Geen twijfel meer wie de beste voetballer op de Belgische velden is : na de Ebbenhouten en de Gouden Schoen won Aruna Dindane nu ook de trofee van Profvoetballer van het Jaar. ‘Hij is veel te bescheiden’, weten zijn vriendin en zijn zus.

Terwijl hij Boubacar de zuigfles geeft, bidt zijn vader tot Allah, kijkt zijn moeder op televisie naar een reportage over de neushoorn en ontvangen zijn zus en zijn vriendin Sport/Voetbal Magazine. Wie, zoals doorgaans journalisten, in anderen op zoek gaat naar de perfectie die hijzelf niet is, wordt geregeld stil van Aruna Dindane. Van zijn acties, zijn assists, zijn doelpunten, maar ook van zijn wijze woorden in interviews, in goede en in kwade tijden. Is Aruna een godenkind ?

Awa (20), zijn vriendin en moeder van zijn zoon : “De grootste kwaliteit van Aruna is zijn vriendelijkheid.”

Brakissa (19), zijn zus die bij hem woont : “Hij respecteert iedereen en is altijd klaar om iemand met problemen te helpen als dat in zijn mogelijkheden ligt.”

Awa : “Ik denk dat hij meer geeft aan anderen…”

Brakissa : “… dan aan ons ( lacht).”

Awa : “Om maar te zeggen hoe liefdadig hij is. Help je naaste en God zal jou helpen, is onze filosofie. In Abidjan bouwde hij een huis voor zijn familie. We noemen het ‘Het Witte Huis’, omdat het zo mooi is en wel twintig, dertig personen kan ontvangen. Een paleis ( lacht) ! Naar de kinderen uit de buurt stuurt hij ballen en uitrustingen. Als hij mensen in miserie ziet, wil hij een geste doen.”

Brakissa : “Dat is zijn kwaliteit, dat maakt hem speciaal, want zo vind je er niet veel. Maar ze moeten niet van hem profiteren.”

Awa : ” Voilà. Hij doet iets wat waar, concreet en valabel is. Om naar de meisjes te gaan, moeten ze hem geen geld vragen ! Aruna heeft een groot hart. Hij is tolerant, kan vergeven en is geduldig. Als hij wil. De ene dag is hij vriendelijk, de andere onaangenaam. Het hangt van zijn humeur af en dat hangt dan weer af van het feit of hij goed of slecht speelt. Hij plaagt mij vaak, hij provoceert. Dan zegt hij heel de tijd dat ik klein of dik ben.”

Brakissa : “Mij zegt hij dan dat ik moet stoppen met chips eten of dat ik comme ça zal worden.”

Awa : “Een ander minpunt van hem is dat hij een veelvraat is.”

Brakissa : “Hij eet álles !”

Awa : “En hij zeurt, zeurt, zeurt. Misschien omdat hij hier in huis de verantwoordelijke is. De chef. De koning van de jungle. De leeuw !”

Brakissa : “Hij moet zeggen wat goed is en wat niet.”

Awa : “Hij wil het evenwicht behouden.”

Brakissa : “Iedereen heeft zijn plaats. Zus, moeder. Journalist, supporter.”

Awa : “Hij trekt grenzen, hij wil niet misbruikt worden.”

Brakissa : “Als kind was hij een bandiet ( lacht) ! Hij viel mij constant lastig. Als ik een koek had, moest ik die aan hem geven, anders zou God mij straffen, zei hij. Wou ik er een van hem, dan moest ik betalen en ging ik mijn moeder om geld vragen ( lacht).”

Awa : “Ik heb hem helaas niet gekend als kind ( lacht). We ontmoetten elkaar voor het eerst in 1999, op een feest van een neef van mij. Ondertussen hebben we dus al een zoon. Bouba werd anderhalve maand te vroeg geboren en is nu ongeveer 16 maanden oud. Aruna miste de geboorte in Abidjan, maar we stuurden meteen een foto. Hij zag hem voor het eerst toen hij drie maanden was.”

Hoe is hij als vader ?

Awa : “Als papa is hij zeer, zeer cool. Hij wil zelfs niet dat ik het woord tot hem richt, dan zegt hij : ‘Laat hem maar doen.’ Bouba kijkt alleen op als zijn vader of zijn grootvader praat.”

