Exact tien jaar geleden zei Frank Vercauteren zijn ambitieuze jeugdproject bij KV Mechelen vaarwel. ‘Die hele periode is naderhand een voor- en een nadeel gebleken’, besluit Sven Vandenbroeck, één van de leerlingen van Vercauteren.

S ven Vandenbroeck verduidelijkt meteen : “Aan die hele periode onder Frank Vercauteren kleeft eigenlijk een voordeel en een nadeel voor alle jongeren die ermee te maken kregen. Het voordeel was uiteraard de opleiding zelf, een unieke ervaring voor elke jonge voetballer. Het nadeel daarvan is dat je daar toen zo professioneel begeleid werd dat je nadien in je carrière enkel nog geconfronteerd werd met de beperkingen bij je andere clubs. Je vergelijkt alles met die periode en ik kan je zeggen : nooit heb ik nog zo’n fantastische omkadering meegemaakt.”

Zivica Kanacki, destijds algemeen coördinator en assistent-trainer bij KV Mechelen, tegenwoordig jeugdcoördinator bij diezelfde club, beaamt : “Achteraf bekeken moet je besluiten dat Frank zijn tijd ver vooruit was. Het grote probleem met zijn perfectionistische visie was dat het allemaal te veel kostte voor een club als KV Mechelen. Frank spiegelde zich aan het centre de formation dat hij in Nantes had leren kennen, maar hij vergat dat wij Nantes niet waren en niet over dezelfde financiële middelen beschikten.” Het stokpaardje van Vercauteren was het gebrek aan arbeidsintensiteit en kwantiteit bij onze Belgische clubs. Hij haalde steevast het voorbeeld van Frankrijk aan, waar de jongeren tot acht uur per week méér op het plein staan dan bij ons. Vercauteren zag daarin de voornaamste reden voor onze achterstand. Bij Nantes, waar hij van 1987 tot 1990 speelde, zag hij tieners als Christian Karembeu, Didier Deschamps en Marcel Desailly bij de A-kern aansluiten. Daarover verklaarde hij eens : “Dat waren echt geen wereldvoetballers, hadden niet het talent van een Zidane of een Scifo, maar ze schopten het wel tot in mondiale topclubs en werden wereldkampioen. Dankzij een goede opleiding.”

Van familieclub naar profclub

Van 1994 tot 1997 regeerde Frank Vercauteren met ijzeren hand en stalen visie over de Mechelse jeugdpleinen. Zijn doel : jongeren opleiden die later in de eerste ploeg konden meedraaien, en de club opnieuw naar de eerste klasse brengen. Een plan dat lukte, al kon Vercauteren zelf niet de vruchten plukken van zijn intense werk. In 1998, nadat hij KVM één jaar als hoofdtrainer depanneerde, ging Vercauteren in op een bod van zijn grote liefde RSC Anderlecht om daar de doorstroming van de jeugd te verzorgen. Wat hij achterliet in Mechelen, was een eerste ploeg die bestond uit zeven eigen jeugdspelers ( Jan Verlinden, Geoffrey Peytier, Sven Vandenbroeck, Steven Ribus, Tom Caluwé, Mvuezolo Musumbu Muscal, Tom Peeters) en in 1999 met Gunther Jacob als trainer promotie naar de eerste klasse afdwong.

Nog voor Frank Vercauteren in Mechelen arriveerde, stond de jeugdopleiding van Malinwa bekend als een van de beste in de streek, sowieso kwamen de meest getalenteerde elementen uit de regio uiteindelijk bij KV Mechelen terecht. Vercauteren boorde ook de Brusselse kweekvijver van talent aan. Hij kende die regio goed en onderhield er goede connecties. Thomas Chatelle (RJ Waver) en Mvuezolo Musumbu Muscal (Braine) waren twee voorbeelden van die aanwervingspolitiek. “Voor het eerst werd er ook Frans gesproken in de kleedkamers”, herinnert jeugdproduct Geoffrey Peytier zich. “Ik weet dat nogal wat mensen binnen de club zich daaraan stoorden, want die Brusselse jongens waren gemotiveerd zolang ze in de basis stonden, maar zodra ze naast de ploeg vielen … KV Mechelen was tot Vercauterens komst toch nog in de eerste plaats een familieclub en hij wilde er een professionele club van maken.”

Vercauteren deed dat op de zijn bekende manier : zonder omwegen en zonder omkijken. Als jeugdcoördinator besliste hij over de trainingsvormen, de accenten in de opleiding en de selectiepolitiek. Vandenbroeck : “Vercauteren wilde op wetenschappelijke basis werken en met een professionele omkadering. Als vijftienjarige gingen wij toen al driemaal per jaar naar het UZ Gent voor conditietests. Die resultaten werden nauwkeurig gevolgd en gebruikt voor de trainingen. Ook raadde hij zijn spelers aan om een Polar te kopen, die moesten we dan allemaal afgeven op zondag en zo kon hij controleren of je in het weekend je schema had gevolgd. Hij was ook altijd aanwezig op de trainingen, wandelde voorbij, riep af en toe eens, kwam tussenbeide of verbeterde zelfs zijn trainers soms. Hij hamerde vooral op positiespel en strak inspelen van de bal. Dat was zijn visie : altijd diep spelen, snel omschakelen van verdediging naar aanval en zoneverdediging. Tot voor zijn komst speelde de jeugd van Mechelen nog vaak met een libero.”

