Met de hervorming van het klassieke voorjaar deed Wouter Vandenhaute de Vlaamse wielerwereld op zijn grondvesten daveren. De nieuwe baas van VT4 en VIJFtv heeft echter nog meer plannen in zijn hoge hoed. ‘Het blijft mijn ambitie om het organisatiemodel van deze sport wereldwijd te hervormen.’

Twintig jaar geleden deed Wouter Vandenhaute tv-kijkend Vlaanderen schuddebollen van het lachen door uit zijn sofa op te veren precies op het moment dat Margriet Hermans naast hem neerplofte. Zo olijk ging het eraan toe in Het Huis van Wantrouwen. Het was de voorbode van de talrijke succesproducties die later van de band rolden bij Woestijnvis, waar Vandenhaute begin 1997 mee aan de wieg stond. Met zijn strategisch vernuft en neus voor talent bouwde hij rond het productiehuis sindsdien een volwaardige mediagroep: De Vijver.

Zijn eerste professionele stappen zette de 49-jarige licentiaat lichamelijke opvoeding ooit als sportjournalist. Met roots in de Vlaamse Ardennen ontwikkelde Vandenhaute een passie voor wielrennen. De inwoner van Overijse stelt echter met lede ogen vast dat het de jongste tijd met zijn geliefde sport van kwaad naar erger gaat. “Het wielrennen sleept zich van conflict naar conflict”, zegt hij. “In deze sport is niemand verzoend, in het beste geval heerst gewapende vrede.” Die verdeeldheid tussen organisatoren, bonden en ploegen blokkeert alle groei, hoewel het potentieel van de wielersport volgens Vandenhaute gigantisch is.

Vijf jaar geleden gooide de ceo van De Vijver een revolutionair plan op tafel. Zijn idee was om Cycling 2020 op te richten, een bedrijf dat in de wielerwereld de rol moest vervullen van TEAM in de Champions League voetbal. Cycling 2020 zou in naam van álle organisatoren en ploegen in de WorldTour de onderhandelingen voeren met geïnteresseerde sponsors en tv-maatschappijen. In maart 2007 botste Vandenhaute echter op verzet van de Tour. “Ik was een buitenstaander. Logisch dat je eerst wordt weggelachen. ”

Daarom besloot Vandenhaute mee in het bad te springen. Met zijn bedrijf De Vijver kocht hij de Ronde van Vlaanderen en de Omloop Het Nieuwsblad en sloot hij een samenwerkingsovereenkomst met Dwars door Vlaanderen, Gent-Wevelgem, de Scheldeprijs en de Brabantse Pijl. Sinds vorig seizoen worden deze wedstrijden als Flanders Classics gepromoot. Er werd met gsm-operator Base een bijkomende hoofdsponsor gestrikt. Straks wordt onderhandeld over de tv-rechten. Het contract met de VRT loopt immers af.

Flanders Classics

Waarover moet eigenlijk nog onderhandeld worden? Flanders Classics verhuist volgend jaar toch gewoon naar VT4 of VijfTV, nu u deze zenders in handen kreeg.

Wouter Vandenhaute: “Dat is jouw logica. Als SBS ( de koepel boven VT4 en VIJFtv, nvdr) interesse heeft om de wielerwedstrijden binnen te halen, dan zal het daarvoor in competitie moeten treden. Flanders Classics en SBS zijn binnen onze groep aparte bedrijven en moeten elk hun eigen dynamiek behouden. Ik sluit niet uit dat de wedstrijden van Flanders Classics nog op lange termijn bij de VRT blijven.”

U bedoelt: wanneer de VRT het meest biedt.

“Maar het gaat zelfs niet alleen over centen. Er speelt ook een traditie. Het is een geheel van factoren. Eén ding verzeker ik: de koers gaat niet achter decoder en blijft op het open net. Wat de organisatoren van de E3 Harelbeke ook over mijn bedoelingen mogen beweren. Wielrennen is fundamenteel ondergefinancierd en leeft bij gratie van breedpubliekstelevisie. Pas als het ooit heel groot is, zoals het voetbal, kan het misschien deels betalend worden. Maar dan zijn we twintig jaar verder.”

Hoeveel zijn de tv-rechten van Flanders Classics waard?

( haalt de schouders op) “Geen idee. Dat zullen we zien. Maar als wielrennen op tv-vlak ooit een serieuze sport wil worden, zal het op grote schaal moeten doen wat Flanders Classics nu in het klein doet.”

De krachten bundelen en met één product de diverse tv-maatschappijen tegen elkaar uitspelen.