Brakissa : “Hij trapt al tegen een bal !”

Awa : “En hij kan ook al zeer goed vallen.”

Brakissa : “Bouba zal later zelf wel uitmaken wat hij wil worden, denk ik.”

Awa : “Ik denk dat Aruna het liefst zou willen dat hij later op een bureau werkt ( lacht).”

Hoe belangrijk is zijn geloof ?

Brakissa : “Zeer belangrijk. Het maakt deel uit van de opvoeding.”

Awa : “God vrezen, altijd op de juiste weg zijn. De stem van God volgen, de regels van de islam, om te tonen dat je van Hem houdt. Geen alcohol drinken, geen varkensvlees eten, vijf keer bidden et cetera.”

Draagt hij nog wel eens een boubou, een lang kleed ?

Awa : “Natuurlijk. Als hij bidt en naar een feest moet.”

Wat doet hij in zijn vrije tijd ?

Awa : “Televisie kijken, naar dierenprogramma’s. Planète Future op Canal Plus. National Geographic. Wat hij ook vaak doet, is praten met zijn vader nu die hier is, over van alles en nog wat. Zijn vader is een wijze man die veel meemaakte. Over het leven weet hij alles. Hij surft ook vaak op het internet en speelt graag monopolie of scrabble met ons. En zijn plant hier in de hoek ! Dat is zijn baby ( lacht).”

Brakissa : “Hij vertelde mij dat hij die kocht toen hij in België toekwam, dat de plant heel klein was en sindsdien samen met hem groeit. Zo volgt hij dus de evolutie ervan ( lacht).”

Awa : “Hij droomt ervan om later een boerderij te hebben, met paarden, schapen, kippen, konijnen, duiven…”

Brakissa : “Toen hij klein was, hield hij al kippen en duiven.”

Awa : “Hij is gek van de natuur, daarom wou hij hier in Oudenaken ook zo afgelegen en rustig wonen. Liever het platteland dan de stad. Ik ? Ik moet meedoen, hé. Zelfs al hou je er niet van, je moet je aanpassen, hé ( lacht).”

Wat doet hij met het grote geld dat hij verdient ?

Awa : “Daar weet ik niks van, helemaal niks.”

Brakissa : “Ik ook niet. Maar hij is zeer intelligent, hij weet wat hij moet doen. Ik twijfel er niet aan dat het goed belegd is voor later.”

Wat vinden jullie van de voetballer Aruna ?

Awa : ” Ça va. Hij is goed (l acht).”

Brakissa : “Het is iemand die van zijn job houdt.”

Awa : “Hij heeft een mooie carrière voor zich.”

Brakissa : “Aruna heeft veel kwaliteiten. Ik denk dat hij in de toekomst een van de beste aanvallers ter wereld zal worden.”

Awa : “Eigenlijk ben ik niet zo voetbalminded. In Ivoorkust ging ik een paar keer kijken, maar sindsdien nooit meer. Ik hield niet van de agressieve sfeer in het stadion en ik kan ook niet zo goed verdragen dat ze zo op hem schoppen.”

Hijzelf kan het al beter verdragen dan in het begin, toen hij al eens reageerde ten koste van een uitsluiting.

Awa : “Als je moe bent en gestrest en er gebeurt vanalles, dan kan het binnenin een mens wel eens exploderen en dan is het moeilijk om dat allemaal binnen te houden.”

Brakissa : “Aruna is ook wel iemand die niet tegen onrecht kan.”

Awa : “Zelfs van onrecht op televisie kan hij tranen in de ogen krijgen. Eigenlijk wil hij dat iedereen het goed heeft en een mooi en gelukkig leven kan leiden. Hij is zeer gevoelig voor onrecht in al zijn vormen.”

Brakissa : “Op het veld geldt hetzelfde. Tegenstanders maken constant fouten op hem zonder dat er gefloten wordt en dan enerveert hem dat. Twee, drie keer mogen ze op hem schoppen, dat passeert, maar niet heel de tijd. Dan begint hij te praten en…”

Awa : “Het gaat al veel beter. Hij accepteert het in zijn hoofd dat iedereen fouten maakt, dat het menselijk is.”

