Nog even en Trond Sollied is eindelijk kampioen met Club Brugge. Waarom de voorbije twee seizoenen niet en nu wel ?

“Waarom nu wel ? In eerste instantie heeft het veel met henzelf te maken”, zegt Paul Courant, makelaar en gewezen speler van Club Brugge. “De spelersgroep waar nu mee wordt gewerkt, is veel homogener, completer en rijper. Onderschat ook de grotere impact van Trond Sollied niet, vooral in de zin van tijd en mogelijkheden om zijn grip op het elftal te zetten. Er zijn ook wat externe redenen : Anderlecht dat het wat liet afweten, maar stilaan terugkomt, en RC Genk dat volledig de kluts kwijt is na de titel van vorig seizoen. Wat me bij Brugge vooral opviel, is het evenwicht in het elftal. Dit seizoen vielen er geen discrepanties te ontdekken, de puzzel stak goed in elkaar. Zonder echte vedetten, maar die hebben we in België toch niet meer rondlopen, hé.

“Een groot stuk van de meerwaarde voor het elftal werd dit seizoen bepaald door Dany Verlinden. Dat wordt gewoon veel te weinig geaccentueerd. Een héle grote keeper, die in de prangende momenten de ploeg recht hield, ook op Europees vlak, hé. Ik heb een heel grote achting voor hem, want je moet het maar doen hoor, op je 39ste. Het is een goede zaak dat ze ook volgend seizoen nog een beroep doen op zijn klasse. Maar Stijn Stijnen moeten ze behouden als tweede doelman. Iker Casillas van Real Madrid was ook jong toen hij voor de leeuwen werd geworpen. Geef die gasten een kans ! Leeftijd speelt geen rol, alleen de kwaliteit van de speler telt.”

***

“Ze hebben hun lesje geleerd”, zegt Cercle-coach Jerko Tipuric. “Er is continuïteit natuurlijk, wat zeldzaam is in België. Binnen dezelfde ploeg zijn de automatismen nog beter geworden en konden sommige spelers zich verder ontwikkelen. Ceh bijvoorbeeld. Hij is de man die een grote steen heeft bijgedragen, die het centraal in de ploeg allemaal heeft samengehouden, het spel heeft gebonden, anderen beter liet spelen.

“Club Brugge heeft een heel hoog niveau gehaald. Heel het seizoen stonden ze op kop, iedere week weer werd er gespeeld om hen te kloppen, maar toch bleven ze overeind. Ik herinner mij vooral heel mooi en heel snel spel in de periode voor de nederlaag op Anderlecht. Heel, heel goed was dat. Elk doelpunt was in die tijd het resultaat van een combinatie tussen verscheidene spelers. Dan zie je zeer duidelijk wat er getraind en herhaald wordt tijdens de week.

“We hebben dit seizoen ook gezien dat de ploeg zich aan de grens van de Champions League bevindt. Met drie frisse koppen erbij – in ieder geval een keeper, iemand achterin en iemand voorin die de anderen nog een beetje beter kan laten renderen – kan die grens misschien overschreden worden. Mits een goeie loting natuurlijk ( lacht).”

***

“De groep is nog sterker geworden”, zegt Roger Tierentijn, materiaalmeester en scout van Club Brugge. “Collectief sterker en rijper. Het systeem staat er na drie jaar natuurlijk ook. Feit is dat als iedereen fit is en de posities goed worden belopen, je heel moeilijk van ons kunt winnen. De doorslag heeft gegeven, denk ik, dat we in de heenronde heel veel punten hebben behaald. Slechts vier verliespunten, dat is toch een enorm bonus.

“We mogen zeker ook Ceh niet vergeten, de vervanger van Sven Vermant, die nu goed het spel verdeelt en er toch ook al zes vrijschoppen in blies. Misschien was dat hetgeen we vorig seizoen tekort kwamen als we het moeilijk hadden.

“En vergeten we zeker ook onze keeper van bijna veertig jaar niet. Hij heeft ook nog punten gepakt.

“Ach, in feite is de ploeg goed, van voor naar achteren. Ik denk niet dat het in het derde jaar nog kón mislopen.”

***

“Het eerste seizoen onder Trond Sollied maakte Club Brugge een prachtig parcours, maar was Anderlecht nog net iets beter”, zegt bondscoach Aimé Anthuenis. “Zo simpel kan het zijn. Wij verloren toen maar één keer op een heel seizoen en maakten ook nog een bijzondere campagne in de Champions League. Zij waren sterk, Anderlecht nog iets sterker. Ik denk niet dat Brugge toen nóg beter kon.

“Vorig seizoen had Genk het voordeel dat niets moest. Sonck, Dagano en Skoko zaten toen bovendien op hun hoogtepunt.

