingen hebben betaald. In Engeland liep het zelfs op tot bijna 95 procent. Nu bedraagt het maximumtarief in Engeland nog 40 procent, net als in Amerika.

‘Via de fiscaliteit is dus zeer veel mogelijk. Je zou, zoals François Hollande in Frankrijk wilde doen, extra kunnen belasten op alles wat iemand boven een miljoen euro verdient.’

Als één land dat invoert, krijg je toestanden zoals in Frankrijk en moet het meteen weer worden afgeschaft.

DE GRAUWE: ‘We zouden in ieder geval iets kunnen doen aan het fiscaal gunstregime waar voetballers in ons land van genieten. Dat is niet acceptabel. Er is geen enkele reden om fiscale gunstmaatregelen te geven aan voetballers. Iedereen moet op dezelfde wijze behandeld worden.’

Het gaat vooral om fiscale voordelen voor de clubs, zodat ze makkelijker kunnen concurreren met het buitenland.

DE GRAUWE: ‘Dat argument kun je voor gelijk welk bedrijf inroepen. Elke onderneming moet concurreren met het buitenland. Zij hebben evenveel grond om dat te bepleiten als het voetbal. Dit is niet ernstig. Iedereen moet gelijk behandeld worden.’

BARSTENDE ZEEPBEL

Onze Rode Duivels hebben intussen bedrijfjes opgericht in Luxemburg?

DE GRAUWE: ‘Hemeltergend. Mensen die buitengewoon goed betaald worden en constructies opzetten om belastingen te ontwijken, om het onderste uit de kan te halen. Ik vind dat straf. Ze zijn trots dat ze het shirt van België dragen, maar hun belastingen betalen… hola!’

Mensen die hoger op de maatschappelijke ladder staan, zetten ook vaak dat soort constructies op.

DE GRAUWE: ‘Er is iets dat niet deugt aan het systeem. Ik zal een voorbeeld geven. Vorig jaar wonnen drie Japanners de Nobelprijs voor het ontwikkelen van nieuwe ledlampen, die ongemeen energie-efficiënt zijn. Een belangrijke ontwikkeling waar iedereen van profiteert. De Nobelprijs leverde hen 800.000 euro op die ze met zijn drieën moeten delen. Ze streken elk eenmalig een bedrag op dat meneer Hazard in één week verdient. Dan zit er toch iets scheefs. Maar hoe veranderen we dat? Dat is de grote uitdaging.’

Salarissen en transferbedragen die de pan uit swingen. Veel waarnemers zeggen dat dit niet kan blijven duren.

DE GRAUWE: ‘Er zit waarschijnlijk wel een bubble aan te komen, maar we zitten nog altijd in de fase waarin het Europese voetbal groeit. In Azië bijvoorbeeld. Ik ben getrouwd met een Chinese. Mijn schoonvader in Sjanghai kijkt naar de Premier League, die kent jongens als Hazard, Lukaku en Fellaini. Als een fractie van de 1,3 miljard Chinezen het voetbal gaat volgen, opent dat enorme expansiemogelijkheden. Op een bepaald moment zal het voetbal echter op zijn grens botsen. Zodra Azië helemaal ingepalmd is, kan je dit groeiritme niet meer handhaven. En dan kan de zeepbel barsten.’

DE GRAUWE: ‘Het is niet eerste keer dat de olieprijs is gezakt. Vorige sterke prijsdalingen hebben niet geleid tot grote problemen in het voetbal. Het is niet zo belangrijk wie eigenlijk de eigenaar is van de clubs. Ik vind dat we strikter moeten toekijken op de oorsprong van dat geld in het voetbal. Het is niet altijd koosjer.

‘Maar als Abromovitsj opstapt, komt er wel iemand anders in zijn plaats. Misschien niet iemand uit de olie-industrie, maar er zijn nog rijke mensen in de wereld die aan egotripping willen doen.’

Dankzij de sport worden ze BV’s, zie Marc Coucke?

DE GRAUWE: ‘Voor Coucke in het wielrennen stapte, was hij een bedrijfsleider zoals er honderden zijn. Sport heeft een geweldige aantrekkingskracht op zaakvoerders met een ego die op zoek zijn naar maatschappelijke erkenning buiten hun eigen netwerk. Ze hebben daar veel geld voor over, omdat ze veel geld bezitten. Als je honderd miljoen hebt en enkele miljoentjes aan een voetbalploeg besteden, so what? Vanuit het standpunt van de psychologie van die persoon is dat goed besteed geld. Zij kunnen genieten van exposure via tv en media en dat is wat ze zoeken.’

Sommige mensen verzamelen sigarenbandjes, anderen voetbalclubs. Roland Duchâtelet bezat tot vorige week vijf, zes clubs.

DE GRAUWE: ‘Het zijn allemaal dezelfde types die je in de sport terugvindt. Mensen die de nood voelen zich maatschappelijk te manifesteren. Daar hebben ze veel geld voor over. Ze willen erkenning krijgen. Dat is ook de drijfveer van Duchâtelet. Zulke mensen zijn bereid heel veel geld in het voetbal te steken en genieten daarvan.’

DOOR FRANÇOIS COLIN – FOTO’S CHRISTOPHE KETELS

‘Ik ben voorstander van het Amerikaanse systeem. Daar strijken de spelers ook waanzinnige bedragen op, maar er bestaat een salary cap.’ PAUL DE GRAUWE

‘De Rode Duivels zijn trots dat ze het shirt van België dragen, maar hun belastingen betalen… hola!’ PAUL DE GRAUWE

‘Als een fractie van de 1,3 miljard Chinezen het voetbal gaat volgen, opent dat enorme expansiemogelijkheden.’ PAUL DE GRAUWE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content