Brandon Mechele: 22 jaar, een vaste waarde bij Club Brugge, nieuwe uitdagingen liggen om de hoek. ‘De nationale ploeg is de volgende stap.’ Op wandel door het leven van een sobere en bescheiden centrale verdediger.

Zaterdag 5 januari 2013, Marbella. Brandon Mechele stapt naar het oefenveld voor een korte training. Pass- en trapvormen, positiespelletjes, een onderling wedstrijdje. Het zonnetje schijnt, maar de blik van de T1, Juan Carlos Garrido, staat op onweer. Hij kijkt naar Philippe Clement, zijn assistent, die de negentienjarige verdediger bij zijn baas heeft aangeprezen en uit België liet overvliegen. “What did you bring? This is not possible.” Te weinig voor de A-kern, vindt Garrido.

“Wat wil je? Allemaal gasten naar wie je opkijkt en plots stond hij daartussen. Hij kende daar niemand, hé”, zegt Sandra Velghe, de moeder van Mechele. “De avond ervoor werd Brandon door Philippe gebeld. Hij moest samen met Laurens De Bock, die net had getekend, om acht uur in Zaventem zijn. Het was de eerste keer dat Brandon in een vliegtuig stapte. En dan nog in het gezelschap van voorzitter Bart Verhaeghe. Die jongen…” (lacht)

Een bewogen zaterdag. ’s Morgens van Bredene met de auto naar Zaventem, waar moeder en zoon met de nodige egards worden ontvangen. Een koffie voor mevrouw? “Chic.” De wondere wereld van het profvoetbal opent zich. “Niet vanzelfsprekend. Zeker niet voor Brandon, die zichzelf altijd in vraag stelt en enorm gesloten is”, zegt vader Peter Mechele.

De nieuwkomer wordt in Marbella niet gespaard. ’s Avonds, wanneer het amper negen uur is, maken BartBuysse, CarlHoefkens en SvenDhoest zich in het appartement klaar om te slapen. Maar eerst nog hun oefeningen – pompen, stabilisatie – doen, een vast ritueel zeggen ze. De nietsvermoedende kustjongen trapt erin. “Natuurlijk deed ik mee. Wat wil je?” De drie anderen brullen van het lachen.

Maar, zegt Clement: “Onwennig in het begin, ja, maar hij kreeg steeds meer zelfvertrouwen. Een paar maanden ervoor speelden we met de beloften een oefenwedstrijd tegen het eerste elftal op het hoofdveld, zodat die jongens ook eens op dat groot terrein zouden staan. Brandon was enorm onder de indruk. Dramatische match, helemaal het noorden kwijt. De volgende maanden heb ik die onzekerheid nóg gezien, maar in steeds mindere mate. Brandon kon elke keer beter met nieuwe situaties omgaan.”

Sandra Velghe: “Zonder de steun van Philippe had hij in Marbella misschien een klop gekregen. Inpakken en wegwezen. Brandon heeft altijd gezegd dat hij voetballer wilde worden, maar was tegelijk heel nuchter. ‘Mama, ik moet mijn best doen op school, want als ik geen voetballer word, dan moet ik een andere job vinden.’ Pas nu beseft hij dat hij goed kan voetballen. Typisch Brandon, voor wie het nooit goed genoeg was. Een streber, ook op school. Toen hij van de lagere school naar de humaniora (sportwetenschappen aan de topsportschool van het KTA Brugge, nvdr) overstapte, was dat een massacre… Minder punten dan in de lagere school, hé.

“Een enorme aanpassing ook. ’s Morgens om halfacht met de trein naar Brugge, drie avonden per week nog training en pas om negen uur thuis. Brandon was een goede student – altijd bij de eerste drie van zijn klas -, maar ook op dat vlak veeleisend. ‘Kijk naar mijn punten! Ik kan het niet, ik ben een dommerik.’ En dan bonkte hij met zijn hoofd tegen de muur.”

Hoge pijndrempel

Brandon Mechele is amper vijf jaar wanneer hij bij KSV Bredene een aansluitingskaart tekent. Moeder: “Hij was nog te jong om bij de U6 te spelen, zodat hij er officieel maar een paar maanden heeft gevoetbald. (lacht) Na een toernooitje mocht hij bij KV Oostende en Club Brugge testen. Maar na zijn training in Oostende zei hij meteen dat hij niet meer terug wilde. De mentaliteit stond hem niet aan. Dat klinkt misschien raar uit de mond van een manneke van zes jaar, maar Brandon is iemand die alles wikte en woog. Wat zijn de voor- of nadelen?

