Van de vijf competitiematchen van Anderlecht tot nu toe, hield Silvio Proto vier keer de nul. De nerveuze doelman van weleer straalt sinds vorig seizoen vastberadenheid en concentratie uit. ‘Hij herpakt zich altijd.’

Bij Anderlecht werkte Silvio Proto met twee kee-perstrainers: Jacky Munaron (2004-2007) en Filip De Wilde (vanaf 2007). Tijdens zijn uitleenbeurt aan Germinal Beerschot, in het seizoen 2008/09, trainde de doelman onder de hoede van Pierre Thyssen. Dit drietal, aangevuld met analist en ex-doelman Wim De Coninck, gaat dieper in op een aantal citaten van en over Silvio Proto.

Trekje van Verbauwhede

“Wie twijfel zaait over mijn prestaties van vorig seizoen is ofwel blind, ofwel van slechte wil. Ik heb een sober en regelmatig seizoen gespeeld.” Silvio Proto

Wim De Coninck: “Op nationaal niveau heeft Proto inderdaad een geweldig seizoen gehad vorig jaar. Maar zijn goede prestaties zijn precies een beetje tussen de plooien gevallen. Nochtans wil hij zich echt bewijzen. Af en toe heeft hij het trekje dat Glenn Verbauwhede en Bojan Jorgacevic ook hebben: ostentatief een vuistje ballen na een goede redding. Proto durft te tonen dat hij beslissend is.”

Filip De Wilde: “Vorig jaar heeft Proto meer dan degelijk gepresteerd. Ik denk dat Silvio in de competitie bewezen heeft dat hij zijn plaats in doel zeker waard was. Pas op, Davy Schollen en hij lagen niet ver uit elkaar, nog steeds trouwens. Maar als sportieve staf moet je eerlijk en consequent keuzes maken. In de vakantie is Silvio in ieder geval niet op zijn lauweren gaan rusten. Bij de fysieke test deze zomer was hij een van de allerbesten, veldspelers inbegrepen.”

“Bij La Louvière werd ik per match beoordeeld op tien ballen, want er was veel werk. Bij Anderlecht komt het vaak aan op één redding om het verschil te maken.” Silvio Proto

De Coninck: “Bij een doelman van Anderlecht hangt er continu een zwaard van Damocles boven zijn hoofd. Je moet immers altijd, tegen om het even welke tegenstander, proberen de nul te houden. En zelfs als je 1-0 voorkomt, moet je op je hoede blijven. Ik heb het gevoel dat Proto’s concentratie de jongste tijd serieus verbeterd is. En dat is cruciaal, want in sommige wedstrijden heb je periodes waar je minder werk moet opknappen.”

De Wilde: “Je weet waar je aan begint als Anderlechtkeeper. Je moet presteren onder een constante druk. Foutjes kunnen heel lang blijven hangen. Het heeft in elk geval geen zin om zélf werk te gaan zoeken. Altijd sober blijven is de boodschap.”

De factor Filip De Wilde

“Vroeger beweerde men vaak dat ik alleen goed was op mijn lijn, maar ook in de lucht heb ik geen angst meer.” Silvio Proto

Pierre Thyssen: “Op hoge ballen is hij zeker sterker geworden. Hij durft ook meer risico’s te nemen dan in het verleden. Hier en daar sluipt er wel nog eens een beoordelingsfoutje in zijn spel, maar anderzijds merk je gewoon aan alles dat Proto een klassekeeper is.”

Jacky Munaron: “Silvio heeft superreflexen. En hij is uitstekend in een-tegen-eensituaties: door zijn snelheid kan hij veel gevaar in de kiem smoren.”

De Coninck: “Hij is een heel atletische keeper, met een geweldige sprongkracht en veel lenigheid. Proto heeft ook zijn gestalte mee, eigenlijk heeft hij het perfecte lichaam om doelman te zijn.”

De Wilde: “Ik denk dat Proto vrij compleet is. Ik zal als keeperstrainer nooit proberen om de stijl van een keeper te veranderen, dat is contraproductief. Maar Silvio wil zeker nog bijleren. Je merkt bijvoorbeeld dat hij nog groeit in zijn positiespel. Tegen Zulte Waregem stond hij twee keer oog in oog met een spits, maar het schot ging telkens naast. Door goed positie te kiezen kun je het echt lastig maken voor je tegenstander.”

“Hij straalt nog niet de rust uit zoals het moet, maar hij maakt progressie. Vroeger vond ik hem een springbok. Nu staat hij al rustiger te keepen, al zie je nog regelmatig dat hij op zijn kont gaat zitten. Het is nog geen Filip De Wilde, maar ik zie wel een heleboel trekken van zijn trainer opduiken bij Proto.” Jan Boskamp

De Wilde: “De grootste verdiensten van zijn positieve evolutie liggen sowieso bij Proto zelf.”

Munaron: “Dat van die nervositeit heb ik altijd fel overdreven gevonden. Silvio acteert gefocust. Zeker de laatste jaren, hij heeft aan maturiteit en ervaring gewonnen. Proto staat er wanneer hij er moet staan.”