“Dat Club nu kampioen speelt, is omdat het zeer goed gewerkt heeft op lange termijn. Nooit in België heeft er een club een grotere kern gehad dan die van Brugge nu. Een terugval in de kwaliteit van het spel heeft iedere ploeg onvermijdelijk in de loop van een seizoen, maar Club heeft het puntenverlies nu kunnen beperken omdat het over veel troeven beschikt. Dat kan iemand zijn die iets forceert met een actie, terwijl de rest de wedstrijd op routine uitspeelt, dat kan gestalte zijn, dat kan de lange bal zijn, et cetera.

“Hoe dan ook, tegen wie naar de negentig punten gaat, kan je alleen zeggen : chapeau. Als je vier, vijf weken voor het einde al over de titel kan spreken, heb je een zeer, zeer sterk seizoen gespeeld. Had Anderlecht een heel seizoen over Aruna kunnen beschikken, dan was het wel spannender geweest, denk ik. Nu is het verschil met Anderlecht en de rest een beetje abnormaal. Al heeft Brugge met Saeternes en Spilar nog twee figuren achter de hand die hen nog sterker kunnen maken, volgend seizoen lukt hen dat niet meer.”

***

“De voorgaande twee jaar kenden ze net na nieuwjaar een fameuze inzinking, nu niet”, zegt Marc Degryse, gewezen speler van Club Brugge en kandidaat om er technisch directeur te worden. “Zo simpel zijn de feiten. Als je elf punten voor staat, heerst er ook een ander gevoel binnen een groep. Het was nu of nooit. De vorige seizoenen zaten de omstandigheden wat tegen, terwijl daar nu absoluut geen sprake van was. Ze hebben geen enkele tegenslag moeten incasseren : mindere vorm of blessures van spelers werden door de breedte van de kern probleemloos opgevangen. Daardoor hebben ze altijd een heel hoog niveau gehaald, wat zich het best weerspiegelt in hun indrukwekkend puntenaantal en dito doelpuntenverhouding.

“Ze hebben echt heel weinig punten laten liggen. Dat was het voornaamste. Ze hoefden helemaal geen rekening te houden met de concurrentie, want waren zelf beresterk. Anderlecht kan immers ook nog op een aardig puntentotaal uitkomen. Conclusie is dat Club Brugge de concurrentie gewoonweg overvleugelde en dat hun voorsprong spectaculair is.

“Het surplus ? Hoe langer je samenwerkt, hoe beter alles wordt. Na drie jaar kunnen ze terugvallen op sterke automatismen en dienden ze maar weinig te sleutelen. Zeker niet aan de veldbezetting, die onder alle omstandigheden dezelfde bleef. Het is veelzeggend dat ze nu minder de lange bal zoeken, als er niet direct oplossingen worden gevonden tegen een defensief ingestelde tegenstander. Er is misschien iets meer creativiteit. Ook Europees zal dat een belangrijke factor vormen, zeker als ze daar nog wat willen groeien : het combinatiespel, balbezit houden, geduld en rust bewaren in moeilijke omstandigheden. Met de tijd zullen ze dat leren en onder controle houden.

“Het leerproces in België is daarmee bijna afgerond. Maar er zijn zeker nog altijd groeimogelijkheden, vooral Europees dan. Daar moeten ze nog enkele stappen voorwaarts kunnen maken. Als deze groep bijeengehouden kan worden, is er nog veel mogelijk. De toekomst lacht Club alleen maar toe.

“Dat de vier nieuwelingen niet echt veel aan spelen toekwamen, betekent dat aanpassing tijd vergt. Alle andere jongens zijn volledig vertrouwd met de werkwijze, kennen perfect de vereisten. De nieuwkomers komen vaak uit een volledig andere omgeving. Mooiste bewijs is toch Nastja Ceh, die bewees dat je nooit iemand na een jaar mag afschrijven. Hij brak dit seizoen volledig door en bewees zijn meerwaarde voor de ploeg. Maar je moet geval per geval durven bekijken : Spilar raakte geblesseerd, Stoica miste de volledige voorbereiding, Serebrennikov viel ook uit. Het is logisch dat je niet zomaar een plaats verovert bij een ploeg die al twee tot drie jaar goed draait. Of je moet echt een wereldtopper zijn. Waarschijnlijk kunnen we die jongens, die allemaal over de nodige individuele kwaliteiten beschikken, pas volgend seizoen volledig naar waarde schatten.”

***

“Club Brugge heeft hele goeie wedstrijden gespeeld en wedstrijden waarin het resultaat belangrijker was dan het vertoonde spel. Maar volgens de echte kenners wordt men kampioen met niet altijd het beste voetbal te brengen”, zegt Staf Helbig namens hoofdsponsor Dexia. “Dat Club Brugge nu wel kampioen is, heeft eerder te maken met de zwakte van de andere ploegen. Er was weinig spankracht. Als je ziet dat Anderlecht nu toch een hele goeie tweede ronde speelt na een hele zwakke eerste. Zie ook de totale teruggang van Genk.