Hoe bestrijdt hij de druk op hem ?

Awa : “Door positief te denken.”

Waarom was hij in de terugronde minder in vorm ?

Brakissa : “Vermoeidheid. Vermoeid van het kampioenschap, de Champions League…”

Awa : “… Vaak weg met de nationale ploeg, veel interviews en veel manifestaties na de Gouden Schoen. Hij geeft zich ook altijd iedere wedstrijd volledig, hé. Niémand kan dat een heel seizoen volhouden. Hij is geen machine. Iederéén heeft verpozing nodig.”

Wanneer gaat hij ’s avonds slapen ?

Awa : “Om 22 uur.”

Zo vroeg ?

Brakissa : “Maar het kan ook wel eens middernacht of één uur in de ochtend zijn, hoor.”

Voor nieuwjaar vroeg hij zich al af of hij nog wel veel progressie kon maken in België, terwijl zijn manager zei dat hij alles zou doen om te vertrekken in juni.

Awa : “Ik geloof niet dat hij gezegd heeft dat hij geen progressie meer kan maken in België. Dat zal vast fout geïnterpreteerd zijn door de journalist of toch zeker niet in de juiste toon weergegeven. Tegen mij heeft hij dat alleszins nooit gezegd.”

Brakissa : “Hij voelt zich hier goed.”

Awa : “Vooruitgang boeken, hangt niet noodzakelijk af van het milieu, maar ook van je hoofd. Hier kan het ook nog.”

Brakissa : “Op een dag zal hij voor een hele grote club spelen, zoals het Zidane, Raúl en Barthez is vergaan, maar ik denk dat hij zich hier nog altijd goed voelt.”

Awa : “Als een grotere club hem wil, hoop ik dat hij er naartoe kan, maar momenteel weet ik van niks.”

Hij droomt van de Premier League. Is hij al Engels aan het leren ?

Awa : “Hij begrijpt Engels, hoor, hij trekt zich uit de slag. Als zijn droom zich realiseert, is hij er klaar voor ( lacht). Weet je, Aruna is veel te bescheiden. Hij heeft onvoldoende vertrouwen in zichzelf. Als je hem zegt dat hij goed gespeeld heeft en de beste is, antwoordt hij : ‘Ik ben de beste niet, ik probeer alleen het beste van mezelf te geven. Er zijn er anderen boven mij, beter dan ik.’ Hij verlaagt zich altijd. Ik heb het nooit anders geweten. Hij zal altijd van anderen zeggen hoe goed ze wel zijn. Zichzelf zal hij nooit op de borst kloppen en zeggen : ‘Ik ben de Gouden Schoen en de Profvoetballer van het Jaar. ‘ Nooit.”

Brakissa : “Neen. Hij is erin geslaagd bescheiden te blijven. Dat is ook een beetje wat hem speciaal maakt.”

Awa : “Hij onderwaardeert zichzelf altijd.”

Brakissa : “Als hij thuiskomt en niet gescoord heeft, maar wel goede ballen gegeven, proberen we zijn moraal wat op te krikken en zeggen we : ‘Goed gespeeld !’ Maar dan zegt hij : ‘Neen !’ Scoort hij wel, dan zegt hij dat hij er vijf had moeten maken.”

Awa : “Hij wil altijd verbeteren, hij wil niet achterblijven.”

Brakissa : “Hij zal altijd meer doen dan er gevraagd wordt, dat is ook zijn plezier.”

Heeft België hem veranderd ?

Brakissa : ( Lacht).

Awa : “Hij is nog altijd dezelfde. Een veelvraat, een pestkop en een zageman ( lacht). Hij is wel rijper geworden. Voorheen waren we jong, hielden we ervan ons te amuseren, uit te gaan, het mooie, makkelijke leven te koesteren. Je kent de realiteit van het leven nog niet, want je moet zelf niets doen. Je krijgt te eten, álles wordt voor je gedaan. Hij was naïef. Hij had ook nog niet begrepen dat het leven hoogtes en laagtes kent, dat je niet iedereen kunt vertrouwen, dat je je niet honderd procent bloot kunt geven aan mensen ( lacht). Nu heeft hij meer maturiteit. Hij denkt meer na, weet dat hij verantwoordelijkheden draagt. Hij is de hoop van de familie. Hij moet dat proberen te beheren en iedereen te helpen.”

