Binnenkort wordt hij weer papa. De man naar wie het Bosmanarrest is genoemd, geniet van het leven, maar hij was het bijna kwijt.

De alcohol is bijna mijn dood geworden”, geeft Jean-Marc Bosman (44) toe. De held tegen wil en dank, die onder de neus van de voetbalbobo’s zijn vrijheid durfde opeisen, zag zijn jarenlange gevecht bekroond door het beruchte arrest van het Europese Hof van Justitie, waardoor eindecontractspelers een vrije transfer kregen. Maar het was David tegen Goliath geweest en de eenzaamheid, de zorgen, de hoop en de ontgoocheling, de spanningen en de angsten lieten zware sporen na, die hij trachtte weg te wissen met alcohol. “Ik dronk tot zes liter wijn per dag”, bekent hij. “Ik was verslaafd, een alcoholist. Anderen zouden er misschien aan ten onder gegaan zijn. Ik ben fier dat ik de kracht heb gehad om op een dag neen te zeggen tegen de alcohol. Wanneer ik daar nu over wil praten, dan is dat om degenen die in hetzelfde schuitje zitten duidelijk te maken dat het anders kán.”

Tennispinten

Wanneer voelde je voor het eerst dat je gezondheid leed onder de alcohol?

Jean-Marc Bosman: “De alcohol neemt op een geniepige en gemene manier bezit van je. In sommige gevallen ben je al verslaafd, alcoholicus dus, wanneer je geen dag zonder een borrel kunt. Het is een echte harddrug, ikzelf was verhangen aan wijn en bier.

“Eigenlijk is het in 1995 verkeerd beginnen te gaan. De boog stond al gespannen van in 1990, toen mijn gevecht begonnen is. Ik werd gemeden als de pest. De clubs boycotten me en verboden hun spelers om met mij te praten, op straffe van zware boetes. Een bepaald deel van de pers moest ook niet van mij weten. Ik had geen frank meer en ik sliep in de garage van mijn ouders. Ik was dag en nacht in de weer want ik geloofde in mijn zaak. Na mijn overwinning hielp een goed glas me om te ontspannen, om wat afstand te nemen. In het begin was dat een aangename vlucht, een uitweg. Ik speelde tennis met vrienden en na onze wedstrijdjes dronken we wat.”

Dat lijkt onschuldig …

“Aanvankelijk wel, maar dat werden stilaan zes, zeven pinten en nadien meer, ik telde ze niet. Het was plezant, vooral voor de anderen: ik zei twintig keer hetzelfde, er werd gelachen. Eigenlijk was het dan al verontrustend. Een alcoholist ziet dat ze met hem lachen, maar hij trekt zich er niks van aan, want hij heeft geen trots meer. Voor of na het tennis ging ik bij mijn moeder langs en zei ik: ‘Heb je geen flesje wijn?’ En dan trakteerde ik me op een goeie bordeaux in het gezelschap van mijn zussen. Ik was soms al flink in de wind wanneer ik het tennisveld opkwam.

“In 1997/98 wees men mij nog met de vinger omdat de clubs door mij hun spelers moesten verkopen. Ik was gestresseerd, omdat ik dat zo onrechtvaardig vond en ik had afleiding nodig. Momenteel probeert de UEFA het arrest van Luxemburg te ontkrachten door de 6+5-regel, om te vermijden – zo zegt men – dat de grote clubs te machtig worden en sommige nationale elftallen te zwak.”

En hoe houdt dat verband met de drank?

“Dat ligt toch voor de hand: er werd een aanval ingezet op al mijn verwezenlijkingen voor profspelers, alles waar ik vijf jaar voor geploeterd had. Mijn overwinning verbleekte. Jarenlang heb ik mijn gezondheid op het spel gezet. Ik had er al onderdoor kunnen gaan in ’91, in ’92, ’93, ’94 …Maar ik heb volgehouden. Alleen! Bij die aanval door de UEFA kwamen ook nog eens mijn problemen met de fiscus. Allemaal zaken die me in de armen van de drankduivel duwden.”

