Dat zegt de Nederlandse ex-recordinternational Ruud Krol, die twee WK-finales speelde en al jaren als trainer werkt op het zwarte continent.

Ruud Krol (61) won begin jaren zeventig met Ajax drie keer de Europese beker voor landskampioenen, voetbalde nadien bij de Vancouver Whitecaps, Napoli en Cannes. Zijn trainerscarrière begon hij bij KV Mechelen. Na zijn doortocht in België eind jaren tachtig werd hij een echte wereldreiziger. Hij werkte achtereenvolgens bij Servette Genève, Al Zamalek (2 keer), Egypte (jeugd en A-team), het Nederlands elftal (assistent-bondscoach), Ajax (assistent), Ajaccio en Orlando Pirates.

Over één week begint hij aan zijn derde seizoen bij de populairste club van Zuid-Afrika. “Het leven is hier goed”, vertelt hij bij een dubbele espresso in het Hilton van Sandton, vlakbij Johannesburg. “De mensen zijn ontzettend vriendelijk en hulpvaardig. Dit land wil ook vooruit in de wereld.

“Het voetbal valt bovendien enorm mee. Elke wedstrijd is een feest. De supporters van beide clubs staan door elkaar en zingen de hele match tegen elkaar op. Zelfs als wij tegen de Kaizer Chiefs, onze buur en aartsvijand, spelen. Sport brengt de mensen hier echt samen.

“Ieder duel is het genieten geblazen. Het begint al voor de aftrap. De spelers zingen dan samen in de kleedkamer. Ik kan je verzekeren dat die jongens weten wat ritme is.”

Unieke kans laten liggen

De tweevoudige WK-finalist van 1974 en 1978 volgt het WK vanop de eerste rang. “Het wordt pas leuk als de wedstrijden beslissend worden”, stelt hij vast. “De twee eerste speelrondes was iedereen aan het rekenen. Buiten Argentinië, Brazilië en misschien Nederland was er niet veel te beleven.” Oranje nam nochtans een alles behalve flitsende start. “Tegen Denemarken is het team inderdaad niet al te sterk begonnen. Maar in het verleden is Oranje vaak furieus uit de startblokken geschoten en was het liedje nadien plots uit.”

Het succes van de Zuid-Amerikaanse ploegen is ook Krol niet ontgaan. “De Zuid-Amerikanen zijn uitstekend aan het toernooi begonnen. Ik schrijf dat vooral aan het weer toe. In Zuid-Amerika is het net als hier winter. De meeste van de jongens spelen weliswaar in Europa, maar trainden voor het WK enkele weken in eigen land en zijn er biologisch helemaal op ingesteld. Mentaal maakt dat een verschil. Het is een voordeel dat naargelang het WK vordert, echter zal wegebben.”

Voor Afrika, met uitzondering van Ghana, is het toernooi voorbij. “Het WK was een teleurstelling voor dit continent. Het valt vrij simpel te verklaren: te veel wissels kort voor het toernooi. In Zuid-Afrika werd eind vorig jaar van bondscoach veranderd, Nigeria en Ivoorkust wierven zelfs minder dan twee maanden voor het WK een coach aan. Trainers met een andere visie dan hun voorgangers. Zo krijg je nooit continuïteit.”

Toen Carlos Alberto Parreira zijn landgenoot Joel Santana opvolgde, was ook Krol in de running om bondscoach te worden. “Een blijk van waardering en een bewijs dat ik waarschijnlijk niet zo’n slecht werk aflever. Er zijn in de aanloop naar het WK echter dingen gebeurd die onbegrijpelijk zijn. Zuid-Afrika weet van mei 2004 dat het de wereldbeker mag organiseren en had voor alles de eerste keuze. Hoe is het dan mogelijk dat je drie maanden voor de openingsmatch nog op zoek moet naar een nieuw hotel en trainingsveld?

“Nigeria veranderde minder dan een maand voor het WK nog van hotel. Nederland had ruim twee jaar voor de eerste match in Zuid-Afrika al zijn zaakjes geregeld. Dat hadden die Afrikaanse landen op hun eigen continent toch ook gekund?”

De trainer van The Buccaneers wijst niet alleen de bonden met de vinger. “Noch Joel Santana noch Carlos Alberto Parreira heeft de ploeg op zijn Zuid-Afrikaans laten voetballen. Zuid-Afrikanen hebben niets met defensief voetbal. De mensen willen hier spektakel zien. Tegen Mexico en Uruguay hebben ze gespeeld om niet te verliezen. Pas in de derde match hebben de jongens mogen laten zien dat ze meer kunnen dan naar het eigen doel teruglopen. Nu zeggen de mensen: als we in die eerste twee matchen anders hadden gevoetbald, was het misschien heel anders gelopen.