Hoe gaat hij om met racisme ?

Awa : “Doorgaans zijn Belgen wel vrij racistisch, vind ik, maar ik denk niet dat hij daar veel last van ondervindt.”

Brakissa : “In België zijn ze racistisch, maar niet iedereen. De grote meerderheid niet, maar sommigen zijn het in hun hoofd. En er is ook jaloezie. Een Afrikaan die naar Europa komt en beschouwd wordt als een van de besten van België, dat steekt. Sommige mensen doen geen moeite om andere culturen te leren kennen. In mijn klas zitten veel nationaliteiten samen – Belgen, Chilenen, Chinezen…- en heerst er een goede sfeer. Iedereen wil elkaar helpen. We zijn tenslotte allemaal schepselen van God. Mensen die veroordelen op basis van huidskleur begrijpen de realiteit der dingen niet goed.”

Hugo Broos noemde de manier waarop Aruna en zijn zus behandeld werden – nadat een biljet waarmee Brakissa in een papierhandel in het Westland Shopping Center in Anderlecht wou betalen vals bleek te zijn – racistisch.

Awa : “Heeft hij dat gezegd ?”

Brakissa : ” Hugo Broos, de trainer van Anderlecht ? Heeft hij gezegd dat het racisme was ? Ah bon. Ik denk dat eigenlijk ook wel een beetje ( lacht). Maar ik heb geen zin om daarover te praten, want het is iets dat mij erg heeft aangegrepen.”

Awa : “Aruna ook, maar we willen er niet over praten.”

Brakissa : “Wat gepasseerd is, is gepasseerd. We beschouwen het als het lot, de wil van God. Het gebeurde omdat het moest gebeuren, omdat dat je dan weer bij andere zaken brengt.”

Gaat Aruna volgende week kijken naar zijn Ivoriaanse vrienden van Beveren in de finale van de beker van België ?

Awa : “Ja, daar gaat hij naartoe, denk ik. Tegen wie speelt Beveren ?”

Brakissa : “Tegen Brugge.”

Awa : “Ah.”

En dan vakantie ?

Awa : “Neen, want dan moet hij direct naar de nationale ploeg.”

Brakissa : “Hij moet met Ivoorkust nog drie of vier vriendschappelijke wedstrijden spelen.”

Awa : “Eigenlijk zal hij weinig of geen vakantie hebben.”

En hij is nu al moe !

Awa : “Hij moét spelen met de nationale ploeg, het is zijn verantwoordelijkheid.”

Met welk gevoel zal hij begin juli naar België terugkeren ?

Brakissa : “Met een tweeslachtig gevoel, denk ik. Enerzijds zal hij een beetje triestig zijn, omdat hij zijn ouders en de familiale sfeer in Abidjan moet achterlaten. Anderzijds zal hij ook blij zijn, omdat hij weer de job kan gaan uitoefenen waarvoor hij koos. Profvoetballer worden, wilde hij al van kinds af. Hij droomde ervan te slagen in het voetbal en zo bekend te worden als Maradona.”

We kijken al uit naar zijn terugkeer.

1984Jan Ceulemans

1985 Jan Ceulemans

1986Jan Ceulemans

1987Juan Lozano

1988Marc Degryse

1989Marc Emmers

1990Marc Degryse

1991Enzo Scifo

1992Philippe Albert

1993Pär Zetterberg

1994Lorenzo Staelens

1995Marc Degryse

1996Luc Nilis

1997Pär Zetterberg

1998Pär Zetterberg

1999Souleymane Oulare

2000Marc Degryse

2001Walter Baseggio

2002Wesley Sonck

2003 Timmy Simons

2004 Aruna Dindane

door Christian Vandenabeele

‘Als kind was hij een bandiet. Als ik een koek had, moest ik hem die geven, zoniet zou God mij straffen, zei hij.’ (Brakissa)

‘Zijn plant hier in de hoek, dat is zijn baby.’ (Awa)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content