Op zijn achttiende is Adnan Januzaj al een revelatie bij Manchester United. Herinneringen aan het ketje dat aan de voet van de basiliek van Koekelberg leerde voetballen, in een verhaal met drie hoofdrolspelers: een vader, zijn zoon en een bal.

Jean-Paul Pira, vandaag afgevaardigde van het eerste elftal van RWDM Brussels, herinnert het zich nog goed, die oproep van Jos Reynders,zijn voorganger als jeugdcoördinator, die aandrong om een spelertje te gaan bekijken. “Dat had hij tevoren nog maar één keer gedaan, om Faris Haroun te gaan scouten.” Dus haast Pira, op dat moment jeugdcoördinator bij RWDM, zich op weg en ziet een frêle blond jongetje dat Adnan Januzaj heet. Dat de zoon van Kosovaarse immigranten in het Edmond Machtensstadion belandt, is uiteindelijk de logica zelve. Pira: “Hij woonde in de buurt van de basiliek van Koekelberg, vlak bij het metrostation Simonis, RWDM was simpelweg de dichtstbijzijnde club.”

Jean-Paul Pira heeft een puur talent ontdekt. Een blonde engel, een lam dat de wolven verslaat met de bal aan de linkervoet, bij voorkeur slalommend. “Ik herinner me een match tegen La Louvière die we met 21 of 22-0 wonnen. Adnan scoorde 16 of 17 keer. Ik weet het niet meer precies.”

RWDM zet de speler meteen een leeftijdscategorie hoger. Bij de preminiemen arriveert hij met de reputatie van goalgetter. Januzaj wordt gegarandeerd een spits. Maar in een oefenwedstrijd tegen Racing Waregem zet zijn trainer, Didier De Broyer, hem op de nummer 10. Tot grote woede van Abedin Januzaj, de vader van Adnan. “Die was helemaal niet tevreden. Ouders willen dat hun kinderen scoren. Ik legde hem uit dat Adnan te goed was om op de bal te staan wachten en hem gewoon in het net te duwen. Din was er niet tevreden mee, maar zag algauw dat die ingreep niets veranderde aan het aantal doelpunten dat zijn zoon maakte.”

Aangeboren talent

Abedin Januzaj speelt de hoofdrol in de voetbalontwikkeling van zijn zoon. Na zijn werkdagen in de garage haalt hij zijn zoon op en grist hij een bal mee. Wanneer er geen training op het programma staat, gaan ze in het nabijgelegen park aan de basiliek een balletje trappen. “Hij was altijd met een bal bezig”, herinnert De Broyer zich. Een stuk leer dat al snel Januzajs beste vriend wordt. “Buiten het voetbal kende hij niet veel mensen”, zegt zijn toenmalige ploegmaat Suárez Eloy, vandaag bij de beloften van RWDM. Didier De Broyer: “Din zei me vaak dat zijn zoon met een bal sliep. Dat, wanneer ze zaten te eten, hij onder de tafel met de bal tussen de voeten speelde.”

Abedin mist geen enkele training en toont zich een strenge vader. “Hij was strenger dan ikzelf”, zegt De Broyer. Intussen merkt iedereen die ’s zaterdags het ploegje bezig ziet, het vanzelfsprekende talent van het jonge ketje. “In het begin had ik helemaal niet door dat hij in een hogere leeftijdscategorie speelde en zelf jonger was”, zegt Eloy. “Ik stond op de 6, hij speelde net voor mij. Het was erg simpel: ik pakte de bal af en gaf die aan hem, en hij deed er iets mee. Het was gemakkelijk.” Van tussen de palen – hij had niet veel werk – had doelman Merveille Goblet (dit seizoen door Standard uitgeleend aan Tubize) alle tijd om de eigen nummer 10 te bewonderen. “Hij had nooit last met de bal, alles ging hem zo gemakkelijk af. We wisten dat hij niet lang bij Brussels zou blijven.”

Anderlecht merkt het talent snel op. Maar Didier De Broyer overtuigt de vader om nog een jaar in Molenbeek te blijven. “Na dat eerste seizoen kwam Din me opzoeken en zei dat Adnan nog een jaar zou blijven als ik zijn trainer bleef.” Het volgende seizoen wordt Adnan verlegen van de complimenten die hij van overal krijgt. De Broyer: “Er waren weinig aspecten die je als trainer bij hem beter kon maken. Hij maakte bruggetjes, dribbelde en gaf vooral gevaarlijke passes in de rug van de tegenstander. Dat kun je kinderen niet aanleren. Ze hebben het of ze hebben het niet. Hij had het.”