“Maar neen. Vooraleer je een product wil vermarkten, moet je er eerst een goed product van maken. Mijn tegenstanders laten uitschijnen dat het mij alleen om de commerce gaat, maar ik vertrek altijd van de inhoud. Ik heb vastgesteld dat het product wielrennen gewoon niet goed is. De voorbije twee jaar hebben we ons met Flanders Classics op het sportieve geconcentreerd. Het probleem was dat alle voorjaarswedstrijden bij ons eigenlijk één lange training waren naar de Ronde van Vlaanderen. De ploegen willen dat niet meer. Kijk naar de vijf wedstrijddagen in de week voor de Ronde: de E3, de Brabantse Pijl en de Driedaagse van De Panne – Koksijde. Behalve de E3 waren ze op sterven na dood.

“Daarom herschikten we met Flanders Classics de kalender en pakten we sommige parcours aan. Alle wedstrijden van de koepel werden er beter van. Dwars door Vlaanderen en de Scheldeprijs hebben een veel beter deelnemersveld. Gent-Wevelgem op zondag blijkt te werken. De nieuwe formule van de Brabantse Pijl slaat ook aan. De Driedaagse daarentegen ( die niet tot Flanders Classics behoort, nvdr) gaat er almaar meer op achteruit. Mijn inschatting blijkt gewoon te kloppen.”

Aankomstplaats Ronde

Intussen woedt een hevige discussie over de aankomstplaats van de Ronde van Vlaanderen. De jongste editie was pure propaganda om de finale over de Muur en de Bosberg te behouden.

“In welke zin?”

We zagen een spectaculaire omwenteling met de inzinking van Fabian Cancellara in Geraardsbergen.

“Maar we hebben een spectaculaire finale gehad in Dwars door Vlaanderen, een mooi sportief spektakel in Gent-Wevelgem. We hebben Leukemans en Gilbert zien wegrijden in de Brabantse Pijl. De meeste Rondes lopen volgens het stramien dat de sterkste wegrijdt en weg blijft. Dat is het wezen van de wielersport en heeft niks te maken met het parcours.”

Als dat zo is, waarom zou het dan moeten veranderen?

“Omdat ik een sportief concept voor de finale in gedachten heb dat niet mogelijk is in Meerbeke. Maar eerst moet ik met een aantal mensen aftoetsen of dat écht een goed idee is. Zoniet, komen we in 2012 voor de veertigste keer in Meerbeke aan en komt er wellicht ook nog een vijftigste en zestigste keer enzovoort. Maar het enige probleem van de huidige finale is dat de renners tijdens de laatste dertig kilometer grotendeels over een verlaten steenweg rijden.”

Trek je naar een stad als Oudenaarde of Ronse, dan is dat probleem van de baan. Bovendien zou het een toegevoegde waarde bieden aan de vippakketten.

“Ik denk niet dat een vippakket in Oude-naarde of Ronse meer waarde zou hebben dan in Meerbeke. Daar gaat het echt niet over. Zoals ik al zei: eerst telt het sportieve product, dan pas hoe het vermarkt moet worden.”

Het dossier van Ronse bevat een parcours met een lokale ronde, waarbij de renners twee keer over de Oude Kwaremont en de Paterberg moeten.

“Twintig jaar geleden kon je de renners makkelijk tien keer zien op mooie plaatsen. Michel Verschueren heeft ooit nog het record gevestigd. Nu moet je echt parcourskennis en de juiste stickers op je wagen hebben om de renners nog veel te zien. Als wielerliefhebber zou ik persoonlijk tekenen voor een concept waarbij ik de renners door ter plaatse te blijven, meer kan zien.”

Zo’n lokaal circuit zou ook de weg vrijmaken om toegang te vragen.

“Als ze maar één keer passeren, zou het inderdaad niet logisch zijn om het publiek te doen betalen. Wielrennen heeft al een traditie van honderd jaar om toegang te vragen. Bizar genoeg vinden we dat alleen normaal in het veldrijden en op kampioenschappen. Dat komt omdat de renners daar rondjes rijden. Ik sluit het dus niet uit, maar kan wel zeggen dat ticketing voor Flanders Classics momenteel niet bij de eerste tien prioriteiten staat.”

Kicken op snufjes

Terug naar het internationale perspectief. Zoals de Ronde bij ons, is de Tourwereldwijd de totem waar alles om draait.

“En daar zie je op grote schaal hetzelfde probleem als dat wat het wielrennen in Vlaanderen parten speelde. Alleen de Ronde van Frankrijk is topkwaliteit. De andere wedstrijden die ASO organiseert, lijden onder weinig publieke belangstelling, weinig tv-interesse en een onvoldoende gestoffeerd deelnemersveld. Zoals we bij ons de kracht van de Ronde van Vlaanderen gebruiken om de andere wedstrijden mee op te tillen, zou dat internationaal met de Tour moeten gebeuren. In die zin is Flanders Classics een laboratoriumexperiment, waar de rest van de wielerwereld toch wel met enige bewondering naar kijkt.”