“Na de winst tegen Frankrijk zijn de mensen trots, maar eigenlijk is het een mislukking. Parreira had mogelijk het gevoel dat hij tijd te kort kwam om het op een andere manier aan te pakken. Toch begreep ik bepaalde keuzes niet. Goede voetballers ontbraken in de selectie. Die jongen van Rubin Kazan, MacBeth Sibaya, kwam pas in de derde wedstrijd aan de bak en speelde een uitstekende partij. Ik denk dat de kater later komt. Als de mensen beseffen welke unieke kans ze laten liggen hebben.

“Nu zijn ze blij vanwege het toernooi zelf. Nee, ze zijn nooit bang geweest om af te gaan als organisator. Dit is een land met veel mogelijkheden. De FIFA zat er bovendien bovenop en de overheid besefte dat dit een succes en een feest moest worden. In Brazilië zal net hetzelfde gebeuren. Er zijn nu al mensen van de wereldvoetbalbond aan de slag in Rio de Janeiro. Zuid-Afrika heeft in ieder geval de verwachtingen ingelost. Het WK moet daarom naar Afrika terugkeren. Deze mensen hebben dit verdiend.”

Andere mentaliteit

Toch moet er een en ander veranderen in het Afrikaanse voetbal. “Opbouwen is hier niet simpel. Als je vandaag begint, wil men dezelfde avond nog resultaten zien. Zo gaat het natuurlijk niet in het voetbal. Het continent heeft nochtans goede voetballers. Jongens die meestal in Europa op de loonlijst staan en weten wat er gevraagd wordt om topprestaties te leveren. Bij hun clubs doen ze dat ook allemaal, maar als ze allemaal naar huis terugkeren, slagen ze er niet in eensgezindheid op te brengen.

“Dan zitten de egootjes in de weg. In het buitenland zijn ze allemaal vedetten en dat willen ze in het nationale team eens laten zien. Je zag dat bijvoorbeeld aan Siphiwe Tshabalala. In de openingsmatch tegen Mexico maakt hij een wereldgoal en dan gaat hij in de volgende partijen vanuit alle hoeken op doel schieten. Hij wil belangrijk zijn en vergeet het teambelang.

“Het is het grootste probleem waarmee ik te maken heb. Als ze drie goede wedstrijden op rij spelen, denken ze dat ze op weg zijn naar Manchester United of Chelsea. Vijf goals en ze geloven dat ze een topper zijn in Europa. Terwijl je daar alleen raakt door hard te werken en samen te werken.

“In Zuid-Afrika begint het seizoen altijd met een toernooi tussen de beste teams van het afgelopen seizoen en een buitenlandse topclub. Vorig jaar was dat Manchester City. We speelden de Engelsen compleet van de mat en wonnen met 2-0. Zuid-Afrikaanse spelers slagen er echter maar niet in hun goede vorm langer dan vier, vijf wedstrijden vast te houden. Dan gaan ze zweven.

“Vorig seizoen bleven we gedurende negentien wedstrijden ongeslagen. Dan beginnen ze te roepen dat niemand hen kan kloppen. Dat geloven ze echt. Zo maak je de tegenstander alleen sterker. Het is ons dan ook zuur opgebroken. Niets is echter moeilijker dan een mentaliteit veranderen.”

De Nederlander heeft er wel enig begrip voor. “Veel van die jongens zijn opgegroeid in de sloppenwijken en belanden via het voetbal in een totaal andere wereld. Niet iedereen verteert die overstap vlotjes. Vooral als ze ook nog eens al te snel in de media worden opgehemeld en een makelaar hen het hoofd op hol brengt.

“De KNVB wil daar iets aan doen. In het kader van de WK-kandidatuur voor 2018 worden 2018 coaches opgeleid die de jongens niet alleen voetbal- maar ook sociale vaardigheden gaan aanleren, zodat ze beter gewapend zijn om de veranderingen in hun leven aan te kunnen.

