Hoewel Club Brugge wegdeemsterde in de play-offs en hij niet meer zijn stempel kon drukken, was dit toch het seizoen van Víctor Vázquez. Sport/Voetbalmagazine trok naar Spanje en ging er iets drinken met vier van zijn beste vrienden.

Op de Rambla in Barcelona is het een drukte van jewelste. Het is immers Sant Jordi, het feest van de patroonheilige van Catalonië. Dat staat in het teken van twee thema’s: rozen en boeken. De traditie wil dat de man vandaag een roos geeft aan zijn geliefde en dat omgekeerd de vrouw een boek aan haar partner schenkt. Op de Rambla barst het dan ook van de boekenstandjes en staat om de twintig meter wel iemand met rozen te zwaaien. “O ja, ik moet nog een roos kopen”, slaat Miguel Ramos Prada zich voor het hoofd. Miguel is de beste vriend van Víctor Vázquez. Hij is nu doelman van UE Vilassar de Mar, dat in de derde klasse van de Catalaanse competitie uitkomt. Als tiener keepte hij nog bij Barcelona B, maar daar verdween hij snel uit beeld. Ook Eugenio Plazuelo Molina – ofte Pitu – voetbalde bij de jeugdploegen van Barcelona, waar hij de kleedkamer deelde met Vázquez maar ook met Gerard Piqué, Cesc Fàbregas en Lionel Messi.

Verder zijn nog twee jeugdvrienden van Víctor op het appel: Javier Calvo MartínezKuki voor de vrienden – en Jordi Llorca Sánchez. Jordi is de enige van het viertal die gestudeerd heeft aan de universiteit: eerst geschiedenis en nu communicatie. Ondanks zijn universitair diploma zit hij zonder werk. “De situatie is op dat vlak nog niet veel verbeterd in Spanje”, legt hij uit. “Het is crisis en als jongere is het dus niet makkelijk om werk te vinden. Hoe meer diploma’s je hebt, hoe beter. Dus studeer ik maar verder.” De andere drie voetballen in lagere afdelingen en komen daarmee aan de kost. Pitu is daarnaast nog magazijnier en Miguel is keeperstrainer bij verschillende jeugdploegen. “Soms leg ik de training stil om snel even te checken wat Víctor gedaan heeft met Club Brugge.”

De vier zetten zich schrap om te reageren op een aantal op hen afgevuurde thema’s in verband met hun maatje.

De Gouden Schoen

Miguel: “Verliezen met vijf puntjes verschil is natuurlijk nooit leuk, maar hij heeft daar niet echt wakker van gelegen, hoor.”

Kuki: “Had hij gewonnen, hij zou heel tevreden en trots geweest zijn. Maar ontgoocheld? Echt niet, hoor.”

Miguel: “Hij was gewoon al blij dat hij daar op dat gala stond. Voor hem is het belangrijker om elke week titularis te zijn, om op het veld te staan.”

Meisjes en pintjes

Jordi: “Víctor heeft altijd wel een relatie gehad, voor zover ik het me kan herinneren. Niet altijd met hetzelfde meisje, neen. Hij heeft twee of drie vaste vriendinnetjes gehad voor hij Andrea, met wie hij nu vier jaar samen is, leerde kennen.”

Miguel: “Als je het voetbal serieus neemt – zoals Víctor dat doet – is het ook het best dat je een vaste vriendin hebt, vind ik.”

Jordi: “Wat de pintjes betreft, we gingen vroeger natuurlijk weleens uit en dan dronken we wat.”

Pitu: “Maar Víctor is nooit zo aan bier geweest, hij drinkt liever een glaasje wijn. Hij doet dat nu nog af en toe, maar alleen op momenten dat het kan natuurlijk. Zo zal hij bijvoorbeeld nooit een dag voor de wedstrijd alcohol drinken.”

Lang haar

(algemene hilariteit)

Jordi: “Toen ik hem leerde kennen, begon hij bij FC Barcelona te voetballen en toen was het daar de mode om lang haar te hebben.”

Pitu: “Er is inderdaad een periode geweest dat we bij de club allemaal ons haar lieten groeien. Dan bonden we dat in een staartje of maakten we het nat, op zijn Italiaans.”

Jordi: “David Beckham, toen bij Real Madrid, had in die tijd ook lang haar. Het was in.”

Miguel: “Als ik me niet vergis, heeft Víctor zijn haar laten knippen omdat de club een nieuwe regel uitvaardigde dat lang haar niet meer mocht. Een of andere sportief directeur was met dat idee gekomen: jonge spelers moesten geregeld naar de kapper gaan, mochten geen witte schoenen dragen enzovoort. Een heel protocol.”

