Was Julien Gorius de grootste naam die Genk deze zomer binnenhaalde, dan is het tot nog toe vooral zijn landgenoot Steeven Joseph-Monrose die flitsen van zijn talent liet zien. Genkcoach Mario Been en spitsentrainer Hans Visser over hun nieuwe Franse raspaardje.

Met doelpunten tegen Lierse, Anderlecht en het Kazachse Aktobe heeft Steeven Joseph-Monrose zijn start in Genkse loondienst niet gemist. In elke match waarin hij tussen de lijnen kwam, liet hij wel iets zien. De vraag is nu: blijft het bij momenten of wordt de flitsenvoetballer straks een echte topper?

Kind van de cité

Steeven Joseph-Monrose groeit op in Bondy, een voorstad van Parijs met 50.000 inwoners. Hij blijkt al vroeg aanleg te hebben voor het spelletje, al loopt hij naar eigen zeggen zowat overal en nergens op het veld en wil hij het liefst van al iedereen dribbelen. Op zijn dertiende mag hij gaan testen bij het voetbalinstituut INF Clairefontaine, dat de allergrootste talenten uit de Parijse regio opspoort. Op dat moment komt hij ook in de belangstelling van RC Lens. Monrose wil de banden met Parijs niet doorknippen en verkiest zelf Clairefontaine, op 50 kilometer van de Franse hoofdstad. Zijn vader stuurt hem echter toch naar Noord-Frankrijk.

Monrose: “Ik ben met lood in de schoenen vertrokken, maar achteraf kan ik mijn vader alleen bedanken. Als ik nu terugkeer naar huis, merk ik hoe mijn leven verschilt met dat van mijn vrienden die in de cité gebleven zijn.” Bij de Nordisten wordt hij klaargestoomd in het befaamde centre de formation La Gaillette. Kwamen daar de afgelopen jaren nog uit voort: Raphaël Varane (Real Madrid), Serge Aurier (Toulouse), Darnel Situ (Swansea) en onze landgenoot Thorgan Hazard (Chelsea, uitgeleend aan Zulte Waregem). In 2007 krijgt hij er als meest verdienstelijke speler de trofee Éric Sikora, naar de Fransman die zijn hele carrière, van 1985 tot 2004, de kleuren van RC Lens verdedigde. Een jaar later ondertekent Monrose er zijn eerste profcontract. In drie jaar komt hij echter niet verder dan wat invalbeurten en een uitleenbeurt aan Châteauroux. Ook onder oude bekende Laszlo Bölöni blijft zijn situatie uitzichtloos. Op zoek naar speelkansen komt Monrose bij KV Kortrijk uit, dat dan al enkele jaren intensief scout in Frankrijk. Maar dan komt het internationale jeugdtoernooi van Toulon eraan. Ondanks een gegeven woord van Monrose komt de transfer toch nog op de helling te staan.

Tactische omscholing

Op dat beloftetoernooi ontploft Monrose immers. Hij haalt met Frankrijk de finale en eindigt met vijf goals als topschutter. Plots mag hij niet meer vertrekken bij RC Lens en komt hij ook in beeld bij Duitse en Engelse toppers. Na een oefenmatch tussen Lens en KVK komt het toch tot een overeenkomst, waarbij Lens een stevig percentage afdingt op een eventuele doorverkoop. Coach Hein Vanhaezebrouck waarschuwt meteen voor overdreven optimisme voor een speler met een minimum aan ervaring op het hoogste niveau.

Het eerste halfjaar is er dan ook een van aanpassen. Naast het omgaan met de zwaardere fysieke belasting was er ook een doorgedreven tactische omscholing nodig, vertelt Vanhaezebrouck eind maart in Sport/Voetbalmagazine. “Hij was gewoon om altijd zijn back te volgen, zelfs tot tegen de eigen achterlijn. Bij ons moest hij leren collectief te denken, in functie van de ploeg, en niet individueel. Dat is heel iets anders dan: elk zijn man. We hebben dat er echt moeten uitkrijgen.” Na de winterstop gaat het rendement omhoog en grijpt Monrose steeds vaker zijn kans. Er zijn flitsen zoals de wedstrijd op Gent in play-off 1, waarin hij scoort met een fantastische lob en Oussalah met een slimme doorsteekbal op weg zet naar de 0-2. Genk heeft genoeg gezien en besluit de geldbeugel boven te halen. De bemiddeling van makelaar Mogi Bayat, die bij alle partijen een vinger in de pap heeft, doet de rest.

Ruwe diamant

Een ruwe diamant waar nog veel slijpwerk aan is, die indruk bevestigt Hans Visser, de man die zich bij KRC Genk vooral om de spitsen bekommert en de voorbije seizoenen lof oogstte voor zijn werk met Ogunjimi en Benteke. “Monrose heeft veel kwaliteiten. Hij is heel snel, heeft een goede techniek, scorend vermogen en is ook nog eens moeilijk van de bal te zetten. Bovendien is hij tweevoetig, waardoor hij vanop de linkerflank op twee manieren voor gevaar kan zorgen. Hij kan naar binnen snijden en uithalen met zijn betere rechter, maar evengoed de achterlijn halen om dan voor te zetten met links. Tactisch en positioneel is er wel nog veel groeimarge bij hem te halen want hij speelt nog te vaak puur op intuïtie. Dat is ergens een troef, want het betekent dat hij creatief is, maar je moet toch een middenweg zoeken.