Thyssen: “Dat nerveuze trekje heeft hij toch wel, vind ik. Maar er is gaandeweg wel al meer rust geslepen in zijn persoonlijkheid. Het doet hem goed dat hij nu bij Anderlecht het volledige vertrouwen geniet.”

De Coninck: “Filip De Wilde heeft duidelijk een goede invloed, maar Proto mag zeker nog wat koeler worden. Hij blijft nogal expressief en ook heel gevoelig voor het publiek. Een voorbeeld: toen hij vorig seizoen op Sclessin een penalty pakte, ging hij meteen met zijn handen aan zijn oren naar het publiek. Pas op, hij mag zeker blijven keepen met dezelfde adrenaline zoals nu, maar dan wel beheerst. Proto keept voor een deel op revanchegevoelens en daar is niets mis mee. Maar die grinta moet uitmonden in concentratie.”

Blessure en Beerschot

“Ik heb de twijfels overwonnen na mijn knieblessure, en na mijn uitleenbeurt aan Germinal Beerschot.” Silvio Proto

Munaron: “Het dipje in zijn carrière was volgens mij geen mentaal probleem, maar louter het gevolg van die zware kruisbandblessure uit 2006. Daardoor raakte hij bij Anderlecht twee seizoenen op een zijspoor. Het hele Beerschotverhaal vormt voor mij nog maar eens een bewijs van zijn mentale kracht. Ondanks die ongelukkige uitspraken over de fans van Beerschot had hij nog het lef om daar te gaan spelen. Hij heeft zich geëxcuseerd, presteerde op het veld en werd er razend populair. Dat wil toch iets zeggen. Silvio herpakt zich altijd, ook bij zware tegenslagen.”

Thyssen: “Ik kan moeilijk vergelijken met de periode voor hij naar Germinal Beerschot kwam, maar Silvio zegt zelf dat hij bij Beerschot vooruitgang heeft geboekt. In mei heb ik hem een sms’je gestuurd: om hem te feliciteren met de titel en met zijn goed seizoen. Hij heeft me toen geantwoord dat zijn prestaties voor een deel dankzij onze samenwerking kwamen. Dat deed me enorm deugd.”

De Coninck: “Voor mij is hij een andere keeper geworden in de heenmatch tegen Standard, eind augustus vorig jaar. De meesten herinneren zich alleen nog de tackle van Witsel op Wasilewksi, maar in die wedstrijd haalt Proto wel drie gemaakte goals uit zijn doel. En dat nadat er opnieuw vraagtekens gerezen waren na zijn prestaties tegen Lyon. Vorig seizoen heeft hij voor zichzelf de strijd gewonnen, denk ik.”

De Wilde: “Fouten of blunders uit het verleden draag je soms lang mee. Maar wat er vroeger misgelopen is, kun je nu toch niet meer veranderen, en dat heeft Silvio heel goed begrepen. Het heeft geen zin om jezelf telkens opnieuw in vraag te stellen.”

De bijna-held van Belgrado

“Ik ben weliswaar op de goede weg, maar ik besef dat er nog veel werk is om de sceptici te overtuigen. Later, als ik niet meer bij Anderlecht speel, wil ik dat de mensen het beeld van een winnaar overhouden en zich mij herinneren als een sobere doelman.” Silvio Proto

Thyssen: “Toen ik het nieuws hoorde dat Proto voor een jaar naar Beerschot kwam, dacht ik: amai, wat gaan ze nu binnensmijten! Maar na twee dagen had ik al door dat ik met een compleet verkeerd beeld zat. Het was helemaal geen arrogante gast, maar juist een heel gedreven en warme jongen.”

De Coninck: “Proto draagt natuurlijk zijn verleden met zich mee. Sommigen blijven misschien nog steeds wat achterdochtig, al is het tij stilaan aan het keren. Maar de perceptie is nog steeds dat hij er soms wat zenuwachtig bij loopt en dat het lijkt of hij ieder moment kan crashen.”

Munaron: “En toch, vandaag wordt er volgens mij in Anderlecht niet meer aan Proto getwijfeld. Hij is het onbetwiste nummer één. Voor mij heeft hij zeker zijn plaats bij de beste drie Belgische doelmannen.”

De Wilde: “Proto had de held moeten worden tegen Partizan Belgrado. In die match deed hij alles om beslissend te zijn: hij voorkwam de 1-3 en stopte twee strafschoppen. Voor hem is het natuurlijk doodzonde dat de match verkeerd afliep. Maar ik heb hem verteld dat je je gloriemomenten nu eenmaal niet zelf kunt kiezen. Je mag niet proberen om per se de uitblinker te zijn. De kansen om erboven uit te steken, liggen niet alleen in de toppers, maar elke match opnieuw, ook tegen de kleinere ploegen. En daar is hij dit seizoen opnieuw goed mee bezig. Houden zo, zou ik zeggen.”

door bregt vermeulen beelden: reporters

Hij heeft het perfecte lichaam om doelman te zijn. Wim De Coninck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content