Hoe hij heeft geleefd, Nico Jansen, de vroegere stormram van RWDM, daar zou André Hazes een lied moeten van maken.

Een bééétje verlièèèfd… . Hij schreeuwt het mee door de micro. De enkele gasten in het themacafé van GBA moeten er toch om lachen. Die Nico Jansen toch, altijd in voor een beetje sfeer. In de discotheek… zat ik van de week… daar zo alleen… Ach, Jansen en André Hazes, volksjongens uit de Amsterdamse Jordaan, vrienden ook. Nico Jansen : “We kennen elkaar al zo lang. Het is heus geen toeval dat ik mij hier, op het Kiel, zo thuisvoel. Dezelfde volkswijk als de Jordaan. Ik stel toch maar vast : ik keer hier altijd weer terug. En André… Vorig jaar was ik uitgenodigd op het feest voor zijn 50ste verjaardag. Jammer genoeg kon ik niet.”

Volgend jaar wordt hij zelf 50. “Ik heb ontzettend geleefd, dat maakt een ander in geen 150 jaar mee. Ik heb ook nergens spijt van. Ab-so-luut niet ! Ik ben ook helemaal niet bang om te sterven. Nog geen halve seconde. Mijn vader wordt morgen 87, mijn moeder is 84, die mensen zien af. Heb ik medelijden mee. Ik wil in elk geval vechten tegen mijn aftakeling. Wat ik wel stilaan wil is rust, evenwicht in mijn leven.”

Dat leven is getekend. Als voetballer fysiek zwaar belaagd (twaalf operaties achter de rug, de rug waarin ook nog twee metalen platen en twee bouten steken), in zijn zaken vaak bestolen, twee pijnlijke echtscheidingen, een zoon zeven jaar niet gezien… “Het heeft ervoor gezorgd dat ik heel argwanend ben geworden, nog maar weinig mensen vertrouw. Waar ik nu aan werk is zekerheid voor mezelf. Privé weet ik niet waar het heen moet, maar zakelijk krijg ik het stilaan weer op een rijtje.”

Drie jaar geleden verkocht hij zijn hotel in Hemiksem. Een half jaar geleden nam hij met Tom, zijn – wat hij noemt – rechterhand, de draad weer op. Hij exploiteert nu de Extra Time, het themacafé van GBA, én de Change, tegenover het stadion. In het weekeinde werkt Jansen – 118 kilogram – als buitenwipper in een discotheek in Kessel. “De horeca zit gewoon in mijn bloed. Ik moet onder de mensen zijn, sfeer maken. Ik voel me goed in België, word er door iedereen geaccepteerd. Natuurlijk ben ik diep vanbinnen nog wel Nederlander, maar ik zeg altijd: je hebt goede en slechte Nederlanders en je hebt goede en slechte Belgen. Ik kan je verzekeren dat in Nederland Belgen veel hoger worden aangeslagen dan Nederlanders in Antwerpen. Terwijl ik vind dat een Nederlander veel socialer is. Vorige week werd een vriendin op straat overvallen. Ze heeft vreselijk gegild, wel vijftig mensen moeten het hebben gehoord. Maar denk je dat er één te hulp is gesneld ? In Nederland vliègen ze er op af, begrijp je ?

“In mijn hart ben ik nog steeds Amsterdammer, maar hier heb ik een heel nieuw leven uitgebouwd. Het is heus niet zo dat ik nog Nico Jansen, de ex-topvoetballer, ben. Dat stelt in de maatschappij ook niks voor. Tachtig procent van de mensen ziet in mij een gezellige vent, hooguit twintig procent misschien de ex-voetballer.”

H

ij begon te voetballen bij FC Amsterdam, kreeg op zijn 20ste aanbiedingen van een aantal Engels topclubs, waaronder Arsenal, waar hij veel meer kon verdienen, maar de Amsterdammer koos voor Feyenoord. “Een volksclub naar mijn hart.” Hij bleef er vier en een half jaar, haalde even Oranje, maar na een zware kruisbandoperatie was het over in de Kuip voor de stormram die er elk jaar toch zo’n twintig in keilde. In België, bij de Brusselse fusieclub RWDM van Robert L’Ecluse en Johan Boskamp (“Net zo’n monster als ik”) begon hij aan een nieuw leven. Al deed hij op de Belgische voebalvelden precies hetzelfde: “Er telde maar één ding : hij moet erin. Niet wijken. Dat hadden we thuis allemaal. Ik was ook zo’n eigenzinnige voetballer, liep lekker waar ik wilde. Ik maakte ze toch.”

Hoeveel voetbal zit er nog in de gezellige cafébaas ? “Ik volg het nog wel, de grote lijnen dan. Ik ben ook, op lager niveau dan, trainer geweest, maar heb dat om gezondheidsredenen moeten opgeven. Ik voetbal nog wel eens met een VTM-vedettenteam, maar fysiek wordt het steeds moeilijker. Ik kijk wel nog graag wedstrijden, vooral GBA natuurlijk. Er is niet eens zoveel veranderd, vind ik. Behalve het geld dan. Precies dat heeft veel stuk gemaakt. Neem nou Oranje, dat niet eens naar het WK gaat. ( Opgewonden) Dat kèn toch niet ? Die gasten zijn gewoon te rijk, wat maakt het hen nou uit of ze wel of niet een groot toernooi halen ? Ik heb daar vréselijk veel moeite mee. Voetballers hebben geen eergevoel meer. Er is alleen jaloezie, want de een is nog rijker dan de ander. Voetbal is een pleziersport, zeg ik altijd. Ik kan er met mijn hoofd niet bij dat een heerlijke voetballer als Dennis Bergkamp bij Arsenal rustig op de bank blijft zitten en gewoon zijn geld pakt. Net als Gilles De Bilde. Toen hij de eerste keer naar Anderlecht trok en mijn huis kocht, in Meise, heb ik hem proberen raad te geven. Maar wat wil je, hij zat vaker op de bank dan hij speelde en nog verdient hij zoveel. Ik word er gewoon mottig van.”

Mottig, ook van dit : “De politiek, de beleidsmensen die alles bepalen. Ik maakte zeventig doelpunten maar geraakte niet in Oranje. Hoe kwam dat ? Ik hoor ik Van Gaal, niet mijn beste vriend, zeggen : rechts is rechts en links is links. Maar dat is niet wààr ! In een groep van dertig spelers heb je altijd rotte appels die een andere behandeling moeten krijgen, begrijp je ? Dat heet dan feeling. Ach, er is zoveel waar ik mij aan kan ergeren. Die fankaarten, bijvoorbeeld. Dat een koppel van 50 of 60 jaar niet eens meer plots naar die ene lekkere wedstrijd kan gaan kijken. Van zo’n gezever word ik ook heel mottig.”

door Frank Buyse

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content