Het eind van het seizoen komt eraan, met de talloze toernooien, waaraan Adnan niet altijd deelneemt: “Als Abedin zich niet kon vrijmaken om mee te gaan naar het buitenland, ging Adnan ook niet mee”, herinnert De Broyer zich. Wanneer Anderlecht zich meldt, vraagt Abedin aan De Broyer of hij nog een jaar trainer wil blijven van zijn zoon. “Ik heb hem gezegd dat het geen zin had om hem nog in Molenbeek te houden. Hij moest van lucht veranderen om beter te worden. Hij was rijp voor Anderlecht.” De Broyer zelf stopt als jeugdtrainer. Hij gaat werken in een textielbedrijf. Aan zijn nieuwe collega’s geeft hij een tip: “Als je een voetballiefhebber bent, onthoud dan deze naam: Adnan Januzaj.”

Overstapje

Jean-Paul Pira zit aan een tafeltje in de cafetaria aan het stadion van RWDM Brussels. “In het begin kwam Adnan nog vaak naar het Edmond Machtensstadion afgezakt. Men plaagde hem, met zijn trainingspak van Anderlecht. Wie hier zo binnenkomt, riskeert naakt de straat te worden opgestuurd.” Dat Adnan die paars-witte training droeg, kan Eloy zich niet herinneren. Wel dat Brussels dat seizoen de titel pakte tegen de trotse buren uit het Astridpark.

Jeugdinternationaal en verdediger Jordan Atheba,vandaag op weg naar Spanje nadat hij een nieuwe aanbieding van Standard weigerde, herinnert zich nog de kennismaking met Adnan Januzaj bij Anderlecht: “Ik herinner me nog de eerste training met hem. Hij zette me in de wind met een overstapje.” Adnan wordt meteen de nummer 10 en zal altijd een jaar hoger spelen. Glodi Mavikula,vandaag invaller bij tweedeklasser Antwerp, herinnert zich een speler die in het begin te lang de bal bijhield. “Maar je kon hem wel die bal niet afnemen. Onmogelijk. Je wist nooit van tevoren wat hij ging doen. Dan gaf hij een fantastische pass die je niet had zien aankomen, waarvan niemand had gezien dat je hem kon geven, behalve hij.”

Na Molenbeek krijgt hij ook bij paars-wit de handen op elkaar, en dat keer op keer. “Op elk toernooi waar we aan deelnamen werd hij tot beste speler uitgeroepen”, zegt zijn toenmalige ploegmaat Anthony D’Alberto, nog steeds bij Anderlecht en lid van de beloftekern. “We wisten elke keer van tevoren dat hij het zou zijn die won”, bevestigt Mavikula, die eraan toevoegt dat Adnan Januzaj zo sterk was dat hij altijd titularis was, zelfs als hij niet getraind had. Vaak gebeurde dat niet, omdat voor de Belgo-Albanees niets boven het voetbal ging. “Hij was alleen met voetbal bezig, hij wás voetbal, zelfs als hij sliep”, vindt Atheba.

Mundialito

Al wat niet met voetbal te maken heeft, lijkt op de tweede plaats te komen voor Adnan Januzaj. Maar dat weerlegt Abdel Jaichi, die drie jaar lang zijn leraar LO was aan het Koninklijk Atheneum van Jette. “Hij blonk ook uit in andere balsporten en in badminton, zelfs in gymnastiek. Kortom: hij was een veelzijdige atleet, die meestal negen op tien kreeg voor LO. In de andere vakken was hij niet briljant, maar hij worstelde zich erdoor”, zegt Jaichi in zijn bureau op het Koninklijk Atheneum van Ukkel, waar hij vandaag als directeur werkt.

Hij grasduint even in zijn herinneringen. Op zijn laptop opent hij een file met als naam ‘Mundialito’, met foto’s van Adnan in een wit T-shirt of het truitje van AS Roma om de schouders, met de trofee van beste speler in de hand, licht verlegen lachend, poserend voor de foto. “Ik organiseer al dertien jaar lang zo’n toernooi in het middelbaar voor de klassen waaraan ik lesgeef. Zijn team haalde altijd de finale en hij was altijd de beste speler van het toernooi. Maar hij nam zijn bekers zonder veel vertoon aan, heel eenvoudig. Het was een eenvoudige jongen ook, heel gewoon.” Dat geven ook zijn ex-ploegmaats bij Anderlecht toe. Adnan was, vinden ze, un mec sympa, die met iedereen goed kon opschieten.

“Hij was geen uitgesproken leider”, preciseert Jaichi. “Buiten het veld zou ik hem eerder als timide omschrijven. Maar als hij de bal aan de voet had, maakten de anderen zich automatisch ondergeschikt aan hem. Ze toonden respect.” Adnan praat het liefst met zijn talent en dwingt het respect van zijn teamgenoten af door geniale passes met die linkervoet.