Je kon het niet meer aan?

“Inderdaad, terwijl alles zo mooi en rustig was in de wereld van de alcohol. Daar had ik wel vrienden en plezier. Wanneer ik niks meer te drinken had, ging ik nieuwe flessen halen. Er zijn bepaalde fases geweest in mijn verslaving. Wanneer je goed georganiseerd bent, dan hoef je niet op café om te drinken. De eerste bar is die van thuis. Twee jaar geleden had ik echt genoeg van het gebrek aan erkenning, van alle zorgen en zei ik tegen mezelf: “Je gaat eraan, jongen.” Met zes liter wijn per dag zou dat niet lang meer duren. Dat was mijn dosis, mijn harddrug.

“Weet je, miljoenen Belgen drinken geregeld alcohol. En in België wordt er reclame gemaakt voor alcohol via de sport. Dat is een schandaal. De verantwoordelijken van het voetbal zouden zich daar eens goed over moeten bezinnen.

“Mijn strijd tegen de drankduivel zal nooit meer stoppen. Ik was niet gewelddadig, maar ik heb mensen gekwetst, het leven van een koppel verwoest. Ik kon alleen maar denken: waarom, waarom, waarom heeft men geprobeerd mijn arrest in te perken? Die vraag maalde door mijn hoofd en ondertussen dronk ik steeds meer. Het was een ramp. Ik ben ooit in zo’n toestand achter het stuur gekropen. Zelfs al reed ik niet snel, ik had iemand kunnen doden. Gelukkig is dat niet gebeurd, dat is de enige meevaller.”

27 december 2007

Wanneer kon je lichaam de alcohol niet meer aan?

“Dat was het probleem: ’s avonds viel ik ladderzat op mijn bed en ’s morgens was ik zo fris als een hoentje. Ik heb nooit hoofdpijn gehad of last van mijn lever. Mijn vader was een echte natuurmens. Hij werkte keihard als kolenhandelaar en als taxichauffeur. Soms kwam hij om vier uur ’s ochtends beschonken thuis en twee uur later was hij al gerecupereerd en ging hij weer aan de slag. Ik heb zijn weerstand geërfd. Misschien ook zijn alcoholisme, al verkoos hij zwaardere dranken.

“Uiteindelijk zei mijn dokter dat ik nog hooguit twee jaar te leven had als ik bleef drinken.

“Ik was al verslaafd toen ik Carine, mijn vriendin, ontmoet heb. Ik heb het haar toen niet verteld, ze is er nadien achtergekomen. Ze heeft me aan het denken gezet, maar ik moest de knoop zelf doorhakken. Niemand kan die beslissing nemen in de plaats van een alcoholicus, hij moet dat zelf doen. Het was simpel: drinken of leven. Ik heb de keuze gemaakt.”

Voor het leven.

“Ja, anders was ik er niet meer geweest, dan had mijn lever het begeven. Dat orgaan herstelt zich normaal voortdurend, maar één glas te veel kan de lever definitief doen aftakelen.

“Stoppen is niet gemakkelijk. In 2007 was ik in behandeling, maar dronk ik nog. Ik had al een jaar lang last van bevingen. Om halfelf ’s ochtends waren die voorbij, na het aperitief, dat ik voortdurend vroeger nam. Alle excuses zijn goed om te drinken.

“Ik hield mezelf voor de gek: ik nam de helft van mijn medicatie en ik dronk voort, zij het driekwart minder. Dat bleek een zeer gevaarlijke combinatie, want ik mocht helemáál niks meer drinken. Gevolg: ik ben in mijn living ineengezakt. Ik kwam weer bij op mijn bed, met bloedend hoofd. Ik was alleen thuis en wist niet hoe ik daar geraakt was. Toen mijn vriendin thuiskwam, vond ze in de living een plas bloed. Ik ging weer naar beneden en ik begreep niet wat er gebeurd was.