Eruit met de salonvoetballers

Maar de visie van Vercauteren reikte niet enkel tot aan het voetbaltechnische of tactische aspect. Ook een verbeterde doorstroming van eigen jeugd naar de eerste ploeg stond bovenaan zijn actieplan. “Voor Vercauteren bij de club kwam, was het mogelijk om als jonge gast soms tot zes jaar in de B-kern te blijven hangen”, verduidelijkt Peytier. “Daar maakte hij meteen komaf mee. Onder Vercauteren kon je nooit langer dan twee jaar in eenzelfde categorie spelen. Aan het einde van elk seizoen maakte hij een evaluatie van de spelers. Wie niet voldeed, moest eruit. Frank opteerde voor jongens die hard wilden werken, hun taken uitvoerden en fysiek hun man stonden. Hij hield wel van wat technische frivoliteit, maar moest absoluut niet weten van de zogenaamde salonvoetballers.”

Vercauteren had dertien jeugdploegen in provinciale en nationale onder zijn hoede. De betere elementen werden verzameld in een soort van belofteploeg, KVM 2, zoals jeugdverantwoordelijke Zivica Kanacki het beschrijft. Daarnaast bestond dan ook nog eens een elitegroep van acht spelers, die Vercauteren hoogst persoonlijk onder handen nam. (zie kader) Die vorm van elitair denken stootte op heel wat verzet binnen de volkse club Achter de Kazerne. “Vercauteren had enkel oog voor de besten”, verwijt Kanacki hem. Sven Vandenbroeck verdedigt dan weer de visie van zijn mentor : “In een jeugdopleiding kan je ervoor kiezen om ofwel het sociale aspect zeer hoog in het vaandel te dragen, ofwel binnen een aantal jaren daadwerkelijk een groep jongeren in je eerste elftal te kunnen gebruiken. Vercauteren kiest altijd voor het tweede. Dat je dan spelers moet ontgoochelen, hoort bij die professionele visie.”

“Natuurlijk is dat streng,” zegt Geoffrey Peytier, “maar Vercauteren was in mijn ogen wél altijd rechtvaardig. Discipline stond hoog aangeschreven, maar stel het ook niet voor als een legerkamp. Er mocht heus gelachen worden. En als je hem volgde, kon je als jonge gast heel wat leren en verbeteren. Hij leerde je nadenken over positie kiezen, wanneer en op welke manier je moet inspelen enzovoort … Hij maakte van voetbal een denksport. Tom Caluwé is het beste voorbeeld van zijn visie : nooit uitblinker in de jeugdreeksen maar door hard werken en nadenken wel doorgebroken op het hoogste niveau.”

Anderzijds valt het op dat nog maar weinig van de fel besproken namen van toen nu nog op het hoogste niveau meedraaien. Tom Caluwé inderdaad niet te na gelaten. De rest van het achtkoppige elitegroepje speelt nu ergens in lagere reeksen. Schort er dan misschien toch iets aan de opleiding van Vercauteren ? “Integendeel,” vindt Peytier, “wellicht moet je gewoon besluiten dat hij toen het maximum uit ons haalde en dat we nu eigenlijk op ons ‘normale’ niveau spelen.”

Goede leerschool

Uiteindelijk nam Frank Vercauteren in 1998 afscheid van KV Mechelen na er drie jaar als jeugdcoördinator en één jaar als hoofdtrainer gewerkt te hebben. Een deel van zijn professionele staf zou verdwijnen en dat zag Vercauteren niet zitten, bij hem is het alles of niets. Dus ging hij in op een aanbod van Anderlecht. Van zijn nalatenschap wordt tot vandaag geprofiteerd in Mechelen. Kanacki : “Frank was streng voor zijn spelers en zijn trainers, maar vooral voor zichzelf. Ik vermoed dat zijn Mechelse periode een goede leerschool geweest is voor hem. En omgekeerd. Ik gebruik nu nog altijd dingen die ik van hem oppikte. Zoals het profiel van onze jeugdtrainers. Het volstaat niet dat ze over een diploma beschikken, ze moeten het ook kunnen overbrengen. Vanaf de leeftijdscategorie van vijftien jaar moeten de trainers de spelers individueel kunnen coachen. Bovendien starten we dit jaar weer met een elitegroep van achttien talenten …” Of hoe de geest van Vercauteren nog steeds rondwaart op Malinwa. S

Door Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content