Tranen

“Bij Anderlecht is hij echt beter geworden. Ik herinner me een 1-0-nederlaag tegen hen”, zegt Eloy, terugblikkend op een match met RWDM tegen zijn voormalige ploegmaat. “Op het middenveld raakten we gaan bal. Hij was zo sterk.” Goblet bevestigt: “We speelden tegen hem, meer dan tegen zijn ploeg.”

Iedereen is lovend. Behalve één man. Vader Abedin, die wanneer aan de ene kant van de afsluiting applaus weerklinkt, zijn stem verheft. “Wanneer hij viel en zich pijn deed, moest hij opstaan en voortspelen”, weet Mavikula nog. “Zijn vader was een aardige vent, maar zijn zoon kon zich geen slechte of minder goede match permitteren”, zegt D’Alberto. Atheba kan zich herinneren dat er na een minder goede prestatie tranen over de wangen stroomden van de nummer 10.

Adnan groeit op, maar zijn attitude blijft dezelfde. “Na de training keerde hij direct terug naar huis”, zegt Maviluka. “In die tijd had elke speler op Neerpede al een gsm, behalve hij.”

De huidige trainer van STVV, Yannick Ferrera, herinnert zich een jonge voetballer die hem, toen hij de U15 van Anderlecht trainde, deed denken aan de jonge Johan Cruijff: “Hij was dol op voetbal. Altijd wilde hij trainen en spelen. Er was de wedstrijd op zaterdag en een niet-verplichte training op zondag. Adnan was er altijd. Hij was verdrietig als de training bijna afgelopen was.” Ferrera bewonderde de manier waarop de jonge middenvelder zich over het veld bewoog. “Hij bulkte van elegantie en klasse. In die tijd danste hij met de bal.”

Elegantie is ook wat Abdel Jaichi zich herinnert, terwijl hij met een muisklik zijn souvenirdoos sluit. Elegantie en onbaatzuchtigheid, dat zijn de twee begrippen die hem bijgebleven zijn als hij aan het jonge talent terugdenkt. “Hij dribbelde dan drie, vier tegenstanders, kwam alleen voor doel en gaf dan de bal opzij naar een ploegmaat die mocht scoren. Zo was Adnan.” De laatste Mundialito onder Jaichi won Januzaj uitzonderlijk een keer niet. “Dat kwam door zijn contract met Manchester United. Hij had al getekend en dus durfde hij geen risico te nemen. Hij heeft die Mundialito niet uitgespeeld.”

Boterhammen op Old Trafford

Amper zestien jaar is Adnan Januazj wanneer hij voor 300.000 euro naar Manchester trekt. Die som krijgt Anderlecht volgens het FIFA-reglement. Ze zijn niet tevreden bij paars-wit: zo weinig geld voor zo’n talent.

Wanneer het contract getekend is, neemt Abedin de telefoon en belt een hele rist bekenden op. Didier De Broyer staat boven aan zijn telefoonlijstje. “We belden nog geregeld toen Adnan al bij Anderlecht zat. Ik was een van de eersten die hoorden dat hij voor Manchester getekend had. Een mooi compliment voor een jeugdtrainer.”

Door een blessure zit Januzaj maar één keer op de bank naast de beroemde Sir Alex Ferguson. Het is eind vorig seizoen en de Brusselaar is uitgeroepen tot beste speler bij de reserven. Vandaag is hij vaak titularis, op amper achttienjarige leeftijd. “Dat hij het zou maken, verbaast me niets,” zegt Ferrera, “maar wat ik niet verwachtte was dat het bij Manchester zo rap zou gebeuren.” De ex-U15-trainer is nog altijd verwonderd door de snelheid waarmee een en ander verliep. “We vroegen ons af of hij sterk genoeg zou zijn voor het topniveau, maar als je ziet hoe hij zijn bal afschermt… Hij gebruikt zijn lichaam heel goed. Als hij dat in de Premier League kan, betekent het dat hij kan incasseren of aanslagen kan ontwijken.”

Ook zijn ex-ploegmaats op Anderlecht slaan met verwondering gade hoe snel het gaat, maar allemaal hadden ze hem op een of andere dag aan de internationale voetbaltop verwacht. “Omdat hij het talent heeft én een verstandige kop op zijn lijf”, zegt Glodi Mavikula. “En omdat hij onbekommerd is”, meent Didier De Broyer. “Of er tien dan wel 80.000 man langs de lijn staat of zit, maakt hem niets uit. Het enige wat voor hem telt, is de bal. Hij loopt tussen al die wereldvedetten en hij speelt op Old Trafford met de attitude alsof hij gewoon aan tafel zit en een boterham eet.”

Niet verbazend voor de jonge blonde kerel die thuis met de linkervoet de bal streelde terwijl hij at.

DOOR GUILLAUME GAUTHIER – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Of er tien dan wel 80.000 man langs de lijn staat, dat maakt hem niets uit.” – Didier De Broyer

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content