Zaterdag ontwaakt de volleybalcompetitie uit een lange zomerslaap, met Frank Depestele (32) en Iván Contreras (35) terug in Roeselare. ‘Het lijkt alsof we hier nooit weg zijn geweest.’

De meest opvallende transfers in het Belgische volleybal deze zomer waren ongetwijfeld de terugkeer van de Volleyballers van het Jaar van 2005 tot en met 2008. Na vier seizoenen verliet Frank De-pestele in 2006 Roeselare als beste speler van de competitie, met twee titels en evenveel bekers op zak. De afgelopen drie jaar was het onbetwistbare nummer één onder de Belgische spelverdelers aan de slag bij de Europese topclubs Thessaloniki, Belgorod en Panathinaikos. De Mexicaanse Belg Iván Contreras speelde maar liefst acht seizoenen bij Roeselare toen hij in 2008, met nog een Belgische én een Europese (de Top Teams Cup in 2002) titel meer dan Depestele, inging op een lucratieve aanbieding van het Turkse Ziraat Bankasi Ankara. Maar nu zijn ze beiden dus terug op het oude nest.

Snel spelen

Hoe voelt het om terug in Roeselare te zijn?

Iván Contreras: “Toen ploegbegeleider Stefaan Wybo me kwam oppikken aan de luchthaven in Parijs, zei ik hem dat het precies nog maar twee maanden geleden was dat hij me naar Parijs had gebracht. Het voelt niet aan alsof ik ergens anders gespeeld heb.”

Frank Depestele: “Het lijkt voor mij ook alsof ik hier nooit weg ben geweest. De spelersgroep ziet er anders uit, maar de coach, de medische staf en ook de supporters zijn dezelfde. Bovendien ken ik heel wat spelers van bij de nationale ploeg. Een aanpassingsperiode zal ik niet nodig hebben.” ( lachje)

Als speler hebben jullie allicht wel een evolutie doorgemaakt. Welke?

Depestele: “Drie jaar bij topclubs in Griekenland en Rusland bezorgen je uiteraard een pak ervaring. Voor mij als spelverdeler was het er vooral ánders spelen. De aanvallers die ik in Griekenland en Rusland moest bedienen, waren ongelooflijke power hitters. Ik moest ze hoger en minder snel dan ik gewend was aanspelen. Persoonlijk hou ik meer van het spel dat we hier in Roeselare opnieuw hanteren, namelijk met veel meer snelheid.”

Contreras: “Frank en ik volleybalden vier jaar samen hier in Roeselare en voordien speelden we ook al samen bij het Zwitserse Näfels. Pas de laatste twee jaar klikte het systeem optimaal. Daarmee wil ik maar aangeven dat het erg moeilijk is om zo snel te spelen. Maar vanaf het moment dat het werkt, is het bijzonder lastig voor de tegenstander.”

Depestele: “Het is een risicovol systeem waardoor je misschien meer fouten maakt, maar, nogmaals, ik speel het toch liever.”

Je kan toch niet ontkennen dat je een stap terugzet na Rusland en Griekenland?

Depestele: “Soms speelden we heel goed, maar toch vond ik niet dat die ploegen zo veel beter waren. Het volleybal dat wij brachten op het einde van mijn laatste seizoen hier in Roeselare gaf mij een beter gevoel.”

Contreras: “Wat een diplomatisch antwoord. I like you, Frank. ( lacht) Nee, het is duidelijk dat Thessaloniki, Belgorod en Panathinaikos over het budget beschikken om grote namen aan te werven, olympic players, World League players. Als die spelers het beste van zichzelf geven, dan halen zij een hoger niveau dan anderen, maar heb je een uitgebalanceerd team met jongens die goed op elkaar ingespeeld zijn, dan kan je het elke ploeg moeilijk maken.”

In tegenstelling tot Frank koos jij met Ankara voor een minder sterke ploeg dan Roeselare.

Contreras: “Ik was nochtans aangenaam verrast door de kracht van vooral de Turkse spelers bij Ankara, maar het klopt dat ze nog niet zover stonden als Roeselare. Voor het bestuur was het ook allemaal nog nieuw. Ze toonden veel ambitie en hadden de beste intenties, maar bepaalde details die je nodig hebt om hogerop te raken, ontbraken. Zoals een uitgebreid medisch team. Al die kleine zaken hielpen me in te zien wat ik allemaal had achtergelaten.”

Depestele: “Qua professionaliteit bestaat er een wezenlijk verschil tussen Roeselare en de topclubs in Rusland en Griekenland. Zo heb ik bijvoorbeeld nog altijd geld te goed vanuit beide landen en konden ze ginder qua accommodatie niet tippen aan wat Knack Roeselare te bieden heeft. Op andere vlakken werken ze dan weer professioneler dan in België. Door de grotere financiële armslag kunnen ze het team beter omkaderen. In Griekenland hielden drie, vier coaches zich fulltime bezig met de eerste ploeg, elk met een specifieke opdracht. In Rusland waren het er nog meer.”

Hoe ervaarden jullie de mediabelangstelling in het buitenland?