El Gitano (De Zigeuner)

Pitu: “Die bijnaam heeft natuurlijk te maken met het feit dat hij wat donkerder van huid is, maar voor mij verwees dat vooral naar zijn manier van voetballen. Hij was anders dan de rest. Hij speelde straatvoetbal en hij had een soort van ondeugendheid in zijn voetbal die ‘normale’ spelers niet hebben. Soms wendde hij bijvoorbeeld een blessure voor en terwijl de verdediger dacht dat er hem niks kon overkomen, ging Víctor erachteraan en pakte hem de bal af. Of bij een vrijschop vroeg hij weleens onopvallend aan de scheidsrechter of hij al mocht trappen. De verdediging van de tegenstander was zich dan natuurlijk nog aan het voorbereiden en aan het wachten op het fluitsignaal van de arbiter. Die slimme geniepigheid, dat typeert hem en daarom noemden we hem El Gitano.”

Kuki: “Zoals in de thuiswedstrijd tegen Anderlecht, toen hij in de laatste minuten de vrijschop al nam terwijl niemand het verwachtte. Hij gaf de bal aan de vrijstaande Ruud Vormer, die dan scoorde. Dat is typisch Víctor.”

Pitu: “Ook zijn goal tegen Zulte Waregem (het doelpunt met buitenkant rechts dat verkozen werd tot Goal van het Jaar, nvdr) is daar een voorbeeld van. Een andere speler zou daar op dat moment misschien niet aan denken, maar hij wel. Op La Masía maakte hij ook zulke goals, en zelfs nog mooiere.”

Een verloren talent

Pitu: “Voor Barcelona is hij dat in zekere zin wel. In La Masía passeren oneindig veel spelertjes en natuurlijk komen die niet allemaal in de eerste ploeg terecht. Maar voor mij is Víctor geen verloren talent: hij voetbalt in eerste klasse én heeft Europese wedstrijden gespeeld. Het is voor ons alleen spijtig dat we hier niet meer van zijn voetbalkwaliteiten kunnen genieten.”

Jordi: “Veel heeft te maken met zijn langdurige blessure. Hij was toen één jaar out en op dat moment kwamen ook andere talenten, zoals Thiago, Jonathan Dos Santos en Jeffren, bovendrijven. En je had toen al kleppers als Xavi en Iniesta in de eerste ploeg natuurlijk.”

Pitu: “Kijk, als voetballer wil je vooral aan spelen toekomen. Als je vaststelt dat je bij de beste club van de wereld tweede keuze bent, dan kun je beter naar een ploeg gaan waar je wel op het voorplan staat.”

Miguel: “Ik denk dat Víctor vooral blij is dat hij nu nog voetbalt. Toen hij geblesseerd was, werd eraan getwijfeld of hij ooit nog op niveau zou komen. Heeft hij door die blessure kwaliteit verloren? Dat denk ik niet. Snelheid?” (twijfelt)

Kuki: “Hij is vooral snel in zijn hoofd.”

Jordi: “Mocht hij niet meer hebben kunnen voetballen door die blessure, dan denk ik dat hij toch nog altijd op een of andere manier met voetbal bezig zou zijn.”

Miguel: “Ik maak me sterk dat FC Barcelona hem dan een job aangeboden zou hebben binnen de club.”

Afscheid van Catalonië

Kuki: “Daar heeft hij het heel moeilijk mee gehad. Alles achterlaten, familie, vrienden… Het was voor hem belangrijk dat Andrea met hem meeging.”

Jordi: “Eerst was er zijn blessure en daarna had hij een jaar bij Barcelona B gevoetbald. Het waren moeilijke tijden voor hem en in die periode was zijn band met zijn familie en vrienden sterker dan ooit. Dat hij hen moest achterlaten, viel hem zwaar, ja. Maar Víctor heeft veel steun gehad aan Andrea, en omgekeerd ook.”

Kuki: “Hij praatte met ons over de aanbiedingen die hij kreeg. En dan konden we wel onze mening geven, maar uiteindelijk was het aan hem om te beslissen.

Miguel: “Je komt toch in een nieuwe cultuur terecht, krijgt met een andere taal te maken. Toen hij hier vertrok, sprak hij alleen Spaans en Catalaans. Zijn Engels was beperkt tot hello. Maar hoe hij in België ontvangen werd, dat was ongelooflijk. De mensen van de club hebben hem enorm geholpen. Het is verdorie al vier jaar geleden dat hij vertrokken is, maar het lijkt gisteren.”