“Als buitenste linkermiddenvelder had hij in het begin de gewoonte om heel hoog te spelen, vaak op gelijke hoogte met de twee spitsen. Zo zet je de rechtsachter natuurlijk in een zetel, want dan kan die naar binnen schuiven en toch zijn man bewaken. We hebben hem geleerd om iets te zakken, zodat er meer ruimte ligt tussen de linies. We proberen hem ook een andere manier van voetballen bij te brengen, waarbij hij veel meer gebruikmaakt van zijn snelheid in de zone van de waarheid. Nu heeft hij nog te veel de neiging om naar de bal toe te komen. Je kan aan de middenlijn een speler in de wind zetten en dat is allemaal wel leuk, maar wat levert het op? Hij moet nog leren om zijn acties dichter bij doel te maken, waar er meer gevaar van uitgaat.”

Kan hij met wat bijschaven echt een grote worden? Visser: “Waarom niet? Aan Benteke hebben we gezien hoe snel het kan gaan op een jaar.” Bij Kortrijk liet Monrose zich ook een paar keer in negatieve zin opmerken. Vooral het rotatiebeleid van Vanhaezebrouck zinde hem niet altijd. Als bleek dat hij niet zou starten, durfde Monrose daar nogal explosief op te reageren. Dat bleek ook na de bekerfinale, die hij integraal vanop de bank beleefde. Een grote ontgoocheling, zeker ook omdat familie en vrienden massaal waren afgezakt vanuit Frankrijk. Toen Monrose in de daaropvolgende wedstrijd scoorde in het Astridpark, viseerde hij bij het vieren duidelijk bestuur en coach van KVK. “We hadden ook enkele verhalen gehoord,” vertelt Hans Visser, “maar voorlopig valt op zijn gedrag en inzet niets aan te merken. Bij ons speelt hij ook niet alles, maar wij hebben op dat vlak nog geen problemen ondervonden. Als je als technische staf helder communiceert, is er niks aan de hand. We hebben hem van in het begin duidelijk gemaakt dat hij niet alles zou spelen, mede omdat hij enkele kleine fysieke kwaaltjes had. Daar gaat hij heel goed mee om.”

Altijd dreiging

Genkcoach Mario Been raakte vorig jaar al gecharmeerd van Monrose. “Ik vond hem er echt boven uit springen bij KV Kortrijk, ook al speelde hij niet alles. Hij viel vooral op omdat hij altijd dreiging uitstraalt, er zit constant gevaar in zijn spel. Komt bij dat hij op meerdere posities inzetbaar is en dat hij erg jong is, wat in de visie van KRC Genk past. Zo kwam hij deze zomer dus boven aan ons verlanglijstje terecht. Snelheid en diepgang heeft hij al, nu werken we hard aan zijn eerste balaanname, cruciaal om hem te lanceren richting doelgebied. Daarnaast proberen we hem aan te brengen dat hij zijn spel het best zo simpel mogelijk houdt. Niet te veel gaan lopen met de bal dus, wel snel keuzes maken en de vrije ruimte zoeken. Zo moet hij zijn acceleratievermogen nog meer uitbuiten. Hij heeft ook nog te veel dode momenten in zijn spel, fases waarbij hij wat uit de wedstrijd verdwijnt. Dat kan hij oplossen door functioneel te spelen en de focus 90 minuten aan te leren houden.

“Allemaal normaal voor een jongen van 22, dat komt vanzelf als hij meer ervaring opdoet. Uit in Luzern was het inderdaad niet goed, maar je zag wel dat hij hard bleef werken voor de ploeg, dat is voor mij toch het belangrijkste. Bij Genk zijn we nu volop bezig om hem op alle fronten een betere voetballer te maken. Alleen is dat gezien ons drukke programma met de Europa League en de blessurelast niet altijd makkelijk. We moeten erover waken dat we hem niet overbelasten. Na de match tegen Anderlecht was zijn schouder uit de kom en had hij lichte hinder aan zijn kuit. Eigenlijk had hij moeten rusten, maar hij was opgeroepen voor de Franse belofteploeg. Natuurlijk is het dan verstandiger om naar je lichaam te luisteren en niet te gaan, anderzijds bleek uit de echo’s dat hij fit was en dan kan je zo’n jongen moeilijk tegenhouden. Het blijft een eer om voor je land te mogen spelen.”

Ook naast het veld heeft hij zich snel ingepast in Genk, zegt Been. “Steeven is geen tafelspringer, het is eerder een timide jongen. Komt nog bij dat hij voorlopig geen Engels of Nederlands spreekt, daar moeten we nog mee aan de slag. Kalidou Koulibaly functioneert tegenwoordig vaak als tolk. Desondanks stel ik vast dat hij enorm goed ligt binnen de groep en dat hij zich hier al goed thuis voelt.” Een tussentijds rapport met veel plusjes dus. “Het is niet dat hij ons verrast heeft, anders hadden we hem ook niet aangetrokken. De aanpassing naar een topclub verloopt goed, al is dat altijd zo als de kwaliteit er is. De Ceulaer was hier nog geen 48 uur en hij scoorde al meteen tegen Anderlecht. Maar Monrose heeft zijn start hier zeker niet gemist. Alles kan nog beter bij hem, maar hij toont zich erg leergierig om zich te vervolmaken als voetballer. En dan moet Genk met zijn mogelijkheden mettertijd zeker niet zijn eindstation zijn. Als je ziet wat hij tot nog toe gebracht heeft, kan ik alleen maar zeggen dat we over de hele lijn erg tevreden zijn.”

door jens d’hondt – beelden: imageglobe

“We proberen hem een andere manier van voetballen bij te brengen.” Hans Visser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content