“Vroegrijp en heel bewust, alsof hij alle zorgen van de wereld op zijn schouders droeg. Als hij als kind iets kwam vragen om dit of dat te mogen doen, dan wist ik zeker dat hij daar al een maand over aan het tobben was. Toen we na de eerste test in Brugge naar Oostende terugreden, zei hij: ‘Mama, zou je het niet erg vinden om een paar keer per week van Brugge naar Oostende te rijden?’ Veel andere kinderen vinden zoiets wellicht vanzelfsprekend, Brandon – en zijn broer Jordy – niet. Ze kwamen bijvoorbeeld ook altijd vragen of ze op schoolreis mochten. Het waren geen kinderen van ‘ik moet dit’ of ‘ik moet dat’. En achteraf kon er altijd een ‘danke’ van af.”

Bezeten van voetbal. Net als vader, stadsarbeider in Oostende, die ooit bij KVO en SCUP Jette voetbalde. “Hun kinderpark lag vol met speelgoed, maar ze namen er alleen de ballen uit. ‘Voetballen!’ Eerst op het Sint-Catherinaplein, later op De Schorre. Nog altijd, hé. Als Jordy in de zomer met vrienden afspreekt om ergens te sjotten, dan gaat Brandon mee. Voetbal is zijn leven. Hij leest graag en speelde ook graag met de Legoblokken, maar als het niet regende, liep hij ergens te voetballen. Hij ging zelden naar verjaardagsfeestjes, want dan zou hij een training moeten missen. Onmogelijk. (lacht) Jordy, die drie jaar jonger is, wel hoor. Hij heeft nochtans ook bij Club gespeeld, maar keerde terug naar Bredene. Als het maar plezant is.”

Bij Club Brugge glijdt Mechele geruisloos door de jeugdreeksen, maar bij de U13 zit hij bijna een volledig seizoen op de bank. Groeipijnen. Peter: “Als Brandon zegt dat hij pijn heeft, dan mag je zeker zijn dat het zo is. Ze noemen hem niet voor niets Robocop.” Sandra: “Tijdens een feestje in het eerste kleuterklasje vond ik dat hij enorm raar op het podium stond. Niets gezegd, tot hij ’s avonds om zeven uur aan tafel begon te wenen en zei dat hij was gevallen. Op de spoedgevallendienst stelden ze vast dat zijn pols gebroken was. Een hele dag mee rondgelopen, hé.”

Geen vrije dagen

“Als ik nu nog jongens van Brandons periode in de topsportschool tegenkom, dan vragen ze altijd hetzelfde: ‘Wat is er gebeurd met Brandon? Dat was toch niet zo’n topper?’ Op de topsportschool dacht niemand – ook wij niet – dat Brandon dit niveau zou halen”, zegt JoostDesender, physicalcoach bij Club Brugge, die Mechele als lesgever op de topsportschool op zijn twaalfde leerde kennen.

“’s Middags at hij een broodje gezond en probeerde hij wat te studeren of te rusten, terwijl sommige andere jongens pizza aten en te laat in de les kwamen. Na de bekerfinale kregen de spelers twee dagen vrij, maar de tweede dag kwam hij naar de club. Hij vraagt nog geregeld om bij te trainen. ‘Joost, doen we nog een paar wendbaarheidsoefeningen?’ Een dankbare speler, die na zo’n extra training de ballen niet op het veld laat liggen, maar ze zelf opbergt.” Sandra lacht. “Met een vrije dag kon je Brandon ook bij de beloften geen plezier doen. Dan reed hij met zijn fietsje van Bredene naar het station van Oostende, de trein op naar Brugge en met de bus naar het stadion. Fitnessen…”

Discipline, de rode draad doorheen zijn jeugdjaren. Clement: “Soms moet je Brandon tegen zichzelf beschermen, maar ik vind het niet té. Hij voelt zich daar goed bij. Als je dat van hem afpakt, dan zal hij wellicht minder presteren. Elke speler heeft zijn eigenheid. Maar wat Brandon doet, is voor andere spelers wellicht wel té.”

De moeder: “Hij gaat één keer per jaar naar de McDonald’s, in de eerste dagen na het seizoen. Niet later, want dan focust hij al opnieuw op de voorbereiding. (lacht) Hij was een jaar of twaalf, dertien toen hij vroeg: ‘Mama, zou je er om geven om geen frieten meer klaar te maken? Liever rijst.’ Hij heeft nooit meer frieten gegeten.”

Desender: “Brandon was van jongs af heel kritisch voor zichzelf, maar tegelijk ook bedeesd en braaf, iets te weinig coach op het veld. Een jongen die nooit op tafel sloeg om te zeggen dat hij móést spelen, waardoor hij zich er soms bij neerlegde dat hij tweede keuze was.” Moeder pikt in. “Hij vroeg ook nooit wat wij van de match vonden, want hij had voor zichzelf al uitgemaakt wat hij verkeerd had gedaan. En als de trainer hem op de bank zette, dan legde hij zich daarbij neer. ‘Hij zal wel een goede reden hebben.’ Hij is timide, ja, maar dan vooral omdat hij niet als een betweter wil overkomen. In de evaluaties hoorden we altijd hetzelfde: meer coachen, meer praten op het veld.”

