Olivier Deschacht (29), de aanvoerder van Anderlecht, presteert constant en krijgt eindelijk de erkenning die hij verdient. ‘Iemand die kapitein van Anderlecht is, verdient altijd een selectie voor de nationale ploeg.’

Op 18 december 2001 debuteerde de toen twintigjarige Olivier Deschacht op Beveren bij de 1-4-zege in de hoofdmacht van Anderlecht, als vervanger van Bertrand Crasson. In de topper tegen Club Brugge werd de Oost-Vlaming recent nog door voorzitter Roger Vanden Stock gehuldigd voor zijn 250e wedstrijd in het eerste elftal van de Brusselaars. “Ik was echt geflatteerd en zei hem bij de overhandiging van de bos bloemen dat ik er nog graag 250 duels aan wil toevoegen”, verklaarde Deschacht in La Dernière Heure. De linksvoetige verdediger is momenteel in gesprek met de clubleiding om zijn huidige overeenkomst, die afloopt in 2011, open te breken voor langere duur. “Na de competitie praten we verder”, liet Deschacht optekenen. “Ik wil hier echt heel graag mijn loopbaan afsluiten.”

Hoe komt het dat de Gentenaar pas dit seizoen opnieuw werd geselecteerd door bondscoach Dick Advocaat? Waren het zijn prestaties in de Europa League tegen Ajax, Athletic Bilbao en Hamburger SV – waar hij de Nederlandse dribbelkoning Eljero Elia aan banden legde – die de doorslag gaven? Welke evolutie maakte hij als voetballer? Waarom is hij van onmisbare waarde voor de verdediging van Anderlecht? Haalt hij internationaal niveau? Enkele kenners van het paars-witte huis leveren de antwoorden.

Werner Deraeve {assistent-hoofdscout Anderlecht}

“We haalden hem weg bij de scholieren van Lokeren. Hij kende een zeer moeilijk eerste jaar, maar vanaf het tweede seizoen liep het almaar beter. Dat kwam door zijn mentaliteit. Hoewel we wisten dat zijn kwaliteiten beperkt waren, haalde hij er toch het maximum uit.

“Kenmerkend voor Olivier is dat hij altijd wil winnen. Zijn karakter is zijn grootste troef. Zijn positiespel en techniek verbeterden met de jaren en hij won duidelijk aan kracht. Hij moest wel altijd knokken voor een basisplaats. En hoewel hij niet het grote talent was bij Anderlecht, staat hij nu nog in de ploeg.

“Op de flank vind ik Olivier het best, want voor een centrale positie heeft hij het gestel niet. Hij mist de nodige power en centimeters. Hij zou het wel kunnen, maar zijn kwaliteiten komen het best tot uiting op de flank.

“Ik denk niet dat Olivier een buitenlands avontuur ziet zitten. Hij kent Anderlecht en de club kent hem. Ik geloof dat hij nog zeer lang bij Anderlecht zal blijven.”

Aimé Anthuenis {ex-trainer}

“Ik zag Deschacht op training verbeten werken en elke dag beter worden. Hij stak de schuld nooit op anderen. Als hij slecht was, durfde hij dat ook toe te geven. Velen zeiden dat Deschacht maximaal derde klasse aankon, maar ik zag meer poten-tieel. Linksachter blijft misschien zijn sterkste positie. Hij is heel clever, is heel sterk in de duels en kan goed voor de omschakeling zorgen. Hij ziet en voelt het spel goed aan. Door veel duels te spelen in de Champions League bouwde Deschacht ook veel maturiteit op.

“Vergis je niet, hé: hij is echt heel goed in de opbouw. Bovendien: iemand die kapitein van Anderlecht is, verdient altijd een selectie voor de nationale ploeg. Het is voor hem een prestatie, maar ook een eer om die aanvoerdersband te mogen dragen. Hij kreeg in het verleden immers veel kritiek en nooit iets cadeau. Deschacht moest groeien in zijn rol, want als Belg is het bij Anderlecht soms moeilijker omdat vaak wordt gedacht dat de buitenlanders beter zijn.”