Maar u hebt in maart 2007 zelf ondervonden dat de Tour niets voelt voor een grootschalige hervorming. Begrijpelijk ook: in het huidige model vloeit ruim zestig procent van alle tv- en sponsorgelden naar Parijs.

“Het is inderdaad logisch dat ASO vecht voor haar plek. Als we iets willen realiseren, zullen de kleintjes de groten moeten overtuigen. Zo werkt het altijd en daar is ook niks mis mee. Kijk, het wielrennen is vandaag een kleine taart. Een veel te kleine taart waarvan één partij een groot stuk heeft. Die taart kan tien of twintig keer groter. We moeten met ons allen proberen om die groei waar te maken. Dan wordt ieders stuk groter. Ook dat van de Tour.”

Is uw relatie met de Tourorganisatie intussen hersteld?

“Maar die is altijd goed geweest. Anderen speculeren daarover, maar ik kan alleen maar zeggen dat al mijn ontmoetingen met ASO hartelijk zijn verlopen en dat de sfeer goed is. Christian Prudhomme ( de Tourbaas, nvdr) nodigden we naar de Scheldeprijs uit. Hij kreeg een heel goede ontvangst en maakte een prettige dag mee. Op het einde zei hij: tot binnenkort.”

De Tour wil de communicatie via de oortjes afschaffen. Door die conversaties in de Ronde van Vlaanderen op het scherm te brengen, werpt u zich onrechtstreeks op als een voorstander van de oortjes.

“We hebben die camera’s in de ploegleiderwagens geplaatst alleen omdat we ervan overtuigd waren dat dit een beter tv-product ging opleveren. Een juiste inschatting, want ik heb alleen maar felicitaties gekregen.”

Maar bent u ook niet de natuurlijke bondgenoot van de teams? Ook zij eisen hun deel van de tv-rechten en dus een hervorming van het wereldwijde wielermodel.

( geërgerd) “Ik wil niet in een kamp geduwd worden. Ik ben niemands bondgenoot, tenzij van het wielrennen. Dat betekent dat ik zowel met ASO en de UCI als met de teams een goeie relatie wil. En wat de oortjes betreft: jongeren vallen op die technologische aspecten. Daarom vind ik het niet de juiste richting om het technologische weg te nemen en het wielrennen puur op het atletische te concentreren. Integendeel, we zouden nog veel verder moeten gaan en visueel gebruikmaken van die technologische aspecten. Bijvoorbeeld laten zien dat een achtervolger nog 600 meter moet overbruggen, hoeveel zijn snelheid bedraagt en hoeveel tijd hij nog nodig heeft om de kloof dicht te rijden. Jongeren kicken op die snufjes.”

Koersliefhebber

Wordt het wielrennen op een oubollige manier in beeld gebracht?

“Absoluut. We moeten niet alleen een beter verhaal hebben, we moeten het ook beter vertellen. Het is geen toeval dat er zo veel oude mensen kijken. Het idee alleen al om die bergritten in de Tour integraal uit te zenden. Dan krijg je het pathetisch, gezwollen soort commentaar dat wij nu kennen. Want ja, hoe praat je dat anders vol? Dat gaat dan over de wijngaarden en de streek, maar ik ben koersliefhebber en wil die gasten zien koersen. Als er ooit een wereldwijd tv-concept zou komen voor de WorldTour, dan mag zo’n uitzending maximaal drie uur duren. Het laatste uur breng je rechtstreeks en alles vooraf moet je geweldig leuk verpakken.”

Dan kan Woestijnvis dat wereldwijde product maken.

“Ik zou veel liever hebben dat het wielrennen zich over twee jaar hervormt zonder mij dan dat het zich over twintig jaar hervormt met mij. Dus wat mij betreft, als er morgen andere partijen in slagen om de puzzel te doen passen en ik speel daar geen rol in: fine by me. Dan word ik weer wielerliefhebber en ga daar geweldig van genieten. Maar met Flanders Classics bied ik wel al de garantie dat er zes wedstrijden hun plaats in dat hogere geheel zullen krijgen, daar waar vroeger alleen de Ronde van Vlaanderen een toekomst had.”

Hoeveel tijd gunt u zichzelf nog om de wielersport internationaal te hervormen?

“Ik ben een ondernemer. Een ondernemer moet dromen hebben en veel geduld. Wel, dat heb ik. Het wielrennen zál wereldwijd ten gronde hervormd worden. Met Flanders Classics toonde ik aan dat ik partijen bij elkaar kan brengen. Ik doe mijn best, maar of dat uiteindelijk tot een resultaat leidt, dat zien we dan wel. Het zou me veel voldoening schenken, maar de weg naar de realisatie vind ik ook al ongelooflijk plezant.”

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Ik heb vastgesteld dat het product wielrennen gewoon niet goed is.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content