Weg uit het centrum

“Wat Brandon tussen zijn vijftiende en twintigste voor zijn sport heeft gedaan, grenst aan het maniakale”, vertelde Pascal De Maesschalck, Head of Academy, in november 2014 in Sport/Voetbalmagazine. Nochtans, zo klonk het, waren de twijfels groot. “Op zijn vijftiende dacht iedereen: dit wordt het niet.” Onopvallende speler. Een meeloper.

“Wat is talent? Iemand die vijf man dribbelt en scoort? Je moet vooral kijken naar de positie op het veld”, zegt Joost Desender. “Centraal in de verdediging heb ik toch liever iemand die doelpunten voorkomt en goed kan opbouwen. Brandon heeft de functionele technieken die een centrale verdediger moet hebben. Tweevoetig, duelsterk, goede balaanname om het spel te kunnen verleggen, pas over veertig meter. Technisch en fysiek goed, maar vooral op tactisch en mentaal vlak een uitblinker.”

“Hij heeft alles voor zijn sport opzijgezet”, zegt zijn moeder. “Ik denk niet dat hij al ooit de binnenkant van een dancing heeft gezien. En dat zal niet gebeuren ook, tenzij ze met de hele groep op stap zouden gaan. Zoals na de bekerfinale. Tot vijf uur ’s nachts. (lacht) Ik heb hem nog nooit een pint zien drinken, eerder een glaasje cava of een cocktail. Tijdens het seizoen uitgaan? Nooit. Hij heeft er ook geen behoefte aan, alleen vindt Brandon het soms jammer dat hij niet naar een familiefeest kan gaan. Want: rond twintig na tien – nooit later – gaat hij slapen.”

In de zomer van 2010 stapt Brandon Mechele, zeventien jaar, over naar de beloften van Club Brugge, een pubalgie houdt hem een half seizoen aan de kant. “Ik kwam hier een aantal keren kijken en telkens zag ik Brandon rondjes lopen. Hij heeft dat seizoen amper gespeeld”, zegt Philippe Clement, die het seizoen erna zijn trainer wordt.

In augustus, na een wedstrijd van Clubs U19 tegen Tottenham Hotspur, haalt Clement middenvelder Birger Verstraete én Björn Engels naar de beloften. “Wat meteen opviel, was dat Brandon te weinig initiatief nam en de bal zo snel mogelijk bij Björn inleverde, die wél graag in de opbouw werd betrokken. We hebben daarover gepraat, maar ik voelde meteen dat Brandon met woorden niet te overtuigen was. Héél behoudsgezind en streng voor zichzelf – toen was dat extreem -, maar hij had meer dan alleen verdedigend potentieel: technische kwaliteiten én mentaliteit.”

In de aanloop naar de beloftewedstrijd tegen Racing Genk neemt Clement een drastische beslissing. Tijdens de lunch stapt hij naar Mechele. Eet maar goed, ik heb straks een verrassing voor je. Mechele wordt rechtsback… Clement: “Op de rechterflank móést hij wel aanvallende oplossingen zoeken, zeker in onze manier van spelen met opkomende flankverdedigers. Ik wist dat hij het goed zou doen, maar Brandon was daar totaal niet van overtuigd. Ik heb nooit meer ongeloof in de ogen van een speler gezien dan toen, maar – en dat is ook een kwaliteit – hij heeft zich wel gesmeten. Onwennig in het begin, maar na een paar wedstrijden heeft hij die positie goed ingevuld. Als speler moet je voor alles openstaan, uiteindelijk is hij daardoor ook in beeld gekomen bij de eerste ploeg.”

Toernooi in Toulon

Voorjaar 2013. Na de stage in Marbella traint Brandon Mechele één keer per week met de A-kern, maar wanneer de ene na de andere speler geblesseerd uitvalt, wordt dat regime opgedreven en zit hij geregeld bij de achttien. Op 5 mei, thuis tegen Sporting Lokeren, wordt hij bij Garrido geroepen. Opwarmen. Acht minuten voor tijd, wanneer Víctor Vázquez zich naar het einde van de match sleept, mag hij invallen. Bang en onzeker – als controlerende middenvelder – maar de week erna stuurt Garrido hem ook op Sclessin op het veld.