Hugo Broos {ex-trainer}

“Het is duidelijk dat Olivier in de loop der jaren vooral een betere voetballer werd. De twijfels die er waren, ook bij mij toen ik bij Anderlecht kwam, verdwenen volledig. Olivier werd snel mijn vaste linksback, omdat hij heel goed weet wat hij kan en vooral wat hij niet kan. Dat is uiteindelijk een zeer grote gave. Ik voelde vanaf het begin een absolute drang om te slagen. Je zag het heel goed aan de manier waarop hij trainde en ervoor leefde. Het succes heeft hij enkel aan zichzelf te danken. Hij is plichtsbewust, hij doet zijn job zoals het hoort. En zijn entourage leent zich daar misschien niet echt toe. Zijn vader is een succesvol industrieel en een gefortuneerd man. Maar Olivier maakt graag zijn eigen weg. Alleen al daarvoor moet je respect hebben. Het is mooi dat hij, uit zo’n milieu stammend, het wil maken in de topsport.

“Olivier is, in de goede zin van het woord, een agressieve winnaar. Een goede back die ook aanvallend de ploeg iets kan bijbrengen. Door de jaren heen werd hij belangrijk voor Anderlecht. En dat wil toch iets zeggen. Het was een goede keuze om hem aanvoerder te maken. Hij heeft die verantwoordelijkheidszin altijd al gehad. Olivier zal er ook nooit de kantjes af lopen. Integendeel, hij is een superprof die altijd het goede voorbeeld zal geven. Hij wordt door de anderen gemakkelijk aanvaard, ook al bevindt hij zich tussen spelers die meer kunnen en een groter potentieel hebben dan hij. Voor mij betekent zoiets dat Olivier een persoonlijkheid werd en iets afdwingt.

“In het begin kende hij vooral problemen met zijn positiespel. Maar de laatste jaren verbeterde dat, waardoor hij nu iemand is waar een hele ploeg op kan rekenen. Hij voert zo goed als perfect zijn taken uit. Vooral de aanwezigheid van een Hannu Tihinen was – inzake het leren van de job en rustig blijven onder alle omstandigheden – heel belangrijk voor zijn ontwikkeling.

“Voor mij blijft het tot op vandaag een groot vraagteken waarom Olivier zo lang niet werd opgeroepen voor de Rode Duivels. We hebben niet echt een vaste linksback, hé. Thomas Vermaelen is eerder een centrale verdediger, Jelle Van Damme rendeert beter als midden-velder. Sébastien Pocognoli blijkt nog iets te jong, puur defensief en qua maturiteit staat De-schacht een stapje verder. Ik vind Olivier dan ook de beste linkerverdediger die we hebben rondlopen in België.”

Glen De Boeck {ex-ploegmaat}

“Mede door zijn ervaring groeide Deschacht uit tot een goede voetballer én een onmisbare pion. Net zoals ik vroeger is hij een onderschatte speler. Hij krijgt veel kritiek, maar het is niet voor niks dat Deschacht wekelijks speelt bij de grootste club van België. Een speler met het talent en de mentaliteit van Deschacht moet altijd een plaats krijgen bij de Rode Duivels.

“Bij Anderlecht heeft het publiek sneller een boontje voor de spelers die het verschil maken, zoals Boussoufa en Lukaku. Toch is Olivier ook heel belangrijk, en de fans beginnen dat nu ook te snappen. Hij wordt populairder en gaat heel goed om met de druk. Elke ploeg heeft een speler als Deschacht nodig. De mannen die zichzelf wegcijferen voor de club zijn niet dik gezaaid, maar hij is er toch zo eentje. Hoewel hij amper lovende commentaren krijgt, is hij van onschatbare waarde.

“Als verdediger is hij zeer polyvalent. Zelfs in een driemansdefensie laat hij weinig steken vallen, wat helemaal niet makkelijk is. Als ik echt moet kiezen, dan zie ik hem het liefst op de flank. Hij moet het niet hebben van zijn gestalte, en aangezien zijn kopspel niet zijn sterkste punt is, komt hij op de flank het best tot zijn recht.”

door frédéric vanheule, aernout van lindt & gauthier vervaeke – beelden: reporters

Velen zeiden dat Deschacht maximaal derde klasse aankon, maar ik zag meer potentieel.

Aimé Anthuenis Een speler als Deschacht moet altijd een plaats krijgen bij de Rode Duivels.

Glen De Boeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content