“In de ambulance kreeg ik een epilepsieaanval. Als Carine wat later was thuisgekomen, dan was dat me overkomen terwijl ik alleen was. Misschien was ik er dan in gebleven … In het ziekenhuis heb ik nog aan tweede aanval gekregen. Het was echt kritiek: mijn hart sloeg helemaal op hol. Maar ik kwam erdoor, volgens de dokters dankzij mijn verleden als sportman. Zonder zo’n sterk hart was het waarschijnlijk anders afgelopen.”

Fataal?

“Ik denk het wel.

“Op 27 december 2007 heb ik de beslissing genomen om nooit meer een druppel aan te raken. Zelfs geen alcoholvrij bier, waar toch nog een klein beetje alcohol in zit. Een likeurpraline houdt voor mij al een gevaar in. Op restaurant vermijd ik alle gerechten die met wijn zijn klaargemaakt of geflambeerd met cognac of zo.

“Ik het begin telde ik de uren die zonder alcohol voorbijgingen. Elke halve of hele dag dat ik aan de verleiding kon weerstaan, was een overwinning. Twee dagen, drie dagen, een week. Na vier weken is men afgekickt. De bevingen zijn weg en je hangt niet meer af van de alcohol, maar van je wilskracht. Eerst kwam ik niet buiten, ik had schrik voor de alcohol die overal op de loer lag: op reclameborden, de vitrine van een café enzovoort. Eén keer werd het me te machtig. Mijn vriendin was iets gaan drinken met haar zus en toen ze terugkwam, heb ik een fles wijn opengedaan. De eerste slok was zalig, maar na de tweede walgde ik van mezelf en de rest heb ik in de gootsteen gegoten.”

En dat betekende je redding?

“Ik had niet al die inspanningen gedaan om dan te hervallen. Nu drink ik op restaurant water of limonade terwijl mijn vrienden van een glas wijn of bier genieten. Op een dag had ik ook bijna een glas besteld en toen heeft Carine, die me geweldig heeft gesteund, simpelweg gezegd: ‘Doe wat je wilt, ik kan het je niet verbieden, maar denk aan alle moeite die je al gedaan hebt.’ Dat was precies wat ik moest horen, ze had overschot van gelijk. Het was mijn verantwoordelijkheid. Ik heb toen nog maar een limonade besteld.

“Vandaag de dag zegt alcohol me niet veel meer. Wanneer er vrienden op bezoek komen, doe ik de flessen open, maar ik drink nooit meer. Wanneer ik naar mijn dochter ga kijken als ze paardrijdt en ze bieden me iets te drinken aan, dan is dat een cola. Als ze aandringen om iets anders te bestellen, dan betaal ik zelf wel. Ik weet dat ik nooit veilig zal zijn.

“Zonder alcohol ben ik duizend keer zo gelukkig. We zijn met de familie op vakantie geweest naar Rhodos. Ik heb met het vriendje van mijn dochter aan jetski gedaan en andere sporten. Toen ik nog dronk, was dat onmogelijk. Ik geniet van alles: de geuren, de natuur, de mooie kanten van het leven. Carine is in verwachting: dat is fantastisch en dat zou ik nooit meegemaakt hebben als ik een dronkaard was gebleven.”

Comazuipen

Ben je ooit naar de AA geweest?

“Neen. Ik had dat kunnen doen en het is zeer nuttig voor sommigen, maar ik heb een andere weg gekozen. Ik was sterk genoeg om het alleen te doen, al stond ik wel onder medisch toezicht. Nu praat ik over mijn ervaringen, zeker met jongeren. Dat is niet langer de risicogroep van morgen, maar die van vandaag. Zelfs 13- en 14-jarigen doen aan comazuipen, een absurde rage om zo snel mogelijk dronken te worden. Ze beseffen het niet, maar dat is het begin van de hel. Op die leeftijd moet je van de alcohol afblijven. Het is geen schande om neen te zeggen tegen de alcohol. Dat is niet laf, maar net erg dapper.” S

door pierre bilic – beelden: michel gouverneur (reporters)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content