En toch: binnen de club wordt nog altijd aan Mechele getwijfeld. Sander Coopman, Tuur Dierckx, Nikola Storm en Boli Bolingoli zullen na het seizoen naar de A-kern worden doorgeschoven, achter de Oostendenaar zet Garrido nog een vraagteken. “Ik niet”, zegt Philippe Clement, inmiddels T2, die de Spanjaard én Vincent Mannaert kan overtuigen. “Zij zagen Brandon alleen in wedstrijden, waarin hij af en toe uit positie liep en de bal zo snel inleverde bij Björn Engels, die flegmatieker was en gemakkelijker opbouwde. ‘Björn is beter’, klonk het. Neen, het zijn twee totaal verschillende types. In matchen alleen had ik het misschien ook niet gezien, maar ik had elke dag met hem op het veld gestaan.”

Hij tekent zijn eerste profcontract (een seizoen met optie), vervangt Thomas Meunier op het veld van SV Zulte Waregem en wordt door de nationale beloftecoach Johan Walem voor het Tournoi Espoirs de Toulon geselecteerd. Hoe snel kan het gaan? Clement: “Walem vroeg me of het verstandig zou zijn om Brandon te selecteren. ‘Direct meepakken, maar je moet hem wel eventjes tijd geven.'” In Bredene zijn ze not amused. Sandra Velghe: “Ik had compassie met Brandon. Amper een weekje vakantie. En in die week ging hij zelfs nog lopen om zijn conditie te onderhouden.”

Hij vertrekt met een klein hartje naar Brussel, waar de selectie verzamelt. Igor Vetokele (Kopenhagen), Dennis Praet en Massimo Bruno (Anderlecht), Junior Malanda (SV Zulte Waregem), Zakaria Bakkali (PSV), Yannick Ferreira-Carrasco (AS Monaco), Paul-José Mpoku (Standard)… “Daar, tijdens dat toernooi, heeft hij nog meer geloof in zichzelf gekregen: ik zit hier tussen de grootste Belgische talenten en kan even goed sjotten…”, zegt Philippe Clement.

De vuurdoop

Juan Carlos Garrido moet tijdens de voorbereiding op het nieuwe seizoen knopen doorhakken. Oscar Duarte is geschorst voor de competitiestart en Jim Larsen ligt andermaal in de ziekenboeg. De Spaanse T1 kiest voor een onuitgegeven duo: Engels-Mechele, samen 38 jaar… In de aanloop naar de openingswedstrijd tegen Charleroi wordt Engels ziek, Brandon Mechele coacht (!) de onwennige TomHøgli voorbeeldig en blijft ook de volgende weken staan. En toch: heel af en toe is hij nog onder de indruk, zeker wanneer de ploeg in eigen huis tegen Lierse nog voor de rust wordt uitgefloten. “Ik had zelfs geen zin meer om verder te spelen. Ik ben daar toch een paar dagen mee bezig geweest, ook omdat we de volgende wedstrijd tegen Anderlecht moesten spelen.”

Zondag 22 september 2013: de eerste grote test. Mechele/Engels versus Aleksandar Mitrovic/Matías Suárez. De piepkuikens winnen het duel met brio, de ploeg borstelt Anderlecht met 4-0 van het veld. Weer een stapje gezet. Het vertrouwen groeit. En groeit. Clement: “Als je ziet hoe Brandon in die twee seizoenen is geëvolueerd… We hebben veel op hem moeten inpraten, maar hij heeft het zelf gedaan. In de competitie, in de topmatchen, in Europa… Zelfs in Istanbul, waar Demba Ba geen bal raakte. Brandon kan elke spits in zijn binnenzak steken. De concurrentie is groot, maar de nationale ploeg is de volgende stap. Ook voor Björn.”

En dan? Het buitenland? Mama lacht. “Ik hoor hem alleen over Club Brugge spreken. Als ze morgen aan de deur staan met een grote zak geld om in Qatar te gaan voetballen, dan zegt hij: ‘Neen, danke.’ Ik ben trots op hem, en nog meer op de manier waarop hij – en zijn broer Jordy – in het leven staat. Twee beleefde venten, die iedereen respecteren en die je kunt vertrouwen.”

DOOR CHRIS TETAERT – BEELDEN: BELGAIMAGE

“Brandon zei altijd: ‘Mama, ik moet mijn best doen op school, want als ik geen voetballer word, dan moet ik een andere job vinden.'” Sandra Velghe, moeder

“Als Brandon zegt dat hij pijn heeft, dan mag je zeker zijn dat het zo is. Ze noemen hem niet voor niets Robocop.” Peter Mechele, vader

“Brandon sloeg nooit op tafel om te zeggen dat hij móést spelen, waardoor hij zich er soms bij neerlegde dat hij tweede keuze was.” Joost Desender, physical coach

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content