Bekerfinale

Kuki: “Ik had al met hem afgesproken dat ik zeker naar de match zou komen kijken. Eindelijk kon hij een prijs pakken na al die jaren in Brugge, maar dan kon hij door een blessure zelf niet op het veld staan. Daarvan zat hij in zak en as, maar als je met hem praat, merk je wel dat hij mentaal sterker is geworden.”

Jordi: “Hij beseft ook dat hij vanaf het begin mee verantwoordelijk is geweest voor de successen van het team. Hij maakt al een tijdje deel uit van het groepsproces en is erg begaan met de ploeg.”

Miguel: “Hij komt ook met iedereen goed overeen. Vooral met Rafa (Lior Refaelov, nvdr) en Mati (Mathew Ryan, nvdr) heeft hij een hechte band. We hebben Mati ook leren kennen en dat is echt een ongelooflijke gast. Niet alleen is hij een geweldige keeper, maar hij is ook als vriend en als ploegmaat van grote waarde.

“Ik ben zelf keeper en ik ben er zeker van dat hij in de Primera División zou kunnen meedraaien. Te klein voor de Premier League? Kijk naar Iker Casillas. Die is ook niet van de grootsten (1,85 meter, nvdr) en die heeft twee EK’s, een WK en drie keer de Champions League gewonnen.”

Trainers

Jordi: “Ik denk dat je de beste Víctor ziet als je hem vrijheid op het veld geeft en hem niet te veel belast met defensieve taken. Telkens mee terugplooien is niks voor hem.”

Pitu: “De grootste kwaliteit van Víctor is dat hij een aangeboren talent heeft om te voetballen. Als hij door één pass te geven drie meter minder moet lopen, dan zal hij die pass geven. Ook omdat hij de gave van een goeie pass heeft, al van toen hij klein was. Is een trainer fysiek veeleisend met hem of dwingt hij hem in een defensief keurslijf, dan zal Víctor aanvallend minder renderen. In feite moet iemand voor hem het loopwerk doen – en dat bedoel ik op een goeie manier, hé – of moet het team erop ingesteld zijn dat hij zich offensief kan uitleven.”

Miguel: “Pas op, Víctor is er fysiek wel op vooruitgegaan in België, hoor. Als je hem nu vergelijkt met een tijdje geleden… Zijn conditie was een punt waarop hij nog kon verbeteren en waarop Luis Enrique (destijds trainer van de B-ploeg van Barcelona, nvdr) al hamerde. Toen ik hem na zijn eerste wedstrijden in België sprak, zei hij: ‘Goh, ik ben echt moe omdat ik zo veel gelopen heb.’ Maar na verloop van tijd voelde hij zich daar goed bij.”

De typische Catalaan?

Kuki: “Een typische Catalaan is hij niet, neen.”

Jordi: “De Catalaanse cultuur is gebaseerd op – ik ga even een lesje geschiedenis geven (lacht) – het al eeuwen durende verlangen om onafhankelijk te zijn. Catalonië is altijd overheerst geweest door andere volkeren, vandaar dat Catalanen zich vastklampen aan hun taal en hun tradities, zoals die van vandaag: Sant Jordi. In die context denk ik niet dat Víctor het stereotype is van dé Catalaan.”

Miguel: “En toch… Wat mij verrast, is dat hij met Andrea Catalaans praat. Met ons spreekt hij altijd Spaans. Maar verder, de typische Catalaan is hij echt niet, hoor.”

Kuki: “Van de Catalanen wordt bijvoorbeeld wel gezegd dat ze gierig zijn.”

Pitu: “Maar dat is Víctor helemáál niet. Eerder het tegendeel. Alles wat hij heeft, deelt hij.”

Jordi: “Die zogezegde gierigheid heeft ook zijn oorsprong in de geschiedenis. Tijdens de Industriële Revolutie investeerde de Catalaanse burgerij veel in de ontwikkeling van de haven en de handel, waardoor Catalonië een welvarende regio werd. Zo kregen de Catalanen de naam dat ze erg goed waren in het beheren van geld. Dat kwam nog meer uit de verf doordat de Spaanse staat op dat vlak een ramp was. Vandaar dus dat etiket.”

Een etiket dat niet echt klopt, want als de rekening wordt gepresenteerd, staat Miguel erop te betalen. Hij lacht: “Schrijf maar op: Catalanen zijn niet gierig!”

DOOR STEVE VAN HERPE IN BARCELONA

“Als hij door één pass te geven drie meter minder moet lopen, dan zal hij die pass geven.” Pitu

“Of hij ontgoocheld was na de Gouden Schoen? Echt niet, hoor.” Kuki

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content