“Wij zijn alleszins een tevreden sponsor. Club Brugge heeft een heel goed en sympathiek imago en eindigde de zeven jaar dat wij hoofdsponsor zijn altijd als eerste of tweede. Wij vinden ook dat het er enorm op vooruit is gegaan qua infrastructuur, qua management en qua competentie van de mensen die er aanwezig zijn.”

***

“Het verschil ligt grotendeels in het iets regelmatiger parcours dat we aflegden”, zegt hulptrainer René Verheyen. “We kenden niet één dipje. Speel je vier, vijf keer na elkaar gelijk, dan gaat dat mentaal wegen en bij de eindafrekening zwaar doorwegen. Gelukkig zijn we daar dit seizoen van gespaard gebleven.

“Ik denk dat de grotere concurrentie een positieve invloed had op de mentale frisheid. Niemand kon het zich veroorloven om eens minder te sterk te acteren, want er stond meteen een vervanger klaar. De drang naar een nieuwe prijs was nog nooit zo groot, iedereen hunkerde echt naar die titel. Het zou uniek zijn, als we meer dan honderd doelpunten zouden kunnen maken. Het bewijst dat er echt gestreefd wordt om op alle vlakken het maximale te bereiken. Opvallend is ook dat bijna iedere veldspeler al scoorde. Het is een teken van onze collectieve sterkte dit seizoen.”

***

“We kenden geen terugval in de terugronde”, zegt doelman Dany Verlinden. “Soms leek het alsof iedereen erop zat te wachten, maar we hebben als groep gelukkig op een heel volwassen manier gereageerd, perfect schorsingen en blessures opgevangen ook. Tegen de mindere goden gingen we minder in de fout. Natuurlijk mogen we ook niet vergeten dat ploegen als RC Genk, Standard en Anderlecht beneden de algemene verwachtingen gepresteerd hebben.

“We hebben dit seizoen niks anders gedaan dan de vorige jaren. Maar misschien hebben sommige jongens tijdig aangevoeld dat ze toch een stapje meer moeten zetten om in de ploeg te blijven en een hoger niveau te halen, aangezien er altijd wel een directe concurrent van ongeduld staat te trappelen. De scherpte en de dwang om te presteren was constant aanwezig. Niemand kon zich nog langer verstoppen.

“De groep is breder en bezit meer kwaliteit. Zeker 20 van de 28 spelers zijn elkaar waard. In plaats van jongeren te moeten inpassen, konden we nu op de invallersbank rekenen op internationals als Stoica en Serebrennikov. Maar toch moeten we altijd voor ogen houden dat er honderd procent concentratie en werkkracht nodig is om iets te bereiken. De nederlagen tegen Charleroi en Lommel bewezen dat we niet te overmoedig mogen worden. Het is niet omdat je over een goede ploeg beschikt, dat je zomaar over iedere tegenstander heen loopt. Je moet altijd attent zijn. Iets te makkelijk opnemen, wordt dikwijls afgestraft.

“Nastja Ceh en Sandy Martens zorgden in de moeilijke momenten voor een surplus, hoewel ze als invallers aan het seizoen begonnen. Veel heeft met vertrouwen te maken, zeker bij Sandy. Het uitvallen van Rune Lange was voor hem een geschenk uit de hemel. Hij is nu dertig en leerde van zijn eigen sterkte uit te gaan. Nastja had het vorig seizoen vooral fysiek lastig, maar haalde nu een heel constant niveau. Hij is één van de weinige spelers die kan scoren op stilstaande fasen, waarmee hij meer dan eens een wedstrijd openbrak of zelfs besliste.

“In principe zal er een doelman en een verdediger bij komen. Op opportuniteiten moet je inspelen, maar veel hebben we toch niet nodig. Spilar en Lange worden straks onze eerste versterkingen. Een kern van 30 tot 35 spelers creëren is nergens goed voor.”

“Een keeper hoeft er voor mij ook niet per se bij te komen. Stel dat je in de voorronde van de Champions League sneuvelt, was het dan nodig iemand aan te werven voor die twee wedstrijden ? We hebben nu toch ook gezien waar Stijn Stijnen staat. Ervaring kan hij alleen maar opdoen door te spelen. Is dat een risico ?”

door Christian Vandenabeele en Frédéric Vanheule

‘Club Brugge overvleugelde de concurrentie gewoonweg.’ (Marc Degryse)

‘Club heeft zeer goed gewerkt op de lange termijn.’ (Aimé Anthuenis)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content