“Neem Teko Modise, mijn sterspeler. Twee seizoenen terug voetbalde hij de sterren van de hemel. Goals en assists aan de lopende band. Vorig seizoen sloot hij echter af zonder één doelpunt of één beslissende voorzet. Maar wat wil je? Die jongen is getrouwd, heeft een kind gekregen en is veel te vaak in the picture gekomen. Je ziet hem in allerlei reclameboodschappen opduiken. Van Nike, McDonald’s. Hij verdient meer met sponsoractiviteiten dan met het voetbal. Terwijl dat toch altijd het belangrijkste moet blijven.

“Ik probeer hem aan te geven dat de echte groten van de sport altijd de drang hebben om te presteren, om de eerste van de wereld te zijn. Tiger Woods, Rafael Nadal, jongens die fortuinen verdiend hebben en van ver moeten terugkomen, maar er alles voor geven.

“Een jongen als Modise zou misschien best naar Europa verkassen, om een andere mentaliteit op te snuiven. Omringd door spelers die er zich van bewust zijn dat ze hard moeten werken, zal hij misschien de knop omdraaien. Hier gaat het te gemakkelijk voor hem.

“Misschien kan dit WK hem stimuleren. Wordt hij er zich van bewust dat hij de kwaliteiten heeft, maar dat hij een andere weg moet inslaan om de top te bereiken. Hopelijk geldt dit voor heel het voetbal op dit continent.”

Een huis in de zon

Gemakkelijk werken is het in Zuid-Afrika niet voor een trainer. “De structuur is hier helemaal anders dan in de meeste Europese clubs. Alle macht ligt in handen van één man. Hij is de eigenaar van de club en beslist alles. Voor een trainer is het moeilijk om op die manier iets op te bouwen.

“Ik heb voordien een aantal jaren in Egypte gewerkt. Ik begrijp nog steeds niet hoe het mogelijk is dat dat land hier ontbreekt. Het won niet toevallig de laatste drie edities van de Afrika Cup. Egypte heeft individueel misschien niet de beste voetballers van Afrika, maar staat het verst als team. Die jongens spelen wel voor elkaar.

“In Zuid-Afrika willen clubs niet investeren in opleiding. Terwijl de kinderen enthousiast en leergierig zijn. Bij ons leren ze techniek, tactiek, spelinzicht en mentaliteit spelenderwijs aan. Op hun 18e, 19e zijn het talenten en op hun 20e moeten ze er staan. Hier zijn ze een talent als ze 26 zijn. Technische fouten die je al tien jaar maakt, haal je er dan bijna niet meer uit.

“Het WK kan misschien voor een omslag zorgen. Ik zag een paar dagen terug Danny Jordaan, de grote man van het organisatiecomité, op televisie zeggen dat het WK voor het Zuid-Afrikaanse voetbal een winst van 100 miljoen dollar ( ruim 80 miljoen euro, nvdr) zal opleveren. Dat geld wil hij aan de ontwikkeling van het spel besteden. De opleiding moet professioneler. Het kan een belangrijk signaal zijn.”

Dan wordt het pas echt leuk werken voor Ruud Krol. “Ik ga door zolang ik plezier in dit werk vind. Van jonge jongens betere voetballers maken vind ik nog steeds geweldig. Ik heb vorig jaar bij Orlando Pirates wat jonge spelers binnengehaald. Daar was veel kritiek op, omdat de media gevestigde waarden wilden. Als die knapen dan tien maanden later de voorselectie van Bafana Bafana halen, weet ik dat ik mijn werk goed gedaan heb.”

Na zijn carrière als trainer keert Ruud Krol naar Europa terug. Niet naar België of Nederland. “Het contact met beide landen beperkt zich tot het doornemen van de voetbaluitslagen. Wat heeft Anderlecht, Club Brugge of Standard gedaan, vraag ik dan aan mijn zoon. Die is na zijn studies in België blijven hangen. Nee, het resultaat van KV Mechelen hoef ik niet te weten.

“Ik hou van de zon, maar in Johannesburg blijf ik niet. Te hectisch. Ik was een en ander gewend in Caïro, maar dit is nog anders. Jo’burg is het New York van Afrika. Het leven gaat hier heel snel. In Kaapstad is het aangenamer toeven, maar ik kies eerder voor de Spaanse of Portugese kust. Een huis in de buurt van Málaga of Lissabon, steden waar ook nog wat sociaal leven bestaat en waar ik af en toe naar het theater kan. Het moet niet altijd voetbal zijn.”

door françois colin & jacques sys

In Zuid-Afrika willen clubs niet investeren in opleiding.

Parreira heeft de ploeg niet op zijn Zuid-Afrikaans laten voetballen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content