Contreras: “Daarover mochten we in Ankara niet klagen. Zowel de lokale pers als de fans waren op post.”

Depestele: “In Griekenland berichten – denk ik – wel vier kranten enkel en alleen over Panathinaikos. Dan bedoel ik uiteraard vooral over het voetballuik, maar ook over het basketbal, het volleybal en andere sporten. Het was een beetje té.”

Wat dan gezegd over de fanatieke supporters?

Depestele: “In topwedstrijden kunnen die inderdaad heel agressief voor de dag komen, ten opzichte van elkaar maar ook ten opzichte van ons. Met koffie gooien en spuwen op de spelers van de tegenpartij vonden ze daar blijkbaar normaal.”

Contreras: “Bij Ankara was het heel wat rustiger in de tribune, maar de matchen tussen Galatasaray en Fenerbahçe lokten ook de voetbalfans naar de zaal en dan werd er meestal stevig gevochten tussen de twee supportersclans.”

Rust brengen

Financieel waren jullie beter af in Griekenland en Turkije. Wat deed jullie dan wel terugkeren naar België?

Contreras: “In het verleden kreeg ik al een drietal keren een aanlokkelijke aanbieding, maar telkens lag ik nog onder contract bij Roeselare. Toen ik in 2008 nog eens de kans kreeg om mij financieel te verbeteren, vond ik dat ik die moest grijpen. Toen ik in Turkije zat, besefte ik meer dan tevoren dat geld absoluut niet het belangrijkste is. Ik miste mijn vrouw en kinderen. Hier in België zijn we weer verenigd en voelen we ons alle vier goed.”

Depestele: “De familie speelde voor mij ook een rol, maar er was meer dan dat. Ik kijk ernaar uit om opnieuw wedstrijden te spelen tegen jongens die ik ken, tegen vrienden. In Griekenland en Rusland ken je geen tegenstanders. Mijn spelvreugde was wat verdwenen, ik wilde opnieuw plezier beleven aan het volleybal en dat is me hier nu al gelukt. Ik heb de laatste twee maanden al veel meer gelachen dan de voorbije drie jaar samen.”

Contreras: ( lacht) “Dat is natuurlijk eigen aan een voorbereiding. Je werkt en traint hard, maar van echte druk is geen sprake. Nu is het nog all fun and games. Zo hoort het ook, dit is het moment waarop de spelers elkaar beter leren kennen, een band smeden en een hecht team vormen. Die teamspirit heb je nodig wanneer het eropaan komt in de competitie en de Champions League.”

Jullie terugkeer bij Roeselare brengt hoge verwachtingen met zich mee. Hoe gaan jullie daarmee om?

Contreras: “Die verwachtingen zijn er, maar die hebben wij zelf ook. Dat vormt net de uitdaging. Met wat ouder te worden ben ik ook wat meer relaxed, ik probeer wat meer te genieten, maar ik heb mijn competitiviteit nog niet verloren. Ik wil in de eerste plaats voor mezelf bewijzen dat ik nog op een hoog niveau kan volleyballen en ik zie geen enkele reden waarom ik daar niet in zou slagen.”

Depestele: “Ik speelde ook de voorbije jaren met als doel prijzen te winnen. Wat dat betreft, verandert er niets qua druk. En om in te pikken op die competitiviteit waarover Iván het had: we willen wel degelijk nog presteren. Ik hoorde hier en daar al zeggen: ze komen terug om uit te bollen. Dat klopt natuurlijk niet. Bij een ploeg als Roeselare ben je verplicht om er altijd voluit voor te gaan. Ik ben zelfs nog meer gemotiveerd om te presteren dan toen ik hier de eerste keer toekwam. Toen wilde ik in eerste instantie vooruitgang maken als volleyballer, nu wil ik vooral winnen.”

Roeselare miste vorig seizoen ervaring, hoor je wel eens. Jullie werden mede aangetrokken om dat toe te voegen, maar wat houdt ‘ervaring’ in dit geval in?

Contreras: “Stabiliteit. In crunch time, op beslissende momenten kunnen wij ons hoofd koel houden. Dat is tenminste de bedoeling als je al zo lang volleybalt. Bij cruciale ballen verwacht je dat een ervaren speler geen fouten maakt puur uit nervositeit. Die rust moeten we bovendien trachten over te brengen op de jongeren. Als je wat ouder wordt, ben je misschien niet meer de sterkste en spring je ook niet meer het hoogst, maar dat is niet altijd het belangrijkste in volleybal.”

Depestele: “Ik denk dat we dit seizoen over een uitstekende mix beschikken tussen jonge en ervaren spelers.”

Hoe stonden de andere spelers van Roeselare, en met name Joost Borremans en Hendrik Tuerlinckx, tegenover jullie komst?

Depestele: ” Joost verlengde zijn contract voor een jaar toen ik al getekend had. Dat geeft dus aan dat hij geen probleem had met mijn terugkeer. Ik vermoed dat ook iedereen tevreden was dat Iván hier weer neerstreek. Voor mij is het uiteraard ook leuk om weer samen te spelen met iemand die ik destijds blindelings vond. Ik twijfel er niet aan dat het weer snel zal klikken.”

Contreras: “Uiteraard is iedereen in Roeselare blij met de terugkeer van Depestele ( grijnst), maar hoe ze tegenover mij staan, weet ik niet. Hendrik is een concurrent voor mij als opposite. Hij is een geweldige speler, maar hij is nog jong. Ik hoop dat ik hem nog wat kan bijbrengen. Ik zal er alles aan doen om in de basis te staan, maar iedereen zal zijn kans krijgen en uiteindelijk zal de beste ploeg spelen in de beslissende fase. Hopelijk hoor ik daarbij, maar ik ben hier om te helpen. Kan ik dat tijdens de wedstrijd op het terrein, zoveel te beter, maar kan ik dat op training of op een andere manier, dan is dat ook oké voor mij. Dat heb ik de trainer ook gezegd.”

De beste worden

Die trainer is nog altijd Dominique Baeyens. Is hij veranderd sinds jullie eerste allereerste seizoen hier?

Contreras: “Hij heeft ondertussen veel meer ervaring dan toen. De oefeningen op training evolueerden en ook zijn psychologische aanpak is anders. Hij komt rustiger over, maar zoals ik al zei, is dat eigen aan deze periode. We zullen zien hoe hij reageert als het om de knikkers gaat. Hij zal niet het hele seizoen zo relaxed zijn.” ( lacht)

Hij moet het stellen met opvallend meer Belgen dan in jullie topjaren hier.

Depestele: “Klopt, met Iván erbij zijn we met acht Belgen.”

Contreras: “Beschouw jij me nu als een Belg of wat? ( lacht) Ik heb een Belgisch paspoort, dus ja: ik ben Belg. Ik dacht erover na om niet meer voor de Mexicaanse nationale ploeg te spelen, maar omdat het mijn laatste kans was om een WK mee te maken, besliste ik toch maar om beschikbaar te blijven. En zie, we hebben het gehaald.”

Depestele: “De fans en de sponsors appreciëren het wel dat we meer Belgische spelers in de rangen hebben.”

Contreras: “Als buitenlanders vormen we nu een aanvulling van de Belgische kern, terwijl er enkele jaren geleden nauwelijks Belgen tussen de lijnen stonden.”

Depestele: “Het is beter voor de uitstraling van het team, maar het is daarbij uiteraard het voornaamste dat we blijven presteren.”

Contreras: “Je hebt een evenwicht nodig. Als Belgische club wil je liefst zo veel mogelijk Belgen, maar je wilt in de eerste plaats goede resultaten en dan moet je wel wat buitenlandse versterking binnenhalen.”

Wat kunnen jullie op dit ogenblik al zeggen over het niveau van Roeselare?

Contreras: “Het laatste jaar dat Frank en ik hier samenspeelden, wisten we bij wijze van spreken zeker dat we de titel en de beker gingen pakken. We konden uitpakken met een ideale samenstelling: Bomba ( Iván Márquez, nvdr) vormde een enorme dreiging door het midden, Kristof Hoho kon fantastisch uithalen – bazooka noemden we hem – Ben Hardy zorgde voor stabiliteit en ik kon wat crazy stuff uithalen in moeilijke opstandigheden. Kortom, we waren een heel moeilijke ploeg om tegen te spelen. Dat niveau haalt Roeselare op dit eigenste moment natuurlijk nog niet …”

Depestele ( pikt in): “Zo gemakkelijk als toen zal het waarschijnlijk niet worden, maar je voelt wel al dat de chemie goed zit. In de voorbereiding waren zowel de uitslagen als het spelpeil meer dan bevredigend. Oké, in de finale van het toernooi van Cambrai verloren we met 3-1 van Maaseik, maar een week eerder versloegen we hen met 3-0 in een oefenwedstrijd in Kuurne. Daar kun je natuurlijk geen conclusies uit trekken, maar het is volgens mij al een hele tijd geleden dat Roeselare nog eens zulke cijfers kon neerzetten tegen Maaseik. Elke overwinning tegen hen heeft belang. Vital Heynen zal dat allicht niet toegeven, maar zij zullen evenzeer elke wedstrijd tegen ons willen winnen.”

Opnieuw nummer één worden, daar is het Roeselare om te doen.

Depestele: “De Belgische competitie en beker zijn inderdaad het voornaamste doel. Daarnaast rekenen we in de Champions League in eerste instantie op een plaats in de Final 12.”

Daarvoor moeten jullie in jullie poule top twee halen. Belchatow is favoriet, dus het Spaanse Teruel en het Servische Radnicki achter jullie laten, is een must.

Contreras: “Dat is inderdaad de ambitie. Op papier is Belchatow de sterkste en komen wij op plaats twee, maar ik bevestig wat Frank zegt: Roeselare wil in de eerste plaats weer de beste ploeg van België worden.”

door roel van den broeck – beelden: reporters

Met koffie gooien en spuwen op de spelers van de tegenpartij vonden ze in Griekenland normaal.

Frank Depestele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content